PDB kostencalculatie 4 Oefenexamen 1 Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Het aantal te behalen punten is 38. Bij elke vraag staat aangegeven hoeveel punten er behaald kunnen worden. Om te slagen moet je 22 punten halen. De beschikbare examentijd is 1,5 uur (90 minuten). De toegestane hulpmiddelen bij dit examen zijn: rekenmachine woordenboek Vraag 1 – 1 punt Wat zijn de functies van kostprijsberekening? Let op, er zijn meerdere antwoorden juist. a het berekenen van de economische gebruiksduur van een duurzaam productiemiddel b het berekenen van de omloopsnelheid van de gemiddelde voorraad c het berekenen van de verkoopprijs d het waarderen van de voorraad producten op de balans Antwoord c en d Vraag 2 – 1 punt Wat wordt verstaan onder dekkingsbijdrage? De dekkingsbijdrage is het verschil tussen de verkoopprijs en de… a constante kosten per product. b indirecte kosten per product. c variabele kosten per product. Antwoord c Vraag 3 – 1 punt Welke kosten worden bij de integrale kostencalculatie in de kostprijs opgenomen? a alle kosten van het product b alleen de constante kosten van het product c alleen de variabele kosten van het product Antwoord a Vraag 4 – 1 punt Ondernemer De Vries berekent de standaardkostprijs van een koelkast als volgt: Kosten onderdelen € 360 Directe loonkosten € 240 Totale directe kosten Opslag indirecte kosten: Opslag totale directe kosten: 50% van € 240 13,5% van € 600 € 600 € 120 € 81 € 801 Welke methode past De Vries toe voor het berekenen van de indirecte kosten? a direct costing b primitieve opslagmethode c verfijnde opslagmethode Antwoord c Feedback: De verfijnde of meervoudige opslagmethode houdt in dat de indirecte kosten wordt uitgedrukt in twee of meer opslagpercentage voor de indirecte kosten. Vraag 5 – 1 punt Wat zijn voorbeelden van constante kosten? Let op, er zijn meerdere antwoorden juist. a huurkosten b afschrijvingskosten van vaste activa c interestkosten vaste activa d verpakkingskosten Antwoord a, b en c Vraag 6 – 1 punt De directeur van onderneming Verweij wil weten vanaf welke afzet winst wordt gemaakt. De administrateur heeft hiervoor de volgende grafiek gemaakt. Geef in de grafiek het snijpunt van de lijnen aan van waaruit de afzet kan worden weergegeven waarbij de onderneming noch verlies maakt, noch winst maakt. Klik op de juiste plek in de afbeelding. Dit is de instructie zoals weergegeven in het online examen. Antwoord Snijpunt van lijn 3 en 4 Feedback De lijnen geven de volgende opbrengsten/kosten aan: Lijn 1: de totale constante kosten Lijn 2: de totale variabele kosten Lijn 3: de totale kosten Lijn 4: de totale opbrengsten Vraag 7 – 2 punten Onderneming Schakel heeft verpakkingsmateriaal in Zweden gekocht. Op de ontvangen factuur van de Zweedse leverancier staat een bedrag van SEK 24.740. Dit bedrag is inclusief 2% kredietbeperkingstoeslag. De koers van de Zweedse kroon is: € 1 = SEK 9,13 (aankoop) en SEK 9,88 (verkoop). Schakel betaalt binnen de gestelde krediettermijn en mag daarom de kredietbeperkingstoeslag in mindering brengen. Wat is het bedrag in euro’s dat aan de Zweedse leverancier moet worden betaald? Geef ook de berekening. Antwoord € 2.656,62 Feedback SEK 24.740 = 102% Bedrag zonder kredietbeperking is SEK 24.740/1,02 = SEK 24.254,90 SEK 24.254,90 / 9,13 = € 2.656,62 Vraag 8 – 2 punten 1 punt 1 punt Kledingzaak Van Potten verkoopt 5.000 jassen van het merk Mix voor € 40 per jas exclusief 21% omzetbelasting. De tarra is € 10.000. Het rabat is 15%. De kredietbeperkingstoeslag is 2%. Deze toeslag vervalt als binnen 10 dagen wordt betaald. Stel de verkoopfactuur samen die de kledingzaak voor de levering van de 5.000 jassen van het merk Mix verstuurt. Antwoord € 199.323,30 Feedback 5.000 jassen x € 40 = € 