Handleiding voor de werkgever INFO-bochure Sociale

advertisement
Ministerie
van de Vlaamse
Gemeenschap
INFO
Afdeling Tewerkstelling
(Sociale Werkplaatsen)
Markiesstraat 1
1000
Brussel
Sociale Werkplaatsen
Handleiding voor de werkgever
Juli 2005
Bij deze infobrochure horen ook :
 het aanvraagformulier “Aanvraag tot erkenning als Sociale Werkplaats”;
 het model voor het opstellen van het ondernemingsplan
 de richtlijn van de VDAB voor het opstellen van het begeleidingsplan
Sociale Werkplaatsen INFO
INHOUD
1. Regelgeving
2. Sociale werkplaatsen
2.1. Historiek
2.2. Krachtlijnen
3. De erkenning als sociale werkplaats
3.1. Wie kan erkend worden als sociale werkplaats ?
3.2. Aan welke voorwaarden moet u voldoen ?
3.3. Hoe gebeurt de erkenning als sociale werkplaats ?
3.4. Wat is de rol van de erkenningscommissie ?
3.5. Hoe is de erkenningscommissie samengesteld ?
3.6. Wat is de rol van het RESOC ?
3.7. Duur van de erkenning
3.8. Jaarlijkse evaluatie van de erkenning
4. De aanvraagprocedure
4.1. Waaruit dient uw aanvraag te bestaan ?
4.2. Naar welk adres moet u de aanvraag sturen ?
4.3. Bij wie kunt u terecht voor meer informatie ?
4.4. Wie gaat uw aanvraag onderzoeken ?
4.5. Wie gaat beslissen over uw aanvraag ?
4.6. Hoeveel tijd neemt deze procedure in beslag ?
5. Het begeleidingsplan
5.1. Wat houdt het begeleidingsplan in ?
5.2. Wat houdt het individueel begeleidingsplan in ?
6. Het ondernemingsplan
6.1. Wat houdt het ondernemingsplan in ?
6.2. Hoe gaat u concreet te werk ?
7. De toeleiding en trajectbegeleiding
7.1. De toeleiding
7.2. De trajectbegeleiding
8. De aanwerving van de doelgroepwerknemers
8.1. Aan welke voorwaarden moeten de doelgroepwerknemers voldoen ?
8.2. Zijn er afwijkingen mogelijk op deze voorwaarden ?
8.3. Mag u ook andere werknemers tewerkstellen ?
8.4. Wanneer dient u de werknemers aanwerven ?
8.5. Zijn er afwijkingen mogelijk op de aanwervingstermijn?
8.6. Welke arbeidsovereenkomst sluit u met de werknemers ?
8.7. Wat als u een erkende doelgroepwerknemer moet vervangen?
8.8. Zijn er afwijkingen mogelijk op de vervangingstermijn?
2
Sociale Werkplaatsen INFO
9. De subsidiëring van de doelgroepwerknemers
9.1. Hoe verloopt de subsidiëring van de doelgroepwerknemers ?
9.2. Hoeveel bedraagt de loonpremie ?
9.3. Wat met eventuele andere subsidies ?
9.4. Welke loonpremie is van toepassing bij uitdiensttreding van een werknemer ?
9.5. Welk loon moet u aan de werknemers uitbetalen ?
9.6. Wie heeft recht op een herinschakelingsuitkering ?
9.7. Wie heeft recht op een financiële tussenkomst van het OCMW ?
9.8. Hoeveel bedragen de herinschakelingsuitkering en de financiële tussenkomst
van het OCMW ?
9.9. Kunt u genieten van een vermindering van de werkgeversbijdragen voor de
sociale zekerheid ?
10. De omkadering van de doelgroepwerknemers
10.1. Hoeveel omkadering dient u te voorzien ?
10.2. Aan welke voorwaarden moet het omkaderingspersoneel voldoen ?
10.3. Hoeveel bedraagt de omkaderingssubsidie ?
10.4. Hoe wordt de omkaderingssubsidie berekend ?
10.5. Wat met de omkaderingssubsidie bij uitdiensttreding van een
doelgroepwerknemer ?
11. Wijzigingen van de erkenning
11.1. Hernieuwing van de erkenning
11.2. Uitbreiding van de erkenning
11.3. Wijziging van de erkenning
11.4. Intrekking of schorsing van de erkenning
11.5. Beëindiging van de erkenning
12. De omkadering van de arbeidszorgmedewerkers
12.1. Wat zijn arbeidszorgmedewerkers ?
12.2. Hoe verloopt de toeleiding ?
12.3. Wat is een arbeidszorgovereenkomst ?
12.4. Wanneer kunt u aanspraak maken op gesubsidieerde omkadering van
arbeidszorgmedewerkers ?
12.5. Hoe wordt de maximale omkaderingspremie bepaald ?
12.6. Wie betaalt de omkaderingspremie uit ?
12.7. Met welke prestaties wordt er rekening gehouden?
12.8. Aan welke voorwaarden dient het omkaderingspersoneelslid te voldoen ?
12.9. Welke verbintenissen dient u aan te gaan ?
12.10. Aanvraagprocedure
13. Adviesbureaus
13.1. Bent u van plan een sociale werkplaats op te starten ?
13.2. Werd uw sociale werkplaats reeds erkend ?
13.3. Lijst van erkende adviesbureaus
3
Sociale Werkplaatsen INFO
1. REGELGEVING
 Decreet van 14 juli 1998 inzake sociale werkplaatsen.
 Besluit van de Vlaamse regering van 8 december 1998 tot uitvoering van het
decreet inzake sociale werkplaatsen, zoals tot op heden gewijzigd.
 Besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 tot veralgemening van
het stelsel van gesubsidieerde contractuelen, zoals tot op heden gewijzigd.
 Besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van
het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel
van door de staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke
besturen, zoals tot op heden gewijzigd.
 Besluit van de Vlaamse regering van 8 september 2000 houdende een impulsen ondersteuningsprogramma van de meerwaardeneconomie, zoals tot op
heden gewijzigd.
U kunt de volledige (gecoördineerde) tekst van deze besluiten terugvinden op de
website van de Vlaamse codex : www.vlaanderen.be/codex.
4
Sociale Werkplaatsen INFO
2. SOCIALE WERKPLAATSEN
2.1. Historiek
Eind 1994 startte het experiment sociale werkplaatsen in het kader van de
gesco-regelgeving met als opzet moeilijk tot onbemiddelbare werklozen tewerk
te stellen in een beschermde werkomgeving.
Van bij het begin was het de bedoeling deze vorm van tewerkstelling een
structurele basis te geven. Dit gebeurde op 14 juli 1998 via het decreet inzake
sociale werkplaatsen.
De uitvoeringsbesluiten werden goedgekeurd op 8 december 1998.
2.2. Krachtlijnen
 Een degelijk management en omkaderingspersoneel
De persoonsgebonden ‘loon’premie en de omkaderingsbetoelaging worden
gescheiden. In het experiment ‘sociale werkplaatsen’ werd voor de
verplichte omkadering geen aparte subsidiëring voorzien.
 Doelgroep
De objectieve criteria, nl. de laaggeschooldheid en de duurtijd van de
werkloosheid werden behouden. De leeftijdvoorwaarde werd echter niet
meer weerhouden.
Het criterium inzake de cumulatie van risicofactoren waardoor de persoon in
kwestie geen kansen meer maakt op de reguliere arbeidsmarkt, werd in het
decreet en het uitvoeringsbesluit uitgewerkt.
 Toeleiding
De toeleiding van de doelgroepwerknemers naar de sociale werkplaatsen
moet passen binnen een trajectbegeleiding.
