Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap INFO Afdeling Tewerkstelling (Sociale Werkplaatsen) Markiesstraat 1 1000 Brussel Sociale Werkplaatsen Handleiding voor de werkgever Juli 2005 Bij deze infobrochure horen ook : het aanvraagformulier “Aanvraag tot erkenning als Sociale Werkplaats”; het model voor het opstellen van het ondernemingsplan de richtlijn van de VDAB voor het opstellen van het begeleidingsplan Sociale Werkplaatsen INFO INHOUD 1. Regelgeving 2. Sociale werkplaatsen 2.1. Historiek 2.2. Krachtlijnen 3. De erkenning als sociale werkplaats 3.1. Wie kan erkend worden als sociale werkplaats ? 3.2. Aan welke voorwaarden moet u voldoen ? 3.3. Hoe gebeurt de erkenning als sociale werkplaats ? 3.4. Wat is de rol van de erkenningscommissie ? 3.5. Hoe is de erkenningscommissie samengesteld ? 3.6. Wat is de rol van het RESOC ? 3.7. Duur van de erkenning 3.8. Jaarlijkse evaluatie van de erkenning 4. De aanvraagprocedure 4.1. Waaruit dient uw aanvraag te bestaan ? 4.2. Naar welk adres moet u de aanvraag sturen ? 4.3. Bij wie kunt u terecht voor meer informatie ? 4.4. Wie gaat uw aanvraag onderzoeken ? 4.5. Wie gaat beslissen over uw aanvraag ? 4.6. Hoeveel tijd neemt deze procedure in beslag ? 5. Het begeleidingsplan 5.1. Wat houdt het begeleidingsplan in ? 5.2. Wat houdt het individueel begeleidingsplan in ? 6. Het ondernemingsplan 6.1. Wat houdt het ondernemingsplan in ? 6.2. Hoe gaat u concreet te werk ? 7. De toeleiding en trajectbegeleiding 7.1. De toeleiding 7.2. De trajectbegeleiding 8. De aanwerving van de doelgroepwerknemers 8.1. Aan welke voorwaarden moeten de doelgroepwerknemers voldoen ? 8.2. Zijn er afwijkingen mogelijk op deze voorwaarden ? 8.3. Mag u ook andere werknemers tewerkstellen ? 8.4. Wanneer dient u de werknemers aanwerven ? 8.5. Zijn er afwijkingen mogelijk op de aanwervingstermijn? 8.6. Welke arbeidsovereenkomst sluit u met de werknemers ? 8.7. Wat als u een erkende doelgroepwerknemer moet vervangen? 8.8. Zijn er afwijkingen mogelijk op de vervangingstermijn? 2 Sociale Werkplaatsen INFO 9. De subsidiëring van de doelgroepwerknemers 9.1. Hoe verloopt de subsidiëring van de doelgroepwerknemers ? 9.2. Hoeveel bedraagt de loonpremie ? 9.3. Wat met eventuele andere subsidies ? 9.4. Welke loonpremie is van toepassing bij uitdiensttreding van een werknemer ? 9.5. Welk loon moet u aan de werknemers uitbetalen ? 9.6. Wie heeft recht op een herinschakelingsuitkering ? 9.7. Wie heeft recht op een financiële tussenkomst van het OCMW ? 9.8. Hoeveel bedragen de herinschakelingsuitkering en de financiële tussenkomst van het OCMW ? 9.9. Kunt u genieten van een vermindering van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid ? 10. De omkadering van de doelgroepwerknemers 10.1. Hoeveel omkadering dient u te voorzien ? 10.2. Aan welke voorwaarden moet het omkaderingspersoneel voldoen ? 10.3. Hoeveel bedraagt de omkaderingssubsidie ? 10.4. Hoe wordt de omkaderingssubsidie berekend ? 10.5. Wat met de omkaderingssubsidie bij uitdiensttreding van een doelgroepwerknemer ? 11. Wijzigingen van de erkenning 11.1. Hernieuwing van de erkenning 11.2. Uitbreiding van de erkenning 11.3. Wijziging van de erkenning 11.4. Intrekking of schorsing van de erkenning 11.5. Beëindiging van de erkenning 12. De omkadering van de arbeidszorgmedewerkers 12.1. Wat zijn arbeidszorgmedewerkers ? 12.2. Hoe verloopt de toeleiding ? 12.3. Wat is een arbeidszorgovereenkomst ? 12.4. Wanneer kunt u aanspraak maken op gesubsidieerde omkadering van arbeidszorgmedewerkers ? 12.5. Hoe wordt de maximale omkaderingspremie bepaald ? 12.6. Wie betaalt de omkaderingspremie uit ? 12.7. Met welke prestaties wordt er rekening gehouden? 12.8. Aan welke voorwaarden dient het omkaderingspersoneelslid te voldoen ? 12.9. Welke verbintenissen dient u aan te gaan ? 12.10. Aanvraagprocedure 13. Adviesbureaus 13.1. Bent u van plan een sociale werkplaats op te starten ? 13.2. Werd uw sociale werkplaats reeds erkend ? 13.3. Lijst van erkende adviesbureaus 3 Sociale Werkplaatsen INFO 1. REGELGEVING Decreet van 14 juli 1998 inzake sociale werkplaatsen. Besluit van de Vlaamse regering van 8 december 1998 tot uitvoering van het decreet inzake sociale werkplaatsen, zoals tot op heden gewijzigd. Besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 tot veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen, zoals tot op heden gewijzigd. Besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen, zoals tot op heden gewijzigd. Besluit van de Vlaamse regering van 8 september 2000 houdende een impulsen ondersteuningsprogramma van de meerwaardeneconomie, zoals tot op heden gewijzigd. U kunt de volledige (gecoördineerde) tekst van deze besluiten terugvinden op de website van de Vlaamse codex : www.vlaanderen.be/codex. 4 Sociale Werkplaatsen INFO 2. SOCIALE WERKPLAATSEN 2.1. Historiek Eind 1994 startte het experiment sociale werkplaatsen in het kader van de gesco-regelgeving met als opzet moeilijk tot onbemiddelbare werklozen tewerk te stellen in een beschermde werkomgeving. Van bij het begin was het de bedoeling deze vorm van tewerkstelling een structurele basis te geven. Dit gebeurde op 14 juli 1998 via het decreet inzake sociale werkplaatsen. De uitvoeringsbesluiten werden goedgekeurd op 8 december 1998. 2.2. Krachtlijnen Een degelijk management en omkaderingspersoneel De persoonsgebonden ‘loon’premie en de omkaderingsbetoelaging worden gescheiden. In het experiment ‘sociale werkplaatsen’ werd voor de verplichte omkadering geen aparte subsidiëring voorzien. Doelgroep De objectieve criteria, nl. de laaggeschooldheid en de duurtijd van de werkloosheid werden behouden. De leeftijdvoorwaarde werd echter niet meer weerhouden. Het criterium inzake de cumulatie van risicofactoren waardoor de persoon in kwestie geen kansen meer maakt op de reguliere arbeidsmarkt, werd in het decreet en het uitvoeringsbesluit uitgewerkt. Toeleiding De toeleiding van de doelgroepwerknemers naar de sociale werkplaatsen moet passen binnen een trajectbegeleiding. Evaluatie De resultaten van de projectevaluatie zullen worden gerapporteerd aan de erkenningscommissie zodat het concept sociale werkplaatsen beleidsmatig kan worden bewaakt. Doorstroming Bij vervanging van een werknemer die doorstroomt, wordt opnieuw een 100% betoelaging voorzien. Erkenning De sociale werkplaats moet in het bezit zijn van een erkenning. 5 Sociale Werkplaatsen INFO 3. DE ERKENNING ALS SOCIALE WERKPLAATS 3.1. Wie kan erkend worden als een sociale werkplaats ? Enkel specifiek hiertoe opgerichte vzw’s kunnen als sociale werkplaats erkend worden. 