EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.2.2014 COM(2014) 90 final 2014/0048 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, en de voorlopige toepassing van een Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Kroatië aan de Europese Economische Ruimte en het daarmee verband houdende protocol, om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie NL NL TOELICHTING De Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte (hierna "de EER-overeenkomst" genoemd) werd op 2 mei 1992 ondertekend en werd op 1 januari 1994 van kracht. Overeenkomstig de Akte van toetreding van de Republiek Kroatië verbindt Kroatië zich ertoe onder de in de Akte neergelegde voorwaarden toe te treden tot de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zulks overeenkomstig artikel 128 van die overeenkomst. Bijgaand voorstel vormt het rechtsinstrument voor de ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Kroatië aan de Europese Economische Ruimte (hierna "de overeenkomst" genoemd) en het daarmee verband houdende Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen het Koninkrijk Noorwegen en de Europese Unie betreffende een financieel mechanisme van Noorwegen voor de periode 2009-2014, naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (hierna "het protocol" genoemd) om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie. Op 4 september 2012 machtigde de Raad de Commissie onderhandelingen te openen met de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein en het Koninkrijk Noorwegen om de EERovereenkomst en de Overeenkomst tussen het Koninkrijk Noorwegen en de Europese Unie betreffende een financieel mechanisme van Noorwegen voor de periode 2009-2014 te wijzigen1. De onderhandelingen met IJsland, Liechtenstein en Noorwegen werden afgerond met de parafering van: 1) de overeenkomst, 2) het protocol; en tevens 3) twee aanvullende protocollen: a) het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie; en b) het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie. Deze twee aanvullende protocollen horen samen met de huidige overeenkomst en het protocol, maar zijn opgenomen in twee aparte voorstellen. De voorgestelde overeenkomst maakt de Republiek Kroatië overeenkomstsluitende partij bij de EER-overeenkomst en verbindt de EU ertoe een authentieke versie van de EERovereenkomst in de nieuwe officiële taal van de EU voor te leggen. Met het protocol wordt Kroatië opgenomen in het financieel mechanisme van Noorwegen. De overeenkomst en het protocol zullen voorlopig worden toegepast vanaf de datum die is vastgelegd in een briefwisseling tussen de partijen, in afwachting van de afronding van de procedures voor de formele sluiting en de inwerkingtreding. 1 Besluit van de Raad waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te openen over de aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en de Overeenkomst tussen het Koninkrijk Noorwegen en de Europese Unie betreffende een financieel mechanisme van Noorwegen voor de periode 2009-2014, in verband met de uitbreiding van de Europese Unie met Kroatië (Raadsdocument 12865/12 LIMITED). NL 2 NL De Commissie acht de resultaten van de onderhandelingen bevredigend en verzoekt de Raad zijn goedkeuring te hechten aan bijgaand besluit betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van de overeenkomst. NL 3 NL 2014/0048 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, en de voorlopige toepassing van een Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Kroatië aan de Europese Economische Ruimte en het daarmee verband houdende protocol, om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 217, in samenhang met artikel 218, lid 5, en artikel 218, lid 8, tweede alinea, Gezien de Akte van toetreding van de Republiek Kroatië, en met name artikel 6, lid 2, en artikel 6, lid 5, Gezien het voorstel van de Europese Commissie2, Overwegende hetgeen volgt: 1) De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte3 (hierna "de EERovereenkomst" genoemd) werd op 2 mei 1992 ondertekend in Porto. 2) De Republiek Kroatië is op 1 juli 2013 toegetreden tot de Europese Unie. 3) Krachtens artikel 6, lid 5, van de Akte van toetreding van de Republiek Kroatië verbindt Kroatië zich ertoe onder de in de Akte neergelegde voorwaarden toe te treden tot de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zulks overeenkomstig artikel 128 van die overeenkomst. 4) Op 4 september 2012 machtigde de Raad de Commissie onderhandelingen te openen met de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein en het Koninkrijk Noorwegen om de EER-overeenkomst en de Overeenkomst tussen het Koninkrijk Noorwegen en de Europese Unie betreffende een financieel mechanisme van Noorwegen voor de periode 2009-2014 te wijzigen. De onderhandelingen werden succesvol afgesloten met de parafering van de Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Kroatië aan de Europese Economische Ruimte (hierna "de overeenkomst" genoemd) en het daarmee verband houdende Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen het Koninkrijk Noorwegen en de Europese Unie betreffende een financieel mechanisme van Noorwegen voor de periode 2009-2014, naar aanleiding van de deelname van de Republiek Kroatië aan de Europese Economische Ruimte (hierna "het protocol" genoemd), die beide aan dit besluit zijn gehecht. 5) Ook twee hiermee verband houdende protocollen zijn geparafeerd: a) het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen het Koninkrijk Noorwegen en de Europese Unie betreffende een financieel mechanisme van Noorwegen voor de periode 2009-2014, naar aanleiding van de deelname van de Republiek Kroatië aan de Europese 2 PB C , , blz. . PB , , blz. . 3 NL 4 NL Economische Ruimte en b) het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie. Voor beide protocollen wordt telkens een apart besluit van de Raad vastgesteld. 6) In afwachting van de afronding van de procedures die nodig zijn voor de inwerkingtreding en om de goede werking van de interne markt binnen de Europese Economische Ruimte te behouden, worden de overeenkomst en het protocol voorlopig toegepast op grond van overeenkomsten in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en respectievelijk IJsland, het Vorstendom Liechtenstein en het Koninkrijk Noorwegen, vanaf de dag volgende op de datum waarop de laatste van deze briefwisselingen wordt afgerond. 7) De overeenkomst en het hiermee verband houdende protocol moeten worden ondertekend onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum, en moeten voorlopig worden toegepast, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 De ondertekening namens de Unie en haar lidstaten van de Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Kroatië aan de Europese Economische Ruimte en het daarmee verband houdende Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen het Koninkrijk Noorwegen en de Europese Unie betreffende een financieel mechanisme van Noorwegen voor de periode 2009-2014, wordt hierbij goedgekeurd, onder voorbehoud van de sluiting ervan. De tekst van de overeenkomst en het protocol is aan dit besluit gehecht. Artikel 2 Het secretariaat-generaal van de Raad stelt het volmachtinstrument op dat de persoon (personen) die daartoe door de onderhandelaar is (zijn) aangewezen, machtiging verleent de overeenkomst, onder voorbehoud van de sluiting ervan, te ondertekenen. Artikel 3 Onder voorbehoud van de sluiting op een latere datum en in afwachting van de inwerkingtreding ervan, worden de overeenkomst en het protocol voorlopig toegepast op grond van overeenkomsten in de vorm van een briefwisseling, vanaf de dag volgende op de datum waarop de laatste van deze briefwisselingen wordt afgerond. De tekst van de overeenkomsten in de vorm van een briefwisseling is aan dit besluit gehecht. NL 5 NL Artikel 4 Dit besluit treedt in werking op … Gedaan te Brussel, Voor de Raad De voorzitter NL 6 NL