 Evaluatie
De resultaten van de projectevaluatie zullen worden gerapporteerd aan de
erkenningscommissie zodat het concept sociale werkplaatsen beleidsmatig
kan worden bewaakt.
 Doorstroming
Bij vervanging van een werknemer die doorstroomt, wordt opnieuw een
100% betoelaging voorzien.
 Erkenning
De sociale werkplaats moet in het bezit zijn van een erkenning.
5
Sociale Werkplaatsen INFO
3. DE ERKENNING ALS SOCIALE WERKPLAATS
3.1. Wie kan erkend worden als een sociale werkplaats ?
Enkel specifiek hiertoe opgerichte vzw’s kunnen als sociale werkplaats erkend
worden.
3.2. Aan welke voorwaarden moet u voldoen ?
Om te kunnen erkend worden als sociale werkplaats en dus aanspraak te
kunnen maken op subsidies, dient u de volgende verbintenissen aan te gaan :
 een bedrijfsklimaat te scheppen waarbij arbeid op maat van de
doelgroepwerknemer voorrang krijgt op het bedrijfseconomische aspect;
hierbij dient gestreefd naar eigen loonvormend vermogen;
 in geen geval middelen te hanteren die marktverstorend zijn naar prijszetting
toe.
 uitsluitend doelgroepwerknemers aan te werven
(dit geldt niet voor personen die uitsluitend zullen worden ingeschakeld voor
omkadering);
 in een omkadering te voorzien ten belope van minimum één voltijds
equivalent personeelslid op vijf voltijds equivalente doelgroepwerknemers;
 bij elke aanwerving van een erkende doelgroepwerknemer binnen de 3
maanden volgend op de datum van de aanwerving een individueel
begeleidingsplan op te maken in overleg met de toeleider;
 de erkende doelgroepwerknemers toe te laten om tijdens hun arbeidsduur
begeleidings- en opvolgingsgesprekken te voeren met de trajectbegeleider;
 samen met de trajectbegeleider in het kader van het individueel
herinschakelingstraject, de nodige inspanningen te leveren voor
doorstroming van de erkende doelgroepwerknemers;
 iedere wijziging die invloed heeft op de gegevens zoals vermeld bij de
oorspronkelijke aanvraag te onderwerpen aan een voorafgaande
goedkeuring van de minister.
6
Sociale Werkplaatsen INFO
3.3. Hoe gebeurt de erkenning als sociale werkplaats ?
De erkenning als sociale werkplaats wordt verleend door de Vlaamse minister
tot wiens bevoegdheid het tewerkstellingsbeleid behoort en dit na advies van :
 het Regionaal Economisch Sociaal Overlegcomité (RESOC),
 de administratie Werkgelegenheid van het Ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap,
 de erkenningscommissie.
Samen met het verlenen van de erkenning, bepaalt de minister tevens het
aantal erkende doelgroepwerknemers, m.a.w. het aantal doelgroepwerknemers
waarvoor de vzw recht heeft op subsidie.
3.4. Wat is de rol van de erkenningscommissie ?
De erkenningscommissie is belast met de taak de minister van advies te dienen
omtrent de erkenning, de hernieuwing, de schorsing of de intrekking van de
erkenning.
Wat de erkenning betreft, heeft het advies van de erkenningscommissie
betrekking op :
 de beschikbaarheid van de doelgroepwerknemers,
 de eventuele scheeftrekkingen met andere regionale initiatieven en met de
commerciële sector,
 de spreiding van de sociale werkplaats in de subregio,
 de waarborgen in verband met een goede voltooiing van de begeleidingsopdracht en de geplande werkzaamheden.
3.5. Hoe is de erkenningscommissie samengesteld ?
De erkenningscommissie is samengesteld uit :
1° een voorzitter;
2° een vertegenwoordiger van de administratie;
3° een vertegenwoordiger van de VDAB;
4° een gelijk aantal vertegenwoordigers en plaatsvervangers van de meest
representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties;
5° een deskundige die onafhankelijk staat tegenover de organisaties die in de
erkenningscommissie vertegenwoordigd zijn en tegenover de sociale
werkplaatsen.
Het secretariaat van de erkenningscommissie wordt verzorgd door de
administratie (de afdeling Tewerkstelling van de administratie
Werkgelegenheid).
7
Sociale Werkplaatsen INFO
3.6. Wat is de rol van het RESOC ?
Op regionaal niveau brengen de sociale partners een advies uit via het
RESOC.
Dit advies heeft betrekking op dezelfde items als die waarover de
erkenningscommissie zich moet uitspreken.
Wanneer er verschillende plaatsen van tewerkstelling zijn, brengt elk bevoegd
RESOC een advies uit.
3.7. Duur van de erkenning
De erkenning wordt verleend voor een periode van vier jaar en is hernieuwbaar
na advies van de erkenningscommissie.
Aan de sociale werkplaats die reeds minstens vier jaar ononderbroken erkend
is, kan, na advies van de erkenningscommissie, een erkenning voor
onbepaalde duur worden verleend.
3.8. Jaarlijkse evaluatie van de erkenning
De erkende sociale werkplaats zal jaarlijks geëvalueerd worden op de
erkenningsvoorwaarden.
De administratie zal jaarlijks op basis van gegevens verstrekt door de
trajectbegeleider, het RESOC en de sociale werkplaats een evaluatieverslag
opmaken ten aanzien van de erkenningscommissie Deze zal dan ten aanzien
van de minister een advies uitbrengen.
Bij een negatieve evaluatie kan de minister, na advies van de
erkenningscommissie, de erkenning intrekken of schorsen.
8
Sociale Werkplaatsen INFO
4. DE AANVRAAGPROCEDURE
4.1. Waaruit dient uw aanvraag te bestaan ?
1) U maakt gebruik van het aanvraagformulier “Aanvraag tot erkenning als
sociale werkplaats”. Dit formulier is te verkrijgen bij de afdeling
Tewerkstelling (tel. 0800/141.87). U kunt het ook downloaden van de
website van de administratie Werkgelegenheid (www.vlaanderen.be/werk)
onder de rubriek ‘tewerkstellingsprogramma’s.
2) U voegt bij uw aanvraag een begeleidingsplan (zie hoofdstuk 5).
3) U voegt bij uw aanvraag een ondernemingsplan (zie hoofdstuk 6).
4) U voegt ook een kopie bij van de statuten van de vzw, inclusief eventuele
wijzigingen en de huidige samenstelling van de raad van beheer (zoals
gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad).
Wanneer op het ogenblik van de aanvraag de statuten van de vzw nog niet
in het Belgisch Staatsblad verschenen zijn, voegt u de tekst van de statuten
bij, evenals het bewijs van uw aanvraag tot publicatie in het Belgisch
Staatsblad. Van zodra de tekst in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd is,
stuurt u een kopie naar de administratie.
4.2. Naar welk adres moet u de aanvraag sturen ?
U stuurt het ingevulde en ondertekende aanvraagformulier en de vereiste
documenten, in 3 exemplaren, aangetekend naar :
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
Afdeling Tewerkstelling (Sociale Werkplaatsen)
Markiesstraat 1
1000
BRUSSEL
4.3. Bij wie kunt u terecht voor meer informatie ?
Heeft u nog vragen bij het invullen van het aanvraagformulier of heeft u andere
vragen i.v.m. sociale werkplaatsen, dan kunt u contact opnemen met :
 de afdeling Tewerkstelling van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
via het (gratis) nummer 0800/141.87 (Gecofoon), of
 de projectadviseur van uw regio.
9
Sociale Werkplaatsen INFO
4.4. Wie gaat uw aanvraag onderzoeken ?
Bij ontvangst van uw aanvraag, kent de administratie Werkgelegenheid aan uw
aanvraag een erkenningsnummer toe en deelt u dit zo snel mogelijk mee.
