Nieuwsbrief Infectieziekten Gastouderbureaus

advertisement
Nieuwsbrief Infectieziekten
Nieuwsbrief Infectieziekten Gastouderbureaus
april 2014
De Nieuwsbrief
Dit is de Nieuwsbrief van de afdeling Infectieziektebestrijding van GGD Groningen. Deze Nieuwsbrief
is gemaakt naar aanleiding van de Informatiemiddag Infectieziektebestrijding op 22 april 2014.
In deze Nieuwsbrief besteden we aandacht aan vlekjesziekten, krentenbaard, hand-, voet- en
mondziekte, hygiëne, kinkhoest, buikgriep, het weren van kinderen en informatie over de website van
GGD Groningen.
Meer vragen over een infectieziekte, zie: www.ggd.groningen.nl of bel met de GGD en vraag naar een
verpleegkundige- of arts infectieziektebestrijding, tel: (050) 367 40 00.
1e, 2e, 3e, 4e, 5e en 6e ziekte en waterpokken……
Zeker bij kleine kinderen komen “vlekjes”, als uiting van een ziekte, vaak voor. De oorzaken kunnen
heel verschillend zijn. Zo kunnen warmte, koorts, allergie, medicijnen en planten bijvoorbeeld leiden
tot een uitslag; vervelend voor het kind, maar niet besmettelijk voor anderen. Ook bacteriën, virussen
en schimmels kunnen huidafwijkingen geven, die soms wèl besmettelijk zijn voor andere kinderen (en
volwassenen).
Voor gastouders zijn twee dingen van belang, te weten:
A. gaat het om een besmettelijke ziekte;
B. leidt besmetting met deze ziekte tot ernstige klachten.
De meeste “vlekjes”-aandoeningen, zeker die veroorzaakt zijn door infectieziekten, lijken erg op
elkaar. Ze zijn, ook voor artsen, met het blote oog vaak moeilijk van elkaar te onderscheiden. Om te
kunnen vaststellen wat eventuele maatregelen zijn, moet er eerst een diagnose worden gesteld. Dit
kan gebeuren door een ervaren arts. Plaatjes op het internet geven onvoldoende informatie.
In de 19e eeuw kregen vlekjesziekten een nummer. Mazelen was de 1e ziekte, roodvonk de 2e,
rodehond de 3e ziekte. De 4e was een weinig voorkomende ziekte veroorzaakt door een huidbacterie,
de 5e ziekte kennen we nu nog en de 6e ziekte ook. Waterpokken heeft geen nummer en verschilt van
de andere ziekten doordat niet de vlekken, maar de blaasjes het meest opvallen.
Jaargang 1, nummer 1, april 2014, blz. 1 van 6
Nieuwsbrief Infectieziekten
Mazelen
Mazelen stond bekend als een zeer besmettelijke kinderziekte.
Vijftig jaar geleden gold de regel: wanneer één kind mazelen
had gekregen, dan kregen alle kinderen in dat dorp mazelen.
Na het landelijk invoeren van vaccinatie tegen mazelen in 1975,
komt de ziekte nog maar zeer sporadisch voor in Nederland.
Iemand die mazelen heeft, voelt zich erg ziek. Een opvallend
kenmerk van deze ziekte is de grof vlekkerige rode uitslag op de
huid, die ruw aanvoelt (schuurpapier).
Alleen mensen die niet gevaccineerd zijn of de ziekte niet hebben doorgemaakt, lopen risico.
In Nederland betekent dit dat kinderen, ouder dan 6 maanden en jonger dan 14 maanden, een (klein)
risico lopen op het krijgen van mazelen. Kinderen jonger dan 6 maanden hebben over het algemeen
genoeg antistoffen tegen de ziekte van hun moeder meegekregen en op de leeftijd van 14 maanden
worden zij tegen bof, mazelen en rodehond (BMR) gevaccineerd. Als kinderen 9 jaar oud zijn, krijgen
zij nog een herhalingsprik BMR.
