Het nut van dissociatie Jaap Hollander De future pace als mentale oefening In de vorige NLP-tip had ik het over een nieuw soort future pace, die ik was gaan uitproberen naar aanleiding van een wetenschappelijk artikel ('What psychotherapists can begin to learn from neuroscience)’. Eén van de bevindingen die hierin werden beschreven, was dat de hersenen dezelfde centra gebruiken voor een ‘echte’ ervaring als voor een ‘voorgestelde’ ervaring. Met andere woorden: voor de hersenen maakt het niet uit of het echt gebeurt. Ervaring is ervaring. Ik vroeg mij toen af: wat betekent dit voor het NLP-gesprek? Bij de future pace vragen we de cliënt om zich voor te stellen hoe hij het geleerde in praktijk brengt. Dat is een vorm van ‘voorgestelde’ ervaring of anders gezegd: een vorm van mentale oefening. We doen die future pace vaak meer om te controleren of de verandering ecologisch verantwoord is en om de nieuwe hulpbronnen af te stemmen op de situatie waarin ze worden ingezet. Maar als het aspect van mentale oefening neurologisch gezien zo belangrijk is, vroeg ik mij af, is het dan niet logischer om meerdere verschillende situaties te ‘future pacen’? Op die manier oefent de cliënt de nieuw vrijgemaakte hulpbronnen immers vaker? Dit begon ik toe te passen, met herhaaldelijk een prachtig resultaat, m.n. een betere integratie van de gewenste verandering. Soms leidde pas een tweede of een derde future pace tot een echt goede, overtuigende beleving. Een mooie uitbreiding van het NLP-gesprek dus, omdat het de effectiviteit van NLP verhoogt, maar weinig tijd kost. Uiteraard deed ik deze meervoudige future pace – zonder daar verder bij na te denken – geassocieerd. Ik liet de cliënt in een toekomstige situatie stappen en vroeg hem om die situatie in geuren en kleuren te beleven. Want ik ging er van uit dat associatie een intensere beleving oproept (meer betrokkenheid van het zenuwstelsel) dan een gedissocieerde beleving. En dat dat een intensievere mentale oefening oplevert, die op zijn beurt weer zal resulteren in een betere toepassing in de praktijk. Meer effect met dissociatie! Meerdere mensen stuurden mij naar aanleiding van de vorige NLP-tip wetenschappelijke artikelen of verwijzingen naar sites. Waarvoor dank. Jacqueline Scherpenzeel, een deelneemster aan de provocatieve opleiding die ook een NLP-opleiding heeft gedaan, gaf me een kort berichtje uit het maandblad Intermediair, waarin een onderzoek1 van de Ohio State University werd beschreven. Men had onderzocht wat voor effect geassocieerde en gedissocieerde voorstellingen hebben op het later uitvoeren van een gewenst gedrag. Om een lang verhaal kort te maken: de gedissocieerde voorstellingen bleken beter te werken dan de geassocieerde voorstellingen. ‘Huh?!?’ zul je nu waarschijnlijk denken. En dat is precies wat ik ook dacht. Wat had men precies gedaan? Bij de presidentsverkiezingen van 2004 had men 146 studenten gevraagd om te visualiseren dat ze gingen stemmen. De ene helft kreeg de opdracht om dit geassocieerd te doen (in het onderzoek werd dit het ‘eigen, eerstepersoons perspectief’ genoemd). De andere helft kreeg opdracht om het gedissocieerd te visualiseren (wat men het ‘observator derde-persoons perspectief’ noemde). Van de 1 1 Picture Yourself at the Polls. Visual Perspective in Mental Imagery Affects Self-Perception and Behavior Lisa K. Libby,1 Eric M. Shaeffer,1 Richard P. Eibach,2 and Jonathan A. Slemmer1 1The Ohio State University and 2Williams College Psychological Science, 2006, Vol. 18, p. 203 proefpersonen met de gedissocieerde voorstelling, gingen er meer stemmen (90%) dan van de proefpersonen met de geassocieerde voorstelling (72%). Toch een behoorlijk overtuigende meting. Dus dit onderzoek had meteen mijn volle aandacht…. Hoe kan dat nou? Hier werd ik dus geconfronteerd met een overtuigend stukje wetenschappelijk onderzoek dat rechtstreeks in strijd leek met een oud en vertrouwd onderdeel van