20150626_-_ppt_pod_mi

advertisement
Werkgroep Sociale Activering
26 juni 2015
Agenda
1. Onderrichtingen toelage sociale activering voor
de ‘clusters’ en OCMW’s ‘grote steden’ 2015
2. Vraag-antwoord
3. Praktijkervaring: “ Workshops burgerschap”
OCMW Schaarbeek
4. Varia
1. 1. Context van de toelage
• 6e Staatshervorming: bevoegheidsoverdracht
• Heroriëntering van professionele naar sociale
activering
• Middelen zijn voorzien in begroting 2015
• 2015 = overgangsjaar
1. 2. Doel van de toelage
• Financiering van trajecten sociale activering
• Sociale activering voor sommigen het hoogst
haalbare, voor anderen een aanzet tot werk
• Activeringstraject = geheel van acties en
stappen die een gerechtigde kan doorlopen in
functie van zijn/haar capaciteiten, problemen,
attitudes en bekwaamheden
1. 2. Doel van de toelage
• Traject sociale activering
– Begin = opmaak van sociale balans
– Gevolgd door trajectplan in functie van individuele
behoeften, collectieve of individuele modules
– Max. 1 jaar
– In kader van deze toelage: moet omkaderd worden
door GPMI
• => bedoeld als begeleidingsinstrument
• => kan ook ingezet worden voor alle OCMW-gebruikers
• Samenwerkingsverbanden worden
aangemoedigd
1.3. Doelgroep
• Personen die ver verwijderd zijn van de arbeidsmarkt
en die omwille van gezondheids- of billijkheidsredenen niet in staat zijn om te werken (al dan niet
tijdelijk)
• Gerechtigden op maatschappelijke integratie
• Gerechtigden op maatschappelijke financiële hulp
• Alle OCMW-gebruikers die nood hebben aan
begeleiding ter verhoging van hun maatschappelijke
integratie en zelfredzaamheid
1. 4. Overeenkomst
• Overeenkomst tussen de Minister en het OCMW –
onderhandeling – adviesrol POD MI
• Binnen de toepassing ‘uniek jaarverslag’
• Looptijd overeenkomst: 1/1/2015 – 31/12/2015
• Omschrijving van de doelstellingen gelinkt aan
trajecten sociale activering in kader van GPMI
– Kwalitatieve doelstellingen: omschrijving van de acties en
samenwerkingsverbanden
– Kwantitatieve doelstellingen
1.4. Overeenkomst
Doelstelling
2015
1. 1. Totaal aantal begunstigden waarvoor een sociale balans wordt
gerealiseerd (screening + trajectbepaling)
2. 2. Totaal aantal begunstigden in een traject sociale activering via een
GPMI
2.1. Via een traject ter
professioneel traject
voorbereiding
van
een
socio-
2.2. Via een traject met het oog op de deelname aan
workshops/dynamiserende modules/participatieve ateliers
2.3. Via een traject met het oog op vrijwilligerswerk
2. = som van 2.1., 2.2. en 2.3
Niet verplicht om deze 3 types GPMI’s te realiseren: is te bepalen
in functie van lokale noden en beleidsaccenten
De aanduiding van het type GPMI (2,1, 2.2 of 2.3) is louter
richtinggevend
1.4. Overeenkomst
• Inspanningsverbintenis
• Pragmatische aanpak wordt nagestreefd
Rekening houdend met de overgangsperiode die het jaar 2015
is, met de overdracht van bevoegdheid en met de timing, zal
blijk worden gegeven van soepelheid en van flexibiliteit bij de
onderhandelingen en bij het afsluiten van deze
overeenkomsten.
• Na ondertekening overeenkomst: storting 50% toelage
1. 5. Evaluatie
• Inhoudelijk en financieel eindverslag tegen
28/2/2016
• Evaluatie i.s.m. het OCMW: bereikte
doelstellingen, via welke
samenwerkingsverbanden, desgevallend
redenen voor het niet behalen ervan
• Na goedkeuring door Minister: storting saldo
50% - adviesrol POD MI
1. 5. Evaluatie
• Resultaat van opgezette trajecten in kaart
brengen:
– aantal gerechtigden in een traject dat geleid heeft tot een
socioprofessioneel traject
– aantal gerechtigden in een traject dat geleid heeft tot een verhoogde
zelfredzaamheid
– aantal gerechtigden in een traject dat geleid heeft tot vrijwilligerswerk
– aantal gerechtigden in een traject dat geleid heeft tot een tewerkstelling
• Om gevoerde beleid te kunnen evalueren op effectiviteit
• OCMW wordt financieel beloond voor inspanningen
(inspanningsverbintenis)
• Vooruitgang van begunstigden is geen sanctiecriterium : geen
financiële afstraffing in geval van onvoldoende vooruitgang
geboekt door de begunstigden
• Geen opgelegd evaluatie-instrument, wel voorbeelden ter
beschikking
2. Vraag-antwoord
Kan GPMI ook gebruikt worden voor OCMW-gebruikers die
niet gerechtigd zijn op maatschappelijke integratie of
financiële maatschappelijke hulp?
 Ja : GPMI is bedoeld als begeleidingsinstrument, het
begrip sanctie is in dit geval niet van toepassing
2. Vraag-antwoord
• Welke GPMI’s komen niet in
aanmerking voor deze toelage?
