Nieuwsbrief Infectieziekten GGD Groningen Nieuwsbrief Infectieziekten Basisonderwijs jaargang 2, nummer 2, november 2014 . Nieuwsbrief In deze tweede Nieuwsbrief Infectieziekten Basisonderwijs van 2014 wordt aandacht besteed aan onder meer MRSA, roodvonk en aan de meldingsplicht. Geregeld wordt de afdeling Algemene Infectieziektebestrijding (AIZB) van de GGD gebeld door scholen met vragen over infectieziekten. Die vragen kunnen gaan over het informeren van ouders, over de zorgen die de school heeft over een kind met een bepaalde infectieziekte, of over een infectie die bij steeds meer kinderen van een groep klachten geeft. Het maakt niet uit welke vraag jij hebt. Zolang de vraag met infectieziekten te maken heeft, kun je bij de AIZB terecht. Op onze beurt zijn we ook blij met deze vragen, omdat zij een overzicht geven van de infectieziekten die op een bepaald moment voorkomen in de provincie Groningen. Aarzel dus niet om je vraag aan ons voor te leggen. Informatie over infectieziekten kun je vinden op www.ggd.groningen.nl . De papieren informatie die je vroeger kreeg (witte klapper) wordt niet meer bijgehouden. Gooi de witte klapper liever weg. Hand-, voet- en mondziekte De afgelopen maand hebben zo’n 10 scholen en kindercentra melding (volgens art. 26) bij onze afdeling gedaan van hand-, voet- en mondziekte (HVM-ziekte). Het komt vaker voor op een kindercentra, maar af en toe ook op een basisschool. Hand-, voet- en mondziekte is een virusziekte die vooral bij kinderen, tussen 1 en 5 jaar oud, voorkomt. Mensen schrikken vaak als ze de naam horen, omdat ze denken dat het om een menselijke vorm van mond- en klauwzeer gaat. Dat is niet het geval. Mond- en klauwzeer wordt door een ander virus veroorzaakt. HVM-ziekte begint vaak met misselijkheid, koorts, keelpijn en hoesten. Er ontstaan rode vlekjes in de mond, die later blaasjes worden. De lymfeklieren in de hals kunnen daarbij gezwollen zijn. Er ontstaan ook plekjes op (vooral) handpalmen en voetzolen. De blaasjes in de mond kunnen pijnlijk zijn bij eten en drinken. Besmetting gebeurt door aanhoesten en door slijm uit neus of keel. Ook het vocht uit de blaasjes en ontlasting is een besmettingsbron. Een kind is al 7 dagen voor het verschijnselen heeft besmettelijk en kan dat maanden blijven. Daarom is weren van kinderen met HVM-ziekte niet zinvol. Bovendien gaat jaargang 2, nummer 2, november 2014 Nieuwsbrief Infectieziekten GGD Groningen het om een meestal onschuldig verlopende infectieziekte. Voor pasgeboren baby’s, tot 10 dagen oud, is er een verhoogde kans op complicaties. Indien er meer kinderen binnen een groep dezelfde klachten hebben, zal ons advies zijn om bij enkele kinderen een diagnose via de huisarts te laten stellen, zodat je zeker weet dat het om HVM-ziekte gaat. In sommige situaties kan het wenselijk zijn om ouders per brief of e-mail te informeren, maar dit kan ook voor meer onrust zorgen. Wij stellen het op prijs om ons te informeren als ouders per brief of e-mail op de hoogte gebracht worden, zodat wij ouders, die contact met ons op nemen, goed te woord kunnen staan over de betreffende situatie. Hersenvliesontsteking Hersenvliesontsteking komt regelmatig voor en kan tot onrust leiden. Als een leerling van jouw school hersenvliesontsteking heeft of er gaan geruchten hierover, dan kun je het beste meteen contact opnemen met de GGD. Er zijn verschillende vormen van hersenvliesontsteking, ernstige en minder ernstige. Meestal is het niet nodig om als school maatregelen te nemen. Wel worden ouders vaak erg ongerust als op de school van hun kind een leerling hersenvliesontsteking heeft. Het kan daarom goed zijn om de ouders uitleg te geven over de situatie. Het is belangrijk dat dit zorgvuldig gebeurt. Zo kan veel onrust voorkomen worden. De GGD kan je hierover adviseren. Roodvonk Af en toe komt op scholen roodvonk voor. Vroeger moesten roodvonkpatiënten het bed houden en werden er in huis ontsmettingsmiddelen gebruikt. Intussen gebeurt dit niet meer. Wel is het verstandig de ouders van kinderen met roodvonkachtige verschijnselen met hun kind naar de huisarts te verwijzen. Roodvonk wordt veroorzaakt door een bacterie (streptokok). Soms geeft de huisarts een antibioticumkuur om de bacterie te bestrijden. De vlekjes bij roodvonk zijn kleine rode puntjes. Als je over de huid met uitslag strijkt, voelt die aan als schuurpapier. Een ‘frambozentong’ is ook een van de verschijnselen. Als de uitslag verdwijnt, vervellen soms de handpalmen en voetzolen. Het is aan de huisarts om een juiste diagnose te stellen. Door druppeltjes die bij hoesten in de lucht komen, kan roodvonk op anderen worden overgedragen. Een kind met roodvonk dat zich niet ziek voelt, kan in principe gewoon naar school. Roodvonk is geen risico bij zwangerschap. Kinkhoest Vanaf oktober zijn er zo’n 25 kinkhoest meldingen op onze afdeling binnen gekomen. Het werkelijk aantal zal veel hoger zijn, omdat