3.2. Aan welke voorwaarden moet u voldoen ? Om te kunnen erkend worden als sociale werkplaats en dus aanspraak te kunnen maken op subsidies, dient u de volgende verbintenissen aan te gaan : een bedrijfsklimaat te scheppen waarbij arbeid op maat van de doelgroepwerknemer voorrang krijgt op het bedrijfseconomische aspect; hierbij dient gestreefd naar eigen loonvormend vermogen; in geen geval middelen te hanteren die marktverstorend zijn naar prijszetting toe. uitsluitend doelgroepwerknemers aan te werven (dit geldt niet voor personen die uitsluitend zullen worden ingeschakeld voor omkadering); in een omkadering te voorzien ten belope van minimum één voltijds equivalent personeelslid op vijf voltijds equivalente doelgroepwerknemers; bij elke aanwerving van een erkende doelgroepwerknemer binnen de 3 maanden volgend op de datum van de aanwerving een individueel begeleidingsplan op te maken in overleg met de toeleider; de erkende doelgroepwerknemers toe te laten om tijdens hun arbeidsduur begeleidings- en opvolgingsgesprekken te voeren met de trajectbegeleider; samen met de trajectbegeleider in het kader van het individueel herinschakelingstraject, de nodige inspanningen te leveren voor doorstroming van de erkende doelgroepwerknemers; iedere wijziging die invloed heeft op de gegevens zoals vermeld bij de oorspronkelijke aanvraag te onderwerpen aan een voorafgaande goedkeuring van de minister. 6 Sociale Werkplaatsen INFO 3.3. Hoe gebeurt de erkenning als sociale werkplaats ? De erkenning als sociale werkplaats wordt verleend door de Vlaamse minister tot wiens bevoegdheid het tewerkstellingsbeleid behoort en dit na advies van : het Regionaal Economisch Sociaal Overlegcomité (RESOC), de administratie Werkgelegenheid van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, de erkenningscommissie. Samen met het verlenen van de erkenning, bepaalt de minister tevens het aantal erkende doelgroepwerknemers, m.a.w. het aantal doelgroepwerknemers waarvoor de vzw recht heeft op subsidie. 3.4. Wat is de rol van de erkenningscommissie ? De erkenningscommissie is belast met de taak de minister van advies te dienen omtrent de erkenning, de hernieuwing, de schorsing of de intrekking van de erkenning. Wat de erkenning betreft, heeft het advies van de erkenningscommissie betrekking op : de beschikbaarheid van de doelgroepwerknemers, de eventuele scheeftrekkingen met andere regionale initiatieven en met de commerciële sector, de spreiding van de sociale werkplaats in de subregio, de waarborgen in verband met een goede voltooiing van de begeleidingsopdracht en de geplande werkzaamheden. 3.5. Hoe is de erkenningscommissie samengesteld ? De erkenningscommissie is samengesteld uit : 1° een voorzitter; 2° een vertegenwoordiger van de administratie; 3° een vertegenwoordiger van de VDAB; 4° een gelijk aantal vertegenwoordigers en plaatsvervangers van de meest representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties; 5° een deskundige die onafhankelijk staat tegenover de organisaties die in de erkenningscommissie vertegenwoordigd zijn en tegenover de sociale werkplaatsen. Het secretariaat van de erkenningscommissie wordt verzorgd door de administratie (de afdeling Tewerkstelling van de administratie Werkgelegenheid). 7 Sociale Werkplaatsen INFO 3.6. Wat is de rol van het RESOC ? Op regionaal niveau brengen de sociale partners een advies uit via het RESOC. Dit advies heeft betrekking op dezelfde items als die waarover de erkenningscommissie zich moet uitspreken. Wanneer er verschillende plaatsen van tewerkstelling zijn, brengt elk bevoegd RESOC een advies uit. 3.7. Duur van de erkenning De erkenning wordt verleend voor een periode van vier jaar en is hernieuwbaar na advies van de erkenningscommissie. Aan de sociale werkplaats die reeds minstens vier jaar ononderbroken erkend is, kan, na advies van de erkenningscommissie, een erkenning voor onbepaalde duur worden verleend. 3.8. Jaarlijkse evaluatie van de erkenning De erkende sociale werkplaats zal jaarlijks geëvalueerd worden op de erkenningsvoorwaarden. De administratie zal jaarlijks op basis van gegevens verstrekt door de trajectbegeleider, het RESOC en de sociale werkplaats een evaluatieverslag opmaken ten aanzien van de erkenningscommissie Deze zal dan ten aanzien van de minister een advies uitbrengen. Bij een negatieve evaluatie kan de minister, na advies van de erkenningscommissie, de erkenning intrekken of schorsen. 8 Sociale Werkplaatsen INFO 4. DE AANVRAAGPROCEDURE 4.1. Waaruit dient uw aanvraag te bestaan ? 1) U maakt gebruik van het aanvraagformulier “Aanvraag tot erkenning als sociale werkplaats”. Dit formulier is te verkrijgen bij de afdeling Tewerkstelling (tel. 0800/141.87). U kunt het ook downloaden van de website van de administratie Werkgelegenheid (www.vlaanderen.be/werk) onder de rubriek ‘tewerkstellingsprogramma’s. 2) U voegt bij uw aanvraag een begeleidingsplan (zie hoofdstuk 5). 3) U voegt bij uw aanvraag een ondernemingsplan (zie hoofdstuk 6). 4) U voegt ook een kopie bij van de statuten van de vzw, inclusief eventuele wijzigingen en de huidige samenstelling van de raad van beheer (zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad). Wanneer op het ogenblik van de aanvraag de statuten van de vzw nog niet in het Belgisch Staatsblad verschenen zijn, voegt u de tekst van de statuten bij, evenals het bewijs van uw aanvraag tot publicatie in het Belgisch Staatsblad. Van zodra de tekst in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd is, stuurt u een kopie naar de administratie. 4.2. Naar welk adres moet u de aanvraag sturen ? U stuurt het ingevulde en ondertekende aanvraagformulier en de vereiste documenten, in 3 exemplaren, aangetekend naar : Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Afdeling Tewerkstelling (Sociale Werkplaatsen) Markiesstraat 1 1000 BRUSSEL 4.3. Bij wie kunt u terecht voor meer informatie ? Heeft u nog vragen bij het invullen van het aanvraagformulier of heeft u andere vragen i.v.m. sociale werkplaatsen, dan kunt u contact opnemen met : de afdeling Tewerkstelling van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap via het (gratis) nummer 0800/141.87 (Gecofoon), of de projectadviseur van uw regio. 9 Sociale Werkplaatsen INFO 4.4. Wie gaat uw aanvraag onderzoeken ? Bij ontvangst van uw aanvraag, kent de administratie Werkgelegenheid aan uw aanvraag een erkenningsnummer toe en deelt u dit zo snel mogelijk mee. Het is erg belangrijk dat u dit nummer steeds vermeldt in al uw briefwisseling en contacten met de administratie. Als uw aanvraag volledig is, stuurt de afdeling Tewerkstelling uw aanvraag voor advies naar de bevoegde projectadviseur en het Regionaal Economisch Sociaal Overlegcomité (RESOC) van uw regio. Het RESOC heeft dertig dagen de tijd om een advies uit te brengen. Wanneer de administratie het advies van het RESOC heeft ontvangen, stuurt zij dit advies samen met het aanvraagdossier door naar de erkenningscommissie. Deze commissie heeft dertig dagen de tijd om een advies uit te brengen. 