Handelscontracten Teksten deel 2

advertisement
HCTT Deel 2: Onderneming in Going Concern
Tekst 1: L. Moris- Preambules
I Omschrijving Definitie Preambule = het gedeelte van de overeenkomst dat voorafgaat aan het
bindend gedeelte van de overeenkomst, en waarin de partijen een aantal
nuttig geachte verklaringen opnemen, die in beginsel louter op zichzelf
niet bindend zijn, maar bijdragen tot de interpretatie van de bepalingen
die in het bindend gedeelte van de overeenkomst zijn opgenomen.
Onderscheid met aanverwante clausules
• Onderscheid tussen een preambule en een bindende
clausule, opgenomen in het corpus van de overeenkomst
Niet elk instrumentum is bindend ex. art. 1134 BW, het beginsel van de
wilsautonomie geldt immers. Dwz dat de ongebondenheid geldt als
uitgangspunt. Voor het bindend gedeelte staat “wordt overeengekomen
wat volgt”. Bijgevolg is het moeilijk om te weten welk deel van de
overeenkomst bindende kracht geeft, de wil van de partijen moet telkens
nagegaan worden. Men vindt in de praktijk vaak toch bindende afspraken
terug in de preambule: een kwaliteitsclausule, een clausule met
tijdsbepaling, een opschortende voorwaarde,… Het is aangewezen om de
preambule duidelijk te onderscheiden van het bindend gedeelte van de
overeenkomst. Dit doe je het best door uitsluitend niet-bindende
overwegingen op te nemen in de preambule die los staan van de
daadwerkelijke contractuele rechten en verbintenissen. Als dit niet
gebeurt, bestaat het risico dat:
• Er tegenstrijdigheden ontstaan tussen de preambule en het
corpus;
• De afspraken in de preambule door de rechter als niet-bindend
beschouwd zullen worden, terwijl dit misschien niet de bedoeling
was.
Daarom is het nuttig om de preambule voor te behouden voor de
interpretatie van de bindende bepalingen uit het corpus.
Ondanks het niet-bindend karakter kunnen preambules toch bepaalde
juridische gevolgen hebben. De preambule bevat immers overwegingen
die de partijen als correct en overeenstemmend met de waarheid
beschouwd hebben. Bij latere betwistingen zal de rechter zich vaak laten
leiden door wat opgenomen is in de preambule om de
gemeenschappelijke bedoeling van de partijen te achterhalen.
• Onderscheid tussen een preambule en een
interpretatieclausule
Een interpretatieclausule is bedoeld om het contract op een bepaalde
manier te doen interpreteren en staat in het bindend gedeelte van de
overeenkomst (vb.: vierhoekenbeding). Een bepaalde interpretatie die in
de preambule wordt opgenomen regelt in principe niet op bindende wijze
de te volgen interpretatie, een interpretatiebeding doet dat wel op
bindende wijze.
• Onderscheid tussen een preambule en een clausule met
opschortende tijdsbepaling of opschortende voorwaarde
Deze clausules worden ook soms opgenomen in de preambule, vb.:
“Onderhavige overeenkomst treedt in werking op het ogenblik van de
ondertekening van overeenkomst x”. Gezien het gaat om clausules met
bindende kracht is het niet aangewezen om deze in de preambule op te
nemen.
• Onderscheid tussen een preambule en een clausule
houdende definiëring van contractuele termen
Bij ingewikkelde contracten wordt vaak in het begin van de overeenkomst
een clausule opgenomen waarin termen gedefinieerd worden. Hoewel het
toch soms gebeurt in de praktijk is het aangewezen om dit niet in de
preambule te doen, dit om onduidelijkheden en/of tegenstrijdigheden te
vermijden.
• Onderscheid tussen een preambule en een aanhangsel of
bijlage (avenant) aan de overeenkomst
Een aanhangsel of bijlage bevat bindende bepalingen en is een
afzonderlijk document dat aan het instrumentum van de overeenkomst
wordt gehecht. Vb.: algemene voorwaarden, een opsomming van de
producten die het voorwerp uitmaken van de overeenkomst, een tweede
overeenkomst die als ondeelbaar of afhankelijke van de eerste
overeenkomst wordt beschouwd,… Een bijlage kan ook bestaan uit een
overeenkomst die achteraf gesloten wordt, zo wordt de overeenkomst
achteraf gewijzigd. Het verschil tussen een preambule en een bijlage is
dat een preambule in het instrumentum zelf wordt opgenomen en (in
principe) geen bindende bepalingen bevat.
• Onderscheid tussen een preambule en een gentlemen’s
agreement of een intentieverklaring
Een gentlemen’s agreement of intentieverklaring is een op zichzelf
staande overeenkomst, in het kader van onderhandelingen over een
overeenkomst die de partijen beogen te sluiten op een later ogenblik,
waarin (in principe) geen bindende afspraken worden gemaakt (vb.: de
plicht om te goeder trouw verder te onderhandelen). Het verschil met een
preambule is dat er bij een preambule al sprake is van een definitief
bindend akkoord op het ogenblik dat de preambule wordt opgesteld. Een
ander verschil is dat de preambule wordt opgenomen in het instrumentum
van de overeenkomst zelf, zonder dat de preambule ene op zichzelf
staande overeenkomst inhoudt.
• Onderscheid tussen een preambule en een
voorovereenkomst of een voorbereidende overeenkomst
Een voorovereenkomst of voorbereidende overeenkomst zijn op zichzelf
staande overeenkomsten die voorafgaan aan het sluiten van de beoogde
overeenkomst en waarin bindende bepalingen worden opgenomen. Het
voorwerp van een voorovereenkomst is het sluiten van een latere
overeenkomst (vb.: optiecontract). Een voorbereidende overeenkomst
bevat verbintenissen die een latere overeenkomst voorbereiden (vb.:
bepalingen inzake de omkadering van de verdere onderhandelingen over
de uiteindelijke overeenkomst.
Het verschil met een preambule is dat een preambule (in principe) louter
niet-bindende overwegingen omvat, en dat zij niet op zichzelf bestaat. Zo
kan een voorovereenkomst of een voorbereidende overeenkomst ook een
preambule bevatten.
II Doelstelling Doel Juridisch bindende afspraken vastleggen? Het doel van een preambule is niet om juridisch bindende afspraken vast
te leggen. De partijen willen louter nuttig geachte verklaringen opnemen
en/of bepaalde omstandigheden die verband houden met de
contractsluiting duiden.
• Geen uniek aanwijsbaar doel
Er kan geen specifiek doel worden aangewezen dat de partijen voor ogen
hebben bij het opstellen van een preambule, aangezien dit verschilt van
geval tot geval. Voorbeelden zijn:
Het conformeren met de bestaande praktijk om een preambule
op te nemen;
• Het signaliseren van nuttig geachte informatie m.b.t. het
verleden, het heden en/of de toekomst (vb.: over de expertise
van de partijen, evt. vroegere handelspartners van de partijen,
de staat van de zaak die het voorwerp van de overeenkomst
uitmaakt,…);
• Het aangeven van het door partijen vooropgestelde doel dat
partijen beogen met de overeenkomst;
• Het beschrijven van de omstandigheden die tot de
contractsluiting hebben geleid;
• …
Nochtans is het enkel aangewezen om een preambule op te nemen als
deze effectief een meerwaarde biedt aan de overeenkomst, aangezien
•
bepalingen in een preambule steeds riskeren onvolledig te zijn of tot
onduidelijkheid kunnen leiden.