veel huisartsen geen laboratoriumonderzoek verrichten voor de diagnose. Wij ontvangen alleen de meldingen waarbij het laboratorium onderzoek heeft gedaan. De meeste kinderen zijn gevaccineerd tegen kinkhoest. Toch komt kinkhoest veel voor. Vaccinatie voorkomt wel dat je er ernstig ziek van wordt. Om de paar jaar zie je een piek in het aantal kinkhoestbesmettingen. De laatste (forse)piek was in de winter van 2011/2012. Ook dit jaar is er een groter aantal besmettingen. jaargang 2, nummer 2, november 2014 Nieuwsbrief Infectieziekten GGD Groningen Kinkhoest begint als een gewone verkoudheid. Vervolgens krijg je last van prikkelhoest die na één of twee weken over gaat in heftige hoestbuien. Deze hoestbuien, tot kokhalzen toe, houden ongeveer twee weken aan. Daarna kan een gewone, losse hoest nog wel een paar maanden aanhouden. Kinkhoest kun je overal oplopen. Je bent het meest besmettelijk als je een snotneus krijgt. De besmettelijkheid duurt daarna nog ongeveer een maand. Tegen de tijd dat kinkhoest door bloedonderzoek wordt aangetoond, is de besmettelijke periode meestal voorbij. Behandeling met een antibioticum is mogelijk, maar helpt alleen als er vroegtijdig mee begonnen wordt. Kinderen met kinkhoest kunnen, als ze zich niet ziek voelen, gewoon naar school. Meldingsplicht We willen de meldingsplicht voor scholen en kindercentra toch nog eens onder jouw aandacht brengen. Scholen, kinderdagverblijven en een aantal andere instellingen zijn verplicht om bepaalde infectieziekten bij de GGD in hun regio te melden. Dit is de zogenoemde Artikel 26 meldingsplicht. De reden voor deze meldingsplicht is dat GGD-en vroegtijdig op de hoogte worden gesteld van de infectieziekten die in instellingen in hun regio een rol spelen. De GGD kan adviezen geven of maatregelen nemen, waardoor de verspreiding van een ziekte beperkt wordt. Bovendien kan de GGD zorgen voor informatiemateriaal voor leerlingen, hun ouders en leerkrachten. Door scholen en kindercentra moeten de volgende infecties bij de GGD gemeld worden: - maag-/darmklachten bij meer dan 1/3 van een groep (voor een school alleen als er voorafgaand aan de infectie iets bijzonders met de groep ondernomen is, zoals een schoolreisje of uitstapje) - 1 geval van geelzucht - 3 (mogelijke) gevallen van schurft in een groep - binnen twee weken bij 2 of meer kinderen plotseling optredende huiduitslag - andere ernstige aandoeningen Overigens kun je met elke vraag over infectieziekten met de GGD bellen of mailen. Klanttevredenheidsonderzoek. Als je de komende weken met de GGD belt met een melding van- of een vraag over infectieziekten, dan kan het gebeuren dat je gevraagd wordt of je mee wilt doen aan een klanttevredenheidsonderzoek. We willen namelijk graag weten of je tevreden bent over het contact met de GGD. Bij het onderzoek hoort een korte vragenlijst die je in ongeveer 5 minuten kunt invullen. jaargang 2, nummer 2, november 2014 Nieuwsbrief Infectieziekten GGD Groningen Als je aan het onderzoek mee wilt doen, dan wordt je gevraagd om een e-mailadres te geven waar de vragenlijst naar toegestuurd kan worden. Voordat je de vragenlijst invult moet je hem eerst even opslaan op jouw eigen computer. Daarna stuur je de ingevulde lijst per e-mail naar de GGD. De antwoorden op de vragen worden anoniem verwerkt. Jouw e-mailadres wordt verder nergens voor gebruikt. MRSA MRSA wordt ook wel ‘ziekenhuisbacterie’ genoemd. Het is een normale stafylokok-bacterie, die ongevoelig is geworden voor de gangbare antibiotica. Een besmetting met MRSA is geen reden om maatregelen te nemen op school. De AIZB van de GGD krijgt af en toe vragen over de handelwijze bij kinderen die ‘besmet’ zijn met bacteriën die niet meer gevoelig zijn voor de gangbare antibiotica. De meest voorkomende is de MRSA, de zogenaamde ziekenhuisbacterie. Maatregelen zijn vrijwel nooit nodig. Bijna altijd betreft het een gezond kind dat ‘drager’ is van de bacterie. Veel bacteriën komen van nature voor bij mensen, bijvoorbeeld op de huid of in de darmen. Dat geldt ook voor de stafylokok. De stafylokok, en dus ook de MRSA, kan soms klachten veroorzaken, bijvoorbeeld steenpuisten of wondinfecties na operaties. Bij besmetting met MRSA is de behandeling veel lastiger. Daarom willen de ziekenhuizen deze bacterie niet binnen hun muren hebben en heet MRSA de ziekenhuisbacterie. Buiten ziekenhuizen en zorginstellingen zijn maatregelen alleen nodig als de persoon die de bacterie bij zich draagt zelf regelmatig in een ziekenhuis of verpleeghuis komt voor een behandeling of een verzorging. Ditzelfde geldt voor de andere resistente bacteriën. Bij vragen kun je uiteraard de GGD bellen. De Nieuwsbrief Infectieziekten Basisonderwijs verschijnt 2 keer per jaar. Reacties zijn welkom en kun je sturen naar: [email protected] of GGD Groningen, PB 584, 9700 AN Groningen, telefoon (050) 367 40 00. Website: www.ggd.groningen.nl jaargang 2, nummer 2, november 2014