4.5. Wie gaat beslissen over uw aanvraag ? De Vlaamse minister bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid beslist op basis van de adviezen van de administratie, het RESOC en de erkenningscommissie. De minister neemt een beslissing binnen de 30 dagen na ontvangst van het dossier en stuurt het dossier terug door naar de administratie. De administratie deelt deze beslissing mee aan alle betrokkenen : uzelf als aanvrager, het RESOC, de VDAB van uw regio, de erkenningscommissie en het hoofdbestuur van de VDAB te Brussel. Zoals gebruikelijk is binnen de gesco-reglementering, zal de administratie u bij de betekening van een gunstige beslissing een overeenkomst voorleggen die door u en de minister moet ondertekend worden. Pas wanneer u van de administratie een exemplaar heeft ontvangen van de overeenkomst die door u en door de minister is ondertekend, kunt u beginnen met de aanwervingen. 4.6. Hoeveel tijd neemt deze procedure in beslag ? De totale duur van de volledige procedure, vanaf de ontvangst van uw aanvraag tot de betekening van de beslissing, bedraagt ongeveer 4 maanden. Heeft u na verloop van deze termijn nog geen beslissing ontvangen, dan kunt u steeds contact opnemen met de administratie, via de Gecofoon (0800/141.87). 10 Sociale Werkplaatsen INFO 5. HET BEGELEIDINGSPLAN 5.1. Wat houdt het begeleidingsplan in ? U dient voor alle doelgroepwerknemers een algemeen begeleidingsplan op te stellen waarin een overzicht en een beschrijving wordt gegeven van alle inspanningen op het vlak van begeleiding en/of opleiding. Het begeleidingsplan omvat tenminste de volgende onderdelen : 1. een beschrijving van de functie-inhouden binnen de sociale werkplaats : Welke taken zullen de werknemers uitoefenen ? 2. een beschrijving van de werkomstandigheden : O.a. de basisafspraken m.b.t. de arbeidsomstandigheden, de onthaalactiviteiten, de opvolging, de evaluatie... 3. de geplande technische en attitudegerichte begeleiding op de werkvloer Welke vaktechnische opleiding (on the job training) gaat u hen geven ? Hoe gaat u aandacht schenken aan hun arbeidsattitudes ? (bijv. op tijd komen, nakomen van afspraken, werken onder gezag en in groepsverband) 5.2. Wat houdt het individueel begeleidingsplan in ? Voor elke doelgroepwerknemer die u aanwerft, stelt u binnen de 3 maanden na elke aanwerving een individueel begeleidingsplan op : een actieplan op maat gemaakt van de individuele doelgroepwerknemer. Het bevat een overzicht van de inspanningen waartoe u zich verbindt op vlak van de begeleiding (en dit in overleg met VDAB). Welke elementen dienen aan bod te komen ? het onthaal (organisatie, specifieke activiteiten tijdens de inwerkfase) de inhoud van de functie en van de taken de begeleiding en evaluatie aan de hand van functioneringsgesprekken. Het individueel begeleidingsplan hoeft u niet door te sturen naar de administratie. Meer info over het opstellen van het algemeen en individueel begeleidingsplan vindt u in de onderrichting van de VDAB. Deze onderrichting vindt u als bijlage bij deze info-brochure. 11 Sociale Werkplaatsen INFO 6. HET ONDERNEMINGSPLAN 6.1. Wat houdt het ondernemingsplan in ? Eén van de voorwaarden om als sociale werkplaats erkend te worden is het indienen van een ondernemingsplan. Dit plan dient de volgende onderdelen te bevatten : 1. een beschrijving van het productieproces 1.A. marketingplan 1.B. productieplan 2. een financieel plan 2.A. balans 2.A.1. investeringsplan 2.A.2. financieringsplan 2.B. resultatenrekening 2.C. kostprijsberekening 2.D. investeringen en afschrijvingsplan 2.E. liquiditeitsplan 2.F. haalbaarheidsevaluatie 3. een personeelsplan 4. een kopie van het arbeidsreglement 6.2. Hoe gaat u concreet te werk ? U vindt alle info over het opstellen van het ondernemingsplan in de bijlage ‘Sociale Werkplaatsen - Ondernemingsplan’. Heeft u vragen betreffende het opstellen van het ondernemingsplan, dan kunt u contact opnemen met de projectadviseur van uw regio. 12 Sociale Werkplaatsen INFO 7. DE TOELEIDING EN TRAJECTBEGELEIDING 7.1. De toeleiding De toeleiding naar een sociale werkplaats van de zeer moeilijk bemiddelbare werkzoekenden kan enkel gebeuren door de VDAB. Deze toeleiding moet kaderen in het geheel van de trajectbegeleiding van de werkzoekende en kan alleen dan plaatsvinden wanneer de VDAB alle andere beschikbare ondersteunings-, begeleidings- en tewerkstellingsbevorderende maatregelen voor tewerkstelling in het reguliere arbeidscircuit voor deze personen onderzocht en zoveel mogelijk aangereikt heeft. Deze toeleiding dient tevens rekening te houden met zowel het uit te voeren takenpakket in de sociale werkplaats en het functioneel profiel zoals gevraagd door de sociale werkplaats als met de karakteristieken van de regionale arbeidsmarkt in functie van de doelgroep. 7.2. De trajectbegeleiding Voor de zeer moeilijk bemiddelbare werkzoekenden dient de tewerkstelling in een sociale werkplaats deel uit te maken van een individueel herinschakelingstraject. Dit betekent dat de werkzoekende door de begeleider van de sociale werkplaats en zijn trajectbegeleider individueel zal begeleid worden met aandacht voor doorstroming. Enkel de VDAB, een door de VDAB erkende derde of een Vlaamse openbare instelling waarmee de VDAB een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten (= het VFSIPH) kunnen optreden als trajectbegeleider. Indien een samenwerkingsovereenkomst werd gesloten met derden, behoudt de VDAB het toezicht op de uitvoering van de trajectbegeleiding. De trajectbegeleider dient schriftelijk verwittigd te worden door de sociale werkplaats van elk nakend ontslag. Deze dient de begeleiding van de ontslagen erkende doelgroepwerknemer verder te vervullen. Indien tijdens de eerste 12 maanden na de doorstroming blijkt dat de doorgestroomde erkende doelgroepwerknemer onvoldoende arbeidsmarktrijp is en dus niet beantwoordt aan de vereisten van de betrekking, wordt deze persoon door de VDAB opgenomen in een wervingslijst en wordt de betrokkene bij voorrang verwezen bij een vacature in een sociale werkplaats. 