Het is erg belangrijk dat u dit nummer steeds vermeldt in al uw briefwisseling en
contacten met de administratie.
Als uw aanvraag volledig is, stuurt de afdeling Tewerkstelling uw aanvraag voor
advies naar de bevoegde projectadviseur en het Regionaal Economisch
Sociaal Overlegcomité (RESOC) van uw regio.
Het RESOC heeft dertig dagen de tijd om een advies uit te brengen.
Wanneer de administratie het advies van het RESOC heeft ontvangen, stuurt
zij dit advies samen met het aanvraagdossier door naar de
erkenningscommissie.
Deze commissie heeft dertig dagen de tijd om een advies uit te brengen.
4.5. Wie gaat beslissen over uw aanvraag ?
De Vlaamse minister bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid beslist op basis
van de adviezen van de administratie, het RESOC en de erkenningscommissie.
De minister neemt een beslissing binnen de 30 dagen na ontvangst van het
dossier en stuurt het dossier terug door naar de administratie.
De administratie deelt deze beslissing mee aan alle betrokkenen : uzelf als
aanvrager, het RESOC, de VDAB van uw regio, de erkenningscommissie en
het hoofdbestuur van de VDAB te Brussel.
Zoals gebruikelijk is binnen de gesco-reglementering, zal de administratie u bij
de betekening van een gunstige beslissing een overeenkomst voorleggen die
door u en de minister moet ondertekend worden.
Pas wanneer u van de administratie een exemplaar heeft ontvangen van de
overeenkomst die door u en door de minister is ondertekend, kunt u beginnen
met de aanwervingen.
4.6. Hoeveel tijd neemt deze procedure in beslag ?
De totale duur van de volledige procedure, vanaf de ontvangst van uw
aanvraag tot de betekening van de beslissing, bedraagt ongeveer 4 maanden.
Heeft u na verloop van deze termijn nog geen beslissing ontvangen, dan kunt u
steeds contact opnemen met de administratie, via de Gecofoon (0800/141.87).
10
Sociale Werkplaatsen INFO
5. HET BEGELEIDINGSPLAN
5.1. Wat houdt het begeleidingsplan in ?
U dient voor alle doelgroepwerknemers een algemeen begeleidingsplan op te
stellen waarin een overzicht en een beschrijving wordt gegeven van alle
inspanningen op het vlak van begeleiding en/of opleiding.
Het begeleidingsplan omvat tenminste de volgende onderdelen :
1. een beschrijving van de functie-inhouden binnen de sociale werkplaats :
Welke taken zullen de werknemers uitoefenen ?
2. een beschrijving van de werkomstandigheden :
O.a. de basisafspraken m.b.t. de arbeidsomstandigheden, de
onthaalactiviteiten, de opvolging, de evaluatie...
3. de geplande technische en attitudegerichte begeleiding op de werkvloer
Welke vaktechnische opleiding (on the job training) gaat u hen geven ?
Hoe gaat u aandacht schenken aan hun arbeidsattitudes ?
(bijv. op tijd komen, nakomen van afspraken, werken onder gezag en in
groepsverband)
5.2. Wat houdt het individueel begeleidingsplan in ?
Voor elke doelgroepwerknemer die u aanwerft, stelt u binnen de 3 maanden na
elke aanwerving een individueel begeleidingsplan op : een actieplan op maat
gemaakt van de individuele doelgroepwerknemer.
Het bevat een overzicht van de inspanningen waartoe u zich verbindt op vlak
van de begeleiding (en dit in overleg met VDAB).
Welke elementen dienen aan bod te komen ?
 het onthaal (organisatie, specifieke activiteiten tijdens de inwerkfase)
 de inhoud van de functie en van de taken
 de begeleiding en evaluatie aan de hand van functioneringsgesprekken.
Het individueel begeleidingsplan hoeft u niet door te sturen naar de
administratie.
Meer info over het opstellen van het algemeen en individueel begeleidingsplan
vindt u in de onderrichting van de VDAB. Deze onderrichting vindt u als bijlage
bij deze info-brochure.
11
Sociale Werkplaatsen INFO
6. HET ONDERNEMINGSPLAN
6.1. Wat houdt het ondernemingsplan in ?
Eén van de voorwaarden om als sociale werkplaats erkend te worden is het
indienen van een ondernemingsplan. Dit plan dient de volgende onderdelen te
bevatten :
1. een beschrijving van het productieproces
1.A. marketingplan
1.B. productieplan
2. een financieel plan
2.A. balans
2.A.1. investeringsplan
2.A.2. financieringsplan
2.B. resultatenrekening
2.C. kostprijsberekening
2.D. investeringen en afschrijvingsplan
2.E. liquiditeitsplan
2.F. haalbaarheidsevaluatie
3. een personeelsplan
4. een kopie van het arbeidsreglement
6.2. Hoe gaat u concreet te werk ?
U vindt alle info over het opstellen van het ondernemingsplan in de bijlage
‘Sociale Werkplaatsen - Ondernemingsplan’.
Heeft u vragen betreffende het opstellen van het ondernemingsplan, dan kunt u
contact opnemen met de projectadviseur van uw regio.
12
Sociale Werkplaatsen INFO
7. DE TOELEIDING EN TRAJECTBEGELEIDING
7.1. De toeleiding
De toeleiding naar een sociale werkplaats van de zeer moeilijk bemiddelbare
werkzoekenden kan enkel gebeuren door de VDAB.
Deze toeleiding moet kaderen in het geheel van de trajectbegeleiding van de
werkzoekende en kan alleen dan plaatsvinden wanneer de VDAB alle andere
beschikbare ondersteunings-, begeleidings- en tewerkstellingsbevorderende
maatregelen voor tewerkstelling in het reguliere arbeidscircuit voor deze
personen onderzocht en zoveel mogelijk aangereikt heeft.
Deze toeleiding dient tevens rekening te houden met zowel het uit te voeren
takenpakket in de sociale werkplaats en het functioneel profiel zoals gevraagd
door de sociale werkplaats als met de karakteristieken van de regionale
arbeidsmarkt in functie van de doelgroep.
7.2. De trajectbegeleiding
Voor de zeer moeilijk bemiddelbare werkzoekenden dient de tewerkstelling in
een sociale werkplaats deel uit te maken van een individueel
herinschakelingstraject. Dit betekent dat de werkzoekende door de begeleider
van de sociale werkplaats en zijn trajectbegeleider individueel zal begeleid
worden met aandacht voor doorstroming.
Enkel de VDAB, een door de VDAB erkende derde of een Vlaamse openbare
instelling waarmee de VDAB een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten
(= het VFSIPH) kunnen optreden als trajectbegeleider.
Indien een samenwerkingsovereenkomst werd gesloten met derden, behoudt
de VDAB het toezicht op de uitvoering van de trajectbegeleiding.
De trajectbegeleider dient schriftelijk verwittigd te worden door de sociale
werkplaats van elk nakend ontslag. Deze dient de begeleiding van de ontslagen
erkende doelgroepwerknemer verder te vervullen.
Indien tijdens de eerste 12 maanden na de doorstroming blijkt dat de
doorgestroomde erkende doelgroepwerknemer onvoldoende arbeidsmarktrijp is
en dus niet beantwoordt aan de vereisten van de betrekking, wordt deze
persoon door de VDAB opgenomen in een wervingslijst en wordt de betrokkene
bij voorrang verwezen bij een vacature in een sociale werkplaats.
13
Sociale Werkplaatsen INFO
8. DE AANWERVING VAN DE DOELGROEPWERKNEMERS
8.1. Aan welke voorwaarden moeten de doelgroepwerknemers
voldoen ?
