Werkgroep Sociale Activering 13 oktober 2015 Agenda 1.Goedkeuring verslag van 26 juni 2015 2.Feedback overeenkomsten OCMW’s “grote steden” + clusters – faq’s 3.Studie GPMI: stand van zaken 4.LinkedIn groep sociale activering 5.Studie “contractualisering van de hulp, kritische succesfactoren” (Nele Peeters, CEBUD) 6.Praktijkervaring: OCMW Kortrijk 1. Overeenkomsten 2015 • Pro memorie – Toelage sociale activering ter uitvoering van KB ‘clusters’ – Toelage sociale activering ter uitvoering van KB OCMW’s’grote steden’ • 2015= overgangsjaar – – – – Looptijd overeenkomsten : 1/1/2015-31/12/2015 Publicatie KB’s : 27/3/2015 Onderrichtingen van de minister : 25/620/2015 Deadline voor indiening : 31/8/2015 1. Overeenkomsten 2015 • 56 overeenkomsten in totaal (19 clusters + 37 OCMW’s “grote steden”) • Advies POD: – op basis van de vooropgestelde kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen – rekening houdend met laattijdige instructies (cf. onderrichtingen) 1. Overeenkomsten 2015: vaststellingen • Kwalitatieve analyse – Grote verscheidenheid in de mate van concretisering van het sociale activeringsbeleid – Grens met professionele activering soms niet duidelijk getrokken – Vrijwilligerswerk wordt zeker als mogelijkheid voor sociale activering aanzien – Toelage beantwoordt aan nood op het terrein => bestaande initiatieven worden gevaloriseerd + ruimte om nieuwe zaken te ontwikkelen 1. Overeenkomsten 2015: vaststellingen • Kwantitatieve analyse – Grote verscheidenheid aantal voorgestelde trajecten in verhouding tot toegekende budget – < 1000€/traject tot > 3000€/traject 1. Overeenkomsten 2015 procedure 1. Gunstig advies POD Maatschappelijke Integratie voorgelegd aan de minister voor 48 overeenkomsten 2. De minister brengt de POD Maatschappelijke Integratie op de hoogte van zijn akkoord 3. De voorzitters en secretarissen van de betrokken OCMW’s worden gevraagd om hun overeenkomst elektronisch te hand- en dagtekenen via de toepassing van het uniek jaarverslag 4. De minister tekent elektronisch de overeenkomsten via de toepassing van het uniek jaarverslag 5. Eenmaal de overeenkomsten door alle partijen zijn ondertekend, kan de POD Maatschappelijke Integratie overgaan tot de uitbetaling van het voorschot ten bedrage van 50 % van de toelage. De vereffening van deze voorschotten dient te gebeuren in het begrotingsjaar 2015. Bovenvermelde procedure zou dus moeten afgerond zijn vóór 15 november 2015. => 8 overeenkomsten “in onderhandeling” 2. Vraag-antwoord Kunnen meerdere sociale activeringstrajecten voor éénzelfde persoon na elkaar? De subsidie wordt toegekend in functie van het aantal begeleide begunstigden (en niet in functie van het aantal trajecten). Wanneer een persoon verschillende etappes aanvat, zich inschrijft voor opeenvolgende trajecten (bijvoorbeeld eerst een traject dat leidt naar een versterkte autonomie om nadien over te stappen op een traject dat leidt tot een socioprofessioneel parcours) gaan we ervan uit dat deze opeenvolgende trajecten deel uitmaken van zijn geïndividualiseerd project, dat evolutief is. De persoon kan slechts een keer geteld worden voor de subsidie (= 1 GPMI sociale activering). 2. Vraag-antwoord Is het sluiten van het GPMI beperkt tot "18-25" of heeft het betrekking op alle personen die doorverwezen worden naar sociale activering? De subsidie kan gebruikt worden om sociale activeringstrajecten in te voeren die omkaderd worden door een GPMI voor de rechthebbenden op maatschappelijke integratie, de rechthebbenden op financiële maatschappelijke dienstverlening en de andere OCMW-gebruikers die begeleiding vereisen met het oog op het verhogen van hun sociale participatie en hun graad van autonomie, zonder leeftijdsbeperking. Het sluiten van de GPMI sociale activering heeft dus betrekking op alle personen die doorverwezen worden naar sociale activering (niet enkel de – 25-jarigen). 