13 Sociale Werkplaatsen INFO 8. DE AANWERVING VAN DE DOELGROEPWERKNEMERS 8.1. Aan welke voorwaarden moeten de doelgroepwerknemers voldoen ? In een sociale werkplaats kunnen enkel zeer moeilijk bemiddelbare werkzoekenden aangeworven worden : dit zijn werkzoekenden die door een cumulatie van persoons- en omgevingsgebonden factoren, geen arbeidsplaats in het reguliere arbeidscircuit kunnen verwerven of behouden, maar die onder begeleiding in staat zijn tot het verrichten van arbeid op maat. De doelgroepwerknemers dienen : te voldoen aan volgende voorwaarden (tegelijkertijd) : a) fysieke of psychische of sociale beperkingen en moeilijkheden hebben; b) op de dag voor de indienstneming ingeschreven zijn bij de VDAB als nietwerkende werkzoekende; c) een begeleidingstraject van de VDAB of door de VDAB erkende derden volgen; d) op de dag voor de indienstneming ononderbroken gedurende een periode van minstens 5 jaar inactief zijn (voor de bepaling van deze periode van inactiviteit zijn een aantal gelijkstellingen voorzien); e) geen hoger diploma, getuigschrift of brevet hebben behaald dan een diploma van lager secundair onderwijs, buitengewoon hoger secundair onderwijs of hoger secundair beroepsonderwijs; OF op de dag vóór de indienstneming doelgroepwerknemer zijn in een erkende sociale werkplaats. 8.2. Zijn er afwijkingen mogelijk op deze voorwaarden ? De minister kan enkel een afwijking toestaan op de diploma-voorwaarden, hierboven vermeld onder e). U dient hiertoe schriftelijk een gemotiveerde aanvraag te richten aan de administratie (afdeling Tewerkstelling). Op de overige voorwaarden zijn geen afwijkingen mogelijk. 14 Sociale Werkplaatsen INFO 8.3. Mag u ook andere werknemers tewerkstellen ? Behalve de erkende doelgroepwerknemers en de gesubsidieerde omkaderingspersoneelsleden kunnen enkel de volgende personen tewerkgesteld worden in een sociale werkplaats : - niet-erkende doelgroepwerknemers - niet gesubsidieerd omkaderingspersoneel - art. 60-ers - vrijwilligers - arbeidszorgmedewerkers (zie hoofdstuk 12). Belangrijk is het feit dat de sociale werkplaats voor alle werknemers voldoende omkadering dient te voorzien. WEP-plus-werknemers mogen niet in een sociale werkplaats worden tewerkgesteld. 8.4. Wanneer dient u de werknemers aan te werven ? Wanneer uw aanvraag goedgekeurd is, neemt u contact op met de VDAB van uw regio. Deze zal dan geschikte kandidaat-doelgroepwerknemers toeleiden. Uit die kandidaten selecteert u de werknemers die u wenst aan te werven. U beschikt over een termijn van zes maanden om de werknemer(s) in dienst te nemen. Deze termijn gaat in op de datum van de kennisgeving van de beslissing tot erkenning. Dit is de datum vermeld op de brief die u samen met de door u en de minister ondertekende overeenkomst wordt toegestuurd. Betreft het een project waarvoor een tewerkstelling in fases zich opdringt, dan gaan de aanwervingstermijnen slechts in op de data zoals die in de beslissing aangegeven zijn. Na de termijn van zes maanden vervalt het recht op de toegekende premie voor de arbeidsplaatsen die niet werden ingenomen. 8.5. Zijn er afwijkingen mogelijk op de aanwervingstermijn ? Er zijn geen afwijkingen mogelijk op de aanwervingstermijn : de aanwervingstermijn van zes maanden kan dus niet verlengd worden ! Is de termijn van 6 maanden verstreken, dan vervalt het recht op de toegekende premie voor die arbeidsplaats. 15 Sociale Werkplaatsen INFO 8.6. Welke arbeidsovereenkomst sluit u met de werknemers ? U kunt de doelgroepwerknemers tewerkstellen met een arbeidsovereenkomst van bepaalde of onbepaalde duur. Aangezien de doelgroepwerknemers het statuut van contractuele werknemer hebben, wordt hun arbeidsovereenkomst onderworpen aan de wet op de arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978. In geval de doelgroepwerknemers ontslag nemen, is een verkorte opzegperiode van 7 dagen van toepassing. 8.7. Wat als u een erkende doelgroepwerknemer moet vervangen ? Wanneer een erkende doelgroepwerknemer uit dienst treedt, dient u deze te vervangen door een andere doelgroepwerknemer binnen een termijn van 3 maanden die ingaat op de dag waarop de (vorige) werknemer uit dienst ging. 8.8. Zijn er afwijkingen mogelijk op de vervangingstermijn ? De minister kan uitzonderlijk een éénmalige verlenging van de vervangingstermijn van maximaal drie maanden toestaan indien u het bewijs levert dat het verstrijken van de termijn zonder indienstneming van een doelgroepwerknemer niet aan u te wijten is. U richt een schriftelijke aanvraag aan de administratie (afdeling Tewerkstelling) die uw verzoek zal voorleggen aan de bevoegde minister. Indien de doelgroepwerknemer niet binnen de verlengde termijn in dienst werd genomen, vervalt onherroepelijk het recht op de toegekende premie. 16 Sociale Werkplaatsen INFO 9. DE SUBSIDIERING VAN DE DOELGROEPWERKNEMERS 9.1. Hoe verloopt de subsidiëring van de doelgroepwerknemers ? Er wordt een onderscheid gemaakt naargelang de doelgroepwerknemer al dan niet recht heeft op een financiële tussenkomst van de RVA (= de herinschakelingsuitkering) of van het OCMW. Heeft de doelgroepwerknemer er recht op, dan ontvangt de werkgever : 1) via de VDAB : de loonpremie, verminderd met het bedrag van de herinschakelings-uitkering of de financiële tussenkomst van het OCMW; 2) via de RVA of het OCMW : de herinschakelingsuitkering of de financiële tussenkomst van het OCMW. De werknemer verkrijgt het statuut van SINE-werknemer, in het kader van de maatregel “herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen in de sociale herinschakelingseconomie”. In dit geval, dient de werkgever te beschikken over het “attest sociale herinschakelingseconomie” dat afgeleverd wordt door de administratie van de Werkgelegenheid van het Federaal Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. Dit attest wordt bij de erkenning als sociale werkplaats aangevraagd door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Heeft de doelgroepwerknemer er geen recht op, dan ontvangt de werkgever: via de VDAB het volledige bedrag van de loonpremie. De werknemer krijgt het statuut van GESCO (gesubsidieerde contractueel). 9.2. Hoeveel bedraagt de loonpremie ? Per aangeworven (voltijds equivalente) erkende doelgroepwerknemer bedraagt de loonpremie : Jaar 1 (eerste jaar van tewerkstelling) : Jaar 2 (tweede jaar van tewerkstelling) : Jaar 3 (vanaf derde jaar van tewerkstelling) : 14.873,61 euro op jaarbasis, 14.873,61 euro op jaarbasis, 13.386,25 euro op jaarbasis. De loonpremies worden geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex; de basismaand is november 1998. Het bedrag van de loonpremie wordt berekend op basis van de effectieve tewerkstelling van de doelgroepwerknemer : er is slechts recht op loonpremie voor de werkelijk verrichte en daarmee gelijkgestelde arbeidsprestaties. 