In een sociale werkplaats kunnen enkel zeer moeilijk bemiddelbare
werkzoekenden aangeworven worden :
dit zijn werkzoekenden die door een cumulatie van persoons- en
omgevingsgebonden factoren, geen arbeidsplaats in het reguliere arbeidscircuit
kunnen verwerven of behouden, maar die onder begeleiding in staat zijn tot het
verrichten van arbeid op maat.
De doelgroepwerknemers dienen :
te voldoen aan volgende voorwaarden (tegelijkertijd) :
a) fysieke of psychische of sociale beperkingen en moeilijkheden hebben;
b) op de dag voor de indienstneming ingeschreven zijn bij de VDAB als nietwerkende werkzoekende;
c) een begeleidingstraject van de VDAB of door de VDAB erkende derden
volgen;
d) op de dag voor de indienstneming ononderbroken gedurende een periode
van minstens 5 jaar inactief zijn
(voor de bepaling van deze periode van inactiviteit zijn een aantal gelijkstellingen
voorzien);
e) geen hoger diploma, getuigschrift of brevet hebben behaald dan een
diploma van lager secundair onderwijs, buitengewoon hoger secundair
onderwijs of hoger secundair beroepsonderwijs;
OF
op de dag vóór de indienstneming doelgroepwerknemer zijn in een erkende
sociale werkplaats.
8.2. Zijn er afwijkingen mogelijk op deze voorwaarden ?
De minister kan enkel een afwijking toestaan op de diploma-voorwaarden,
hierboven vermeld onder e).
U dient hiertoe schriftelijk een gemotiveerde aanvraag te richten aan de
administratie (afdeling Tewerkstelling).
Op de overige voorwaarden zijn geen afwijkingen mogelijk.
14
Sociale Werkplaatsen INFO
8.3. Mag u ook andere werknemers tewerkstellen ?
Behalve de erkende doelgroepwerknemers en de gesubsidieerde omkaderingspersoneelsleden kunnen enkel de volgende personen tewerkgesteld worden in
een sociale werkplaats :
- niet-erkende doelgroepwerknemers
- niet gesubsidieerd omkaderingspersoneel
- art. 60-ers
- vrijwilligers
- arbeidszorgmedewerkers (zie hoofdstuk 12).
Belangrijk is het feit dat de sociale werkplaats voor alle werknemers voldoende
omkadering dient te voorzien.
WEP-plus-werknemers mogen niet in een sociale werkplaats worden
tewerkgesteld.
8.4. Wanneer dient u de werknemers aan te werven ?
Wanneer uw aanvraag goedgekeurd is, neemt u contact op met de VDAB van
uw regio. Deze zal dan geschikte kandidaat-doelgroepwerknemers toeleiden.
Uit die kandidaten selecteert u de werknemers die u wenst aan te werven.
U beschikt over een termijn van zes maanden om de werknemer(s) in dienst te
nemen.
Deze termijn gaat in op de datum van de kennisgeving van de beslissing tot
erkenning. Dit is de datum vermeld op de brief die u samen met de door u en
de minister ondertekende overeenkomst wordt toegestuurd.
Betreft het een project waarvoor een tewerkstelling in fases zich opdringt, dan
gaan de aanwervingstermijnen slechts in op de data zoals die in de beslissing
aangegeven zijn.
Na de termijn van zes maanden vervalt het recht op de toegekende premie
voor de arbeidsplaatsen die niet werden ingenomen.
8.5. Zijn er afwijkingen mogelijk op de aanwervingstermijn ?
Er zijn geen afwijkingen mogelijk op de aanwervingstermijn :
de aanwervingstermijn van zes maanden kan dus niet verlengd worden !
Is de termijn van 6 maanden verstreken, dan vervalt het recht op de
toegekende premie voor die arbeidsplaats.
15
Sociale Werkplaatsen INFO
8.6. Welke arbeidsovereenkomst sluit u met de werknemers ?
U kunt de doelgroepwerknemers tewerkstellen met een arbeidsovereenkomst
van bepaalde of onbepaalde duur.
Aangezien de doelgroepwerknemers het statuut van contractuele werknemer
hebben, wordt hun arbeidsovereenkomst onderworpen aan de wet op de
arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978.
In geval de doelgroepwerknemers ontslag nemen, is een verkorte opzegperiode
van 7 dagen van toepassing.
8.7. Wat als u een erkende doelgroepwerknemer moet vervangen ?
Wanneer een erkende doelgroepwerknemer uit dienst treedt, dient u deze te
vervangen door een andere doelgroepwerknemer binnen een termijn van 3
maanden die ingaat op de dag waarop de (vorige) werknemer uit dienst ging.
8.8. Zijn er afwijkingen mogelijk op de vervangingstermijn ?
De minister kan uitzonderlijk een éénmalige verlenging van de
vervangingstermijn van maximaal drie maanden toestaan indien u het bewijs
levert dat het verstrijken van de termijn zonder indienstneming van een
doelgroepwerknemer niet aan u te wijten is.
U richt een schriftelijke aanvraag aan de administratie (afdeling Tewerkstelling)
die uw verzoek zal voorleggen aan de bevoegde minister.
Indien de doelgroepwerknemer niet binnen de verlengde termijn in dienst werd
genomen, vervalt onherroepelijk het recht op de toegekende premie.
16
Sociale Werkplaatsen INFO
9. DE SUBSIDIERING VAN DE DOELGROEPWERKNEMERS
9.1. Hoe verloopt de subsidiëring van de doelgroepwerknemers ?
Er wordt een onderscheid gemaakt naargelang de doelgroepwerknemer al dan
niet recht heeft op een financiële tussenkomst van de RVA (= de
herinschakelingsuitkering) of van het OCMW.

Heeft de doelgroepwerknemer er recht op, dan ontvangt de werkgever :
1) via de VDAB : de loonpremie, verminderd met het bedrag van de
herinschakelings-uitkering of de financiële tussenkomst van het OCMW;
2) via de RVA of het OCMW : de herinschakelingsuitkering of de financiële
tussenkomst van het OCMW.
De werknemer verkrijgt het statuut van SINE-werknemer, in het kader van de
maatregel “herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen in de sociale
herinschakelingseconomie”.
In dit geval, dient de werkgever te beschikken over het “attest sociale
herinschakelingseconomie” dat afgeleverd wordt door de administratie van de
Werkgelegenheid van het Federaal Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.
Dit attest wordt bij de erkenning als sociale werkplaats aangevraagd door het
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

Heeft de doelgroepwerknemer er geen recht op, dan ontvangt de
werkgever:
via de VDAB het volledige bedrag van de loonpremie.
De werknemer krijgt het statuut van GESCO (gesubsidieerde contractueel).
9.2. Hoeveel bedraagt de loonpremie ?
Per aangeworven (voltijds equivalente) erkende doelgroepwerknemer bedraagt
de loonpremie :
Jaar 1 (eerste jaar van tewerkstelling) :
Jaar 2 (tweede jaar van tewerkstelling) :
Jaar 3 (vanaf derde jaar van tewerkstelling) :
14.873,61 euro op jaarbasis,
14.873,61 euro op jaarbasis,
13.386,25 euro op jaarbasis.
De loonpremies worden geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex;
de basismaand is november 1998.
Het bedrag van de loonpremie wordt berekend op basis van de effectieve
tewerkstelling van de doelgroepwerknemer : er is slechts recht op loonpremie
voor de werkelijk verrichte en daarmee gelijkgestelde arbeidsprestaties.
17
Sociale Werkplaatsen INFO
9.3. Wat met eventuele andere subsidies ?
De loonpremie voor de tewerkstelling van een erkende doelgroepwerknemer
kan in geen geval gecumuleerd worden met een andere tussenkomst in de
loonkosten die bij decreet of besluit aan eenzelfde tewerkstelling wordt
toegekend.
