Richtlijnen Personeelsbeleid Personeelsbeleid: - Is gericht op het realiseren van optimale inzet en ontwikkeling van kennis en vaardigheden van medewerkers; - Biedt kansen om de kwaliteit van het bedrijf te verhogen; - Geeft richting aan het gedrag van medewerkers, zonder daarbij de kosten uit het oog te verliezen; - Zorgt ervoor dat medewerkers gemotiveerd blijven. Gemotiveerd personeel presteert beter. - Is gericht op beperken van ziekteverzuim en verloop. Personeelsbeleid zijn alle activiteiten en maatregelen van de organisatie om gedrag, kennis en ambities van mensen in en om de organisatie én de doelen van de organisatie op elkaar af te stemmen. Deze omschrijving bestaat uit drie delen: 1. Het betreft zowel de medewerker als de organisatie 2. Een koppeling tussen gedrag, kennis, ambities en organisatiedoelstellingen 3. Het betrekken van mensen in en om de organisatie bij het bereiken van de organisatiedoelstellingen Personeelsbeleid is in te delen in: Instroom: Werven van de juiste medewerkers, inwerken van nieuwe medewerkers en duidelijkheid in wat er van de medewerker verwacht wordt. Dit vormt de basis voor optimale prestaties. Doorstroom: Aandacht voor ontwikkelen, functioneren en kennis. Uitstroom: Eindigen van loondienstverband of andere vormen van samenwerking. 1 Personeelsbeleid schrijven Het Personeelsbeleid wordt uitgewerkt in een plan dat bestaat uit verschillende deelplannen, zoals een loopbaan- en een opleidingsplan. In het Personeelsbeleid worden instrumenten beschreven. Deze helpen het Personeelsbeleid goed uit te voeren. Instrumenten zijn bijvoorbeeld: functieprofielen, een loongebouw, tools voor werving en selectie, systemen en hulpmiddelen voor beoordeling, waardering en ontwikkelen van medewerkers, hulpmiddelen m.b.t. verzuimmanagement, opleiding en training etc. Opbouw van een Personeelsbeleid: In het beleidsplan worden de onderstaande onderdelen opgenomen. Deze worden ook allemaal nader toegelicht en uitgewerkt op de website OTIB PZ Coach. 1. Inleiding Een algemene inleiding over de ontwikkelingen van de organisatie en de uitdagingen op het gebied van personeelsmanagement in de komende jaren. 2. Organisatiedoelen en personeelsbeleid Dit beschrijft de doelstellingen van de organisatie weer en de daarvan af te leiden doelstelling voor het P&O beleid met de daarbij behorende acties. 3. Functievorming en beloning Dit onderdeel geeft aan welke gevolgen het P&O beleid heeft voor functies en taken in de organisatie. Bij organisaties die in verandering zijn, ontstaat vaak de behoefte aan verbreden van de taakinhoud of juist het opdelen van taken om verder te kunnen specialiseren. Daaraan gekoppeld is de beloning, daarover vertelt de CAO meer. 4. Personeelshandboek Het is aan te raden om met een personeelshandboek (ook personeelsreglement of arbeidsvoorwaardenreglement genoemd) te werken dat arbeidsvoorwaarden en ordevoorschriften bevat. Het personeelshandboek bestaat onder meer uit een opsomming van de belangrijkste primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden (zoals salarissen, pensioenregelingen, bonussen en lease-autogebruik). Verder kunnen daarin ook huisregels worden verwekt 2 5. Personeelsplanning Om de productie efficiënt te laten verlopen, moet er voldoende gekwalificeerd personeel beschikbaar zijn, nu en in de (nabije) toekomst. Een analyse van het personeelsbestand, het verlooppercentage, mogelijke verwachte uitstroom (pensionering, WIA) helpt bij de optimale inzet van mensen. Met behulp van personeelsplanning wordt duidelijk welke functies straks nodig zijn; bovendien geeft het inzicht of en wanneer mensen een opleiding nodig hebben voor nieuwe taken. 