17 Sociale Werkplaatsen INFO 9.3. Wat met eventuele andere subsidies ? De loonpremie voor de tewerkstelling van een erkende doelgroepwerknemer kan in geen geval gecumuleerd worden met een andere tussenkomst in de loonkosten die bij decreet of besluit aan eenzelfde tewerkstelling wordt toegekend. U moet de administratie onmiddellijk op de hoogte brengen, wanneer u een andere tussenkomst in de loonkost van een erkende doelgroepwerknemer ontvangt. 9.4. Welke loonpremie is van toepassing bij een uitdiensttreding van een doelgroepwerknemer ? a. Definitieve vervanging Wanneer een erkende doelgroepwerknemer definitief uit dienst gaat en u kunt aantonen dat deze doelgroepwerknemer effectief is doorgestroomd, ontvangt u voor de vervanger opnieuw de loonpremie van jaar 1. Wanneer is een doelgroepwerknemer effectief doorgestroomd ? Een effectieve doorstroming betekent dat de werknemer tewerkgesteld wordt op de reguliere arbeidsmarkt, in het Derde Arbeidscircuit of als gesubsidieerde contractueel. Een tewerkstelling in het kader van het (GESCO-)WEP-plus komt NIET in aanmerking als een effectieve doorstroming. Ook wanneer de uitdiensttreding van de erkende doelgroepwerknemer buiten uw wil om is gebeurd, ontvangt u voor de vervanger opnieuw de loonpremie van jaar 1. In geval van betwisting, zal de administratie hieromtrent een advies uitbrengen aan de minister, na overleg met de trajectbegeleider. b. Tijdelijke vervanging Wanneer u een erkende doelgroepwerknemer tijdelijk dient te vervangen, dus met een vervangingscontract, zal u voor de vervanger dezelfde loonpremie ontvangen als de loonpremie die uitbetaald werd voor de titularis. 9.5. Welk loon moet u aan de werknemers uitbetalen ? Het loon dat u aan de doelgroepwerknemers moet uitbetalen dient gebaseerd te zijn op de lonen zoals bepaald in het Paritair Comité 327. 18 Sociale Werkplaatsen INFO 9.6. Wie heeft recht op een herinschakelingsuitkering ? Aanwervingen vóór 1 januari 2004 Het betreft hier werknemers die bij hun aanwerving tenminste 5 jaar zonder onderbreking werkloosheids- of wachtuitkeringen genieten, én minstens halftijds worden tewerkgesteld; én maximum een getuigschrift van het lager secundair onderwijs of gelijkgesteld hebben behaald. Aanwervingen vanaf 1 januari 2004 Het betreft hier werknemers die bij hun aanwerving ten hoogste een diploma van het lager secundair onderwijs bezitten; én uitkeringsgerechtigd volledig werkloze (of gelijkgesteld) zijn, én indien zij jonger zijn dan 45 jaar : ten minste 312 (respectievelijk 624) dagen werkloosheids- of wacht-uitkeringen hebben genoten en dit gedurende de 18 (respectievelijk 36) kalendermaanden vóór de indiensttreding, indien zij 45 jaar zijn of ouder : ten minste 156 dagen werkloosheids- of wachtuitkeringen hebben genoten gedurende de 9 kalendermaanden vóór de indiensttreding. 9.7. Wie heeft recht op een financiële tussenkomst van het OCMW ? Aanwervingen vóór 1 januari 2004 Het betreft werknemers die bij hun aanwerving gerechtigd zijn op maatschappelijke integratie of financiële maatschappelijke hulp, én minstens halftijds worden tewerkgesteld. Aanwervingen vanaf 1 januari 2004 Het betreft werknemers die bij hun aanwerving gerechtigd zijn op maatschappelijke integratie of financiële maatschappelijke hulp, én géén diploma van hoger secundair onderwijs bezitten; én indien zij jonger zijn dan 45 jaar : ten minste 156 (respectievelijk 312) dagen gerechtigd zijn op maatschappelijke integratie of financiële maatschappelijke hulp gedurende de 9 (respectievelijk 18) kalendermaanden vóór de indiensttreding, indien zij 45 jaar zijn of ouder : ten minste 156 dagen gerechtigd zijn op maatschappelijke integratie of financiële maatschappelijke hulp, gedurende de 9 kalendermaanden vóór de indiensttreding. 19 Sociale Werkplaatsen INFO 9.8. Hoeveel bedragen de herinschakelingsuitkering en de financiële tussenkomst van het OCMW ? Aanwervingen vóór 1 januari 2004 De herinschakelingsuitkering / financiële tussenkomst OCMW bedraagt : maximaal 433,81 euro (435 euro*) per maand wanneer het gaat over een tewerkstelling die minstens halftijds is, doch die minder dan 4/5 van een voltijdse tewerkstelling bedraagt, of maximaal 545,37 euro (545 euro*) per maand wanneer het gaat over een tewerkstelling die minstens 4/5 bedraagt van een voltijdse tewerkstelling. De herinschakelingsuitkering / financiële tussenkomst OCMW wordt toegekend gedurende de duur waarop de werkgever recht heeft op een vermindering van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid (in dit geval voor onbepaalde duur : zie hoofdstuk 9.10). De herinschakelingsuitkering / financiële tussenkomst wordt berekend op basis van de contractuele tewerkstellingsbreuk Q/S indien de werknemer niet voltijds is aangeworven. (Q = uurrooster voorzien in de arbeidsovereenkomst, S = theoretisch voltijds uurrooster) *Bedragen tussen haakjes slaan op de financiële tussenkomst van het OCMW. Aanwervingen vanaf 1 januari 2004 De herinschakelingsuitkering / financiële tussenkomst OCMW bedraagt : 500 euro per maand voor een voltijdse tewerkstelling, of 750 euro x Q/S per maand voor een deeltijdse tewerkstelling : (Q = uurrooster voorzien in de arbeidsovereenkomst, S = theoretisch voltijds uurrooster) Indien het nettoloon lager is dan respectievelijk 500 euro of 750 x Q/S euro, zal de herinschakelingsuitkering / financiële tussenkomst OCMW ten hoogste gelijk zijn aan dit nettoloon. De herinschakelingsuitkering / financiële tussenkomst OCMW kan enkel worden toegekend indien de werknemer aangeworven is met een schriftelijke arbeidsovereenkomst die een wekelijkse arbeidsduur van ten minste 1/3 voorziet, behoudens afwijking toegekend door de Inspectie van de Sociale Wetten. De herinschakelingsuitkering / financiële tussenkomst OCMW wordt toegekend gedurende de duur waarop de werkgever recht heeft op een vermindering van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid (gedurende 11 of 21 trimesters, of voor onbepaalde duur : zie hoofdstuk 9.10). 