U moet de administratie onmiddellijk op de hoogte brengen, wanneer u een
andere tussenkomst in de loonkost van een erkende doelgroepwerknemer
ontvangt.
9.4. Welke loonpremie is van toepassing bij een uitdiensttreding
van een doelgroepwerknemer ?
a. Definitieve vervanging
Wanneer een erkende doelgroepwerknemer definitief uit dienst gaat en u
kunt aantonen dat deze doelgroepwerknemer effectief is doorgestroomd,
ontvangt u voor de vervanger opnieuw de loonpremie van jaar 1.
Wanneer is een doelgroepwerknemer effectief doorgestroomd ?
Een effectieve doorstroming betekent dat de werknemer tewerkgesteld wordt
op de reguliere arbeidsmarkt, in het Derde Arbeidscircuit of als
gesubsidieerde contractueel.
Een tewerkstelling in het kader van het (GESCO-)WEP-plus komt NIET in
aanmerking als een effectieve doorstroming.
Ook wanneer de uitdiensttreding van de erkende doelgroepwerknemer
buiten uw wil om is gebeurd, ontvangt u voor de vervanger opnieuw de
loonpremie van jaar 1.
In geval van betwisting, zal de administratie hieromtrent een advies
uitbrengen aan de minister, na overleg met de trajectbegeleider.
b. Tijdelijke vervanging
Wanneer u een erkende doelgroepwerknemer tijdelijk dient te vervangen,
dus met een vervangingscontract, zal u voor de vervanger dezelfde
loonpremie ontvangen als de loonpremie die uitbetaald werd voor de titularis.
9.5. Welk loon moet u aan de werknemers uitbetalen ?
Het loon dat u aan de doelgroepwerknemers moet uitbetalen dient gebaseerd
te zijn op de lonen zoals bepaald in het Paritair Comité 327.
18
Sociale Werkplaatsen INFO
9.6. Wie heeft recht op een herinschakelingsuitkering ?
Aanwervingen vóór 1 januari 2004
Het betreft hier werknemers die bij hun aanwerving



tenminste 5 jaar zonder onderbreking werkloosheids- of wachtuitkeringen
genieten, én
minstens halftijds worden tewerkgesteld; én
maximum een getuigschrift van het lager secundair onderwijs of gelijkgesteld
hebben behaald.
Aanwervingen vanaf 1 januari 2004
Het betreft hier werknemers die bij hun aanwerving



ten hoogste een diploma van het lager secundair onderwijs bezitten; én
uitkeringsgerechtigd volledig werkloze (of gelijkgesteld) zijn, én
indien zij jonger zijn dan 45 jaar :
ten minste 312 (respectievelijk 624) dagen werkloosheids- of wacht-uitkeringen
hebben genoten en dit gedurende de 18 (respectievelijk 36) kalendermaanden
vóór de indiensttreding,
indien zij 45 jaar zijn of ouder :
ten minste 156 dagen werkloosheids- of wachtuitkeringen hebben genoten
gedurende de 9 kalendermaanden vóór de indiensttreding.
9.7. Wie heeft recht op een financiële tussenkomst van het OCMW ?
Aanwervingen vóór 1 januari 2004
Het betreft werknemers die bij hun aanwerving


gerechtigd zijn op maatschappelijke integratie of financiële maatschappelijke hulp,
én
minstens halftijds worden tewerkgesteld.
Aanwervingen vanaf 1 januari 2004
Het betreft werknemers die bij hun aanwerving



gerechtigd zijn op maatschappelijke integratie of financiële maatschappelijke hulp,
én
géén diploma van hoger secundair onderwijs bezitten; én
indien zij jonger zijn dan 45 jaar :
ten minste 156 (respectievelijk 312) dagen gerechtigd zijn op maatschappelijke
integratie of financiële maatschappelijke hulp gedurende de 9 (respectievelijk 18)
kalendermaanden vóór de indiensttreding,
indien zij 45 jaar zijn of ouder :
ten minste 156 dagen gerechtigd zijn op maatschappelijke integratie of financiële
maatschappelijke hulp, gedurende de 9 kalendermaanden vóór de indiensttreding.
19
Sociale Werkplaatsen INFO
9.8. Hoeveel bedragen de herinschakelingsuitkering en de
financiële tussenkomst van het OCMW ?
Aanwervingen vóór 1 januari 2004
De herinschakelingsuitkering / financiële tussenkomst OCMW bedraagt :
 maximaal 433,81 euro (435 euro*) per maand wanneer het gaat over een
tewerkstelling die minstens halftijds is, doch die minder dan 4/5 van een
voltijdse tewerkstelling bedraagt, of
 maximaal 545,37 euro (545 euro*) per maand wanneer het gaat over een
tewerkstelling die minstens 4/5 bedraagt van een voltijdse tewerkstelling.
De herinschakelingsuitkering / financiële tussenkomst OCMW wordt toegekend
gedurende de duur waarop de werkgever recht heeft op een vermindering van
de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid (in dit geval voor onbepaalde
duur : zie hoofdstuk 9.10).
De herinschakelingsuitkering / financiële tussenkomst wordt berekend op basis
van de contractuele tewerkstellingsbreuk Q/S indien de werknemer niet voltijds
is aangeworven. (Q = uurrooster voorzien in de arbeidsovereenkomst, S =
theoretisch voltijds uurrooster)
*Bedragen tussen haakjes slaan op de financiële tussenkomst van het OCMW.
Aanwervingen vanaf 1 januari 2004
De herinschakelingsuitkering / financiële tussenkomst OCMW bedraagt :
 500 euro per maand voor een voltijdse tewerkstelling, of
 750 euro x Q/S per maand voor een deeltijdse tewerkstelling :
(Q = uurrooster voorzien in de arbeidsovereenkomst, S = theoretisch voltijds uurrooster)
Indien het nettoloon lager is dan respectievelijk 500 euro of 750 x Q/S euro, zal
de herinschakelingsuitkering / financiële tussenkomst OCMW ten hoogste gelijk
zijn aan dit nettoloon.
De herinschakelingsuitkering / financiële tussenkomst OCMW kan enkel
worden toegekend indien de werknemer aangeworven is met een schriftelijke
arbeidsovereenkomst die een wekelijkse arbeidsduur van ten minste 1/3
voorziet, behoudens afwijking toegekend door de Inspectie van de Sociale
Wetten.
De herinschakelingsuitkering / financiële tussenkomst OCMW wordt toegekend
gedurende de duur waarop de werkgever recht heeft op een vermindering van
de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid (gedurende 11 of 21
trimesters, of voor onbepaalde duur : zie hoofdstuk 9.10).
20
Sociale Werkplaatsen INFO
9.9. Kunt u genieten van een vermindering van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid ?
A. Bij aanwerving van een doelgroepwerknemer die GEEN recht heeft op een
herinschakelingsuitkering of een tussenkomst van het OCMW
De werkgever geniet van een vermindering van de werkgeversbijdragen voor
de sociale zekerheid op basis van de gesco-reglementering.
B. Bij aanwerving van een doelgroepwerknemer die recht heeft op een
herinschakelingsuitkering
Aanwervingen vóór 1 januari 2004
De werkgever geniet sedert 1 januari 2004 van een vermindering van 1000 euro per
trimester (of een proportioneel bedrag in functie van de prestatiebreuk) en dit voor
een ONBEPAALDE DUUR (doch beperkt tot de periode gedekt door de
arbeidsovereenkomst).
Aanwervingen vanaf 1 januari 2004
De RSZ-vermindering bedraagt 1000 euro per trimester (of een proportioneel
bedrag in functie van de prestatiebreuk) en kan enkel worden toegekend indien de
trimestriële prestatiebreuk ten minste 27,5 % bedraagt van een voltijdse prestatie.