200.000 Tarra € 10.000 € 190.000 Rabat 15% € 28.500 € 161.500 Omzetbelasting 21% € 33.915 € 195.415 Kredietbeperking € 3.908,30 € 199.323,30 Tarra en rabat juist 1 punt OB en kredietbeperking juist 1 punt Vraag 9 – 2 punten Onderneming Verkaik verkoopt zeep en shampoo. De vaste kosten van de zeep en shampoo worden begroot op € 120.000. Van de vaste kosten wordt 60% toegerekend aan de zeep en 40% toegerekend aan de shampoo. Zeep € 36,30 € 20,00 9.000 Verkoopprijs per product inclusief 21% omzetbelasting Standaard variabele kosten per product Normale verkopen Shampoo € 48,40 € 25,00 5.000 Wat is de standaardkostprijs van de zeep en shampoo? Geef ook de berekening. Antwoord zeep € 28 en shampoo € 34,60 Feedback Kostprijs zeep Constant 60% x € 120.000 = € 72.000 / 9.000 = € 8 Variabel € 20 Kostprijs zeep € 28 1 punt Kostprijs shampoo Constant 40% x € 120.000 = € 48.000 / 5.000 = € 9,60 Variabel € 25,00 Kostprijs shampoo € 34,60 1 punt Vraag 10 – 2 punten Groothandelsonderneming Klerk koopt, verpakt en verkoopt kookpannen. De volgende gegevens voor jaar 1 voor de kookpan van het type Hoog zijn bekend: Type Hoog Totaal Inkoopprijs Variabele verpakkingskosten Indirecte loonkosten Overige indirecte kosten Begrote inkoop en afzet in stuks € 60 € 4 € 600.000 € 40.000 € 30.000 € 36.000 10.000 Voor de kostprijsberekening van de kookpan van het type Hoog worden de indirecte loonkosten aan de kookpan toegerekend op basis van een percentage van de variabele verpakkingskosten. De overige indirecte kosten worden aan de kookpan toegerekend op basis van een percentage van de inkoopprijs. Wat is de kostprijs van een kookpan van het type Hoog? Geef ook de berekening. Antwoord € 70,60 Feedback Opslagpercentage Indirecte loonkosten € 30.000 / € 40.000 x 100% = 75% Opslagpercentage overige indirecte kosten € 36.000 / € 600.000 x 100% = 6% Inkoopprijs Variabele verpakkingskosten Opslag indirecte loonkosten 75% x € 4 Opslag overige indirecte kosten 6% x € 60 € 60 € 4 € 3 € 3,60 € 70,60 Opslagpercentages juist 1 punt Opslagen in de kostprijs (€ 3 en € 3,60) juist 1 punt Vraag 11 – 2 punten Wijngroothandel Bijsterveld koopt en verkoopt vier soorten wijn: Bella, Fosso, Martin en Zenato. De groothandel koopt de wijn in grote vaten en vult de flessen zelf. Voor jaar 1 zijn de volgende standaardgegevens per 100 flessen bekend: Verkoopprijs Inkoopprijs Verpakkingskosten Directe loonkosten Constante kosten Winst Bella € 1.350 € 585 € 100 € 260 € 180 € 225 Fosso € 1.800 € 750 € 100 € 300 € 200 € 450 Martin € 2.250 € 810 € 120 € 360 € 520 € 440 Zenato € 2.700 € 800 € 140 € 660 € 500 € 600 De maximale afzet in jaar 1 is: 80.000 flessen Bella, 60.000 flessen Fosso, 40.000 flessen Martin en 50.000 flessen Zento. De verpakkingskosten en de directe loonkosten zijn proportioneel variabel met de afzet. De normale afzet is 75% van de maximale afzet en de verwachte afzet voor jaar 1 is 80% van de maximale afzet. Wat zijn de totale begrote constante kosten voor alle flessen wijn tezamen voor jaar 1? Geef ook de berekening. Antwoord € 541.500 Feedback 75% x 80.000 x € 180/100 + 75% x 60.000 x € 200/100 x 75% x 40.000 x € 520/100 + 75% x 50.000 x € 500/100 = € 541.500 75% x maximale afzet 1 punt € 541.500 1 punt Vraag 12 – 2 punten Een machine voor het verpakken van koekjes met een aanschafprijs van € 100.000 wordt in vijf jaar afgeschreven met 40% van de boekwaarde aan het begin van het jaar. De interestkosten van de verpakkingsmachine in het derde gebruiksjaar zijn € 1.728. De complementaire kosten zijn in het derde gebruiksjaar € 10.500 en zijn voor 50% variabel. Het verwachte aantal machine-uren in het derde gebruiksjaar is 2.100. Het normale aantal machine-uren per jaar is 2.000. Wat is, afgerond op € 0,10, het machine-uurtarief van