Nut Wanneer het nuttig is om een preambule op te nemen, is het aangewezen
om erop te letten dat er geen onduidelijkheden of tegenstrijdigheden in
de hand gewerkt worden. Voor bepaalde overeenkomsten kan een
preambule een meerwaarde bieden. Vb.:
• In het kader van het signaliseren van bepaalde informatie;
• In het kader van een eventueel later houvast bij de interpretatie
door de rechter;
• In het kader van het eventueel later te leveren bewijs van het
voorhanden zijn van wilsgebreken of van de naleving van
precontractuele informatieverplichtingen;
• In het kader van de beoordeling van de contractuele
aansprakelijkheid van de partijen;
• In het kader van een later beroep op een in de overeenkomst
opgenomen hardship-clausule
• In het kader van de situering van de overeenkomst t.o.v. andere
overeenkomsten
Types van overeenkomsten waarin een preambule wordt opgenomen Er bestaat geen specifieke vorm van overeenkomsten waarin preambules
steevast voorkomen, je vindt ze in allerhande overeenkomsten. Ze
worden wel bij uitstek opgenomen in internationale
(handels)overeenkomsten en dit om de interpretatie van de bindende
bepalingen te vergemakkelijken.
III Totstandkoming • Geen verplichting tot opname van een preambule
De opname ven preambules is niet verplicht.
• Geldigheids- en vormvereisten
De preambule komt tot stand samen met en op gelijke wijze als de
overeenkomst waar ze deel van uitmaakt.
• Vorm en plaats
Een preambule vindt men meestal terug na de titel van de overeenkomst
en de opsomming van de contractspartijen, en vóór het corpus van de
overeenkomst. De preambule komt ook voor de eventueel opgenomen
definities, daarom is het beter om bepaalde in de preambule gebruikte
termen daar niet te omschrijven, maar te kwalificeren als “hierna nader
gedefinieerd”.
IV Partijen Omdat de preambule een deel uitmaakt van de overeenkomst, zijn de
partijen dezelfde als de partijen bij de overeenkomst waarin de
preambule werd op genomen.
V Inhoud Hierna wordt enkel ingegaan op deze overwegingen of vaststellingen
waarvan de opname in de preambule het meest aangewezen is.
• Doel van de overeenkomst
In de preambule kan worden uiteengezet welk doel zij nastreven via de
sluiting van de overeenkomst. Deze overwegingen zullen een nuttig
instrument zijn om de gemeenschappelijke bedoeling van de partijen te
achterhalen bij een eventuele latere interpretatie door de rechter.
• Beweegredenen van de contractpartijen bij de sluiting van
de overeenkomst
In de preambule kan een omschrijving worden opgenomen de
omstandigheden en gegevens die partijen er hoofdzakelijk toe hebben
aangezet om de overeenkomst te sluiten. Vb.: X heeft de overeenkomst
gesloten met Y omwille van de bijzondere expertise van Y. Dit kan nuttig
zijn wanneer zij later het bestaan van een wilsgebrek zouden willen
bewijzen om de overeenkomst nietige te laten verklaren (vb.: partij Y
blijkt niet over de te verwachten expertise te beschikken).
Dergelijke overwegingen kunnen ook nuttig gebruikt worden door een
rechter in het kader van de eventuele latere interpretatie van de
overeenkomst of bij een vordering in verval (caducité) ingevolge het
wegvallen van het voorwerp of de oorzaak.
• Omschrijving van de contractpartijen
In de preambule kan worden verduidelijkt wat het beroep is van de
partijen, wat hun expertise is, welke hun voorgaande handelspartners
waren,… Dergelijke overwegingen kunnen van belang zijn bij de
beoordeling van de aansprakelijkheid van de partijen. Als bvb de
preambule stelt dat partij X een grote expertise heeft, zal dit allicht tot
gevolg hebben dat een rechter hogere eisen zal stellen aan de kwaliteit
van de diensten die deze partij levert bij een eventuele latere beoordeling
van diens contractuele aansprakelijkheid. Een preambule kan ook
stipuleren dat een bepaalde partij net geen expertise heeft, dan zal de
rechter lagere eisen stellen.
Dergelijke overwegingen kunnen ook nuttig zijn wanneer later het bewijs
zou moeten geleverd worden van het intuitu-personae-karakter van de
overeenkomst.
Deze overwegingen kunnen ook nuttig gebruikt worden door een rechter
in het kader van een eventuele latere interpretatie van de overeenkomst.
• Omschrijving van het verloop van de onderhandelingen
Partijen kunnen in de preambule overwegingen opnemen m.b.t. het
verloop van de onderhandelingen voorafgaand aan de sluiting van de
overeenkomsten. Vb.: de duur van de onderhandelingen, de
moeilijkheden, verwijzing naar precontractuele documenten,… Dergelijke
overwegingen kunnen nuttig zijn bij de beoordeling van de vraag of de
partijen hun precontractuele informatieverplichtingen hebben nageleefd,
alsook voor de beoordeling van het al dan niet voorhanden zijn van een
culpa in contrahendo. Deze overwegingen kunnen ook nuttig zijn voor een
latere interpretatie van de overeenkomst.
• Signaleren van informatie
In preambules kan bvb vermeld worden dat partij X huurder is van een
bepaald pand, of dat partij Y op de hoogte is van het feit dat partij X
huurder is. Deze overwegingen kunnen nuttig zijn in het kader van het
bewijs. Partijen kunnen dan moeilijk ontkennen dat ze op de hoogte
waren van die feiten gezien ze vermeld staan in een door hen
ondertekend instrumentum. Partijen moeten wel opletten dat hiermee
niet geraakt wordt aan de eventuele clausules waarin de
garantieverplichtingen geregeld worden (vb.: bij beschrijving van de staat
van een voorwerp in de preambule).
• Omschrijving van de omstandigheden waarin de
contractpartijen hebben beslist om de overeenkomst te
sluiten
Vb.: economische, marktgebonden, persoonlijke omstandigheden.
Dergelijke omschrijvingen kunnen nuttig zijn wanneer een partij later
beroep wil doen op een in de overeenkomst opgenomen hardshipclausule. Een hardship-clausule regelt het gevolg van gewijzigde
omstandigheden tegenover de initiële omstandigheden waaronder het
contract gesloten werd, die het door partijen beoogde evenwicht
verstoren. Men moet hierbij wel opletten dat de tekst uit de preambule
niet tot tegenstrijdigheden of onduidelijkheden leidt door overlapping met
de hardship-clausule uit de overeenkomst zelf.
Wanneer er geen hardship-clausule is opgenomen, kunnen deze
overwegingen nuttig zijn in het kader van een latere beoordeling over het
aanwezig zijn van overmacht en/of rechtsmisbruik in hoofde van de partij
die de verdere uitvoering vordert bij gewijzigde omstandigheden.
Deze overwegingen kunnen ook nuttig zijn bij latere interpretatie door de
rechter.
• Situering t.o.v. andere overeenkomst(en)
In een preambule kunnen bepaalde voorcontracten en/of voorbereidende
contracten worden gesitueerd t.o.v. de overeenkomst zelf. Vb.: een
verwijzing naar een eerder geslote kaderovereenkomst). Ook kunnen er
overeenkomsten gesloten door één partij met derde partijen worden
gesitueerd t.o.v. de overeenkomst.
De opname van dergelijke overwegingen in de preambule kan tot gevolg
hebben dat de rechter bij een evt. latere interpretatie zich tevens zal
laten leiden door wat in die andere overeenkomsten werd opgenomen om
de gemeenschappelijke bedoeling van de partijen te achterhalen en te
interpreteren. Er moeten dan wel specifiek over gewaakt worden dat aan
die bepalingen geen bindende kracht wordt verleend. Zo is het niet
aangewezen om de bindende kracht van andere overeenkomsten in de
preambule te regelen. Het is beter om hiervoor een aparte clausule in het
bindend gedeelte van de overeenkomst op te nemen, of om in de
preambule de inwerkingtreding van de overeenkomst te regelen door
deze afhankelijk te stellen van de inwerkingtreding of ondertekening van
een andere overeenkomst (ook hiervoor wordt beter een afzonderlijke
clausule in het bindend gedeelte van de overeenkomst opgenomen).