Is de werknemer jonger dan 45 jaar, en dan geldt deze vermindering slechts voor
een BEPAALDE DUUR :
- betreft het een werknemer die gedurende 312 dagen werkloos was binnen de
18 maanden, dan geldt de vermindering tot het 11de* trimester;
- betreft het een werknemer die gedurende 624 dagen werkloos was binnen de
36 maanden, dan geldt de vermindering tot het 21ste* trimester.
Is de werknemer 45 jaar of ouder, dan geldt deze vermindering voor ONBEPAALDE
DUUR.
*Deze periodes van 11 en 21 trimesters zijn verlengbaar met maximum 10 trimesters
wanneer de bevoegde bemiddelingsdienst van oordeel is dat betrokkene nog niet klaar is om
zich in te herinschakelen op de reguliere arbeidsmarkt.
C. Bij aanwerving van een doelgroepwerknemer die recht heeft op een
financiële tussenkomst van het OCMW
Aanwervingen vóór 1 januari 2004
Zelfde regeling als B.
Aanwervingen vanaf 1 januari 2004
Zelfde regeling als B, behalve voor de werknemers jonger dan 45 jaar :
de referentieperiodes zijn respectievelijk 156 dagen binnen de 9 maanden,
en 312 maanden binnen de 18 maanden.
21
Sociale Werkplaatsen INFO
10. DE OMKADERING VAN DE DOELGROEPWERKNEMERS
10.1. Hoeveel omkadering dient u te voorzien ?
Om de doelgroepwerknemers te begeleiden dient u in een omkadering te
voorzien a rato van minimum 1 voltijds equivalent personeelslid op 5 voltijds
equivalente doelgroepwerknemers.
Merk op dat het hier gaat over uw totaal aantal doelgroepwerknemers, zowel
erkende als niet-erkende doelgroepwerknemers.
Onder omkadering wordt verstaan : de persoon die instaat voor de persoonlijke
en dagdagelijkse begeleiding van de doelgroepwerknemers en de
bedrijfsvoering.
Voorbeeld :
U heeft in totaal 18 doelgroepwerknemers in dienst, waarvan 15 erkende
doelgroepwerknemers. U dient dus in een omkadering te voorzien van 18/5 of
3,6 VE omkaderingspersoneelsleden.
Wanneer u erkende doelgroepwerknemers aanwerft, zal u niet alleen een
loonpremie ontvangen, maar heeft u ook recht op een omkaderingssubsidie.
Deze extra tegemoetkoming kunt u enkel aanwenden voor het aanwerven van
omkaderingspersoneel.
10.2. Aan welke voorwaarden moet het omkaderingspersoneel
voldoen ?
Het omkaderingspersoneel waarvoor u recht heeft op subsidie, dient te
voldoen aan de voorwaarden om als gesubsidieerde contractueel in dienst te
treden.
Dit betekent dat zij moeten ingeschreven zijn als niet-werkende werkzoekende.
Het eventuele overige omkaderingspersoneel waarvoor u geen recht heeft op
subsidie, heeft het statuut van gewone contractuele werknemer.
22
Sociale Werkplaatsen INFO
10.3. Hoeveel bedraagt de omkaderingssubsidie ?
U ontvangt een omkaderingssubsidie a rato van een tegemoetkoming in de
loonkost van 1 voltijds equivalent omkaderingspersoneelslid per 5 voltijds
equivalente ERKENDE aangeworven doelgroepwerknemers.
Het bedrag van de omkaderingssubsidie wordt vastgesteld op 12.550 euro
per voltijds equivalent omkaderingspersoneelslid.
Ook de omkaderingssubsidie wordt geïndexeerd op basis van de
gezondheidsindex; de basismaand is november 1998.
De omkaderingssubsidie wordt maandelijks door de VDAB gestort.
Voorbeeld :
U stelt in totaal 18 VE doelgroepwerknemers tewerk, waarvan 15 VE erkende
doelgroepwerknemers. U dient in de omkadering te voorzien van 18/5 of 3,6
VE omkaderingspersoneelsleden.
U ontvangt echter een omkaderingssubsidie die gebaseerd is op het aantal
erkende doelgroepwerknemers, in dit geval 15/5 of 3 maal 12.550 euro.
10.4. Hoe wordt de omkaderingssubsidie berekend ?
Er wordt slechts een omkaderingssubsidie uitbetaald vanaf het ogenblik dat er
een omkaderingspersoneelslid is aangeworven met het statuut van
gesubsidieerde contractueel.
Deze omkaderingssubsidie staat los van zowel de effectieve prestaties van
het omkaderingspersoneelslid zelf als van de effectieve prestaties van de
doelgroepwerknemers. Zij is wel verbonden met het aantal doelgroepwerknemers dat effectief in dienst is.
10.5. Wat met de omkaderingssubsidie bij uitdiensttreding van een
doelgroepwerknemer ?
Wanneer een erkende doelgroepwerknemer uit dienst gaat of tijdelijk dient
vervangen te worden, blijft de omkaderingssubsidie doorlopen tijdens de
vervangingstermijn van drie maanden, of zes maanden ingeval de
vervangingstermijn verlengd werd.
23
Sociale Werkplaatsen INFO
11.WIJZIGINGEN VAN DE ERKENNING
11.1. Hernieuwing van de erkenning
De aanvraag tot hernieuwing van de erkenning moet ten minste drie maanden
voor het verstrijken van de geldigheidsduur van de erkenning bij een ter post
aangetekend schrijven ingediend worden bij de administratie.
U maakt gebruik van het formulier ‘Aanvraag tot hernieuwing van de
erkenning als sociale werkplaats’.
Onder die voorwaarden behoudt de sociale werkplaats de erkenning totdat
over de hernieuwing is beslist.
De aanvraag tot hernieuwing van de erkenning wordt voorgelegd aan het
RESOC en aan de erkenningscommissie.
11.2. Uitbreiding van de erkenning
Voor elke uitbreiding van het aantal erkende doelgroepwerknemers, dient u
een aanvraag te richten aan de administratie. U maakt gebruik van het
formulier ‘Aanvraag tot uitbreiding van de erkenning als sociale werkplaats’.
De aanvraag tot uitbreiding van de erkenning wordt voorgelegd aan het
RESOC en aan de erkenningscommissie.
Met iedere uitbreiding van de erkenning gaat een nieuwe aanwervingstermijn
in van zes maanden te rekenen vanaf de dag van de kennisgeving van de
beslissing tot uitbreiding.
11.3. Wijziging van de erkenning
U dient voor elke wijziging die u wil doorvoeren aan het oorspronkelijk
goedgekeurde project een schriftelijke aanvraag te richten aan de
administratie.
Een wijziging kan bijvoorbeeld betrekking hebben op het takenpakket van de
doelgroepwerknemers, de plaats van tewerkstelling, etc.
De goedkeuring van de minister is vereist vooraleer u de wijziging doorvoert.
De aanvraag tot wijziging van de erkenning wordt voorgelegd aan het RESOC
en aan de erkenningscommissie.
Met iedere wijziging van de erkenning gaat een nieuwe vervangingstermijn in
van drie maanden voor de arbeidsplaatsen waarop de wijziging betrekking
heeft te rekenen vanaf de dag van de kennisgeving van de beslissing tot
wijziging.
24
Sociale Werkplaatsen INFO
11.4. Intrekking of schorsing van de erkenning
Wanneer uit een onderzoek of bij de jaarlijkse evaluatie blijkt dat u als sociale
werkplaats de erkenningsvoorwaarden niet meer vervult of de bepalingen van
het decreet op de sociale werkplaatsen overtreedt, kan de minister na advies
van de erkenningscommissie beslissen de erkenning in te trekken of te
schorsen voor een termijn die hij bepaalt.