het NLP-gesprek. Of beter gezegd: met de manier waarop we dat onderdeel standaard uitvoeren (geassocieerd ‘future pacen’). Om te beginnen heb ik dit artikel eerst maar eens opgespoord en gelezen. Wat mij meteen opviel, was dat wetenschappers het over het volgende al helemaal eens schijnen te zijn: - Je voorstellen dat je iets doet, verhoogt de kans dat je het ook inderdaad gaat doen. - Visualisatie is ‘een cruciale component van doelvoorstellingen’. Op de eerste pagina dus meteen al een bemoedigend stukje wetenschappelijke ondersteuning voor NLP. Het toepassen van een future pace in het NLP-gesprek is wetenschappelijk prima verantwoord. Veel onderzoek naar associatie en dissociatie Verder blijkt uit dit artikel dat er al heel wat onderzoek is gedaan naar het verschil tussen visualiseren vanuit de ‘eigen’ positie (wij zouden zeggen: geassocieerd visualiseren) of vanuit de ‘buitenstaander’-positie (wij zouden zeggen: gedissocieerd visualiseren). Onderzoekers hebben bijvoorbeeld gevonden dat dit verschil maakt met betrekking tot: - De cognitieve ontwikkeling - Het zelfbewustzijn - Het zelfbeeld - De zelfcontrole - Psychische afwijkingen - Overtuigingsverandering - Sociaal begrip - Empathie Uit deze indrukwekkende lijst mogen we afleiden dat het belang dat in NLP wordt gehecht aan het verschil tussen geassocieerd en gedissocieerd beleven ook een degelijke wetenschappelijke ondersteuning heeft. Het zou de moeite waard zij om al deze onderzoeken eens uit te pluizen en te kijken wat wij hier nog meer aan kunnen ontlenen qua rechtvaardiging c.q. verbetering van onze NLP-praktijk. Een idee voor een scriptie? Wat is de oorzaak van je gedrag: je eigenschappen of de omstandigheden? Maar hoe kan het nu dat een gedissocieerde weergave als future pace beter werkt dan een geassocieerde weergave? Want daar was ik immers naar op zoek. Een eindje verderop vond ik de oplossing van dit raadsel. Het schijnt een geaccepteerd gegeven te zijn in de sociale psychologie, dat het soort perspectief beïnvloedt wat je als oorzaak van het gedrag ziet. Een observator (gedissocieerd visualiserend dus) heeft de neiging om de eigenschappen van de persoon te zien als de oorzaak van diens handelingen. Terwijl iemand vanuit de zelf-positie (geassocieerd dus) eerder de omstandigheden ziet als de oorzaak van zijn eigen gedrag. Waarom? Dit schijnt simpelweg samen te hangen met de focus van het beeld. Voor de observator staat de persoon, de ander, centraal in het beeld. Terwijl voor de persoon zelf – die zichzelf uiteraard niet ziet – de omstandigheden centraal staan. En mensen zijn nu eenmaal geneigd om wat ze zien ook als oorzaak te zien. Als je het eenmaal weet is het zo logisch als wat… In termen van logische niveaus zou je kunnen zeggen dat mensen bij dissociatie hun gedrag eerder toeschrijven aan hun vermogens, hun overtuigingen en hun identiteit, terwijl ze bij associatie hun gedrag eerder toeschrijven aan de omgeving. Dit effect heeft men overigens ook gevonden bij herinneringen. Als mensen zich iets gedissocieerd herinneren, zien ze hun gedrag meer als een gevolg van hun eigenschappen dan wanneer ze het zich geassocieerd herinneren (dan zien ze het meer als een uitvloeisel van de omstandigheden). Wat interessante implicaties heeft voor NLP-technieken als change personal history en reimprinting. Op de methodiek van het onderzoek viel weinig af te dingen. De instructies voor de geassocieerde en de gedissocieerde voorstellingen waren zeer summier, maar er is geen reden om aan te nemen dat er met een betere instructie minder verschil zou zijn geweest. Bovendien had men ook nog gemeten dat de gedissocieerde proefpersonen een sterkere ‘pro-voting attitude’ ontwikkelden dan de geassocieerde proefpersonen, wat geheel in overeenstemming is met de theorie. En het stemmen in de verkiezingen is een zeer concreet en meetbaar gedrag. Het is natuurlijk nog wel de vraag of dit effect nu geldt voor ieder