6. Personeelsvoorziening Dit omschrijft waar de aandacht bij werving en selectie in de komende periode komt te liggen. Welke (categorieën) functies zijn er nodig, hoe ziet de arbeidsmarkt er uit en welke inspanningen moeten worden geleverd om de mensen met de juiste kwalificaties te kunnen werven. Verder kan hier aandacht besteed worden aan het werven en selecteren: gworden er gespecialiseerde bureaus ingezet of wordt er gebruik gemaakt van een standaardmethodiek bij selectie, speciale software of selectie-instrumenten als psychologische testen of assessments? 7. Personeelsbeoordeling De beoordeling is een middel voor informatie, sturing en motivatie van personeel. Hier wordt beschreven welke middelen ingezet worden voor de personeelsbeoordeling en hoe. Beoordelings- en functioneringsgesprekken geven informatie over het werk op de werkvloer, het functioneren van medewerkers, scholingsbehoeften en de noodzaak voor kwaliteitsverbetering. 8. Scholing en ontwikkeling Traditioneel is het opleidingsbeleid van organisaties vaak gericht op de leerwensen van de individuele medewerkers. Medewerker en chef maken dan afspraken in het functioneringsgesprek over de te volgen opleidingen. Beter is het om de wensen van medewerkers beter te koppelen aan de eisen die het bedrijf stelt. Een organisatie die de wenselijke competenties benoemd heeft, wil dat de opleidingen van medewerkers daar bij aansluiten. De specifieke leerwensen en de eisen die de organisatie stelt, worden beschreven in een bedrijfsopleidingsplan. Het P&ORM beleidsplan beschrijft in meer algemene zin welke ontwikkelingen er zijn en welk opleidingsbudget daarvoor beschikbaar is. 3 De ontwikkeling van medewerkers gaat verder dan het volgen van cursussen. Het gaat bijvoorbeeld ook om het overdragen van de kennis en ervaring van ouderen op jonge medewerkers. Omgekeerd betekent ontwikkeling ook het stimuleren van ervaren krachten door hen te laten samenwerken met nieuwkomers, die vaak een frisse blik bieden op de werkwijzen van de organisatie. 9. Arbeidsomstandigheden en Sociaal Beleid Dit onderdeel van het HRM beleidsplan belicht het arbeidsomstandighedenbeleid. Om daarmee ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid en beroepsziekten op korte en langere termijn te voorkomen. Een belangrijk hulpmiddel hierbij is de Risico-inventarisatie en – evaluatie (RI&E). In het Personeelsbeleidsplan besteedt u vooral aandacht aan de conclusies die uit de RI&E getrokken worden, met daarbij de actieplannen voor de komende tijd voor de verschillende deelgebieden. 10. Uitstroom Uitstroom beschrijft de te verwachten uitstroom uit de organisatie. Als sprake is van een normaal personeelsverloop, hoeven er geen bijzondere maatregelen te worden genomen. Bij extreem hoog of laag verloop kan wel een probleem ontstaan. Dan wordt beschreven welke middelen ingezet worden om de organisatie te beschermen tegen het onnodig weglekken van kennis en ervaring tegen hoge kosten (hoog verloop), dan wel tegen verstarring en verstopping (bij een extreem laag verloop). Als er sprake is van reorganisaties of bezuinigingen, zal er eventueel ook personeel gedwongen uit de organisatie moeten vloeien. Dan ligt het opstellen van een apart Sociaal Plan voor de hand. 11. Evaluatie van beleid en toetsing aan praktijk Of de plannen in het personeelsbeleid in de praktijk werken, is een kwestie van meten en evalueren. Gebruik van meetbare kengetallen, zijn daarom eigenlijk een must. Net als evaluaties van opleidingen, het meten van personeelsverloop, ziekteverzuim, etc. 4