Op verzoek van een gewone meerderheid binnen de erkenningscommissie,
kan de minister de lopende erkenning vervangen door een erkenning van zes
maanden tot de sociale werkplaats het bewijs levert dat opnieuw aan de
voorwaarden voldaan wordt.
De minister kan de termijn van de schorsing verminderen na advies van de
erkenningscommissie.
11.5. Beëindiging van de erkenning
De minister kan, gelet op de beschikbare budgettaire ruimte, de lopende
erkenning beëindigen. Deze beslissing moet zes volle maanden voorafgaand
aan de beëindiging van de erkenning, aan de sociale werkplaats worden
betekend.
25
Sociale Werkplaatsen INFO
12. DE OMKADERING VAN ARBEIDSZORGMEDEWERKERS
12.1. Wat zijn arbeidszorgmedewerkers ?
Arbeidszorgmedewerkers zijn personen die:
- omwille van persoonsgebonden redenen niet of niet meer kunnen werken
onder een arbeidscontract in het reguliere of beschermd tewerkstellingscircuit
en
- binnen een productieve en/of dienstverlenende setting arbeidsmatige
activiteiten uitvoeren die reële kansen bieden tot sociale interactie en
participatie in de samenleving;
en
- toegeleid worden door de geïntegreerde dienstverlening van de Lokale
Werkwinkel of de VDAB, en dit op basis van een verslag waaruit blijkt dat zij
omwille van persoonsgebonden redenen niet of niet meer kunnen werken
onder een arbeidscontract in het regulier of beschermd tewerkstellingscircuit;
en
- met een sociale werkplaats een arbeidszorgovereenkomst afsluiten.
12.2. Hoe verloopt de toeleiding ?
De screening van de kandidaten-arbeidszorgmedewerkers gebeurt in
samenwerking met een ATB-dienst (‘ArbeidsTrajectBegeleiding’).
De ATB-methode bestaat erin de werkzoekende via een intensief, planmatig
en fasegewijs traject naar een plaats op de arbeidsmarkt te begeleiden.
Het traject wordt op maat van de werkzoekende uitgestippeld, rekening
houdend met de individuele beperkingen en mogelijkheden.
Voor de screening van de kandidaten werkt ATB samen met de Centra voor
Gespecialiseerde Voorlichting bij Beroepskeuze (CGVB). Deze adviseren bij
het kiezen van een geschikte beroepsopleiding, omscholing of herscholing.
12.3. Wat is een arbeidszorgovereenkomst ?
Dit is de overeenkomst (geen arbeidsovereenkomst !) tussen de sociale
werkplaats en de arbeidszorgmedewerker, met de volgende elementen :
- de tijdsbesteding van de arbeidszorgmedewerker (= het aantal uren/week
te presteren arbeidsmatige activiteiten);
- de frequentie, aard en omvang van de activiteiten;
- de plaats waar de activiteiten plaatsvinden;
- de eventuele kostenvergoeding;
- de regelingen met betrekking tot de verzekeringen, werkkledij,
veiligheidsinstructies en hygiëne;
- de modaliteiten van de begeleiding;
- de wijze van beëindigen van de overeenkomst.
26
Sociale Werkplaatsen INFO
12.4. Wanneer kunt u aanspraak maken op de gesubsidieerde
omkadering van arbeidszorgmedewerkers ?
Heeft u een erkenning als sociale werkplaats voor minstens 10 VE
doelgroepwerknemers, dan kunt u aanspraak maken op een
omkaderingspremie voor de omkadering van arbeidszorgmedewerkers en een
aanvraag daartoe indienen (zie 12.10).
12.5. Hoe wordt de maximale omkaderingspremie bepaald ?
Wordt uw aanvraag goedgekeurd, dan kunt u aanspraak maken op een
omkaderingspremie die bestaat uit de tussenkomst in de loonkost van 1 VE
omkaderingspersoneelslid, nl. 22.000 euro op jaarbasis, en dit à rato van
1 VE omkaderingspersoneelslid per 5 VE arbeidszorgmedewerkers.
Het aantal VE arbeidszorgmedewerkers waarmee rekening gehouden wordt
voor het bepalen van de omkaderingspremie, wordt echter beperkt :
het maximum aantal bedraagt 1 VE arbeidszorgmedewerker per 5 VE
erkende doelgroepwerknemers.
Voorbeeld : de sociale werkplaats telt 20 VE erkende doelgroepwerknemers.
Het maximum aantal VE arbeidszorgmedewerkers waarmee rekening gehouden
wordt voor het bepalen van de omkaderingspremie, wordt beperkt tot 20/5 VE =
4 VE arbeidszorgmedewerkers.
Bijgevolg kunt u maximaal aanspraak maken op een omkaderingspremie a rato van
4/5 VE = 0,8 VE omkaderingspersoneelsleden.
Begeleidt u meer dan 4 VE arbeidszorgmedewerkers, dan blijft u maximaal
aanspraak maken op 4/5 = 0,8 VE omkaderingspersoneelsleden..
Deze omkaderingspremie wordt geïndexeerd op basis van de
gezondheidsindex; de basismaand is november 1998.
12.6. Wie betaalt de omkaderingspremie uit ?
De omkaderingspremie wordt maandelijks door de VDAB gestort.
Voor de subsidiëring van het omkaderingspersoneel wordt een projectnummer
toegekend dat verschillend is dan dat van het erkenningsnummer van de
sociale werkplaats.
Het eerste cijfer 8 van het erkenningsnummer wordt gewijzigd in het cijfer 9.
Voorbeeld : Aan de sociale werkplaats met erkenningsnummer 83.125 wordt
voor de omkaderingspremie van het omkaderingspersoneel van de
arbeidszorgmedewerkers het nummer 93.125 gekoppeld.
27
Sociale Werkplaatsen INFO
12.7. Met welke prestaties wordt er rekening gehouden ?
Prestaties van het omkaderingspersoneel
Het bedrag van de omkaderingspremie wordt berekend op basis van de
tewerkstelling van een omkaderingspersoneelslid.
Dit betekent dat de omkaderingspremie pas gestort kan worden vanaf het
ogenblik dat het omkaderingspersoneelslid in dienst getreden is.
Het bedrag van de omkaderingspremie staat echter los van de effectieve
prestaties van het omkaderingspersoneelslid.
Prestaties van de arbeidszorgmedewerkers
Er is evenwel slechts recht op een premie in verhouding tot de werkelijk
verrichte arbeidsmatige activiteit vanwege arbeidszorgmedewerkers.
Voor het berekenen van deze arbeidsmatige activiteit worden 30 uren
arbeidsmatige activiteit per week gelijkgesteld met een voltijds equivalente
activiteit, ten opzichte waarvan de effectief gepresteerde uren op evenredige
wijze verrekend worden.
12.8. Aan welke voorwaarden dient het omkaderingspersoneelslid
te voldoen?
Het omkaderingspersoneel waarvoor u recht heeft op subsidie dient te
voldoen aan de voorwaarden om als gesubsidieerde contractueel in dienst te
treden.
Dit betekent dat zij moeten ingeschreven zijn als niet-werkende
werkzoekende.
Zij moeten dus aan dezelfde voorwaarden voldoen als een gesubsidieerd
(gesco-) omkaderingspersoneelslid dat instaat voor de begeleiding van de
doelgroepwerknemers binnen de sociale werkplaats.
Dit impliceert bijv. ook dat u met een omkaderingspersoneelslid dat reeds
deeltijds als gesco in dienst is en instaat voor de begeleiding van de
doelgroepwerknemers een bijkomende arbeidsovereenkomst kunt afsluiten in
het kader van de begeleiding van arbeidszorgmedewerkers.