Doordat in Nederland heel veel mensen tegen mazelen zijn gevaccineerd, beperkt de ziekte zich tot
een kleine groep. Je hebt immers veel niet-gevaccineerde mensen nodig om de ziekte te kunnen
doorgeven. De kans dat iemand uit Groningen ziek wordt door mazelen, is erg klein, omdat bijna alle
kinderen gevaccineerd zijn.
Als er gezegd wordt dat een kind mazelen heeft, dan kun je het beste contact opnemen met de
Afdeling Infectieziektebestrijding van de GGD. Die zal vrijwel altijd vragen of er
laboratoriumonderzoek gedaan is. Pas dan kun je er zeker van zijn dat het echt om mazelen gaat.
Mazelen in de bible-belt
Het laatste half jaar is er een epidemie geweest van mazelen onder de groep van bevindelijk
gereformeerden die zich, om principiële, godsdienstige redenen, niet laten vaccineren.
In de provincie Groningen is slechts bij enkele mensen mazelen vastgesteld. Enkel het bezoek van
mensen, die niet gevaccineerd zijn, aan ongevaccineerde mensen in het mazelengebied kan een risico
vormen voor besmetting.
Roodvonk
Roodvonk is een vlekjesziekte die wordt veroorzaakt door een bacterie, een streptokok. Het begint
vaak met hoge koorts, hoofdpijn, misselijkheid en keelpijn. Ongeveer een dag daarna ontstaan kleine,
puntige, rode vlekjes. De huid voelt aan als schuurpapier en op de tong kunnen rode puntjes ontstaan
(frambozentong). Een paar dagen daarna kan de huid gaan vervellen, vooral op handpalmen en
voetzolen. Roodvonk wordt overgedragen via druppeltjes die door hoesten in de lucht komen en door
direct contact. Roodvonk vormt geen risico voor zwangeren. Geadviseerd wordt om kinderen met
roodvonkverschijnselen met hun ouders naar de huisarts te laten gaan. De huisarts beoordeelt of het
nodig is om een behandeling met een antibioticum te geven.
Jaargang 1, nummer 1, april 2014, blz. 2 van 6
Nieuwsbrief Infectieziekten
Vijfde ziekte
Regelmatig wordt de GGD benaderd met vragen, nadat er ‘vijfde ziekte’ is geconstateerd. De
diagnose is soms gesteld door de huisarts en soms ook door de ouders zelf. Er kan dan ongerustheid
ontstaan, omdat vijfde ziekte in de eerste 20 weken van de zwangerschap tot een miskraam of
vruchtdood kan leiden, al gebeurt dat niet vaak.
Meestal blijkt er bij laboratoriumonderzoek overigens geen vijfde ziekte in het spel te zijn, maar een
andere ‘vlekjesziekte’.
Vanuit de GGD adviseren wij daarom om bij het vermoeden van vijfde ziekte altijd te vragen of de
huisarts laboratoriumonderzoek heeft laten doen of dat nog wil doen.
Ook als de diagnose vijfde ziekte zeker is, bestaat er geen reden tot paniek. Zwangere moeders
kunnen hun kind gewoon halen en brengen. Besmetting treedt enkel op bij intensief contact.
Zwangere gastouders zullen dat intensieve contact wel hebben (knuffelen, op schoot zitten). Voor
gastouders is het belangrijk om te weten dat 60% van alle personen boven de 15 jaar door een
doorgemaakte infectie beschermd zijn tegen vijfde ziekte en van kinderleidsters waarschijnlijk meer.
Ook als je geen vijfde ziekte hebt doorgemaakt, ben je vaak immuun omdat je wel in contact bent
geweest met het virus.
Het weren van kinderen is niet zinvol omdat de
besmettelijke periode voorbij is als de vlekjes ontstaan. En
voor de kinderen is het een onschuldige kinderziekte,
waarvan het doormaken levenslange bescherming geeft.
Als kinderen vlekjes hebben en men denkt aan vijfde
ziekte, dan kan uiteraard altijd voor advies contact
worden opgenomen met de afdeling
Infectieziektebestrijding van de GGD.