VI Einde Normaliter worden er geen daadwerkelijke verbintenissen en/of bindende
contractuele clausules opgenomen in de preambule. Wanneer dat toch
gedaan wordt, zullen deze in de regel een einde nemen samen met de
volledige overeenkomst. In uitzonderlijke gevallen (nietconcurrentiebeding of geheimhoudingsbeding in de preambule), kunnen
deze bepalingen toch nog uitwerking hebben na de beëindiging van de
overeenkomst op zich.
VII Remediëring van inbreuken Indien er toch bindende bepalingen in de preambule staan, zal de
remediëring van inbreuken op deze clausule afhankelijk zijn van wat in de
betreffende bepaling werd opgenomen en of deze bepalingen aansluiten
bij de inhoud van het corpus van de overeenkomst
VIII Checklist ☑
Biedt de opname van een preambule een meerwaarde aan de
overeenkomst?
☑
Worden er geen bindende afspraken opgenomen in de preambule?
☑
Worden er geen overwegingen opgenomen in de preambule die
leiden tot onvolledigheden, onduidelijkheden en/of tegenstrijdigheden?
Worden er mee bepaald geen overwegingen opgenomen die verband
houden met de bindende clausules?
HCTT Deel 2: Onderneming in Going Concern
Tekst 2: A. Draulans en J. Rasquin- Overmachts-,imprevisie- en
hardshipclausules
Definities
Overmachtsbedingen = bedingen waarbij partijen de gebeurtenissen
beschrijven die in de overeenkomst zullen gelden als overmacht. Het
bepaalt ook de plichten van een door overmacht getroffen partij en de
gevolgen van de overmacht op de overeenkomst.
Imprevisieclausule = bedingen waarbij de partijen de gebeurtenissen
beschrijven die worden geacht het contractuele evenwicht grondig te
verstoren en worden aangemerkt als gevallen van imprevisie. Het bepaalt
de verplichtingen van de door hardship getroffen partij en de wijze hoe
het evenwicht moet worden hersteld.
Onderscheid met andere clausules
Onderscheid overmachts- en imprevisiebeding = overmacht slaat op
situaties waar zich , na de totstandkoming van de ovk, onvoorzienbare
gebeurtenissen voordoen die niet toerekenbaar zijn aan de partij die er
zich op beroept en die de uitvoering van de verbintenissen onmogeljk
maken. Het slachtoffer kan de opschorting of de bevrijding van de
verbintenissen verkrijgen.
De imprevisieleer stelt dat daarenboven de rechter de ovk tss de partijen
zou kunnen aanpssen als er onvoorzienbare en ontoerekenbare
gebeurtenissen zich voordoen die het evenwicht van de ovk verstoren
zodat de prestatie in onredelijke mate wordt verzwaard. Het verschil
tussen beide is dat bij overmacht vereist is dat de uitvoering van de
verbintenissen onmogelijk is geworden, volstaat het bij de imprevisieleer
dat de uitvoering moeilijker is geworden. zodat het evenwicht is
verstoord.
De Belgische rechtspraak staat eerder weigerachtig tov de imprevisieleer,
maar hierop zijn uitzonderingen en wordt het wel toegepast via bv. een
beroep te doen op rechtsmisbruik. De contractsvrijheid laat de partijen
trouwens toe om in een ovk het overmachtsbeding zodanig te definieren
dat het eigenlijk als een imprevisiebeding wordt toegepast.
Bij overmachtsbedingen is de sanctie meestal schorsing van de
verbintenissen en pas bij langdurige opschorthing kan er eventueel
opnieuw worden onderhandeld over de overeenkomst. Bij imprevisie staat
de heronderhandeling centraal van bij het begin. Schorsing wordt hier
enkel gebruikt tijdens het heronderhandelen of als sanctie voor het
mislukken van de heronderhandelingen.
Onderscheid tussen overmachtsbeding en beding vreemde oorzaak =
volgens sommige auteurs slaat op overmacht om een gebeurtenis met
geen enkele invloed van menselijk handelen, terwijl vreemde oorzaak ook
op een derde persoon kan slaan. Andere auteurs menen dat er geen
onderscheid is tussen beide, en nog andere stellen dan overmacht een
toepassingsgeval is van vreemde oorzaak.
Onderscheid tussen overmachts- of imprevisiebeding en indexatie- of
herzieningsclausule = indexatie- of iherzieningsclausule laten toe
verbintenissen van de ovk aan te passen aan de gekozen index of factor
en beschermen partijen tegen waardeschommelingen. Meestal hebben ze
betrekking op de kostprijs. Het is erop gericht het contractevenwicht
tussen de partijen te bewaren doorheen de volledige looptijd van de ovk.
Ze grijpen in op het niveau van de verbintenis zelf, terwijl
overmachtsbedingen slaan op de aansprakelijkheid en gevolgen van nietnakoming van de ovk.
Onderscheid tussen imprevisiebeding en gekwalificeerde benadeling = er
is gekwalificeerde benadeling als in een wederkerige ovk een duidelijke en
manifeste wanverhouding bestaat tussen de wederzijds bedongen
prestaties en deze het gevolg is van het uitbuiten door een van de
partijen van de zwakte, onwetendheid en minder gunstige positie van de
andere partij. Het laat de 'zwakke' partij toe de nietigheid van de ovk of
matiging van haar verbintenis te vorderen als ze aantoont dat er een
economisch onevenwicht bestond bij de totstandkoming van de ovk en
dat dit werd veroorzaakt door misbruik van haar inferioriteit. Bij
imprevisiebeding moet er nooit inferioriteit worden aangetoond en
imprevisie kan slecht ingeroepen worden als een aanvankelijk
evenwichtige verhouding negatief werd beïnvloed door omstandigheden
tijdens de ovk.
Onderscheid tussen overmachts- of imprevisiebedingen en bevrijdings- of
exoneratiebedingen = bij een bevrijdings- of exoneratiebeding kan een
partij bedingen dat bij het voordoen van een toekomstige gebeurtenis, ze
niet gehouden is tot nakming van de verbintenis en zich geheel of
gedeeltelijk van haar aansprakelijkheid kan bevrijden. Bij overmachts-of
imprevisiebedingen kan je enkel de aansprakelijheid beperken bij
gebeurtenissen die ten tijde van de totstandkoming van de ovk
onvoorzienbaar en ontoerekenbaar zijn.
Volgens de imprevisieleer is er de mogelijkheid om de verbintenisen aan
te passen en te heronderhandelen.
Onderscheid tussen overmachts- of imprevisiebeding en vrijwaringsbeding
= vrijwaringsbedingen zijn bedingen die een partij belasten met een
eventuele aansprakelijkheid die de wederpartij oploopt tov derden. De
partij die zo'n clausule bedingt wil de aansprakelijkheid afwenden van
diegene die volgens het gemeen recht het risico zou dragen, net als bij
overmachts- of imprevisiebedingen. Het verschil is dat bij
vrijwaringsbedingen een derde partij het risico van het onstaan van
aansprakelijkheid op zich neemt, terwijl bij overmachtsbedingen de
aansprakelijkheid gewoon van de schuldenaar naar de schuldeiser wordt
verschoven.