– GPMI’s gericht op professionele activering
(werk/opleiding) of studies komen niet in
aanmerking
2. Vraag-antwoord
Wat is het verschil tussen sociaal werk en traject
sociale activering zoals bedoeld in het kader van deze
toelage?
•
Sociaal werk = individuele maatschappelijke begeleiding die een persoon moet
toelaten een menswaardig bestaan te leiden
–
•
Sociale activering = maatschappelijk zinvolle activiteiten die een persoon
moeten toelaten om volwaardig deel te nemen aan de maatschappij
(participeren, integreren)
–
•
•
Vb. Financiële of aanvullende steun verlenen, huisvesting zoeken, medische begeleiding bij
zwangerschap, …
Vb. Zich kunnen situeren in tijd en ruimte (fietslessen, zelfstandig het openbaar vervoer nemen),
workshop energiebeheer, workshop budgetbeheer, zich kunnen uitdrukken (taallessen), tijdsbegrip
(op tijd komen), begrip van het functioneren van de samenleving (burgerschap, verkiezingen),…
Maatschappelijk werker helpt om administratieve documenten door te nemen =
sociaal werk
Cursus leren omgaan met administratieve documenten en vereisten = sociale
activering
2. Vraag-antwoord
• Hoe moeten de kwantitatieve objectieven ingegeven worden in
de overeenkomst?
1. Sociale balans = vertrekpunt, foto van de noden en remmen om volwaardig deel te nemen aan de
maatschappij, gevolgd door actieplan hoe deze belemmeringen kunnen weggewerkt worden. Geeft beeld van de
potentiële doelgroep voor sociale activering.
2. Afhankelijk van profiel van begunstigde en inhoud van traject kan instrument GPMI gebruikt worden
(inschatting door maatschappelijk werker). Opdeling (2.1, 2.2. en 2.3.) dient gemaakt te worden (inschatting),
deze indeling is richtinggevend (cf. voorgaande jaren)
2. Vraag-antwoord
• Wat is de uiterlijke datum voor het
invullen van de overeenkomst?
31 augustus 2015
2. Vraag-antwoord
• Welk model GPMI gebruiken?
– Geen model opgelegd
– Moet betrekking hebben op sociaal
activeringstraject
– Afgebakend in de tijd
– Regelmatige evaluatie
– Conform wettelijk kader
2. Vraag-antwoord
• Quid wettelijk kader GMPI gericht op
vrijwilligerswerk?
Bestaand wettelijk kader is van toepassing nl.:
Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van
vrijwilligers (art.16 verrichten en ontvangen van
vergoeding daarvoor is verenigbaar met leefloon)
KB houdende algemeen reglement betreffende het
RMI, art.22 §1 (q)
2. Vraag-antwoord
Wat is de norm voor het aantal in te
geven GPMI’s?
Er worden geen aantallen opgelegd
Pragmatische aanpak wordt nagestreefd:
voorgestelde aantallen zullen afgewogen
worden in verhouding met het toegekende
bedrag en rekening houdend met de huidige
timing (jaar reeds gevorderd)
2. Vraag-antwoord
• Wat is de definitie van ‘maatschappelijk
zinvolle activiteiten’?
Activiteiten die ertoe bijdragen dat de remmen
om volwaardig te kunnen deelnemen aan de
maatschappij worden weggewerkt/afgebouwd.
Het betreft activiteiten die maatschappelijk
nuttig zijn voor de persoon om volwaardig te
kunnen deelnemen aan de samenleving (door
zijn zelfredzaamheid te verhogen)
2. Vraag-antwoord
• Hoe onderscheid maken tussen « KB clusters
+ grote steden » en « KB participatie en
sociale activering » : welke kost kan via welk
toelagebesluit ingebracht worden?
Clusters + grote steden => acties met het oog op deelname aan
maatschappelijk leven op trajectmatige basis omkaderd door GPMI
waarbij o.a. personeelskosten kunnen ingebracht worden
Participatie en sociale activering => deelnemen aan socio-culturele
leven
Dubbele subsidiëring is uitgesloten
Harmonisering is actiepunt voor 2016
2. Vraag-antwoord
• Wat met de uitgaven die in 2015 al
gedaan werden vooraleer de
overeenkomst werd ondertekend?
Indien het trajecten sociale activering betreft gelinkt aan
GPMI’s of voorbereidend werk daarvoor (opstartkosten)
dan kunnen kosten met ingang van 1 januari 2015
ingebracht worden
Kosten met betrekking tot professionele activering
komen niet in aanmerking
2. Vraag-antwoord
• Kunnen meerdere sociale
activeringstrajecten voor éénzelfde
persoon na elkaar?
Neen : in het kader van deze toelage wordt het aantal
trajecten gelinkt aan het aantal begunstigden
2. Vraag-antwoord
• Wat moet begrepen worden onder sociale
balans en evaluatie-instrument in het kader
van deze toelage?
Sociale balans: moet de sociale en technische competenties en
noden (remmen) van de begunstigde in kaart brengen in functie
van het volwaardig deelnemen aan de maatschappij.
Evaluatie-instrument: moet een aantal metingen doen die
afgetoetst worden aan de sociale balans als nulmeting en de
conclusies daarvan voorlegt op het einde van het traject
Indien twijfel of gebruikte instrument ok is => [email protected]
Download