Tabel 4

advertisement
Tabel 4.1: operationalisering begrippen:
Begrip
Toelichting
Invulling analyse/ score
Visie
Analyse
-vraag
1
De missie en strategische doelstellingen
zijn voor veel scholen verweven met de
visie op onderwijs, vandaar de
overkoepelende term ‘visie’.
Samenhang
3,4,5
In het proces van sturing is impliciet de
samenhang inbegrepen. In de modellen
komt die samenhang duidelijk naar voren,
evenals de noodzaak van het doorvertalen
van doelstellingen.
SMART 1
doelstellingen
2
Om de kwaliteit van doelstellingen in het
kader van performance management te
kunnen beoordelen, is het analyseren op
de aspecten SMART een hulpmiddel.
Hierin komen de aspecten meetbaar en
specifiek (kritische succesfactoren) terug
die ook in de definitie worden gebruikt.
Evaluatie
8, 7
(deels)
Indicatoren
6, 7
(deels)
Het rapporteren is een belangrijk
onderdeel in de besturing van
organisaties. De evaluatie is een
belangrijke stap in de Plan – Do – Check
– Act cirkel van Deming, die de basis
vormt voor alle modellen voor
performance management.
Het volgen van de sturingsactiviteiten
door middel van indicatoren is een
belangrijk kenmerk van performance
management.
Stuurinstrument
7,9
- aanwezigheid missie /
hoofddoelstelling;
- koppeling doelstelling aan visie op
leren;
- inkadering van doelstelling in de
context;
- mate waarin de doelstelling
onderscheidend is;
- eventuele randvoorwaarden
- aanwezigheid verplichte
beleidsterreinen;
- andere beleidsterreinen;
- samenhang tussen onderwijs en
andere beleidsterreinen;
- samenhang tussen niet-onderwijs
beleidsterreinen;
- doorvertalen van doelstellingen op
verschillende beleidsterreinen.
Aspecten SMART zijn gescoord op al of
niet aanwezig bij een doelstelling en de
vraag of SMART formuleren
overwegend, gedeeltelijk of incidenteel
voorkomt (een grove indeling, omdat
het aantal doelstellingen per schoolplan
sterk verschilt en ook de toepassing van
de verschillende aspecten van SMART).
- inhoud van voorgenomen evaluaties;
- planning van evaluaties;
- aanwezigheid of verwijzing naar
evaluatie-informatie;
- (voorgenomen) gebruik PDCA-cirkel;
- verwijzing naar evaluaties bij
voorgenomen acties / doelstellingen.
- indicatoren voor examenresultaten
- indicatoren voor doorstroom;
- indicatoren voor ziekteverzuim
(personeel);
- indicatoren voor lesuitval;
- overige indicatoren.
- gebruik model voor performance
management;
- (zichtbaar) actief gebruik PDCA cirkel;
- aanwezigheid globale planning;
- aanwezigheid (gedetailleerde)
activiteitenplannen;
- geschiktheid van het schoolplan om te
dienen als basis voor het besturen van
de organisatie (totaalbeeld).
1
In de definitie van De Waal wordt
duidelijk dat het gaat om ‘uiteindelijk actie
te kunnen ondernemen voor bijsturing
van de organisatie’. Aanvankelijk was het
de bedoeling bij deze analysevraag (7)
het toegepaste model te noemen. Toen
duidelijk werd dat dit niet van toepassing
was, is vraag 9 opgesteld om na te gaan
of het ondernemen van actie op een
andere manier dan door toepassing van
een model zichtbaar wordt in het
schoolplan.
Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden (Van Dam, 2002)
Tabel 4.5: beoordeling
Invulling analyse/ score
Visie
- aanwezigheid missie / hoofddoelstelling;
- koppeling doelstelling aan visie op leren;
- inkadering van doelstelling in de context;
- mate waarin de doelstelling onderscheidend is;
- eventuele randvoorwaarden
Samenhang
- aanwezigheid verplichte beleidsterreinen;
- beschrijving andere beleidsterreinen;
- consistentie in doorvertalen van doelstellingen
op verschillende beleidsterreinen;
- hiërarchie in doelstellingen;
- samenhang tussen de beleidsterreinen met
name tussen onderwijs en andere
beleidsterreinen.
SMART doelstellingen
Aspecten SMART zijn gescoord op al of niet
aanwezig bij een doelstelling en de vraag of
SMART formuleren overwegend, gedeeltelijk of
incidenteel voorkomt (een grove indeling,
omdat het aantal doelstellingen per schoolplan
sterk verschilt en ook de toepassing van de
verschillende aspecten van SMART).
Evaluatie
- voorgenomen evaluaties;
- planning van evaluaties;
- wijze van evalueren;
- resultaten evaluaties;
- voorgenomen doelstellingen of acties vanuit
evaluaties / (voorgenomen) gebruik PDCA
cirkel.
Indicatoren
- indicatoren voor examenresultaten
- indicatoren voor doorstroom;
- indicatoren voor ziekteverzuim (personeel);
- indicatoren voor lesuitval;
- overige indicatoren.
Besturingsinstrument
- score op de andere kenmerken van
performance management;
- actualiteit schoolplan/jaarplan (aanwezigheid
jaarplan komend jaar);
- aanwezigheid (gedetailleerde)
activiteitenplannen;
- zichtbaar gebruik PDCA cirkel;
- gebruik model voor performance
management;
Score op de beoordelingsaspecten
Per aanwijsbaar – uitgewerkt – aandachtspunt
wordt een bolletje toegekend.
Onderscheidende doelstelling is vergelijkend
beoordeeld: ingevuld bolletje bij positieve
onderscheiding van andere schoolplannen.
Per aanwijsbaar aandachtspunt wordt een
bolletje toegekend, wanneer het aandachtspunt
redelijk compleet is doorgevoerd in het
schoolplan.
De oorspronkelijke bedoeling om na te gaan of
de invalshoeken van een van de theoretische
modellen was toegepast, is losgelaten, toen
deze niet vertegenwoordigd bleken.
Wanneer meer dan een kwart van de
doelstellingen op vier of vijf SMART aspecten
zijn beschreven, worden vier bolletjes
toegekend. Wordt bij dit aantal doelstellingen
twee of drie aspecten SMART beschreven, dan
zijn drie bolletjes toegekend. Worden bij enkele
doelstellingen enkele SMART aspecten
gehanteerd dan zijn een of twee bolletjes
toegekend.
Uit deze beoordeling blijkt, dat dit criterium
weinig strikt en vooral vergelijkend is toegepast.
Per aanwijsbaar – uitgewerkt – aandachtspunt
wordt een bolletje toegekend.
Van de eerste vier indicatoren wordt per twee
toegepaste indicatoren een bolletje toegekend.
Voor de aanwezigheid van enkele ‘overige’
indicatoren wordt een bolletje toegekend en
voor meerdere overige indicatoren wordt een
extra bolletje toegekend. Een complete set
indicatoren levert vijf bolletjes op (vier of vijf
bolletjes kwam in het onderzoek niet voor).
Bij deze score is getracht een samenvattend
oordeel te geven over de bruikbaarheid van het
document als stuurdocument voor de school.
Het gebruik van een model voor performance
management is niet teruggevonden in de
schoolplannen. Daarom is naast het totaalbeeld,
vooral gekeken naar actualiteit en het gebruik
van een sturend instrument als PDCA cirkel of
activiteitenplan.
Download