Onderscheid tussen imprevisiebeding en dwaling = een partij kan zich op
dwaling beroepen als ze aantoont dat ze bij de totstandkoming van de
ovk vergiste omtrent een substantieel element van deovk en dat ze het
aannemelijk kan maken dat het om een verschoonbare dwaling gaat (art
1110 BW). Er is dan geen wilsovereenstemming en de ovk is dan niet
geldig tot stand gekomen. Imprevisie geldt pas na de geldige
totstandkoming van de ovk. De sanctie is ook verschillend, bij dwaling
geldt de relatieve nietigheid, bij imprevisie het heronderhandelen van het
contract.
Doel en nut
Via een overmachtsclausule kunnen partijen hun aansprakelijk bij
sommige gebeurtenissen concensueel beperken, uitbreiden of preciseren.
Zo kan een overmachtsclausule rechtsonzekerheid voorkomen, de
wederpartij geruststellen, ...
Imprevisie wordt naar Belgisch recht niet erkend. Partijen zijn dus
genoodzaakt om contractueel in te grijpen als een aanpassing van het
contract wensen bij het voordoen van sommige gebeurtenissen. Dit zal
gebeuren adhv een imprevisieclausule.
Overmachts- en imprevisiebedingen zullen het vooral voorkomen bij
ovk'en waarbij de waarschijnlijkheid den de impact van onvoorzienbare
en ontoerekenbare gebeurtenissen het grootst zijn, zoals:
- langetermijncontracten
- economische sectoren die sterk afhankelijk zijn van de beschikbaarheid
en toelevering van grondstoffen (staal, ijzer,...)
- internationale contracten (vooral wegens de verschillen tussen nationale
rechtsstelsels).
Totstandkoming
De partijen zijn volledig vrij bij de onderhandelingen van de clausules.
Overmachts- of imprevisiebdingen zijn steeds afhankelijk van de noden
en bezorgheden van de partijen en hun onderhandelingspositie. Bij
hardship clausule moet je wel rekening houden met de veristen van
onvoorzienbaarheid en ontoerekenbaarheid. Partijen kunnen zich ook
enkel beroepen op overmacht en imprevisie met het oog op in de
toekomst te leveren prestaties. Ook oppassen voor een eventuele
herkwalificatie naar een exoneratiebeding als er twijfels zijn over de
voorzienbaarheid van de gebeurtenis.
Partijen
In de hardshipclausule moet duidelijk worden aangegeven welke
partij(en) zich kan beroepen op het beding, welke gebeurtenissen het om
gaat en de gevolgen.
Meestal wordt aan de clausules een intuitu personae-karakter verleend,
wegens de specifieke risico's van de partijen. Zo kunnen eventuele
derden die later tot het contract toetreden er zich niet op beroepen.
Inhoud - geldigheid
- Overmacht : de gemeenrechtelijke bepalingen ivm overmacht (art
1147-1148 BW) zijn van suppletief recht. Partijen mogen ervan afwijken
om overmacht te preciseren, uitbreiden of te beperken.
- Exoneratieclausules : clausules die bij overmachtssituaties een
aansprakelijkheidsbesperking inhouden zijn soms verkapte
exoneratieclausules. Bij beoordeling van de geldgheid moet men rekening
houden met beperkingen die gelden ivm exoneratieclausules.
- Consumentenovk'en : consumeten hebben als zwakkere partij extra
bescheming. De regels van het WMPC zijn van dwingend recht zodat
afstand ervan alleen mogelijk is nadat het recht door de beschermde
partij is verworven. Meer specifiek mag de consument niet het recht
worden afgenomen om als schuldenaar zich op overmacht te beroepen.
- Imprevisie : aan de geoorloofdheid van imprevisiebedingen zijn geen
beperkingen in principe. Er moet wel rekening worden gehouden met
bijzondere wetgeving zoals het WMPC, de handelshuurwet,... Bij
internationale ovk'en ook rekening houden met het feit dat in sommige
landen een verbod van imprevisieclausules geldt.
Bespreking van de modelclausule
In een overmachts- of imprevisieclausule kan je meestal 3 delen
onderscheiden: het eerste deel bevat een beschrijving van de
omstandigheden die als situaties van overmacht of imprevisie kunnen
worden aangemerkt (definities). Het tweede deel schrijft de stappen die
de getroffen partij moet ondernemen vooraleer ze zich op overmacht of
imprevisie kan beroepen (procedure). Het derde deel bepaalt de gevolgen
van een succesvol beroep op de clausule (gevolgen).
Eerst deel : definitie
- Aansprakelijkheidsbeperkende hardshipclausule : het beding moet
voorzuldig omschrijven welke omstandigheden worden gekwalificeerd als
gebeurtenissen van overmacht, dan wel gebeurtenissen van imprevisie.
Deze zijn de essentiële voorwaarden die aanleiding kunnen geven tot de
gevolgen.
Volgens het gemeen recht is er overmacht als een onvoorzienbare
gebeurtenis zich voordoet buiten de wil van de partijen, die de uitvoering
van de verbintenissen onmogelijk maakt. De clausule kan deze vereisten
versoepelen, of een limitatieve lijst opnemen van gebeurtenissen die
aanleiding kunnen geven tot opschorting/bevrijding van de
verbintenissen.
Als de partijen de definitie willen versoepelen, volstaat het het de
klassieke definite van hierboven over te nemen met weglating van 'buiten
de wil van de partijen' en 'onvoorzienbaar'. De voorwaarde van
onmogelijkheid wordt maar heel zelden uitgehold/weggelaten. Hij kan wel
worden verzacht.
Andere kiezen ervoor een lijst op te nemen van gebeurtenissen die als
overmacht in aanmerking worden genomen. Belangrijk is te vermelden of
het om een exemplatieve dan wel limitatieve lijst gaat. Ook belangrijk om
te vermelden of de situaties van de lijst nog moeten worden getoetst aan
de gemeenrechtelijke voorwaarden (onvoorzienbaarheid,
ontoerekenbaarheid, onmogelijkheid) of dat ze op zichzelf als overmacht
gelden.
De imprevisieleer verschilt slechts op 1 punt fundamenteel van de
overmachtsleer. Het verschil is de vereiste impact van het rechtsfeit op de
ovk. Imprevisie is er als het de ovk moeilijker maakt, verzwaart.
Onmogelijkheid wordt niet vereist. De vereisten van voorzienbaarheid en
toerekenbaarheid gelden wel. Bij imprevisie is het belangrijk te
benadrukken hoe zwaar de impact moet zijn om toepassing te vinden.
Men moet dus zowel de gebeurtenissen vermelden als de impact dat deze
hebben op de uitvoering van de ovk. De omstandigheden die aanleiding
geven tot hardship kunnen in algemene dan wel specifieke bewoordingen
omschreven woren. Bij imprevisie gaan partijen uit van gebeurtenissen
die het initiële evenwicht verstoren.
Men kan abstractie maken van de vereiste impact van gebeurtenissen,
door met een opsomming van gebeurtenissen te maken die als imprevisie
worden beschouwd. Een lijst van imprevisiegebeurtenissen is wel
risicovoller om te gebruiken dan een lijst met overmachtsrisico's, omdat
een groot aantal gebeurtenissen zo kunnen worden weggelaten uit de
toepassing van de imprevisieleer.
Om de intensiteit van de impact die nodig is aan te geven, kunnen
kwantitatieve of kwalitatieve criteria gebruikt worden.
De kwalitatieve criteria kunnen objectief of subjectief zijn. Kwalitatieve
criteria tonen het verstoring van het evenwicht. Bij objectieve criteria
bieden de partijen een aantal parameters adh waarvan zij kunnen
aantonen dat er onevenredige schade is door wijzigingen. Bij objectieve
criteria wordt de draagwijdte van de clausule wel sterk uitgebreid en is er
niet altijd voldoende zekerheid omtrent de interpretatie ervan.