20 Sociale Werkplaatsen INFO 9.9. Kunt u genieten van een vermindering van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid ? A. Bij aanwerving van een doelgroepwerknemer die GEEN recht heeft op een herinschakelingsuitkering of een tussenkomst van het OCMW De werkgever geniet van een vermindering van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid op basis van de gesco-reglementering. B. Bij aanwerving van een doelgroepwerknemer die recht heeft op een herinschakelingsuitkering Aanwervingen vóór 1 januari 2004 De werkgever geniet sedert 1 januari 2004 van een vermindering van 1000 euro per trimester (of een proportioneel bedrag in functie van de prestatiebreuk) en dit voor een ONBEPAALDE DUUR (doch beperkt tot de periode gedekt door de arbeidsovereenkomst). Aanwervingen vanaf 1 januari 2004 De RSZ-vermindering bedraagt 1000 euro per trimester (of een proportioneel bedrag in functie van de prestatiebreuk) en kan enkel worden toegekend indien de trimestriële prestatiebreuk ten minste 27,5 % bedraagt van een voltijdse prestatie. Is de werknemer jonger dan 45 jaar, en dan geldt deze vermindering slechts voor een BEPAALDE DUUR : - betreft het een werknemer die gedurende 312 dagen werkloos was binnen de 18 maanden, dan geldt de vermindering tot het 11de* trimester; - betreft het een werknemer die gedurende 624 dagen werkloos was binnen de 36 maanden, dan geldt de vermindering tot het 21ste* trimester. Is de werknemer 45 jaar of ouder, dan geldt deze vermindering voor ONBEPAALDE DUUR. *Deze periodes van 11 en 21 trimesters zijn verlengbaar met maximum 10 trimesters wanneer de bevoegde bemiddelingsdienst van oordeel is dat betrokkene nog niet klaar is om zich in te herinschakelen op de reguliere arbeidsmarkt. C. Bij aanwerving van een doelgroepwerknemer die recht heeft op een financiële tussenkomst van het OCMW Aanwervingen vóór 1 januari 2004 Zelfde regeling als B. Aanwervingen vanaf 1 januari 2004 Zelfde regeling als B, behalve voor de werknemers jonger dan 45 jaar : de referentieperiodes zijn respectievelijk 156 dagen binnen de 9 maanden, en 312 maanden binnen de 18 maanden. 21 Sociale Werkplaatsen INFO 10. DE OMKADERING VAN DE DOELGROEPWERKNEMERS 10.1. Hoeveel omkadering dient u te voorzien ? Om de doelgroepwerknemers te begeleiden dient u in een omkadering te voorzien a rato van minimum 1 voltijds equivalent personeelslid op 5 voltijds equivalente doelgroepwerknemers. Merk op dat het hier gaat over uw totaal aantal doelgroepwerknemers, zowel erkende als niet-erkende doelgroepwerknemers. Onder omkadering wordt verstaan : de persoon die instaat voor de persoonlijke en dagdagelijkse begeleiding van de doelgroepwerknemers en de bedrijfsvoering. Voorbeeld : U heeft in totaal 18 doelgroepwerknemers in dienst, waarvan 15 erkende doelgroepwerknemers. U dient dus in een omkadering te voorzien van 18/5 of 3,6 VE omkaderingspersoneelsleden. Wanneer u erkende doelgroepwerknemers aanwerft, zal u niet alleen een loonpremie ontvangen, maar heeft u ook recht op een omkaderingssubsidie. Deze extra tegemoetkoming kunt u enkel aanwenden voor het aanwerven van omkaderingspersoneel. 10.2. Aan welke voorwaarden moet het omkaderingspersoneel voldoen ? Het omkaderingspersoneel waarvoor u recht heeft op subsidie, dient te voldoen aan de voorwaarden om als gesubsidieerde contractueel in dienst te treden. Dit betekent dat zij moeten ingeschreven zijn als niet-werkende werkzoekende. Het eventuele overige omkaderingspersoneel waarvoor u geen recht heeft op subsidie, heeft het statuut van gewone contractuele werknemer. 22 Sociale Werkplaatsen INFO 10.3. Hoeveel bedraagt de omkaderingssubsidie ? U ontvangt een omkaderingssubsidie a rato van een tegemoetkoming in de loonkost van 1 voltijds equivalent omkaderingspersoneelslid per 5 voltijds equivalente ERKENDE aangeworven doelgroepwerknemers. Het bedrag van de omkaderingssubsidie wordt vastgesteld op 12.550 euro per voltijds equivalent omkaderingspersoneelslid. Ook de omkaderingssubsidie wordt geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex; de basismaand is november 1998. De omkaderingssubsidie wordt maandelijks door de VDAB gestort. Voorbeeld : U stelt in totaal 18 VE doelgroepwerknemers tewerk, waarvan 15 VE erkende doelgroepwerknemers. U dient in de omkadering te voorzien van 18/5 of 3,6 VE omkaderingspersoneelsleden. U ontvangt echter een omkaderingssubsidie die gebaseerd is op het aantal erkende doelgroepwerknemers, in dit geval 15/5 of 3 maal 12.550 euro. 10.4. Hoe wordt de omkaderingssubsidie berekend ? Er wordt slechts een omkaderingssubsidie uitbetaald vanaf het ogenblik dat er een omkaderingspersoneelslid is aangeworven met het statuut van gesubsidieerde contractueel. Deze omkaderingssubsidie staat los van zowel de effectieve prestaties van het omkaderingspersoneelslid zelf als van de effectieve prestaties van de doelgroepwerknemers. Zij is wel verbonden met het aantal doelgroepwerknemers dat effectief in dienst is. 10.5. Wat met de omkaderingssubsidie bij uitdiensttreding van een doelgroepwerknemer ? Wanneer een erkende doelgroepwerknemer uit dienst gaat of tijdelijk dient vervangen te worden, blijft de omkaderingssubsidie doorlopen tijdens de vervangingstermijn van drie maanden, of zes maanden ingeval de vervangingstermijn verlengd werd. 23 Sociale Werkplaatsen INFO 11.WIJZIGINGEN VAN DE ERKENNING 11.1. Hernieuwing van de erkenning De aanvraag tot hernieuwing van de erkenning moet ten minste drie maanden voor het verstrijken van de geldigheidsduur van de erkenning bij een ter post aangetekend schrijven ingediend worden bij de administratie. U maakt gebruik van het formulier ‘Aanvraag tot hernieuwing van de erkenning als sociale werkplaats’. Onder die voorwaarden behoudt de sociale werkplaats de erkenning totdat over de hernieuwing is beslist. De aanvraag tot hernieuwing van de erkenning wordt voorgelegd aan het RESOC en aan de erkenningscommissie. 11.2. Uitbreiding van de erkenning Voor elke uitbreiding van het aantal erkende doelgroepwerknemers, dient u een aanvraag te richten aan de administratie. U maakt gebruik van het formulier ‘Aanvraag tot uitbreiding van de erkenning als sociale werkplaats’. De aanvraag tot uitbreiding van de erkenning wordt voorgelegd aan het RESOC en aan de erkenningscommissie. Met iedere uitbreiding van de erkenning gaat een nieuwe aanwervingstermijn in van zes maanden te rekenen vanaf de dag van de kennisgeving van de beslissing tot uitbreiding. 11.3. Wijziging van de erkenning U dient voor elke wijziging die u wil doorvoeren aan het oorspronkelijk goedgekeurde project een schriftelijke aanvraag te richten aan de administratie. Een wijziging kan bijvoorbeeld betrekking hebben op het takenpakket van de doelgroepwerknemers, de plaats van tewerkstelling, etc. De goedkeuring van de minister is vereist vooraleer u de wijziging doorvoert. De aanvraag tot wijziging van de erkenning wordt voorgelegd aan het RESOC en aan de erkenningscommissie. Met iedere wijziging van de erkenning gaat een nieuwe vervangingstermijn in van drie maanden voor de arbeidsplaatsen waarop de wijziging betrekking heeft te rekenen vanaf de dag van de kennisgeving van de beslissing tot wijziging. 