JAARLIJKSE VAKANTIE-ag

advertisement
JAARLIJKSE VAKANTIE
EEN OVERZICHT VAN ENKELE BELANGRIJKE PRINCIPES
Elk jaar opnieuw worden de meeste werkgevers geconfronteerd met tal van vragen rond
het toekennen van (het aantal) vakantiedagen en van het vakantiegeld van de
personeelsleden. In dit artikel geven wij een overzicht van de voornaamste spelregels
waarmee u rekening dient te houden.
1. Op hoeveel verlofdagen heeft een werknemer recht?
De duur van de vakantie hangt af van het aantal gewerkte en gelijkgestelde dagen in het
voorgaande kalenderjaar (= vakantiedienstjaar). Zo zal een werknemer in 2015 vakantie
genieten op basis van zijn (gelijkgestelde prestaties) in 2014.
Voor voltijdse werknemers met volledige prestaties in het vakantiedienstjaar bedraagt het
aantal wettelijke vakantiedagen steeds 20 dagen (bij een tewerkstelling in een 5dagenweek) en 24 dagen (indien een tewerkstelling in een 6-dagenweek). Het aantal
vakantiedagen voor deeltijdse werknemers wordt bepaald in verhouding tot hun
(gelijkgestelde) prestaties. Daarenboven kunnen zij nooit meer vakantie opnemen dan 4x
het wekelijks arbeidsregime dat geldt op het ogenblik van het opnemen van verlof.
2. Kan een werknemer zijn verlof nemen wanneer hij dit wil?
Neen, individueel verlof kan enkel, mits akkoord tussen werkgever en werknemer. Een
werknemer kan dus niet eenzijdig de data van zijn vakantie opleggen. Het is wel mogelijk
dat het akkoord van de werkgever stilzwijgend is. Om discussies hierover te vermijden, kan
de werkgever best voorzien in een procedure voor de aanvraag en goedkeuring van
verlofdagen die wordt opgenomen in het arbeidsreglement. Zo kan bijvoorbeeld worden
voorzien dat het hoofdverlof een maand op voorhand moet worden aangevraagd of dat een
verlofaanvraag kan worden geweigerd wanneer te veel werknemers in dezelfde periode
verlof wensen te nemen. Ook een voorrangsregeling bij gelijktijdige aanvragen kan worden
opgenomen in het arbeidsreglement.
Indien een werknemer geen rekening houdt met de duidelijke weigering van zijn werkgever
om verlof toe te kennen, wordt dit in de rechtspraak als een daad van weerspannigheid
beschouwd, die desgevallend grond kan vormen tot onmiddellijk ontslag wegens een
dringende reden.
3. Waarmee moet een werkgever rekening houden bij de toekenning van
individueel verlof ?
•
•
•
•
een werknemer moet steeds de kans krijgen om minstens twee weken
ononderbroken vakantie te nemen in de periode van 1 mei tot 31 oktober. Voor
werknemers jonger dan 18 jaar is dit drie aaneengesloten weken
op vraag van de werknemer kan er afgeweken worden van de twee weken verlof
maar dan moet er wel minimum één week worden opgenomen
voor werknemers met schoolplichtige kinderen zullen de verlofdagen bij voorkeur
worden toegekend gedurende de schoolvakantie
het saldo van de verlofdagen moet zoveel mogelijk opgenomen worden tijdens
periodes van geringe activiteit of om een ‘brug’ te maken
Sodiro vzw - Ovenstraat 37 - 8800 Roeselare
1/5.
•
het nemen van halve verlofdagen is niet toegestaan, behalve indien de halve
verlofdagen worden aangevuld met een halve dag gewone inactiviteit of, op
aanvraag van de werknemer, om de drie dagen van de 4de vakantieweek te verdelen
in halve dagen.
4. Kunnen verlofdagen worden overgedragen naar het volgende jaar?
Neen, vakantiedagen moeten worden opgenomen binnen 12 maanden volgend op het einde
van het vakantiedienstjaar. Ook het opnemen van verlofdagen die pas in het volgende
vakantiejaar worden toegekend, kan evenmin.
5. Is een werknemer verplicht om al zijn verlofdagen op te nemen ?
Werknemers zijn verplicht om de vakantiedagen op te nemen waarop zij recht hebben.
Zelfs als een werknemer verzaakt aan zijn recht op wettelijke vakantie, moet de werkgever
er over waken dat de werknemer zijn dagen opneemt.
• Arbeiders krijgen in de loop van het vakantiejaar, via de vakantiekas, hun
vakantiegeld uitbetaald. Dit vakantiegeld is verworven, ook al neemt een arbeider
vrijwillig niet al zijn verlofdagen op
• Bedienden die vrijwillig niet al hun vakantiedagen opnemen, hebben geen recht op
het vakantiegeld voor de niet opgenomen dagen. De werkgever moet de werknemer
wel de mogelijkheid hebben geboden om zijn vakantie op te nemen
• Voor bedienden die door schorsing van de arbeidsovereenkomst (ongeval, ziekte,
...) onmogelijk hun verlofdagen kunnen opnemen, moet het resterende vakantiegeld
op het einde van het vakantiejaar worden uitbetaald.