Subjectieve criteria verwijzen naar de impact van de hardship op de
benadeelde partij en hanteren maatstaven als goede trouw en billijkheid.
Ze zijn echter ook vatbaar voor interpretatie en leiden tot een verhoogde
onzekerheid aangaan de uitvoering van het contract.
Kwantitatieve criteria beschrijven de verzwaring van de verbintenis op
kwantitatieve wijze. Dit gebeurt door gebruik van termen als
'substantieel, fundamenteel,...'
-Aansprakelijkheidsuitbreidende hardshipclausule : hierdoor kan een
partij aan de wederpartij de zekerheid bieden dat ze bij bepaalde
omstandigheden geen beroep zal doen op de overmacht om zich van haar
verbintenissen te ontdoen. Partijen kunnen via een waarborgbeding in
algemene bewoordingenelk beroep op overmacht of imprevisie voor een
of meer contractspartijen uitsluiten. Er kan ook worden voorzien in een
specifieke uitsluiting, door een negatieve opsomming van
omstandigheden die niet als overmacht of hardship mogen worden
beschouwd.
Belangrijk is dat een waarborgbeding afwijkt van het gemeen recht en
dus restrictief zal moeten worden geïnterpreteerd, en bij twijfel ten
nadele van diegene die het heeft bedongen.
Tweede deel : procedure
= onder welke voorwaarden kan de getroffen partij zich op een
hardship/overmachsclausule beroepen?
Pas als de procedure correct werd gevolgd, zal het beding uitwerking
hebben. Hieronder een opsomming van relevantie elementen die partijen
kunnen opnemen.
- Kennisgevingsplicht : de clausule moet de getroffen partij allereerst
verplichten om haar medepartij om de hoogte te stellen van de
omstandigheid die tot overmacht/imprevisie leidt en de intentie om er
zich op te beroepen. De kennisgeving zal alle relevante informatie moeten
bevatten waarover de getroffen partij beschikt op dat moment. Meestal
zal deze plicht gepaard gaan met een aantal vorm- en
termijnvoorwaarden. Partijen kunnen ervoor kiezen om de wijze waarom
de kennisgeving dient te gebeuren, te specificeren, en de termijn. Als
men een termijn bepaalt, moet men ook bepalen wanneer deze termijn
begint te lopen. Meestal wordt ervoor gekozen om het voordoen van de
gebeurtenis als beginpunt te kiezen. In bijlage van de ovk wordt meestal
een sjabloontekst van een kennisgeving gestoken.
- Bewijsplicht : de getroffen partij moet de overmachts- of
imprevisiesituatie ook bewijzen. Dit volgt uit art. 1315 BW, en als de ovk
niets vermeldt hierover en de partijen geraken het niet eens of er nu een
overmachtssituatie voorligt, dan zal de rechter hierover moeten beslissen.
Dit zorgt echter voor rechtsonzekerheid, dus zullen partijen best in de ovk
een beding toevoegen waarin wordt voorzien in de tussenkomst van een
arbiter die een bindende beslissing kan nemen aangaande het al dan niet
bestaan van een overmachtssituatie. Dit kost echter veel geld, dus in de
meeste gevallen zullen partijen bewijsregels opnemen die het toelaten om
zonder tussenkomst van een derde, vast te stellen of er nu
overmacht/imprevisie is of niet. De partijen zijn vrij om te bepalen welke
bewijsstukken de getroffen partij moet aanleveren om te kunnen spreken
van overmacht.
- Schadebeperkingsplicht : de door overmacht getroffen partij moet alle
redelijke maatregelen nemen om het hoofd te bieden aan een gebeurtenis
van overmacht, en eventueel kan ook bedongen worden dat de getroffen
partij alles in het werk moet stellen om zo snel mogelijk een einde te
maken aan de situatie van overmacht. De partijen kunnen ook bedingen
elkaar steun te geven in zulke sutuaties.
- Sancties : de verplichtingen zullen maar worden nageleefd als ze in
rechte kunnen worden afgedwongen. Daarom is het belangrijk dat de
partijen de sanctie bepalen voor de niet-naleving van de verplichtinge
opgenomen in de clausule. (voor vb'en van sancties die kunnen worden
opgenomen, zie de tekst p. 17 van 31, niet belangrijk denk ik).
Derde deel : gevolgen
Dit gedeelte is voor partijen doorgaans de belangrijkste reden om een
overmachts- of imprevisiebeding op te nemen. Hieronder een aantal
voorbeelden van mogelijke sancties.
- Gevolgen bij overmacht:
* Exoneratie: de getroffen partij zal niet aansprakelijk zijn voor nietnakoming van de verbintenissen die door overmacht zijn aangetast.
* Bevrijding: de getroffen verbintenissen gaan teniet ten gevolge van de
overmacht. (=ontbinding)
* Opschorting: slechts een opschorting van de door overmacht
aangetaste verbintenissen tijdens het voortduren van de
overmachtssituatie. Verder wordt meestal duidelijk gemaakt dat enkel
de verbintenissen die onmogelijk/verzwaard
zijn geworden mogen
worden opgeschort. Meestal wordt ook bepaal dat als de
overmacht
gedurende een langere periode aanhoudt, iedere partij het recht zonder
enige vergoeding de ovk eenzijdig te ontbinden.
* Heronderhandeling: alternatief voor ontbinding. De partijen kunnen bij
langdurige opschorting van de ovk overgaan tot heronderhandeling van
de
contractvoorwaarden. Partijen mogen ook de oorpspronkelijke ovk
amenderen,
ook als de ovk niet in een dergelijke heronderhandeling
voorziet. De clausule kan
ook bepalen dat bij het mislukken van de
heronderhandeling, elke partij nog het
recht heeft de ovk te ontbinden
zolang de overmachtssituatie voortduurt.
* Gemeen recht: als de clausule zelf geen bepalingen bevat omtrent de
gevolgen, wordt dit opgevuld door het gemeen recht. Uit het BW volgt
dat de schuldenaar
bevrijd is van zijn verbintenissen (=niet langer
gehouden tot nakoming van haar verbintenissen, zonder een
schadevergoeding te moeten betalen). Een tijdelijke overmachtssituatie
zal slechts aanleiding geven tot opschorting van de uitvoering
verbintenissen gedurende periode van overmacht.
van de
* Eenzijdige overeenkomsten: hier betekent de bevrijding van de debiteur
dat de
schuldeiser het economisch verlies draagt van de overmacht
waarop de debiteur
zich beroept. Dit is niet van toepassing als de
schuldenaar al in gebreke was
gesteld.
* Wederkerige overeenkomsten: bij niet-eigendomoverdragende ovk'en
wordt de
risicoleer toegepast. Dit houdt in dat als één van de partijen
in de definitieve onmogelijkheid is om haar verbintenissen na te komen,
de verbintenis van de wederpartij haar bestaansreden verliest en de ovk
ontbonden wordt. Betreffende ovk'en waar een eigendomsoverdracht van
een species, gaat het eigendomsrecht
over bij de contractsluiting. Als
de zaak voor de levering zou tenietgaan door overmacht, is de
schuldenaar bevrijd van leveringsplicht. De schuldeiser zal niet bevrijd
zijn van het betalen van de koopprijs. De schuldeiser bij een eenzijdige
ovk of een wederkerige ovk met eigendomsoverdracht die het
economische risico
van de overmacht niet wil dragen, wentelt dit
risico best contractueel af op de
tegenpartij.