24 Sociale Werkplaatsen INFO 11.4. Intrekking of schorsing van de erkenning Wanneer uit een onderzoek of bij de jaarlijkse evaluatie blijkt dat u als sociale werkplaats de erkenningsvoorwaarden niet meer vervult of de bepalingen van het decreet op de sociale werkplaatsen overtreedt, kan de minister na advies van de erkenningscommissie beslissen de erkenning in te trekken of te schorsen voor een termijn die hij bepaalt. Op verzoek van een gewone meerderheid binnen de erkenningscommissie, kan de minister de lopende erkenning vervangen door een erkenning van zes maanden tot de sociale werkplaats het bewijs levert dat opnieuw aan de voorwaarden voldaan wordt. De minister kan de termijn van de schorsing verminderen na advies van de erkenningscommissie. 11.5. Beëindiging van de erkenning De minister kan, gelet op de beschikbare budgettaire ruimte, de lopende erkenning beëindigen. Deze beslissing moet zes volle maanden voorafgaand aan de beëindiging van de erkenning, aan de sociale werkplaats worden betekend. 25 Sociale Werkplaatsen INFO 12. DE OMKADERING VAN ARBEIDSZORGMEDEWERKERS 12.1. Wat zijn arbeidszorgmedewerkers ? Arbeidszorgmedewerkers zijn personen die: - omwille van persoonsgebonden redenen niet of niet meer kunnen werken onder een arbeidscontract in het reguliere of beschermd tewerkstellingscircuit en - binnen een productieve en/of dienstverlenende setting arbeidsmatige activiteiten uitvoeren die reële kansen bieden tot sociale interactie en participatie in de samenleving; en - toegeleid worden door de geïntegreerde dienstverlening van de Lokale Werkwinkel of de VDAB, en dit op basis van een verslag waaruit blijkt dat zij omwille van persoonsgebonden redenen niet of niet meer kunnen werken onder een arbeidscontract in het regulier of beschermd tewerkstellingscircuit; en - met een sociale werkplaats een arbeidszorgovereenkomst afsluiten. 12.2. Hoe verloopt de toeleiding ? De screening van de kandidaten-arbeidszorgmedewerkers gebeurt in samenwerking met een ATB-dienst (‘ArbeidsTrajectBegeleiding’). De ATB-methode bestaat erin de werkzoekende via een intensief, planmatig en fasegewijs traject naar een plaats op de arbeidsmarkt te begeleiden. Het traject wordt op maat van de werkzoekende uitgestippeld, rekening houdend met de individuele beperkingen en mogelijkheden. Voor de screening van de kandidaten werkt ATB samen met de Centra voor Gespecialiseerde Voorlichting bij Beroepskeuze (CGVB). Deze adviseren bij het kiezen van een geschikte beroepsopleiding, omscholing of herscholing. 12.3. Wat is een arbeidszorgovereenkomst ? Dit is de overeenkomst (geen arbeidsovereenkomst !) tussen de sociale werkplaats en de arbeidszorgmedewerker, met de volgende elementen : - de tijdsbesteding van de arbeidszorgmedewerker (= het aantal uren/week te presteren arbeidsmatige activiteiten); - de frequentie, aard en omvang van de activiteiten; - de plaats waar de activiteiten plaatsvinden; - de eventuele kostenvergoeding; - de regelingen met betrekking tot de verzekeringen, werkkledij, veiligheidsinstructies en hygiëne; - de modaliteiten van de begeleiding; - de wijze van beëindigen van de overeenkomst. 26 Sociale Werkplaatsen INFO 12.4. Wanneer kunt u aanspraak maken op de gesubsidieerde omkadering van arbeidszorgmedewerkers ? Heeft u een erkenning als sociale werkplaats voor minstens 10 VE doelgroepwerknemers, dan kunt u aanspraak maken op een omkaderingspremie voor de omkadering van arbeidszorgmedewerkers en een aanvraag daartoe indienen (zie 12.10). 12.5. Hoe wordt de maximale omkaderingspremie bepaald ? Wordt uw aanvraag goedgekeurd, dan kunt u aanspraak maken op een omkaderingspremie die bestaat uit de tussenkomst in de loonkost van 1 VE omkaderingspersoneelslid, nl. 22.000 euro op jaarbasis, en dit à rato van 1 VE omkaderingspersoneelslid per 5 VE arbeidszorgmedewerkers. Het aantal VE arbeidszorgmedewerkers waarmee rekening gehouden wordt voor het bepalen van de omkaderingspremie, wordt echter beperkt : het maximum aantal bedraagt 1 VE arbeidszorgmedewerker per 5 VE erkende doelgroepwerknemers. Voorbeeld : de sociale werkplaats telt 20 VE erkende doelgroepwerknemers. Het maximum aantal VE arbeidszorgmedewerkers waarmee rekening gehouden wordt voor het bepalen van de omkaderingspremie, wordt beperkt tot 20/5 VE = 4 VE arbeidszorgmedewerkers. Bijgevolg kunt u maximaal aanspraak maken op een omkaderingspremie a rato van 4/5 VE = 0,8 VE omkaderingspersoneelsleden. Begeleidt u meer dan 4 VE arbeidszorgmedewerkers, dan blijft u maximaal aanspraak maken op 4/5 = 0,8 VE omkaderingspersoneelsleden.. Deze omkaderingspremie wordt geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex; de basismaand is november 1998. 12.6. Wie betaalt de omkaderingspremie uit ? De omkaderingspremie wordt maandelijks door de VDAB gestort. Voor de subsidiëring van het omkaderingspersoneel wordt een projectnummer toegekend dat verschillend is dan dat van het erkenningsnummer van de sociale werkplaats. Het eerste cijfer 8 van het erkenningsnummer wordt gewijzigd in het cijfer 9. Voorbeeld : Aan de sociale werkplaats met erkenningsnummer 83.125 wordt voor de omkaderingspremie van het omkaderingspersoneel van de arbeidszorgmedewerkers het nummer 93.125 gekoppeld. 27 Sociale Werkplaatsen INFO 12.7. Met welke prestaties wordt er rekening gehouden ? Prestaties van het omkaderingspersoneel Het bedrag van de omkaderingspremie wordt berekend op basis van de tewerkstelling van een omkaderingspersoneelslid. Dit betekent dat de omkaderingspremie pas gestort kan worden vanaf het ogenblik dat het omkaderingspersoneelslid in dienst getreden is. Het bedrag van de omkaderingspremie staat echter los van de effectieve prestaties van het omkaderingspersoneelslid. Prestaties van de arbeidszorgmedewerkers Er is evenwel slechts recht op een premie in verhouding tot de werkelijk verrichte arbeidsmatige activiteit vanwege arbeidszorgmedewerkers. Voor het berekenen van deze arbeidsmatige activiteit worden 30 uren arbeidsmatige activiteit per week gelijkgesteld met een voltijds equivalente activiteit, ten opzichte waarvan de effectief gepresteerde uren op evenredige wijze verrekend worden. 12.8. Aan welke voorwaarden dient het omkaderingspersoneelslid te voldoen? Het omkaderingspersoneel waarvoor u recht heeft op subsidie dient te voldoen aan de voorwaarden om als gesubsidieerde contractueel in dienst te treden. Dit betekent dat zij moeten ingeschreven zijn als niet-werkende werkzoekende. Zij moeten dus aan dezelfde voorwaarden voldoen als een gesubsidieerd (gesco-) omkaderingspersoneelslid dat instaat voor de begeleiding van de doelgroepwerknemers binnen de sociale werkplaats. Dit impliceert bijv. ook dat u met een omkaderingspersoneelslid dat reeds deeltijds als gesco in dienst is en instaat voor de begeleiding van de doelgroepwerknemers een bijkomende arbeidsovereenkomst kunt afsluiten in het kader van de begeleiding van arbeidszorgmedewerkers. Wie vóór 1 november 2001 reeds tewerkgesteld is in de sociale werkplaats als persoonlijke en dagdagelijkse begeleider van arbeidszorgmedewerkers, kan eveneens als gesco-omkaderingspersoneelslid worden aangeworven. 