Wie vóór 1 november 2001 reeds tewerkgesteld is in de sociale werkplaats als
persoonlijke en dagdagelijkse begeleider van arbeidszorgmedewerkers, kan
eveneens als gesco-omkaderingspersoneelslid worden aangeworven.
28
Sociale Werkplaatsen INFO
12.9. Welke verbintenissen dient u aan te gaan ?
De sociale werkplaats dient er zich toe te verbinden om:
1) een arbeidszorgovereenkomst af te sluiten met elke
arbeidszorgmedewerker die aan de sociale werkplaats werd toegewezen en
werd toegeleid door de geïntegreerde basisdienstverlening van de Lokale
Werkwinkel of de VDAB;
2) een verzekering aan te gaan voor de burgerlijke aansprakelijkheid van elke
arbeidszorgmedewerker voor schade toegebracht tijdens de arbeidsmatige
activiteiten uitgevoerd in de sociale werkplaats of op weg naar en van de
sociale werkplaats;
3) een verzekering aan te gaan voor de lichamelijke en materiële schade
geleden door elke arbeidszorgmedewerker tijdens de arbeidsmatige
activiteiten uitgevoerd in de sociale werkplaats of op weg naar en van de
sociale werkplaats;
4) binnen de 3 maand na het sluiten van de arbeidszorgovereenkomst in
overleg met de VDAB een individueel begeleidingsplan op maat van de
arbeidszorgmedewerker op te stellen, waarin een overzicht gegeven wordt
van de inspanningen waartoe de werkgever zich verplicht op vlak van de
begeleiding;
5) de omkaderingspremie uitsluitend in te zetten voor de begeleiding van de
arbeidszorgmedewerkers;
6) externe doelgroepbewaking van de arbeidszorgmedewerker te aanvaarden;
7) zich in te schakelen in een regionaal netwerk van arbeidszorginitiatieven.
12.10. Aanvraagprocedure
U dient gebruik te maken van het aanvraagformulier ‘Aanvraag van een
omkaderingspremie voor de omkadering van arbeidszorgmedewerkers in een
sociale werkplaats’. Dit formulier is te verkrijgen bij de administratie (afdeling
Tewerkstelling) of kunt u downloaden van de website van de administratie
Werkgelegenheid (www.vlaanderen.be/werk).
De administratie (afdeling Tewerkstelling) zal uw aanvraag onderzoeken en
ten aanzien van de minister een advies verlenen.
De minister bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid bepaalt dan de maximale
omkaderingspremie op basis van het aantal VE arbeidszorgmedewerkers.
29
Sociale Werkplaatsen INFO
13. ADVIESBUREAUS IN DE SOCIALE ECONOMIE
13.1. Bent u van plan een sociale werkplaats op te starten ?
Bent u van plan een nieuwe sociale werkplaats op te starten en dus een
erkenning aan te vragen, dan kunt u voor een haalbaarheidsstudie terecht bij
één van de erkende adviesbureaus in de sociale economie
Hiervoor kunt u éénmalig een financiële tegemoetkoming krijgen.
Wanneer deze haalbaarheidsstudie leidt tot het oprichten van een sociale
werkplaats, bedraagt deze tegemoetkoming maximaal 75% van de
advieskosten met een maximum van 7.500 euro per bedrijfsadvies.
Voor haalbaarheidstudies die niet leiden tot de oprichting van een sociale
werkplaats, bedraagt de financiële tegemoetkoming maximaal 50% van de
advieskosten met een maximum van 2.500 euro per bedrijfsadvies.
U dient uw aanvraag om een financiële tegemoetkoming in bij de administratie
(afdeling Tewerkstelling).
Een lijst van de erkende adviesbureaus vindt u in 13.3.
30
Sociale Werkplaatsen INFO
13.2. Werd uw sociale werkplaats reeds erkend ?
U kunt beroep doen op een erkend adviesbureau in de sociale economie voor:
1) een BASISOPVOLGINGSPAKKET
Dit basisopvolgingspakket wordt jaarlijks gratis aangeboden aan elke
sociale werkplaats.
Deze basisopvolging is een sterkte zwakte-analyse. Ze omvat zowel een
bedrijfseconomische en organisatorische analyse op het vlak van de
inhoudelijke criteria die in de regelgeving worden bepaald evenals
aanbevelingen op deze terreinen. Ze is bedoeld als instrument ter
verbetering van het functioneren als sociale werkplaats.
Het adviesbureau bezorgt een uitgebreid rapport aan de sociale
werkplaats. Na bespreking ervan met de verantwoordelijke binnen de
sociale werkplaats wordt een samenvattend rapport bezorgd aan de
administratie.
2) een AD HOC ADVIES
In dit geval heeft u recht op een financiële tegemoetkoming.
Deze tegemoetkoming bedraagt maximaal 50% van de advieskosten met
een maximum van 7500 euro per bedrijfsadvies.
De adviezen kunnen betrekking hebben op de volgende domeinen van
bedrijfsvoering:
 human resources management en interne organisatie gericht op
kansengroepen, participatief ondernemen, evenredige participatie en
management van diversiteit;
 ondersteuning bij het implementeren van een managementstrategie
waarbij zowel maatschappelijke als economische doelstellingen worden
nagestreefd;
 social auditing en multi-stakeholdersbenadering;
 sociale kosten-baten analyse;
 ontwikkeling en opvolging van missieverklaring;
 ondersteuning bij de ontwikkeling van initiatieven in de nieuwe
diensteneconomie;
 ondersteuning bij de opmaak van een ondernemingsplan;
 haalbaarheidsonderzoek;
 financieel- en boekhoudkundig beleid;
 communicatie- en marketingbeleid.
Een lijst van erkende adviesbureaus in de sociale economie vindt u in 13.3.
31
Sociale Werkplaatsen INFO
13.3. Lijst van erkende adviesbureaus
32

Hefboom vzw
Vooruitgangstraat 333 bus 5
1030 BRUSSEL
tel. 02/205.17.20
fax 02/205.17.39
[email protected]
www.hefboom.be

Febecoop Adviesbureau Vlaanderen vzw
Hoogstraat 28
1000 BRUSSEL
tel. 02/500.53.00
fax 02/500.53.97
[email protected]
www.febecoop.be

SEC Adviesbureau Vitamine W vzw
Gemeentestraat 6
2060 ANTWERPEN
tel. 03/270.34.09
fax 03/270.34.01
[email protected]
www.sec-adviesbureau.be

WEB vzw
Steenweg op Tielen 70
2300 TURNHOUT
tel 014/46.27.15
fax 014/46.27.11
[email protected]
www.websweb.be
Sociale Werkplaatsen INFO
NOTA’S
33
Sociale Werkplaatsen INFO
Heeft u nog vragen ?
Bel dan naar de GECOFOON van het Ministerie van de Vlaamse gemeenschap,
op het nummer 0800/141.87.
E-mail : [email protected]
Deze brochure (en de aanvraagformulieren) vindt u ook op de website
www.vlaanderen.be/werk onder de rubriek ‘tewerkstellingsprogramma’s’.
juli 2005
SWP2.5
Wat werd er gewijzigd sinds de laatste uitgave (februari 2002) ?

RESOC :
Voortaan brengt het RESOC advies uit, i.p.v. het STC. (hoofdstuk 3.6)

Subsidiëring van de doelgroepwerknemers :
nieuwe voorwaarden i.v.m. de herinschakelingsuitkering en de financiële
tussenkomst van het OCMW (hoofdstuk 9)

Adviesbureaus :
nieuwe voorwaarden i.v.m. het basisopvolgingspakket en het ad hoc advies, een
vierde adviesbureau (hoofdstuk 13.2 en 13.3)
34
Download