* Kosten: in de moderne tijden brengt een opschorting van uitvoering van
verbintenissen redelijk wat kosten met zich mee. Dit kan heel onbillijk
zijn. Als de aard van eventuele kosten bij contractsluiting voorzienbaar is,
zal een zorgvuldig
schuldeiser dit willen afwentelen om wederpartij.
* Verzekerde gebeurtenis van overmacht: partijen kunnen overeenkomen
dat de
partij die overmachtsrisico draagt, zich laat verzekeren hier
tegen. De overmachtsclausule bepaalt dan in welke omstandigheden de
verzekerde een beroep zal doen op haar verzekeraar en waartoe de
schadeloosstelling zal worden aangewend.
- Gevolgen bij imprevisie:
* Heronderhandeling: hierop ligt de nadruk bij imprevisie. Bij een situatie
van hardship zullen de partijen echter nood hebben aan principes die de
heronderhandelingen richting geven, deze kunnen ze opnemen in de
imprevisieclausule. Als leidraad kunnen de partijen verwijzen naar een
objectieve standaard (vb: het oorspronkelijke contractuele evenwicht), er
kan ook verwezen worden naar subjectieve criteria (vb. goede trouw en
billijkheid). Objectieve criteria hebben als voordeel dat ze beter meetbaar
zijn en een grotere
rechtszekerheid geven. Subjectieve criteria bieden
een grotere vrijheid om te
onderhandelen.
Als de ovk een heronderhandelingsplicht oplegt, moeten de partijen ten
minste in overleg treden, op straffe van contractuele aansprakelijkheid.
Het is een middelenverbintenis. Het falen van de onderhandelingen zal
niet altijd kunnen
worden toegeschreven aan het gedrag van een
partij, en zal moeten worden beoordeeld adhv de objectieve of
subjectieve criteria in de clausule.
* Uitvoering van de overeenkomst: bij gebrek aan een onderhandelde
oplossing kunnen partijen gehouden zijn tot de volledige uitvoering van
de ovk.
* Opzegging van overeenkomst: vooral bij langetermijncontracten,
bedingt men
dat bij gebrek aan onderhandelde oplossing, elke partij
het recht heeft de ovk, met of zonder opzegtermijn, op te zeggen. Als dit
erin staat, moet er ook worden
voorzien in een minimale
onderhandelingstermijn, de vereiste kennisgeving en vormvoorwaarden
hiervan, de opzegtermijn,...
* Opschorting van de overeenkomst: alternatief voor opzegging. Partijen
komen
overeen dat bij mislukken van de heronderhandelingen de
wederzijdse
verbintenissen geschorst worden. De ovk kan slechts
herleven mits partijen een
compromis bereiken over een aanpassing
van de voorwaarden. Meestal wordt
voorzien in een automatische
opzegging als de periode van schorsing een
bepaalde termijn bereikt.
* Beroep op een derde: als de heronderhandelingen niet slagen, kunnen
de
partijen er nog voor kiezen de tussenkomst van een derde partij als
bemiddelaar
of arbiter te vragen om eventueel toch tot een
compromis te komen. De bemiddelaar zal, in tegenstelling tot
economische arbitrage, geen standpunt innemen. Hij zal trachten een
kader te scheppen voor de heronderhandelingen en zal voorstellen
formuleren. Een bemiddelaar komt minder bedreigend over dan een
arbiter en zal de relatie tussen de partijen minder aantasten. De clausule
moet wel duidelijk bepalen volgens welke procedure de bemiddelaar
wordt gekozen, wat zijn bevoegdheden zijn en de gevolgen als hij toch
niet slaagt. Partijen kunnen ook een berope doen op economische
arbitrage. Ze laten de aanpassing van de ovk dan volledig over aan een
expert. De clausule moet
bepalen hoe en wanneer de arbiters worden
aangesteld. Het beding moet ook voorzien in een precieze omschrijving
van de bevoegdheden van de arbiter. Ze kunnen hierbij bepalen welke
elementen van de ovk mogen veranderd worden en welke niet. De
arbitrageclausule kan naar wens van de partijen worden aangepast aan
hun vereisten.
* Opschorting van de verbintenissen tijdens heronderhandeling:
arbitrage, bemiddeling en heronderhandelingen kunnen lang duren. Wat
gebeurt er wederzijdse hoofdverplichtingen worden opgeschort totdat
een oplossing is bereikt.
* Partijbeslissing: uitzonderlijk wordt aan het imprevisiebeding een
unilateraal karakter gegeven. Dan krijgt één partij, het recht om te
bepalen of aan de
toepassingsvoorwaarden voor imprevisie werd
voldaan en welke gevolgen dit
heeft voor de ovk. Dit dient wel in
overeenstemming te zijn met de redelijkheid en billijkheid.
Toepassing van de hardshipclausule in de tijd
In het beding zullen de partijen moeten opnemen vanaf welk tijdstip de
overmachts- of imprevisiesituatie kan worden ingeroepen. Het beste is
een wachttermijn opnemen, zo kan het beroep op de clausule worden
uitgesloten voor een bepaalde duur zodat de partijen verzekerd zijn van
een stipte uitvoering van ovk gedurende een minimumperiode.
De duurtijd moet ook bedongen worden. Doorgaans zal de clausule
gelden gedurende de hele looptijd van de ovk. Partijen kunnen dit wel
beperken in de tijd als ze dit willen.
Einde van de overmachts- of imprevisiesituatie
Het is logisch dat als de situatie een einde neemt, de
contractvoorwaarden in hun oorspronkelijke vorm hersteld worden. Als
één van de partijen, of de derde-expert vaststelt dat de voorwaarden
voor hardship niet langer vervuld zijn, rust op hen een
kennisgevingsplicht hierover.
Als de ovk door de hardship ontbonden werd, wordt ze niet opnieuw
levendig door het einde van de overmachtsituatie.
Wat als de oorspronkelijke contractvoorwaarden werden aangepast als
gevolg van heronderhandelingen of een bindende derdenbeslissing? Best
bepalen partijden dan in het beding wat er in dit geval gebeurt met de
voorwaarden.
HCTT Deel 2: Onderneming in Going Concern
Tekst 3: W. Vaassen- Entire Agreement Clausules
Omschrijving
• Definitie en begripsbepaling
Bedingen waar partijen overeenkomen dat elementen, extern aan het
contract, hun eventuele autonome bindende, interpretatieve of
wilsgebreken veroorzakende waarde wordt ontnomen.
• Partijen willen enkel gebonden worden tot datgene opgenomen
in het contract, de interne elementen. = brede zijn
• Bedingen waar aan de precontractuele externe elementen geen
bindende waarde wordt gehecht = strikte zin
Interne elementen  Inhoud van het contract
Externe elementen Alles wat buiten de vermeldingen van het formele
contract valt.
Elementen die extern lijken kunnen intern worden door er
expliciet naar te verwijzen.
Alles wat met andere woorden niet in het contract staat, wordt
weggeveegd.
• Kan gevaarlijk zijn: Men moet goed het onderwerp van de
overeenkomst aflijnen en dat ook werkelijk alles erin staat.
• Het kan ook preciseren welke externe elementen worden
uitgesloten.
•
Opstelling- (1)Men zal zeggen dat alle precontractuele elementen worden
vernietigd en vervangen; (2) no-oral modification clausule inlassen; (3)
weren van implied terms= gebruiken, gewoonte, goede trouw,…;
(4)rechter verbieden om te interpreteren aan de hand van deze
elementen.
Interpreteren van een contract is het bepalen van de exacte draagwijdte;
het aanvullen is het creëren van verbintenissen buiten het contract.
• Aanvullen kan gebeuren door aan externe elementen autonome
contractuele waarde toe te kennen.