De Zesde ziekte
De zesde ziekte wordt veroorzaakt door een virus en wordt makkelijk overgedragen. De meeste
kinderen worden niet ziek. Als er al klachten ontstaan, zijn deze erg kenmerkend: enkele dagen nadat
het kind koorts had en de temperatuur weer normaal is, ontstaat gedurende een paar dagen een rode
uitslag op de romp en in de nek. Kinderen die ernstige afweerstoornissen hebben, kunnen medicijnen
krijgen, de andere kinderen hoeven dat niet.
Waterpokken
Waterpokken wordt veroorzaakt door een virus. Het is erg besmettelijk en draagt over via hele kleine
druppeltjes in de uitgeademde lucht en via het vocht uit de blaasjes. Kinderen die in Nederland
geboren en getogen zijn, hebben op hun twaalfde jaar bijna allemaal waterpokken gehad. Als je
eenmaal waterpokken hebt gehad, krijg je het niet nog eens. Van de kinderen, geboren en getogen in
de tropen of subtropen, heeft op twaalfjarige leeftijd ongeveer de helft waterpokken gehad. Blaasjes
zijn vaak de eerste verschijnselen van waterpokken, maar sommige kinderen zijn een paar dagen
daarvoor al niet fit en soms koortsig. De blaasjes zie je het eerst op het hoofd en op de romp. Het
aantal verschilt sterk van kind tot kind. Sommige kinderen hebben ook geïrriteerde ogen of last van
blaasjes in de mond- en keelholte. Meestal is waterpokken voor kinderen een milde infectieziekte.
Daarom, en ook omdat waterpokken al enkele dagen voor het optreden van de blaasjes besmettelijk
is, hoeft een kind (als het fit genoeg is) niet geweerd te worden.
Waterpokken kunnen een risico vormen voor zwangeren, die in het verleden geen waterpokken
hebben gehad (bijvoorbeeld aanstaande moeders die hun kindertijd doorbrachten in de tropen of
subtropen), en soms ook voor hun ongeboren kind. Ook als deze moeders vlak voor, tijdens- of direct
na de bevalling waterpokken krijgen, kan dat een risico met zich meebrengen voor de baby.
Jaargang 1, nummer 1, april 2014, blz. 3 van 6
Nieuwsbrief Infectieziekten
Krentenbaard
Krentenbaard is een huidinfectie, die vooral bij kinderen voorkomt. Het wordt
veroorzaakt door staphylococcen of streptococcen, bacteriën die normaal op
de huid voorkomen. Als kinderen wondjes hebben en ze krabben daar aan,
dan kan dat infecties veroorzaken. Er ontstaan rode vlekjes of bultjes, later
gevuld met vocht en pus, die opengaan. Het komt het meeste voor in het
gezicht rond mond en neus, maar kan ook op andere plekken voorkomen
waar gekrabd wordt (billen).
Het vocht uit de blaasjes bevat bacteriën. Die bacteriën kunnen via handen en speelgoed andere
kinderen besmetten. De volgende maatregelen kunnen helpen om ontstaan en verspreiding van
krentenbaard te voorkomen:
-
contact met krentenbaardplekken te vermijden;
handen te wassen na contact met een kind met krentenbaard;
speelgoed van besmette kinderen goed schoon te houden;
nagels kort te houden;
het kind niet aan de plekken te laten krabben.
Desondanks is besmetting onder kinderen vrijwel niet te voorkomen. Omdat de bacteriën, die het
veroorzaken, overal voorkomen heeft weren geen zin.
Krentenbaard kan door de huisarts behandeld worden met zalf of met een antibioticum in pillen of
een drankje.
Hand-, voet- en mondziekte
Blaasje in de mond, op hand, been en gezicht
afbeeldingen: CDC (Image ©Mediscan)
Hand-, voet- en mondziekte is een virusziekte, die vooral bij kinderen tussen 1 en 5 jaar oud voorkomt.
