Nieuwsbrief Infectieziekten GGD Groningen Nieuwsbrief Infectieziekten Kindercentra jaargang 3, nummer 2, november 2012 De Nieuwsbrief Dit is de zesde nieuwsbrief van de Afdeling Infectieziektebestrijding van GGD Groningen. Deze nieuwsbrief staat in het teken van het “Symposium Infectieziektebestrijding” voor kinderdagverblijven en gastouderbureaus, gehouden op 14 november jl. Er is een samenvatting gemaakt van de onderwerpen die op het symposium aan bod komen (zijn gekomen). Als je vragen hebt naar aanleiding van deze nieuwsbrief kun je ons altijd bellen. Krentenbaard Krentenbaard is een huidinfectie met een bacterie, een stafylokok of een streptokok. Deze bacteriën dragen veel mensen op hun huid en meestal hebben ze daar geen klachten van. Krentenbaard, de naam zegt het al, zit meestal in het gezicht, maar kan ook op andere plaatsen op het lichaam voorkomen. Vaak ontstaat het in een wondje dat al in het gezicht zit, een opengekrabde muggenbult bijvoorbeeld. Het begint met rode bultjes, die later blaasjes worden en met gelig vocht gevuld zijn. Daarna worden de blaasjes korstjes. Krentenbaard draagt over door hoesten en niezen en via het vocht uit de blaasjes. Kinderen zijn al besmettelijk voor zij verschijnselen van krentenbaard krijgen. Kinderen hoeven met krentenbaard niet van het kinderdagverblijf geweerd te worden, maar het advies van de GGD is wel om ouders eerst met hun kind naar de huisarts te laten gaan. Een kind mag weer naar het kinderdagverblijf zodra het wordt behandeld of wanneer de krentenbaard is ingedroogd. 1e, 2e, 3e, 4e, 5e en 6e ziekte en waterpokken…… Zeker bij kleine kinderen komen “vlekjes”, als uiting van een aandoening, vaak voor. De oorzaken kunnen heel verschillend zijn. Zo kunnen warmte, koorts, allergie, medicijnen en planten bijvoorbeeld leiden tot een uitslag; vervelend voor het kind, maar niet overdraagbaar op anderen. Ook bacteriën, virussen en schimmels kunnen huidafwijkingen geven, die soms wél overdraagbaar zijn naar andere kinderen (en volwassenen). jaargang 3, nummer 2, november 2012, blz 1 van 4 Nieuwsbrief Infectieziekten GGD Groningen Voor het kindercentrum zijn 2 vragen van belang, te weten a. gaat het om een overdraagbare/besmettelijke ziekte; b. leidt besmetting met deze ziekte tot ernstige klachten. De meeste “vlekjes” aandoeningen, zeker die veroorzaakt zijn door infectieziekten, lijken erg op elkaar. Ze zijn, ook voor artsen, met het blote oog vaak moeilijk van elkaar te onderscheiden. Om te kunnen vaststellen wat eventuele maatregelen zijn, moet er eerst een diagnose worden gesteld. Dit kan gebeuren door een ervaren arts. Plaatjes op het internet geven onvoldoende informatie. In de 19e eeuw kregen vlekjesziekten een nummer. Mazelen was de 1e ziekte, roodvonk de 2e, rodehond de 3e ziekte. De 4e was een weinig voorkomende ziekte veroorzaakt door een huidbacterie en de 5e ziekte kennen we nu nog als zodanig. De 6e ziekte wordt veroorzaakt door een herpesvirus. Waterpokken heeft geen nummer en onderscheidt zich van de andere ziekten doordat niet de vlekken maar de blaasjes het meest in het oog springen. De 5e ziekte is ook nu nog een veelvoorkomende infectieziekte. Het parvovirus zit in het speeksel van een patiënt en wordt door hoesten of met speeksel “besmette” voorwerpen overgedragen. Dit gebeurt vooral in het voorjaar. Om besmet te worden, is langerdurend verblijf in één ruimte noodzakelijk. Veel besmette personen worden niet ziek. Anderen