2014 HAVO4 werk en inkomen 1-4

advertisement
Samenvatting Lesbrief
Werk & Werkloosheid
Hoofdstukken 1-4
H1: werken of vrije tijd
• Inkomen is nodig om goederen en diensten aan
te schaffen. Je wil welvaart creeeren
– Welvaart is de mate waarin met de beschikbare
middelen in de behoeften kan worden voorzien.
• Nederlanders werken gemiddeld minder uren in
vergelijking met andere landen, oorzaken zijn:
– De gemiddelde werkweek bij een volledige baan
bedraagt 36,7 uur in Nederland (in andere landen
omvat een volledige baan gemiddeld meer uren)
– Belangrijkste reden: In Nederland werken gemiddeld
veel meer deeltijdwerkers
Definities
• Volledig baan = arbeidsjaar
• Werkgelegenheid = aantal arbeidsjaren =
arbeidsvolume
• p/a ratio: verhouding personen / arbeidsjaren
– Naarmate er meer mensen in deeltijd werken stijgt
de p/a ratio
• Participatiegraad = een maat om deelname op
de arbeidsmarkt te onderzoeken
Participatiegraad
Totale bevolking 1) 15-65 jarigen
1.1) beroepsbevolking 1.1.1) werkenden
(= potentiele
beroepsbevolking)
1.1.2)
werkzoekenden
1.2) Nietberoepsbevolking
(werken niet en zijn
niet op zoek)
• Participatiegraad = (beroepsbevolking / pot.
Beroepsbevolking) x 100%
H2: Arbeidsparticipatie omhoog?
• Actieven: mensen met een betaalde baan
• Inactieven: mensen met een uitkering
• i/a ratio: geeft aan hoeveel mensen uitkeringen
worden betaald door mensen die belastingen en
premies afdragen
– (aantal inactieven / aantal actieven) x 100
– Bij het berekenen van de i/a ratio wordt gerekend
vanuit volledige banen en volledige uitkeringen (dus
deeltijd moet eerst omgerekend worden naar
voltijdsbanen of voltijdsuitkeringen)
i/a ratio
• als i/a ratio stijgt, dan
– Stijgt i (dit is meer inactieven) en/of,
– Daalt a (dit is minder actieven)
– Dit betekent dat met relatief minder mensen met een baan
meer uitkeringen moeten worden betaald (of hogere
belastingen of lagere uitkeringen)
• Oplossingen:
– a stijgt door vergroten van de productie per werkende
(actieven werken meer uren; arbeidsproductiviteit
verhogen)
– a stijgt of i daalt: Verhogen van de arbeidsparticipatie
(pensioenleeftijd; verlagen uitkeringen; verbetering
kinderopvang)
Arbeidsproductiviteit
• Arbeidsproductiviteit (=apt) is de hoeveelheid
productie per werkende uitgedrukt in geld of
stuks per tijdseenheid
• Bijvoorbeeld:
– Een land heeft een BNP van 500 miljard euro
– Er werken 10 miljoen mensen
– De apt = 500 miljard / 10 miljoen = 50.000 Euro/Jr.
– Nationaal product is nationaal inkomen
H3: Loonvorming
• Arbeidscontract is een overeenkomst tussen
werkgever en werknemer
– Primaire arbeidsvoorwaarden (loon, werktijden)
– Secundaire arbeidsvoorwaarden (reiskosten,
pensioenopbouw, kinderopvang etc.)
• Arbeidscontract
– Individueel
– Collectief (CAO): wordt afgesloten door vakbonden
namens de werknemers en de werkgevers(bonden)
CAO
• Organisatiegraad: het % werknemers of
werkgevers dat is aangesloten bij een vakbond
(ca. 25%) of werkgeversbond (ca. 90%).
• Hoe hoger de organisatiegraad des te meer
macht hebben de bonden.
• Doelstelling vakbonden: verbetering van de
arbeidsvoorwaarden, dit zijn meestal de lonen
(Een te grote loonstijging kan invloed hebben op de winst en
het aantal banen, is dat verstandig?)
CAO -2
• Doelstelling is vooral loonstijging. De stijging is
opgebouwd uit 2 componenten:
– Prijscompensatie: dat deel van de loonstijging dat
compenseert voor hogere prijzen (inflatie)
– Initiele loonstijging: als bovenop de
prijscompensatie nog een algemene loonstijging
volgt waardoor de koopkracht toeneemt.
(dit kan voorkomen als bijvoorbeeld de apt toeneemt
waardoor de productie en de winst toeneemt)
Indexcijfers: lonen en prijzen
• Om reeele veranderingen van lonen en prijzen
(=invloed op koopkracht) te berekenen gebruik je
indexcijfers. Het basisjaar is 100.
• Reeel Index Cijfer =
– Nominaal indexcijfer / prijsindexcijfer x 100
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 1
Jaar 2
loon
30.000
35.000
100
116,7
prijzen
-
-
100
103
– RIC = (NIC / PIC) x 100 = (116,7 / 103) x 100 = 113,3. Dit
betekent dat de koopkracht met 13,3% is toegenomen.
Indexcijfers: loonkosten en winsten
• Als loonkosten stijgen dan daalt de winst. Als de productie stijgt
dan kan de loonstijging betaald worden uit de groei van de apt.
Als werkgever wil je weten hoe loonkosten per product zich
ontwikkelen.