Mensen schrikken vaak als ze de naam horen, omdat ze denken dat het om een menselijke vorm van
mond- en klauwzeer gaat. Dat is niet het geval. Mond- en klauwzeer wordt door een ander virus
veroorzaakt.
Hand-, voet- en mondziekte begint vaak met misselijkheid, koorts, keelpijn en hoesten. Er ontstaan
rode vlekjes in de mond, die later blaasjes worden. De lymfeklieren in de hals kunnen daarbij
gezwollen zijn. Er ontstaan ook plekjes op (vooral) handpalmen en voetzolen. Soms is er een rode
uitslag op de billen. De blaasjes in de mond kunnen pijnlijk zijn bij eten en drinken, waardoor een
vochttekort bij de zieke baby kan ontstaan.
Besmetting gebeurt door aanhoesten en door slijm uit neus of keel. Ook het vocht uit de blaasjes en
de ontlasting is een besmettingsbron. Een kind is al 7 dagen voor het verschijnselen heeft besmettelijk
en kan dat maanden blijven.
Jaargang 1, nummer 1, april 2014, blz. 4 van 6
Nieuwsbrief Infectieziekten
Weren van kinderen met hand-, voet- en mondziekte is niet zinvol. De besmettelijkheid bestaat
immers al voordat je verschijnselen ziet. Bovendien gaat het om een, meestal onschuldig verlopende,
infectieziekte. Voor pasgeboren baby’s, tot 10 dagen oud, kan hand-, voet- en mondziekte in enkele
gevallen wel tot ernstige ziekte leiden.
Gelet op de manier waarop hand-, voet- en mondziekte wordt overgedragen (dat kan gemakkelijk via
speelgoed of handen), is het van belang altijd hygiënisch te werken.
Handen wassen doe het goed en vaak
Overal komen bacteriën en virussen voor. Ook bij gastouders, waar meer kinderen bij elkaar zijn.
Kinderen vormen een kwetsbare groep. Hun afweersysteem is nog volop in ontwikkeling. Via de
andere kinderen, en bijvoorbeeld door het gebruik van gezamenlijk materiaal zoals speelgoed, komen
zij vaker in contact met allerlei ziekteverwekkers (micro-organismen) waartegen zij nog geen
weerstand hebben opgebouwd.
Door regelmatig je handen goed te wassen met water en vloeibare zeep verklein je de kans dat je
opvangkinderen besmet.
Op het RIVM informatiefilmpje “Handenwassen, doe het goed en vaak” kun je zien, wanneer je
handen moet wassen en hoe je dat het beste kunt doen.
http://www.rivm.nl/Documenten_en_publicaties/Algemeen_Actueel/Multimedia/Infectieziekten/Voo
rlichtingsfilm_Handen_wassen_Doe_het_goed_en_vaak/Download/Voorlichtingsfilm_Handen_wasse
n_Doe_het_goed_en_vaak
Website
www.ggd.groningen.nl

Via infectieziekten & hygiëne, bij actuele infectieziekten, worden ziekten en activiteiten
beschreven die op dit moment actueel zijn. http://ggd.groningen.nl/infectieziektenhygiene/actualiteit-infectieziekten

Bij infectieziekten van A tot Z staat op alfabet per infectieziekte genoemd wat het is, wat de
verschijnselen zijn en hoe je het krijgt. Ook staat er informatie op over wat te doen bij deze
specifieke infectieziekte en over wering en melding. http://ggd.groningen.nl/infectieziektenhygiene/overzicht-infectieziekten
Voor meer informatie en of overleg kun je altijd contact opnemen met een verpleegkundige- of arts
infectieziekten, tel: (050) 367 40 00.