de verpakkingsmachine in het derde gebruiksjaar? Geef ook de berekening. Antwoord € 13,20 Feedback Constante kosten Afschrijving 40% x € 100.000 x 0,62 = € 14.400 Interestkosten € 1.728 Complementaire kosten 50% x € 10.500 € 5.250 € 21.378 / 2.000 = € 10,689 Variabele kosten complementaire kosten€ 5.250 / 2.100 = € 2,50 Machine uurtarief € 13,189 afgerond € 13,20 € 10,69 1 punt € 2,50 1 punt Vraag 13 – 2 punten Onderneming Hersbach koopt en verkoopt stoelen. De stoelen worden geadministreerd tegen een vaste verrekenprijs, die bestaat uit de verwachte inkoopprijs inclusief de verwachte directe inkoopkosten. Voor jaar 1 is de verwachte inkoopprijs € 22,50 en zijn de directe inkoopkosten € 1,10. De normale inkoop en verkoop zijn 3.000 stoelen per maand. De totale constante indirecte inkoopkosten zijn € 324.000 per jaar. De verkoopkosten, die geheel constant zijn, zijn € 15.000 per maand. Wat is de commerciële kostprijs van een stoel? Geef ook de berekening. Antwoord € 37,60 Feedback Inkoopprijs inclusief directe inkoopkosten € 23,60 Indirecte inkoopkosten € 324.000 / 3.000 x 12 € 9 Verkoopkosten € 15.000 / 3.000 € 5 € 37,60 € 9 1 punt € 37,60 1 punt Casus bij vraag 14 tot en met 17 Verpakkingsmachine ijsjes Handelsonderneming Schalk koopt, verpakt en verkoopt ijsjes. Voor het inpakken van de ijsjes wordt een verpakkingsmachine gebruikt. Jaarlijks worden 25.000 ijsjes verpakt en verkocht. De aanschafprijs van de verpakkingsmachine is € 250.000. De restwaarde is op elk moment nihil. De technische gebruiksduur van de verpakkingsmachine is vijf jaar. De interestkosten zijn 6% van het gemiddeld gedurende de gehele gebruiksduur in de verpakkingsmachine geïnvesteerde vermogen. De complementaire kosten hebben het volgende verloop: Jaar 1 2 3 4 5 Complementaire kosten € 2.500 € 11.500 € 22.000 € 45.000 € 90.000 Vraag 14 – 1 punt Wat zijn de jaarlijkse afschrijvingskosten van de verpakkingsmachine op basis van de technische gebruiksduur? Geef ook de berekening. Antwoord € 50.000 Feedback € 250.000 / 5 = € 50.000 Vraag 15 – 1 punt Wat is de jaarlijks ingecalculeerde interest op de verpakkingsmachine? Geef ook de berekening. Antwoord € 7.500 Feedback 6% x € 250.000 / 2 = € 7.500 Vraag 16 – 2 punten Wat is de economische gebruiksduur van de verpakkingsmachine? Vul hiervoor de onderstaande tabel in. Antwoord 4 jaar Feedback Jaar Cumulatieve Cumulatieve Cumulatieve Cumulatieve Aantal afschrijvings- Interestcomplementaire totale stuks kosten kosten kosten kosten 1 2 3 4 5 250.000 250.000 250.000 250.000 250.000 7.500 15.000 22.500 30.000 37.500 De economische gebruiksduur is: 4 jaar Cumulatieve totale kosten 1 punten 2.500 14.000 36.000 81.000 171.000 260.000 279.000 308.500 361.000 458.500 25.000 50.000 75.000 100.000 125.000 Kosten per stuk 10,40 5,58 4,11 3,61 3,67 4 jaar 1 punt Vraag 17– 2 punten Handelsonderneming Schalk stelt een afschrijvingsplan op. Hiertoe berekent ze de waarde van de prestaties door de bij vraag 16 berekende kosten per stuk te vermenigvuldigen met de jaarlijkse afzet. Door vervolgens de jaarlijkse interest- en complementaire kosten hierop in mindering te brengen, blijft een bedrag over dat beschikbaar is voor afschrijving. Wat zijn, via het hierboven beschreven afschrijvingsplan, de afschrijvingskosten van de verpakkingsmachine in jaar 1? Geef ook de berekening. Antwoord € 80.250 Feedback 25.000 x € 3,61 - € 7.500 - € 2.500 = € 80.250 2/0 punten Vraag 18 – 2 punten Onderneming Hoogendoorn verkoopt en installeert audioapparatuur voor auto’s. Er worden drie typen audioapparatuur verkocht: type Loudy, type Sound en type Black. Voor jaar 1 zijn de volgende gegevens van deze audioapparatuur gegeven: Verkoopprijs inclusief installatiekosten Variabele kosten in een percentage van de