• Indexcijfer loonkosten / product =
– (Indexcijfer loonkosten p.werkn. / indexcijfer apt) x 100
Groei loon per APT
werknemer
Indexcijfer
Jaar 1
1,4%
1,0% (101,4/101)x100 = 100.4 – de kosten per
product nemen toe en de winst per
product daalt)
Jaar 2
1,4%
2,0% (101,4/102,0)x100 = 99,4 – de kosten per
product nemen af en de winst per
product stijgt)
Loonkosten en winst
• Loonkosten omhoog dan verhogen ondernemers
hun prijzen om winst op peil te houden.
• Als loonstijging gelijk is aan stijging apt en inflatie
samen dan geen effect op verhouding winst/loon
• Loonruimte = % waarmee lonen kunnen stijgen
terwijl de verhouding winst/loon gelijk blijft
(bij vakbonden vaak het startpunt van de onderhandelingen)
H4: Flexibilisering van arbeidsmarkt
• De economische ontwikkeling van een land is de economische
conjunctuur.
– Bij hoogconjunctuur (het gaat erg goed) worden meer banen gemaakt
dan vernietigd
– Bij laagconjunctuur (het gaat erg slecht) worden minder banen
gemaakt dan vernietigd
• Nederland is veranderd van een landbouw en industrie land naar
een dienstenland Meer dan 80% werkt in dienstensector. Oorzaken
zijn:
– Einde loonmatiging: hierdoor stijgen de lonen en dalen de winsten en
verhuizen industrieele bedrijven naar het buitenland of gaan failliet
– Stijging apt: er worden meer machines en ander kapitaal ingezet
waardoor er minder mensen nodig zijn en vooral in de landbouw en
industrie neemt de werkgelegenheid af.
Arbeidsmarktflexibilisatie
• De snelheid waarmee vraag en aanbod van
arbeid zich aan elkaar aanpassen.
• Flexibiliteit is afhankelijk van bijvoorbeeld sociale
zekerheid en ontslagbescherming.
• EPL index: een maat van ontslagbescherming
– Score 0-4: hoe hoger, des te meer bescherming en
arbeidsmarkt minder flexibel
– Ontwikkeld door de OESO (organisatie van
economische samenwerking en ontwikkeling)
Economische groei
• Een flexibele markt is een voorwaarde voor
economische groei omdat vraag en aanbod zich snel
aan elkaar kunnen aanpassen
– Een soepeler ontslagrecht kan hierbij helpen (als bedrijven
gemakkelijker mensen kunnen ontslaan, zullen ze deze ook
gemakkelijker aannemen)
– In de film werd echter beargumenteerd dat juist het
bieden van meer zekerheden aan de werknemer zorgt
voor meer innovatie en toewijding waardoor er groei
plaatsvindt. Wat is de waarheid en is er slechts 1 waarheid
of verschilt dat per situatie? Neem niets klakkeloos aan!
Flexibel werken
• Vaste banen bieden zekerheid: inkomen, werktijden,
pensioen, uitkering bij vakantie ea.
• Flexibele banen bieden dat niet en geven dus meer risico
en onzekerheid
Dit geldt niet alleen in zakelijke sfeer. Ook prive meer
onzekerheid. Door onzekerheid in inkomen minder
mogelijkheden voor een hypotheek en ook stellen vrouwen
het krijgen van kinderen daardoor uit.
• Uit theoretisch oogpunt mag je verwachten dat flexibele
banen worden gecompenseerd voor deze negatieve
effecten. Een hoger loon dus!
Flexibel werken - 2
• In de praktijk worden flexibele banen slechter betaald.
Oorzaken hiervoor zijn:
– Machtspositie van de werkgever: “je kunt de baan met dit loon
accepteren of voor jou 10 anderen”
– Onzekerheid van de werkgever: hij heeft geen goede of
onvolledige informatie over de kwaliteit van de werknemer
en biedt daarom eerst een lager loon.
• Weinig doorstroming van flexibele naar vaste banen.
– Vooral veel vrouwen, jongeren, alleenstaanden,
allochtonen en lager opgeleiden hebben flexibele banen.
Overheid en flexibel werken
• Overheid wil meer flexibiliteit van de
arbeidsmarkt. Genomen maatregelen zijn:
– Aanpassing ontslagbescherming:
• Ontslagvergoeding verlaagd en opzegtermijn verkort
zodat werkgever gemakkelijker iemand kan ontslaan.
– Aanpassing werkloosheidsuitkering
• Lengte en bedrag uitkering omlaag zodat mensen
sneller weer aan de slag gaan.
• Je moet sneller ander werk accepteren, anders heb je
geen recht meer op een uitkering, ook zodat mensen
sneller weer aan de slag gaan.
Overheid en flexibel werken
– Aanpassing rechtspositie flexwerkers
• Als flexwerkers 2 jaar bij dezelfde werkgever hebben
gewerkt dan moet deze een vast contract aanbieden, zodat
flexwerkers kunnen doorstromen en meer zekerheid krijgen.
Daarnaast krijgen flexwerkers ook recht op een
ontslagvergoeding.
– Aanpassing werkgeversverplichtingen
• De werkgever moet veel inspanningen leveren om ontslag te
voorkomen of om ontslagen werknemers te helpen bij het
vinden van een nieuwe baan.
• De werkgever moet langer doorbetalen bij ziekte, ook aan
flexwerkers, zodat de werkgever alles doet om zo goed
mogelijke werkomstandigheden te creeeren.
Download