kunnen na 1-3 weken verkoudheidsklachten krijgen. Een paar dagen later kunnen de wangen erg rood worden (zie foto: Appelwangen, “slapped cheeks”; GNU Free Documentation License). Weer een paar dagen later kan op de romp en op armen/benen een rode uitslag ontstaan die na een week weer verdwijnt, maar bij warmte nog wel eens terug kan komen. Een kind is besmettelijk vanaf één week voor het ontstaan van de vlekjes. Zodra je de rode uitslag ziet is de patiënt niet meer besmettelijk voor anderen. Kinderen maken de ziekte door en genezen meestal zonder problemen. De meeste oudere kinderen hebben in de loop der jaren een besmetting (met of zonder ziekte) doorgemaakt en zijn dan levenslang beschermd. Als zwangere vrouwen in de eerste 20 weken van de zwangerschap voor het eerst besmet raken, is er een heel kleine kans dat er problemen met het ongeboren kind ontstaan. Verwijzing naar het ziekenhuis kan dan nodig zijn. Bij de kleine groep mensen die ernstige afweerstoornissen heeft (kanker, HIV) kan de 5e ziekte ook ernstige afwijkingen geven. Voor zwangere medewerkers is het van belang zich af te vragen of ze afweerstoffen hebben tegen de 5e ziekte. Omdat voor hen de 5e ziekte een arbeidsgerelateerd risico kan zijn, moet contact worden opgenomen met de bedrijfsarts. De GGD kan ondersteunen in het opstellen van informatiemateriaal voor (zwangere) ouders en anderen. De 6e ziekte wordt veroorzaakt door een herpesvirus en wordt zeer makkelijk overgedragen; bijna alle 2-jarigen hebben afweerstoffen ontwikkeld nadat ze met het virus contact hebben gehad. De meeste kinderen worden niet ziek. Als er al klachten ontstaan, zijn deze erg kenmerkend: enkele dagen nadat het kind koorts had en de temperatuur weer normaal is, ontstaat gedurende een paar dagen een rode uitslag op de romp en in de nek. Kinderen die ernstige afweerstoornissen hebbe, kunnen medicijnen krijgen, de anderen hoeven dat niet. jaargang 3, nummer 2, november 2012, blz 2 van 4 Nieuwsbrief Infectieziekten GGD Groningen Waterpokken geeft, evenals hand-voet-mondziekte, vooral blaasjes in plaats van vlekken. Net als de meeste vlekjesziekten wordt waterpokken via speeksel overgedragen en daarnaast ook via het vocht uit de blaasjes. Bijna alle 5-jarigen in Nederland hebben afweerstoffen tegen waterpokken aangemaakt en zijn dus ooit besmet geweest. Echter, in de subtropen komt waterpokken veel minder voor. Daar heeft maar de helft van de bevolking waterpokken doorgemaakt. In tegenstelling tot andere infectieziekten, hebben de meeste besmette personen bij waterpokken wél klachten. Kenmerkend voor waterpokken zijn de blaasjes op de huid die erg kunnen jeuken. Door krabben kunnen huidinfecties ontstaan; daarom is het zinvol om de nagels van zieke kinderen kort te houden. Ook in mond en ogen kunnen pijnlijke blaasjes ontstaan. Binnen een paar dagen zijn de blaasjes ingedroogd; de niet-besmettelijke korstjes vallen na ca. 7 dagen af. Patiënten zijn besmettelijk vanaf 2 dagen vóór het ontstaan van de blaasjes totdat de blaasjes zijn ingedroogd. Pasgeboren baby’s van moeders die geen waterpokken hebben doorgemaakt, zwangeren die geen waterpokken hebben gehad (bijvoorbeeld afkomstig uit de (sub)tropen) en mensen met ernstige afweerstoornissen, lopen risico op complicaties. Wel of niet weren van kinderen Een kinderdagverblijf heeft regels voor het wel of niet toelaten van een kind. Bijvoorbeeld, een kind met koorts hoort niet op het kinderdagverblijf. De