gedrag (het is tenslotte alleen voor het stemmen onderzocht). En zoals vrijwel altijd bij wetenschappelijk onderzoek, is het de vraag in hoeverre de doelgroep representatief is voor alle mensen. Dit geldt studenten in een plattelandsstaat in Amerika (Ohio), maar geldt het dan ook voor mijnwerkers in Manilla of voor huisvrouwen in Hamburg? Maar afgezien van deze kanttekeningen denk ik dat we er - tot het tegendeel blijkt - beter van uit kunnen gaan dat deze uitkomsten een goede richtlijn zijn. Al met al vind ik zowel de effecten (de gedragsmeting) als de achterliggende theorie intuïtief heel overtuigend. Een volgende stap naar de ideale future pace Dus wat betekent dat dan voor het NLP-gesprek? Laten we dan eerst eens kijken naar het begin van het NLP-geprek (de doelstelling, het contrasteren en het bepalen van hindernis en hulpbron). Daar wordt al wordt gewerkt met associatie en dissociatie op een manier die prima aansluit bij de stelling dat associatie gedrag verbindt met de omgeving en dissociatie gedrag verbindt met vermogens, overtuigingen en identiteit. Want je vraagt de cliënt om eerst een gedissocieerd beeld te maken van zichzelf in de doetoestand, om hem er dan in te laten associëren. Dat eerste gedissocieerde beeld zal hem dus helpen om het bereiken van het doel te zien als een resultaat van zijn eigenschappen. Ook bij het bepalen van de hulpbron gebeurt iets soortgelijks. Gedissocieerd van zowel de huidige al de gewenste toestand bepaalt de cliënt wat hij nodig heeft. Bovendien zorgen de vormvoorwaarden ervoor (ment name de voorwaarde dat het doel binnen eigen controle moet liggen) dat er gezocht wordt naar eigenschappen in plaats van omstandigheden. Misschien is het wel een idee om de huidige toestand voorla geassocieerd te laten beleven, zodat die meer aan omstandigheden wordt toegeschreven. Wat de future pace betreft is mijn conclusie dat het van belang om geassocieerd te future pacen maar daarnaast ook om het nog eens gedissocieerd over te doen. Waarbij je zou kunnen zeggen dat de geassocieerde future pace belangrijk is voor: 1. Controle van de ecologie 2. Afstemmen op de situatie 3. Mentale oefening (waar we het in de vorige NLP-tip over hadden) En dat de gedissocieerde future pace belangrijk is voor: 4. Het idee dat je gedrag voortvloeit uit jouw persoonlijke eigenschappen (i.p.v. de omstandigheden). De NLP-tip van deze maand is dus een rechtstreekse uitbreiding van de tip van vorige keer (de uitbreiding staat cursief geprint). Dit is dus een omschrijving van mijn ideale future pace. Ook nu heb ik het weer over een doel i.p.v. een future pace na een NLPgesprek. Anders zou je eerst een heel NLP-gesprek met jezelf moeten doen om deze tip te kunnen gebruiken. Overigens bracht dat mij ook op de gedachte dat de inzichten die ik hierboven heb beschreven een breder belang hebben dan alleen de future pace. Waarschijnlijk spelen ze mee in al je denken over wat je wilt in je leven, dat wil zeggen bij het stellen van doelen in het algemeen. Enfin, hier is de tip. De tip 1. Formuleer een doel: “Wat ik graag wil is dat ik …..” 2. Bepaal voor jezelf a. Enkele situaties waarin je het bereikt hebben van dit doel wilt ervaren. b. Enkele mensen bij wie je wilt ervaren dat je dit doel hebt bereikt. c. Enkele handelingen waarbij je kunt ervaren dat je het doel hebt bereikt. 3. Maak hiervan steeds eerst een geassocieerde voorstelling. 4. Maak er dan een gedissocieerde voorstelling van. 5. En zie dan hoe jouw nieuwe gedrag een logisch uitvloeisel is van bepaalde eigenschappen die jij bezit. Welke vermogens (vaardigheden en competenties) en welke overtuigingen (zienswijzen) hebben er voor gezorgd dat jij dit kon doen? En hoe is je gedrag een uitvloeisel van wie jij bent als persoon? 6. Doe er eentje per dag, of doe ze allemaal achter elkaar. 7. Uiteraard het doel bijstellen als blijkt dat er gedeelten zijn die het er niet mee eens zijn. That’s it. Veel succes!