2. Vraag-antwoord Voor welke doelgroep is de toelage bestemd? Personen die zeer ver van de arbeidsmarkt staan, die niet geschikt zijn in te stappen in een beroepsinschakelingstraject en die nood hebben aan een specifieke begeleiding om hen (opnieuw) te mobiliseren, hun graad van autonomie te verhogen en hun integratie te bevorderen in en hun participatie aan de maatschappij. (Studenten met een voltijds leerplan behoren niet tot de doelgroep sociale activering) 2. Vraag-antwoord Wat met de sanctie om de betaling te schorsen van de financiële steun in he kader van een GPMI sociale activering? Het feit te sanctioneren valt onder de autonomie van het OCMW dat over een discretionaire macht beschikt ter zake. Het OCMW is niet verplicht om te sanctioneren bij niet-naleving van het GPMI. De wet vermeldt duidelijk dat het gaat om een mogelijkheid voor het OCMW. Cf. RMI-wet, Art. 30, §2, “het OCMW kan de uitbetaling van het leefloon schorsen” Cf. Organieke wet, Art. 60, §3, “indien deze voorwaarden niet worden nageleefd kan het recht op financiële hulp worden geschorst” 2. Vraag-antwoord Wat met de gebruikers die onderweg verdwijnen (verhuis, verlies van verblijfstitel) of die hun sociale activeringstraject opgeven? De persoon zal gevaloriseerd kunnen worden in het kader van de subsidie, zelfs al heeft hij zijn/haar traject niet beëindigd, op voorwaarde dat het OCMW de redenen en omstandigheden uitlegt waarom de persoon zijn sociale activeringstraject niet heeft (kunnen) voltooien. 2. Vraag-antwoord In verband met de bewijsstukken die moesten worden bezorgd in het kader van de subsidie 2015: welke bewijsstukken worden verwacht voor het volledige jaar (zelfs wanneer de activiteit slechts enkele maanden geduurd heeft, aangezien de activiteiten in verband met de sociale activering slechts in september 2015 zijn gestart)? Alle bewijsstukken die betrekking hebben op de uitgaven die in de loop van het jaar 2015 zijn gedaan en die rechtstreeks verband houden met het sociale activeringsproject zullen worden toegelaten, op voorwaarde dat dit rechtstreeks verband en de evenredigheid bewezen en aangetoond worden. 2. Vraag-antwoord Waar ligt de grens tussen sociale en professionele activering? (1) Vallen wel onder sociale activering: vooropleidingen gericht op het ontwikkelen en bijbrengen van algemene vaardigheden en generieke competenties (vb. taal, attitudetraining, omgaan met gezag, zelfstandig het openbaar vervoer nemen, stiptheid...) beroepsverkennende stages gericht op het kennismaken met een werkomgeving voor personen die nog niet klaar zijn voor een professioneel traject 2. Vraag-antwoord Waar ligt de grens tussen sociale en professionele activering? (2) Volgende zaken komen niet in aanmerking voor sociale activering aangezien ze zich volledig op het domein van de professionele activering bevinden: arbeidstrajectbegeleiding (sollicitatietraining en dergelijke meer) en toeleiding naar een tewerkstelling vooropleidingen die uitsluitend gericht zijn op het verwerven van beroepsspecifieke competenties stages in het kader van een tewerkstellingstraject (vb. stage voorafgaand aan een art. 60§7-tewerkstelling) 2. Vraag-antwoord Wat zijn de vooruitzichten voor het jaar 2016 en welke financiële middelen zullen ter beschikking van de OCMW’s worden gesteld? Nog geen beslissingen genomen voor 2016 en verder. Van zodra de studie “GPMI” is afgerond (wordt verwacht tegen eind oktober) zal de minister met kennis van zaken zijn beslissing kunnen nemen. De POD MI pleit er voor om de middelen terug op het niveau van 2014 te brengen (+ 20 %). 3. Studie GPMI: stand van zaken Doelstellingen: 1. De praktijken en opinies kennen in verband met het huidige systeem van de GPMI 2. De moeilijkheden en goede praktijken in het huidige systeem identificeren 3. De opinie kennen over de mogelijke uitbreiding van het doelpubliek en van de inhoud van het GPMI (onder andere in het kader van de eventuele oprichting van een gemeenschapsdienst voor de OCMW-cliënten) 3. Studie GPMI: stand van zaken Doel Voorstellen doen met het oog op de ontwikkeling van een toekomstig beleid op basis van de aanbevelingen van de studie 3. Studie GPMI: stand van zaken 1. Webenquête gericht aan 589 OCMW’s => afgerond 2. Kwalitatieve analyse => afgerond • • • Focusgroepen 16 OCMW’s Dieptegesprekken Getuigenissen gebruikers 3. Expertenseminarie => afgerond (op 25/9/2015) 4. Eindverslag (resultaten + aanbevelingen) => in afrondingsfase => Laatste begeleidingscomité op 14/10/2015