Kinkhoest
Kinkhoest begint, net als een gewone verkoudheid, met snotterigheid. Daarna begint het hoesten. Dat
hoesten kan heel heftig en ook langdurig zijn. Kinkhoest is alleen de eerste weken besmettelijk. Het
hoesten kan echter nog enkele maanden daarna doorgaan. Iedereen kan kinkhoest krijgen. Ook als je
tegen kinkhoest bent gevaccineerd. Je krijgt het dan wel in een lichtere vorm. Besmetting gebeurt, net
als bij verkoudheid, via druppeltjes in de lucht die bij het hoesten vrijkomen.
Het heeft geen zin om kinderen met kinkhoest te weren. Je kunt het namelijk overal oplopen.
Bovendien zijn kinderen, bij wie kinkhoest door laboratoriumonderzoek is vastgesteld, op dat moment
vaak al niet meer besmettelijk.
Kinkhoest kan wel een risico vormen voor pasgeborenen die nog niet gevaccineerd zijn. Baby’s die
wonen in een gebied waar kinkhoest voorkomt, worden om die reden vervroegd opgeroepen voor
vaccinatie.
Jaargang 1, nummer 1, april 2014, blz. 5 van 6
Nieuwsbrief Infectieziekten
Buikgriep / diarree
Diarree bij kleine kinderen komt vaak voor. Soms zijn er meerdere kinderen besmet. Meestal zie je
dan dat de kinderen na elkaar klachten krijgen. De een besmet de ander. Wanneer een kind diarree
heeft, is het van belang extra op hygiëne te letten. Denk daarbij aan handen wassen na het
verschonen van ieder kind en aan het schoonmaken van het aankleedkussen na elk gebruik. Ook is het
belangrijk om zelf goed je handen te wassen voordat je met etenswaren bezig gaat.
Ondanks de maatregelen die genomen worden, komt het toch voor dat diarreeklachten zich onder de
kinderen van een groep verspreiden. Een voorbeeld hiervan is het norovirus. Dit draagt niet alleen
over via ontlasting of braaksel, maar wordt ook via de lucht verspreid.
Wel of niet weren van kinderen
De GGD adviseert over het wel of niet weren van een kind op grond van de infectieziekte die het kind
heeft. Zo is het hebben van bijvoorbeeld waterpokken vanuit infectiepreventie geen reden waarom
een kind niet naar een gastouder kan komen.
Het spreekt vanzelf dat gastouders ook regels hebben voor het toelaten van kinderen. Regels
waarvan de ouders op de hoogte zijn. Kinderen die zich ziek voelen en/of koorts hebben, hebben rust
nodig. Bovendien vraagt de verzorging en begeleiding van een ziek kind meer tijd en aandacht en dat
kan ten koste gaan van de aandacht voor de andere kinderen.
De GGD kijkt naar de infectieziekte. Is de infectieziekte gevaarlijk voor de andere kinderen? Was het
kind al besmettelijk voordat het verschijnselen kreeg van de infectieziekte? Komt de infectieziekte
overal voor in de samenleving en bescherm je kinderen dus niet door ze weg te houden van andere
kinderen? Deze en andere afwegingen liggen ten grondslag aan het GGD-advies.
Tot slot: meldingsplicht voor gastouders?
Er is een wettelijke verplichting voor instellingen als kindercentra om een aantal aandoeningen, die
vermoedelijke besmettelijk zijn, te melden bij de GGD.
Het gaat om instellingen die in het bijzonder genoemd zijn in de Wet Publieke Gezondheid, namelijk
instellingen waar mensen, die risico lopen, verblijven. Uitgezonderd zijn samenlevingsvormen die
vergelijkbaar zijn met een gezinssituatie.
Bij gastouderopvang worden kinderen opgevangen in gezinnen. Voor hen bestaat dus geen
meldingsplicht bij de GGD.
Wel kunnen gastouders altijd bellen bij vragen over infectieziekten of voor overleg met een
verpleegkundige- of arts infectieziektebestrijding van de GGD Groningen.
Reacties zijn welkom via: [email protected]
GGD Groningen, Postbus 584, 9700 AN Groningen. Telefoon: (050) 367 40 00.
Website: www.ggd.groningen.nl
Jaargang 1, nummer 1, april 2014, blz. 6 van 6
Download