Essentieel element van een EAC is het ontkennen van bindende waarde
van externe elementen. Soms kan het doel ook zijn om de rechter te
beperken in zijn interpretatie.
• Algemene regel: Intepretatie door externe elementen mag
o Men zal duidelijk moeten stipuleren wat doel is: bindende
waarde ontkennen of ook interpretatieve waarde.
11/
 Een gewone EAC bevat enkel het eerste doel.
o De EAC is geen interpretatieclausule. Ze beperkt slechts
het object van de interpretatie en niet de interpretatie zelf.
Het is er wel een indien men bepaalde externe elementen
uitdrukkelijk uitsluit. Maar omdat te doen moet men in
interpretatie-uitsluitende clausules voorzien.
Het negotium van een contract is de rechtshandeling  De overeenkomst
Het instrumentum is de akte, het geschrift dat is opgesteld.
• Normaal gezien moet dit ook samenvallen  soms verschillen
partijen van mening.
o Volgens BW (1156) moet voorkeur gegeven worden aan
het negotium.
 Door een EAC wil men verzekeren dat het negotium
samenvalt met het instrumentum.  Men kan de wil
van de partijen nergens anders zoeken dan in het
contract zelf.
• Synoniemen en vertalingen
Vierhoekenbeding: wat buiten de vier hoeken van het contract valt, mag
niet leiden tot gebondenheid.
• Onderscheid met aanverwante clausules
Aan EAC kan kracht worden onderzet door andere bedingen, die dan als
zelfstandige (satelliet) clausule zijn ingeschreven, of zijn geïntegreerd in
de EAC.
o Interpretatieclausule
Men kan enerzijds een bepaalde interpretatie uitsluiten of een bepaalde
interpretatiemethode uitsluiten.  Kan in de wil van de partijen liggen en
dus geldig zijn (1134BW). Anderzijds is zo’n uitsluiting niet altijd geldig.
• Goede trouw is onvermijdbaar, 1156BW moeilijk uit te sluiten
Men kan een interpretatie-uitsluitende bepaling vinden, maar dat wil niet
zeggen dat men niet kan teruggrijpen naar externe elementen om iets
anders te doen dan te interpreteren vaststellen of er geen wilsgebreken
zijn.
Indien bij het doorlopen van de externe elementen die zijn toegestaan
nog altijd onduidelijkheid blijkt  EAC aan de kant.
o Vermelding ‘non-contractual document’
Men kan dat vaak vinden op bepaalde documenten  Aan een louter
eenzijdige vermelding, die een andere partij kan aanzetten tot
contracteren, kan men bezwaarlijk gevolg geven.
• Men kan hieraan contractuele waarde aangeven
• Indien partijen zijn overeengekomen om een precontractueel
een niet-contractuele waarde te geven is de situatie anders.
o Subject to contract
Partijen wisselen soms precontractueel documenten uit, zonder te willen
dat hierdoor juridische gevolgen ontstaan indien er toch geen ctt tot
stand zou komen.
• Door een STC wordt de aansprakelijkheid beperkt of sluit men
gebondenheid uit zolang er geen ctt is.
o De wil om juridische gevolgen te creëren wordt
uitgesteld naar een later tijdstip.
De STC integreert bepaalde documenten in een eventueel contract, een
EAC weert bepaalde eruit. De STC wordt precontractueel gebruikt, terwijl
een EAC pas gevolgen heeft na de sluiting van het contract.
o Ranking Clause/ Clause de priorité
Een contractuele relatie vindt vaak oorsprong in verschillende
documenten, die elk een andere waarde hebben. Door deze clausule
wordt bepaald welk document voorgaat op het andere.
o No Oral Modification clause
Men sluit de mogelijkheid om een contract te laten wijzigen door een
latere mondelinge afspraak. Deze clausule voorkomt niet alleen
mondelinge wijzigingen, ook andere wijzigingen. Toch zal op een bepaald
moment de goede trouw primeren. In Frankrijk en België zijn deze
bedingen, maar in belangrijke mate uitgehold in handelszaken, waar het
vrij bewijsrecht geldt.
o Non-Waiver clause
Men wil hierdoor vermijden dat gedrag van partijen wordt geïnterpreteerd
alsof ze afstand doen van een recht vervat in het contract. In het
Belgische recht valt te betwijfelen of deze clausule wordt aanvaard. Het is
niet zeker of men zomaar kan uitsluiten om afstand te doen van bepaalde
rechten.  Bijzondere toepassing van matigende werking van de goede
trouw.
o Non-reliance clause
Externe elementen zonder contractuele waarde kunnen wel aanleiding
geven tot opkomen van een wilsgebrek. Een gewone EAC heeft niet de
bedoeling dit uit te sluiten. Men kan wel in dergelijke clausule aangeven
dat niet-geïntegreerde elementen geen aanleiding hebben gegeven tot
contracteren.
• Enkel elementen die in het contract zijn opgenomen kunnen dan
aanleiding geven tot wilsgebreken.
Men wil hiermee vermijden dat bedrog of dwaling op basis van externe
elementen niet hebben geleid tot contracteren. Enkel interne elementen
zouden dat wel kunnen gedaan hebben.
o Waiver Clause
Partijen kunnen hier afstand doen van hun recht om op te komen uit
hoofde van dwaling, bedrog of precontractuele aansprakelijkheid. Dit is
een werkelijke afstand, itt de non-reliance waar men de mogelijkheden
om op te komen beperkt.
3. Doelstellingen en gebruik
• Doel
Een van de hoofddoelen is het creëren van rechtszekerheid. Men wil de
uitkomst van een eventueel zoveel mogelijk bepalen.  Een EAC is zeer
strak georganiseerd. De werkelijke wel moet dan wijken voor leemtes en
bewoordingen in ctt.
Duidelijk afbakenen van de uit het ctt komende verbintenissen. Men sluit
externe elementen uit van een autonome verbindende kracht.
• Dit geldt voor de partijen, maar ook voor de rechter.
Een derde doel kan het ontkennen zijn van gevolgen die kunnen
voortvloeien uit precontractuele fases.
Het uitsluiten van externe elementen kan zwak of sterk zijn, op twee
vlakken.
• Op vlak van inhoudsbepaling
o De sterkste vorm: rechter mag externe elementen niet
gebruiken om te interpreteren.
o Externe elementen kunnen geen contractuele waarde
hebben.
 Meer gebruikelijke vorm van een EAC.
• Temporeel vlak
o Alleen precontractuele of ook postcontractuele?
 Gewone EAC alleen precontractuele elementen.
Kan betekenen dat andere contracten geen waarde meer hebben.
• Wat met een contract met tegenbrief? Simulatie geldt enkel
tussen partijen en een EAC kan zoiets tegenhouden.
• Men kan ook vroegere contracten uitsluiten. Goed aanduiden
welke men wil uitsluiten en welke niet.
Een EAC kan ook bepaalde wilsgebreken contractueel beperken door te
stellen dat een wilsgebrek niet uit externe elementen kan ontstaan.
Een EAC kan het wijzigen van een contract bemoeilijken  NOM`
Een laatste, minder bekende functie  beperken van risico’s door
contracteren met een rechtspersoon. Het is een abstract en juridisch
figuur, waaruit de werkelijke wil moeilijk kan worden afgeleid.
• Gebruik
- Oorsprong is Angelsaksisch  Waarde van contract in continentaal
recht?
- Een EAC wordt vaak gezien als een boilerplate provision  Iets waar
niet bepaald apart wordt over nagedacht of wordt onderhandeld, maar
gewoon een deel is van de overeenkomst. Voor de tegenwerpelijkheid is
het wel belangrijk dat partijen ervan kennis hadden en ze dus aanvaard
hebben.
