Overeenkomst van beëindiging in onderling overleg Tussen ..................................................................................................... , met maatschappelijke zetel te ..................................................................................................................................................................., vertegenwoordigd door .......................................................................... , hierna de werkgever genoemd; En ................................................................................., gedomicilieerd te ............................................... ..............................................................................................................., hierna de werknemer genoemd; WORDT HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN: Artikel 1 – Overeenkomstig de bepalingen van artikel 1134 van het Burgerlijk Wetboek, wordt de arbeidsovereenkomst gesloten tussen ondergetekenden, in onderling overleg beëindigd op ...................................…. Deze beëindiging van de arbeidsrelatie gaat dus niet gepaard met de kennisgeving van een opzegging, noch met de betaling van om het even welke compenserende opzeggingsvergoeding. Artikel 2 – (facultatief) De werkgever verbindt zich ertoe om bij het vertrek van de werknemer een brutovergoeding te storten ten bedrage van € ..................... (voluit: ......................................................... .................................................................................................................................................................. ) waarop sociale en fiscale afhoudingen zullen gebeuren. Artikel 3 – (facultatief) Bovendien werd het volgende overeengekomen: - .................................................................................................................................................................. - .................................................................................................................................................................. - .................................................................................................................................................................. - .................................................................................................................................................................. - .................................................................................................................................................................. Artikel 4 – Mits deze overeenkomst wordt uitgevoerd, zien beide partijen ervan af jegens elkaar aanspraak te maken op enig recht ontstaan uit of te ontstaan uit de arbeidsrelatie die tussen hen bestaan heeft. Bovendien zien beide partijen ervan af zich te beroepen op enige dwaling in feite of in rechte en op enige nalatigheid betreffende het bestaan of de omvang van hun rechten. Artikel 5 – Elke partij erkent een exemplaar ontvangen te hebben van deze overeenkomst. Opgemaakt in twee exemplaren ondertekend door de partijen te ..............................., op .................... Handtekening van de werkgever of zijn afgevaardigde Handtekening van de werknemer (voorafgegaan door de handgeschreven vermelding ‘gelezen en goedgekeurd’) Elk exemplaar moet door beide partijen ondertekend zijn. EIN 16 – Overeenkomst beëindiging in onderling overleg Partena – vereniging zonder winstoogmerk – erkend sociaal secretariaat van werkgevers bij MB van 3 maart 1949 onder het nr. 300. Maatschappelijke zetel: Kartuizersstraat 45, 1000 Brussel. Btw BE 0409.536.968. Het SSW Partena kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van dit model. Bijwerking van 1.10.2016