28 Sociale Werkplaatsen INFO 12.9. Welke verbintenissen dient u aan te gaan ? De sociale werkplaats dient er zich toe te verbinden om: 1) een arbeidszorgovereenkomst af te sluiten met elke arbeidszorgmedewerker die aan de sociale werkplaats werd toegewezen en werd toegeleid door de geïntegreerde basisdienstverlening van de Lokale Werkwinkel of de VDAB; 2) een verzekering aan te gaan voor de burgerlijke aansprakelijkheid van elke arbeidszorgmedewerker voor schade toegebracht tijdens de arbeidsmatige activiteiten uitgevoerd in de sociale werkplaats of op weg naar en van de sociale werkplaats; 3) een verzekering aan te gaan voor de lichamelijke en materiële schade geleden door elke arbeidszorgmedewerker tijdens de arbeidsmatige activiteiten uitgevoerd in de sociale werkplaats of op weg naar en van de sociale werkplaats; 4) binnen de 3 maand na het sluiten van de arbeidszorgovereenkomst in overleg met de VDAB een individueel begeleidingsplan op maat van de arbeidszorgmedewerker op te stellen, waarin een overzicht gegeven wordt van de inspanningen waartoe de werkgever zich verplicht op vlak van de begeleiding; 5) de omkaderingspremie uitsluitend in te zetten voor de begeleiding van de arbeidszorgmedewerkers; 6) externe doelgroepbewaking van de arbeidszorgmedewerker te aanvaarden; 7) zich in te schakelen in een regionaal netwerk van arbeidszorginitiatieven. 12.10. Aanvraagprocedure U dient gebruik te maken van het aanvraagformulier ‘Aanvraag van een omkaderingspremie voor de omkadering van arbeidszorgmedewerkers in een sociale werkplaats’. Dit formulier is te verkrijgen bij de administratie (afdeling Tewerkstelling) of kunt u downloaden van de website van de administratie Werkgelegenheid (www.vlaanderen.be/werk). De administratie (afdeling Tewerkstelling) zal uw aanvraag onderzoeken en ten aanzien van de minister een advies verlenen. De minister bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid bepaalt dan de maximale omkaderingspremie op basis van het aantal VE arbeidszorgmedewerkers. 29 Sociale Werkplaatsen INFO 13. ADVIESBUREAUS IN DE SOCIALE ECONOMIE 13.1. Bent u van plan een sociale werkplaats op te starten ? Bent u van plan een nieuwe sociale werkplaats op te starten en dus een erkenning aan te vragen, dan kunt u voor een haalbaarheidsstudie terecht bij één van de erkende adviesbureaus in de sociale economie Hiervoor kunt u éénmalig een financiële tegemoetkoming krijgen. Wanneer deze haalbaarheidsstudie leidt tot het oprichten van een sociale werkplaats, bedraagt deze tegemoetkoming maximaal 75% van de advieskosten met een maximum van 7.500 euro per bedrijfsadvies. Voor haalbaarheidstudies die niet leiden tot de oprichting van een sociale werkplaats, bedraagt de financiële tegemoetkoming maximaal 50% van de advieskosten met een maximum van 2.500 euro per bedrijfsadvies. U dient uw aanvraag om een financiële tegemoetkoming in bij de administratie (afdeling Tewerkstelling). Een lijst van de erkende adviesbureaus vindt u in 13.3. 30 Sociale Werkplaatsen INFO 13.2. Werd uw sociale werkplaats reeds erkend ? U kunt beroep doen op een erkend adviesbureau in de sociale economie voor: 1) een BASISOPVOLGINGSPAKKET Dit basisopvolgingspakket wordt jaarlijks gratis aangeboden aan elke sociale werkplaats. Deze basisopvolging is een sterkte zwakte-analyse. Ze omvat zowel een bedrijfseconomische en organisatorische analyse op het vlak van de inhoudelijke criteria die in de regelgeving worden bepaald evenals aanbevelingen op deze terreinen. Ze is bedoeld als instrument ter verbetering van het functioneren als sociale werkplaats. Het adviesbureau bezorgt een uitgebreid rapport aan de sociale werkplaats. Na bespreking ervan met de verantwoordelijke binnen de sociale werkplaats wordt een samenvattend rapport bezorgd aan de administratie. 2) een AD HOC ADVIES In dit geval heeft u recht op een financiële tegemoetkoming. Deze tegemoetkoming bedraagt maximaal 50% van de advieskosten met een maximum van 7500 euro per bedrijfsadvies. De adviezen kunnen betrekking hebben op de volgende domeinen van bedrijfsvoering: human resources management en interne organisatie gericht op kansengroepen, participatief ondernemen, evenredige participatie en management van diversiteit; ondersteuning bij het implementeren van een managementstrategie waarbij zowel maatschappelijke als economische doelstellingen worden nagestreefd; social auditing en multi-stakeholdersbenadering; sociale kosten-baten analyse; ontwikkeling en opvolging van missieverklaring; ondersteuning bij de ontwikkeling van initiatieven in de nieuwe diensteneconomie; ondersteuning bij de opmaak van een ondernemingsplan; haalbaarheidsonderzoek; financieel- en boekhoudkundig beleid; communicatie- en marketingbeleid. Een lijst van erkende adviesbureaus in de sociale economie vindt u in 13.3. 31 Sociale Werkplaatsen INFO 13.3. Lijst van erkende adviesbureaus 32 Hefboom vzw Vooruitgangstraat 333 bus 5 1030 BRUSSEL tel. 02/205.17.20 fax 02/205.17.39 [email protected] www.hefboom.be Febecoop Adviesbureau Vlaanderen vzw Hoogstraat 28 1000 BRUSSEL tel. 02/500.53.00 fax 02/500.53.97 [email protected] www.febecoop.be SEC Adviesbureau Vitamine W vzw Gemeentestraat 6 2060 ANTWERPEN tel. 03/270.34.09 fax 03/270.34.01 [email protected] www.sec-adviesbureau.be WEB vzw Steenweg op Tielen 70 2300 TURNHOUT tel 014/46.27.15 fax 014/46.27.11 [email protected] www.websweb.be Sociale Werkplaatsen INFO NOTA’S 33 Sociale Werkplaatsen INFO Heeft u nog vragen ? Bel dan naar de GECOFOON van het Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, op het nummer 0800/141.87. E-mail : [email protected] Deze brochure (en de aanvraagformulieren) vindt u ook op de website www.vlaanderen.be/werk onder de rubriek ‘tewerkstellingsprogramma’s’. juli 2005 SWP2.5 Wat werd er gewijzigd sinds de laatste uitgave (februari 2002) ? RESOC : Voortaan brengt het RESOC advies uit, i.p.v. het STC. (hoofdstuk 3.6) Subsidiëring van de doelgroepwerknemers : nieuwe voorwaarden i.v.m. de herinschakelingsuitkering en de financiële tussenkomst van het OCMW (hoofdstuk 9) Adviesbureaus : nieuwe voorwaarden i.v.m. het basisopvolgingspakket en het ad hoc advies, een vierde adviesbureau (hoofdstuk 13.2 en 13.3) 34