verkoopprijs Aantal verkochte apparaten per jaar Loudy Sound Black € 150 € 300 € 450 40% 35% 30% 800 1.200 1.000 De verkoopprijzen zijn exclusief omzetbelasting. Wat is de totale dekkingsbijdrage voor jaar 1? Geef ook de berekening. Antwoord € 621.000 Feedback 800 x 60% x € 150 + 1.200 x 65% x € 300 + 1.000 x 70% x € 450 = € 621.000 Vraag 19 – 2 punten De kostprijs van een tablet is € 520. De kostprijs bestaat voor 70% uit variabele kosten en voor 30% uit constante kosten. De verkoopprijs van een tablet is € 968 inclusief 21% omzetbelasting. Over het afgesloten boekjaar 1 is het volgend bekend: • de normale verkoop is 1.200 tablets; • de werkelijke verkoop is 1.300 tablets. Wat is, afgerond in hele euro’s, de break-evenomzet over het afgesloten boekjaar 1 voor tablets? Geef ook de berekening. Antwoord € 344.000 Feedback C = 30% x € 520 x 1.200 = € 187.200 p = € 968 / 1,21 = € 800 v = 70% x € 520 = € 364 BEA = € 187.200 / (€ 800 - € 364) = 429,3…afgerond 430 BEO = 430 x € 800 = € 344.000 1 punt 1 punt Vraag 20 – 2 punten Onderneming Van Voorst verkoopt boormachines. De verkoopprijs per product is € 72,60 inclusief 21% omzetbelasting. De normale afzet is gelijkmatig over het jaar verdeeld en is bepaald op 20.000 boormachines per jaar. De inkoopprijs inclusief transportkosten is € 30 per boormachine. De constante verkoopkosten zijn € 100.000 per jaar. De variabele verkoopkosten zijn € 7 per boormachine en zijn proportioneel variabel. In het eerste kwartaal van jaar 1 van zijn 4.790 boormachines verkocht. Wat is het bedrijfsresultaat van de boormachines over het eerste kwartaal van jaar 1 op basis van de direct costing-methode? Geef ook de berekening. Antwoord € 85.170 Feedback Omzet 4.790 x € 72,60/1,21 = Variabele kosten 4.790 x (€ 30 + € 7) = Dekkingsbijdrage Constante kosten € 100.000 / 4 Bedrijfsresultaat volgens DC € 287.400 € 177.230 € 110.170 € 25.000 € 85.170 1 punt 1 punt Vraag 21 – 3 punten Onderneming Schouten koopt en verkoopt onder andere stofzuigers. Voor jaar 1 zijn de volgende gegevens over de stofzuiger bekend: • de normale inkoop en verkoop is 40.000 stofzuigers per jaar. De in- en verkopen zijn gelijkmatig over het jaar gespreid; • de standaard commerciële kostprijs per stofzuiger is € 92; • de verkoopprijs inclusief 21% omzetbelasting per stofzuiger is € 145,20; • de constante kosten in de standaard commerciële kostprijs bestaan uit constante machinekosten van € 8 en de constante verkoopkosten van € 1,60; • de werkelijke afzet van de stofzuigers in het eerste kwartaal van jaar 1 is 11.000 producten. Wat is voor de stofzuiger het bedrijfsresultaat op basis van absorption costing over het eerste kwartaal van jaar 1? Geef ook de berekening. Antwoord € 317.600 voordelig Feedback Verkoopresultaat 11.000 x (€ 145,20/1,21 - € 92) = € 308.000 voordelig Bezettingsresultaat (11.000 – 10.000) x € 9,60 = € 9.600 voordelig Bedrijfsresultaat volgens AC € 317.600 voordelig 1 punt 1 punt 1 punt Vraag 22 – 3 punten Van eenmansbedrijf Hulsbergen is over jaar 1 het volgende gegeven: • eigen vermogen aan het begin van jaar 1 € 107.740 • eigen vermogen aan het eind van jaar 1 € 128.855 • privéopname uit de zaak door de eigenaar per kas € 27.400 • door de eigenaar uit de zaak onttrokken goederen voor eigen gebruik € 1.400 • door de eigenaar op de bankrekening van de zaak gestort in verband met de verkoop van privéaandelen € 3.000 Bereken de nettowinst over jaar 1. Geef ook de berekening. Antwoord € 46.915 Feedback Eigen vermogen begin jaar 1 Nettowinst Privé opnamen € 27.400 + € 1.400 Privé storting Eigen vermogen eind jaar 1 € 107.740 € € 28.800 – € 3.000 + € 128.855 Nettowinst is € 46.915 1 punt mutatie eigen vermogen (€ 21.115) 1 punt privéopnamen (€ 28.800) 1 punt privéstortingen (€ 3.000)