- Een EAC inlassen is handig bij lange onderhandelingen. De uiteindelijke
overeenkomst kan zeer sterk afwijken van de precontractuele
documenten. (zeer sterk aanwezig bij M&A)
- Ook sterk aanwezig bij internationale handel  lange onderhandelingen
en ctt is quasi exhaustief.
- Computercontracten  Klant heeft vaak specifieke eisen.
4. Totstandkoming
Op het einde van de onderhandelingen, vaak als boilerplate bepaling.
5. Partijen
Doorgaans van toepassing op alle partijen. Het is ook eerder het contract
dat onderworpen is aan de EAC.
Men moet ook rekening houden met specifieke wetgeving.
• Consumenten WMPC: EAC is inperken van bewijsmiddelen en
•
•
ongeldig; kan voorkomen in lijst met oneerlijke bedingen
Handelaars EAC is hier zeer effectief, door vrij bewijsrecht.
Arbeidscontracten  heeft dwingend vrij bewijssysteem. EAC is
moeilijk
6. Inhoud
• Algemeen
Wijziging van bewijsrecht, intepretatie(methode), aanvulling van
contractuele plichten, matiging van uitoefenen van ctte rechten,
wilsgebreken, aansprakelijkheidsvoorwaarden.
• EAC in Engels recht
Parol Evidence Rule- Extern bewijs mag niet leiden tot het tegenspreken,
wijzigen, toevoegen van of afdoen aan verbintenissen aan het geschreven
contract. Volledige contracten zijn volledig, onvolledige onvolledig. Bij
volledigheid van ctten kan men geen externe elementen gebruiken om
bijkomende verbintenissen te bewijzen  Rechtszekerheid
• Indien er geen geschreven contract is  vrij bewijsrecht
• Vanaf geschreven ctt  PER
o EAC is bevestiging van PER
PER heeft ook twee uitzonderingen
• Contract beschrijft niet volledige overeenkomst
o Extern bewijs is toegelaten om bijkomende verbintenissen
te bewijzen. Indien men in dergelijke contracten een EAC
opneemt is de PER wel van toepassing.
• Contract is collateral agreement.
o Verschillende contracten spreken elkaar tegen  EAC
oplossing.
EAC is ontstaan uit de wil van partijen om toepassing te geven aan PER.
• Vindt geen toepassing op postcontractueel bewijs.
PER sluit niet uit dat externe elementen mogen worden gebruikt ter
interpretatie.
•
EAC in Belgische recht
o Vertrekpunt: principiële geldigheid
Principiële geldigheid van de EAC, gezien contractuele vrijheid.
o Beheersen van de bewijsrechtelijke vereisten
1341 BW zegt dat boven een bepaalde prijs een geschrift voorhanden
moet zijn.  Rechtszekerheid, niet roekeloos contracteren,
vertrouwensbeginsel.
• Uitzonderingen: begin van geschrift kan aangevuld worden
(1347) instrumentum aanvullen om dichter bij negotium te
komen.
• Commercieel bewijsregime  Alle middelen van recht om
•
efficiëntie te vergroten: vertrouwen, vermijden van chilling
effect.
o Afwijken door EAC kan
1341 is alleen van toepassing bij bewijzen van contractuele
verbintenissen en primeert op 1156. Wanneer een rechter zoekt
naar de gemeenschappelijke wil, kan hij een geschrift niet doen
liegen.
o Beheersen van de contractuele interpretatie
Regels omtrent interpretatie zijn suppletief.  Hier subjectieve
interpretatie: gemeenschappelijke bedoeling van partijen nagaan.
• Werkelijke wil boven uitgedrukte.
Eerst zoeken naar wil binnen contract, indien onmogelijk  extern
•
EAC wil soms bereiken dat externe elementen worden
genegeerd, maar moet uitdrukkelijk worden opgenomen
aangezien een gewone EAC niet zover strekt.
o Beheersen van aanvulling van contractuele verplichtingen
en matiging van contractuele rechten
Contracten kunnen verplichten tot bepaalde verplichtingen, ondanks
afwezigheid van expliciete bepaling. Indien geconfronteerd met leemte,
naast essentiële bepalingen  1135 BW
•
•
•
Men mag afwijken van aanvullende regels.
Men kan gebruiken algemeen uitsluiten
Billijkheid in globo kan niet worden uitgesloten aangezien de link
met de goede trouw.
o Indien hij toch wordt uitgesloten zal rechter maar
problemen ondervinden indien hij een verplichting die uit
billijkheid voortvloeit wil opleggen  EAC aan de kant.
o Het beperken van het opkomen uit hoofde van
wilsgebreken
Indien toch wilsgebreken zouden blijken uit externe elementen zet men
de EAC aan de kant. In de civil law landen kan men geen afstand van
nietigheid doen. In België is afwijking met betrekking tot wilsgebreken
zelden mogelijk.  Dwaling en bedrog raken de openbare orde niet en
beschermen slechts particuliere belangen. Verschuiven van risico mag dus
wel.
o De EAC als exoneratiebeding
Zou kunnen leiden tot exoneratie van essentïele plichten, maar is geen
exoneratiebeding op zich. In België slechts in bepaalde gevallen geldig;
indien het daarvan afwijkt kan de EAC nietig worden verklaard. Om dit te
vermijden zal men ervoor moeten zorgen dat de wezenlijke
verbintenissen ook expliciet in het ctt staan.
DE EAC ONDER DCFR, UNIDROIT PRINCIPLES EN WEENS KOOPVERDRAG
• Unidroit Principles
Extern bewijs is steeds toegelaten  PER wordt niet gevolgd en geeft
grote bewijsvrijheid. Men kan dit voorkomen door een EAC in te lassen.
• DCFR (Draft Common Frame of Reference)
De EAC zou hier geen voorwerp van boilerplate provision mogen zijn en er
zou individueel over moeten onderhandeld worden, zo niet is ze slechts
een weerlegbaar vermoeden.
• Bedoeld om de consument te beschermen terwijl Unidroit zich
richt tot handelaars.
• Vermoeden is weerlegbaar  omkeren bewijslast
• Weens Koopverdrag
Bepaalt dat een overeenkomst door alle middelen kan worden bewezen.
Wanneer men de subjectieve wil niet kan achterhalen  objectieve
methode. In beide gevallen dient men rekening te houden met externe
elementen.
• Men kan afwijken hiervan, maar moet expliciet bedongen zijn.
7. Einde
Neemt aanvang bij het sluiten van de overeenkomst en heeft in zekere
zin terugwerkende kracht. Ze zal ook gevolgen hebben voor toekomstige,
externe elementen. Een gespecifieerd einde is niet bekend, maar kan wel
worden beëindigd door een later contract waar opnieuw een EAC in is
opgenomen.
8. Remediëring van inbreuken
Wanneer een partij buiten de vier hoeken treedt van de overeenkomst 
EAC oplossing. Een inbreuk is wanneer de uitvoering van de
overeenkomst niet overeenstemt met de inhoud van schriftelijk contract.
Van rechtstreekse inbreuken zal niet veel sprake zijn.
9. Besluit
Een instrument waarbij partijen verder willen gaan dan de toepassing van
de PER. Het geschreven contract is de enige vindplaats van de wil van de
partijen. De rechter wordt beperkt in zijn bevoegdheden en middelen om
de inhoud te bepalen. Wat interpretaties betreft sluiten de gewone EAC’s
niets uit. De gevolgen van wilsgebreken beperken stuit op afkeer in het
continentale recht. Bescherming tegen postcontractuele wijziging kan
door een NOM-clause en een non-waiver clause in te lassen.
10. Voorbeeldclausule- zie bron
11. Checklist- zie bron
Download