GGD adviseert over het wel of niet weren van een kind op grond van de infectieziekte die het kind heeft. Zo is het hebben van bijvoorbeeld waterpokken vanuit infectiepreventie geen reden waarom een kind niet naar het kindercentrum kan komen. Die twee uitgangspuntenpunten lijken met elkaar in tegenspraak. Toch is dat niet het geval. Het spreekt vanzelf dat de kinderopvang regels heeft voor het toelaten van kinderen. Regels waarvan de ouders op de hoogte zijn. Kinderen die zich ziek voelen en/of koorts hebben, hebben rust nodig. Bovendien vraagt de verzorging en begeleiding van een ziek kind meer tijd en aandacht en dat kan ten koste gaan van de aandacht voor de andere kinderen. De GGD kijkt naar de infectieziekte. Is de infectieziekte gevaarlijk voor de andere kinderen? Was het kind al besmettelijk voordat het verschijnselen kreeg van de infectieziekte? Komt de infectieziekte overal voor in de samenleving en bescherm je kinderen dus niet door ze weg te houden van het kinderdagverblijf? Deze en andere afwegingen liggen ten grondslag aan het GGD-advies. Voorkómen van infectieziekten Overal komen bacteriën en virussen voor. Ook op kindercentra waar veel kinderen bij elkaar zijn. Maar wat kunnen we doen om infectieziektes te voorkomen? Tijdens de voordracht van dit symposium wordt ingegaan op de verspreiding van micro-organismen en uitleg gegeven over de noodzaak van hygiëne in de kinderopvang. Denk daarbij aan persoonlijke hygiëne, handhygiëne, schone leefomgeving, reinigen en desinfecteren en voedselhygiëne. jaargang 3, nummer 2, november 2012, blz 3 van 4 Nieuwsbrief Infectieziekten GGD Groningen Informatie hierover is terug te vinden op onze website, zie: www.ggd.groningen.nl > hygiëne & kinderopvang > Infectieziekten van A tm Z> rechts in beeld zie je Informatie voor kindercentra>tot slot staat hieronder aan de pagina draaiboek. Hier vind je het draaiboek: ‘ Gezondheidsrisico’s in een kindercentrum; LCHV juli 2011’. Vanuit de branchevereniging Kinderopvang wordt informatie gegeven over voedselhygiëne in de ‘Hygiënecode voor kleine instellingen, jan. 2012’ En die vind je in het onderstaande rapport. http://www.kinderopvangbaarn.nl/uploads/files/file/opvangwijzer/Hygienecode_kleine_instellingen.pdf Website www.ggd.groningen.nl Via infectieziekten & hygiene, bij actuele infectieziekten worden ziekten en activiteiten beschreven die op dit moment actueel zijn. Bij infectieziekten van A tm Z staat op alfabet per infectieziekte genoemd, wat het is, wat de verschijnselen zijn, hoe je het krijgt en informatie speciaal voor kindercentra over wat te doen bij deze specifieke infectieziekte en over wering en melding. Rechts in beeld, bij informatie voor : kindercentra staat informatie over de meldingsplicht, wat de GGD kan betekenen voor kindercentra en er staat een link naar het draaiboek : “Gezondheidsrisico’s in een kindercentrum of peuterspeelzaal” van het RIVM en LCHV. Onderaan deze pagina (rechts) is de laatste Nieuwsbrief Infectieziekten voor kindercentra te vinden. Voor meer informatie en of overleg kun je altijd contact opnemen met een verpleegkundige- of arts infectieziekten, tel: (050) 367 40 00. De Nieuwsbrief Infectieziekten Kindercentra verschijnt 2 keer per jaar. Reacties zijn welkom en kunt je sturen naar: [email protected] GGD Groningen, PB 584, 9700 AN Groningen, telefoon (050) 367 40 00. Website: www.ggd.groningen.nl jaargang 3, nummer 2, november 2012, blz 4 van 4