Brood delen/vermenigvuldigen – eeuwenoud en overal

advertisement
Brood delen/vermenigvuldigen – eeuwenoud en overal
Wonderverhalen komen voor in de evangeliën, maar ze behoren ook tot de mondelinge en
schriftelijke verhaaltradities in verschillende culturen (de antieke joodse, maar ook Griekse,
Romeinse, vroegchristelijke en islamitische wereld, zelfs Perzië en China). Dergelijke verhalen en
mythische motieven lijken verrassend veel op elkaar. Het zijn archetypische verhalen die altijd en
overal opduiken.
1. Broodwonderen in het Oude Testament
Het broodverhaal is voor de vier evangelisten zo belangrijk omdat de band tussen de Jezusfiguur
en de profeten uit het O.T. hiermee duidelijk werd : zoals Jezus in sommige verhalen de allures
van een tweede Mozes krijgt, zo krijgt hij hier de allures van een echte profeet. In het Oude
Testament, nl. in het boek 2 Koningen 4,42-44 is er sprake van een voedselwonder, verricht door
de profeet Elisa (9de eeuw v. Chr.)
Op een dag kwam iemand uit Baal-Salisa. In zijn tas bracht hij voor de man van God 20
gerstebroden en wat vers koren mee.
Elisa zei: “Geef dit te eten aan de mannen”.
Zijn dienaar antwoordde: “Hoe kan ik dit nu voorzetten aan honderd man?”
Maar Elisa herhaalde: “Geef het de mannen te eten, want zo spreekt JHWH: zij zullen eten
en overhouden”.
Nu zette hij het de mannen voor. Zij aten en hielden nog over, zoals JHWH gezegd had.
Uit weinig eten of drinken een grote hoeveelheid te voorschijn halen is een veel voorkomend
vertelpatroon.
Dezelfde Elisa laat uit een vaatje olie een hele reeks kruiken tappen, waarmee een arme
weduwe en haar kinderen hun schuldeisers kunnen betalen. (2Kon. 4,1-7)
Op vraag van Mozes laat God zelf 40 jaar, elke ochtend het Manna neerdalen in de
woestijn. Het volk leert hoe ze samen kunnen overleven, door de ‘gebruiksaanwijzing’ te
leren respecteren: brood blijkt alleen eetbaar als je het deelt. (Wat opgepot wordt, begint
te stinken.) Een samenleving waarin eten genoeg is voor allen vraagt voortdurend
‘broodvermenigvuldiging’.
2. Broodverhalen in het Boeddhisme en de Islam
Deze vaste vertelpatronen duiken ook op in andere godsdiensten.
Terwijl Boeddha (5e eeuw v. Chr.) en zijn leerlingen aten, bleven het voedsel en de drank
onverminderd. De gastheer dacht bij zichzelf: hoe wonderlijk is dit. Ik wenste dat ik al
mijn verwanten en vrienden had uitgenodigd. Toen kwamen die onverwachts in grote
groepen op bezoek. Hoewel de kamer en het huis te klein waren, vond iedereen plaats. Zij
zetten zich aan tafel neer en er was genoeg voor allen. Boeddha nam een stuk van de
koek. De monniken ook. De koeken raakten niet op. Na de maaltijd verzamelde men de
resten in twaalf korven.
Mohammed zorgt ervoor dat één stuk vlees en één kruik water volstaat voor veertig
feestgangers, één gebraden geitje voor een het hele leger dat Medina belegert. De koran
vertelt de broodvermenigvuldiging van Jezus (= 'Isja') trouwens ook in een ietwat
opgesmukte versie in Sura 5,112-115. De apostelen vragen aan Jezus dat hij een feestelijk
gedekte tafel uit de hemel zou doen neerdalen, want ze hebben trek in een goede maaltijd.
Jezus wendt zich tot Allah en ziedaar, een met linnen gedekte tafel komt uit de lucht
gevallen.
3. Nog meer verhalen met brood, melk, en bier…
‘Heilige’ mannen en vrouwen blijken tijdens de Middeleeuwen in staat om voedselwonderen te
voltrekken.
Er zijn de traditionele wijn- en biermirakels door o.a. Arnoldus, patroon van de
brouwers.
Franciscus van Assisi vermenigvuldigde brood voor hongerige passagiers op een schip
onderweg naar Syrië.
De lerse abdis van Kildare deed hetzelfde met de melk van haar koeien.
Ook Don Bosco's mand raakte niet leeg in het opvangtehuis voor kansarme kinderen.
De Turkse bisschop Sint Nicolaas zorgde eveneens voor een graanwonder voor arme
kinderen, door een graanvoorraad (uit een boot) te herverdelen.
4. Sterke verhalen voor belangrijke daden
De kern van de verhalen is steeds dezelfde: het wonderverhaal toont hoe mannen en vrouwen
bekommerd zijn om de basisbehoeften van allen en hoe zij die problemen aanpakken en tot een
oplossing komen. Het gebaar van (eten en drinken) breken en delen met elkaar en met de
zwaksten, is in de christelijke traditie uitgekozen als één van de meest sprekende gebaren van
Jezus en zijn groep. Het ritueel dat wekelijks de herinnering aan Jezus wil oproepen, roept ook
telkens de droom en het verlangen wakker naar een solidaire wereld, waar eten en drinken is voor
allen. 'De communie' is je bereidheid tonen om zulke solidaire samenleving mee te helpen
verwezenlijken waar je kan. Dit veronderstelt dat christenen zich oefenen in een houding van
solidariteit, want tussen 'schrokkers en hongerigen is samenleven onmogelijk'. (citaat van
Dorothee Sölle, theologe uit Duitsland, overleden in 2003)
Deze droom van 'eten en drinken voor allen', blijft ook vandaag nog een visioen.
Dagelijks een portie lekker en gezond voedsel, dat is momenteel niet weggelegd voor 800 miljoen
mensen. Op de Wereldvoedseltop heeft de internationale gemeenschap zich tot doel gesteld om het
aantal chronisch ondervoede mensen tegen 2015 terug te brengen tot 400 miljoen. Volgens
berekeningen van wetenschappers zijn wij in staat om alle wereldburgers te voeden, maar dan wel
op voorwaarde dat de rijkste landen een versobering en een herverdeling doorvoeren. Sommige
vegetarische groepen zijn omwille van deze reden tegen het eten van vlees, omdat dieren zeer veel
graan verorberen dat anders onder mensen kan verdeeld worden voor rechtstreekse consumptie.
Download