Medisch Ethische Toetsingscommissie Noord-Holland Definitie Wet Medisch-wetenschappelijk Onderzoek met mensen Wanneer valt onderzoek onder de WMO? Het begrip wetenschappelijk onderzoek is in de Wet Medisch-wetenschappelijk Onderzoek met mensen (WMO) omschreven als medisch-wetenschappelijk onderzoek waarvan deel uitmaakt het onderwerpen van personen aan handelingen of het opleggen aan personen van een bepaalde gedragswijze. De werkingssfeer van de WMO beperkt zich tot onderzoek waarbij sprake is van een systematische opzet die in een onderzoeksprotocol is vastgelegd. Dergelijk onderzoek moet onderscheiden worden van een experimentele behandeling waar een arts bij de behandeling van een patiënt iets nieuws bedenkt en uitprobeert. Hier ontbreekt een 'proefopzet' en is de drijfveer iets nieuws te beginnen uitsluitend gelegen in het belang van de patiënt. De wet beperkt zich tot het opleggen van handelingen en gedragswijzen. Dit betekent dat de onderzoeker bepaalde condities bij de proefpersoon wijzigt om vervolgens de effecten van die interventies te meten. Niet WMO-plichtig onderzoek Worden patiënten geobserveerd in het kader van een geneeskundige behandeling, bijvoorbeeld bij onderzoek naar het effect van een bepaalde therapie, dan is de WMO niet van toepassing omdat hierbij in normale omstandigheden niet wordt geïntervenieerd. In feite gaat dit om het verzamelen van patiëntgegevens. Een hulpverlener heeft dan te maken met de Wet op de geneeskundige behandelings-overeenkomst (WGBO) en met privacywetgeving. Het verzamelen van persoonsgegevens voor een ruimer doel dan hulpverlening, mag in principe alleen bij uitdrukkelijke toestemming van de patiënt. Vanwege privacybescherming en omdat patiënteninformatie wordt gehanteerd, dient ook niet WMOplichtig onderzoek voorgelegd te worden aan de Medisch Ethische Toetsingscommissie (METC) Noord-Holland. Hoe te handelen bij grensgevallen? Bij twijfel of onderzoek WMO-plichtig is, kan de onderzoeker een adviesaanvraag indienen. Deze aanvraag bevat in ieder geval een protocol en patiënteninformatie. Duidelijk en nauwkeurig moet aangegeven worden: wat de proefpersonen speciaal met het oog op het onderzoek moeten doen of ondergaan; welke vragen(lijsten) aan de proefpersonen worden voorgelegd; uit welke kring van personen de proefpersonen aan het onderzoek geworven worden; op welke manier de proefpersonen benaderd worden; door wie de proefpersonen benaderd worden. Voorbeelden Statusonderzoek Patiënten die in een statusonderzoek betrokken worden, hoeven niets te doen of te ondergaan voor de uitvoering van het onderzoek. De gegevens die worden benut, zijn immers al verkregen bij de medische behandeling of verzorging van de patiënten. Het onderzoek moet voorgelegd worden aan de METC Noord-Holland om de privacybescherming en het recht op inzage in de patiëntgegevens te beoordelen. Vragenlijstonderzoek Onderzoek waarbij mensen voor het verzamelen van gegevens worden ondervraagd (interview, vragenlijsten), behoeft in beginsel geen toetsing. Als de ondervraging voor de deelnemers tijdrovend is, de vragen psychisch belastend kunnen zijn of mensen ondervraagd worden die in kwetsbare omstandigheden verkeren, moet wél worden getoetst. Nader gebruik lichaamsmateriaal Bij dit soort onderzoek worden data verzameld door lichaamsmateriaal te onderzoeken dat is afgenomen met het oog op de medische behandeling van patiënten, zoals operatief verwijderd tumorweefsel of bloed dat voor diagnostiek is afgenomen en geanalyseerd. Patiënten hoeven niets extra’s te doen of te ondergaan. De privacybescherming dient goed geregeld te zijn. Afstaan lichaamsmateriaal Onderzoek waarbij wordt gevraagd lichaamsmateriaal af te staan zonder dat patiënten onderworpen worden aan een handeling, behoeft in beginsel geen toetsing. Een voorbeeld hiervan is onderzoek waarbij gevraagd wordt urine te verzamelen en af te staan. Moeten patiënten wel een handeling ondergaan, zoals een bloedprik of een biopsie, dan is toetsing in beginsel wel vereist. Website/A03 definitie / 23/07/2017