TIP : u doet er goed aan uw werknemers tegen het jaareinde schriftelijk te verwittigen dat
zij nog een aantal verlofdagen moeten opnemen en dat deze niet kunnen worden
overgedragen naar het volgende jaar.
6. Mijn werknemer is ziek vóór zijn vakantie. Wat gebeurt er met de geplande
verlofdagen ?
Indien een werknemer ziek wordt vóór zijn eerste effectieve verlofdag, worden de
verlofdagen die samenvallen met de ziekte verdaagd. Voor de ziektedagen dient de
werkgever het gewaarborgd loon te betalen, tenzij het om een arbeider gaat die net vóór
een periode van collectieve sluiting ziek wordt. In dit geval betaalt de werkgever geen
gewaarborgd loon maar komt het ziekenfonds voor die dagen tussenbeide.
7. Mijn werknemer heeft onvoldoende verlofdagen om de collectieve sluiting in
onze onderneming te overbruggen. Wat nu ?
Werknemers die geen recht of geen recht meer hebben op een voldoende aantal
vakantiedagen om de volledige periode van collectieve sluiting te overbruggen, kunnen
tijdelijk werkloos worden gesteld voor de dagen die niet gedekt zijn door vakantiegeld. De
werknemer moet wel eerst zijn betaalde vakantiedagen prioritair uitputten tijdens de
periode van collectieve sluiting.
8. Op welke vergoedingen heeft een werknemer recht?
Het vakantiegeld is samengesteld uit:
•
•
de loonwaarborg op het ogenblik dat vakantie wordt genomen, zijnde het ‘enkel
vakantiegeld’
de aanvulling bovenop het enkel vakantiegeld, zijnde het ‘dubbel vakantiegeld’.
Sodiro vzw - Ovenstraat 37 - 8800 Roeselare
2/5.
8.1. Arbeiders
In tegenstelling tot de bedienden waar de werkgever zelf het vakantiegeld moet uitbetalen,
gebeurt de uitbetaling van het vakantiegeld voor de arbeiders door het vakantiefonds
waarbij de werkgever is aangesloten.
Het bedrag van het wettelijk vakantiegeld is gelijk aan 15,38% van de effectief verdiende of
fictieve brutolonen (tegen 108%) van het vakantiedienstjaar. Op het bruto–bedrag van het
vakantiegeld verricht de vakantiekas 3 ‘soorten’ inhoudingen:
• een solidariteitsinhouding van 1% op het bruto – vakantiegeld
• een inhouding van 13,07% op het dubbel vakantiegeld, maw op 6,8% van de lonen
• bedrijfsvoorheffing waarvan het percentage verschilt naargelang het bedrag van het
vakantiegeld
- 17,16% indien het belastbaar bedrag € 1.120 niet overschrijdt
- 23,22% indien het belastbaar bedrag dit bedrag wel overschrijdt.
8.2. Bedienden
De bediende die met vakantie gaat, ontvangt van zijn werkgever zijn vakantiegeld in de
vorm van:
• het enkelvoudig vakantiegeld: dit is de maandwedde die doorloopt wanneer de
vakantiedagen worden opgenomen
• het dubbel vakantiegeld, gelijk aan 1/12 van 92% van het brutoloon van de maand
waarin de vakantie wordt opgenomen voor iedere maand die tijdens het
vakantiedienstjaar werd gepresteerd of met effectieve arbeid is gelijkgesteld. Er
dient evenwel enkel 13,07% afgehouden te worden op het dubbel verlofgeld voor 3
weken + 2 dagen (d.w.z. op 85%).
De bediende die zijn werkgever verlaat (ongeacht de beëindigingswijze) of zijn
arbeidsregime tijdelijk of definitief vermindert (bv. overgang van voltijds naar deeltijds,
overgang van ¾ naar halftijds), krijgt vertrekvakantiegeld voor de nog niet genoten
vakantierechten, ten belope van 15,34% op alle lonen die tijdens het vakantiedienstjaar bij
deze werkgever verdiend werden. Het enkel vakantiegeld ten belope van 7,67% zal
berekend worden in verhouding tot de vakantiedagen die nog resten. In het geval van een
vermindering van arbeidsregime betaalt de werkgever het vertrekvakantiegeld voor de nietopgenomen dagen samen met het loon voor de maand december van het jaar waarin de
vermindering plaatsvindt.
Bijkomende opmerkingen:
• voor bedienden met een geheel of gedeeltelijk variabele wedde dient het
vakantiegeld te worden berekend op dit variabel gedeelte;
• bij de berekening van het vakantiegeld voor bedienden moet geen rekening worden
gehouden met het deel van de bezoldiging dat niet als basis dient voor de
berekening van de sociale zekerheidsbijdragen. Bijgevolg is geen vakantiegeld
verschuldigd op de werkgeverspremies voor een groepsverzekering, geen
vakantiegeld op voordelen in natura zoals maaltijdcheques, bedrijfswagen,…
9. Wanneer kan worden gebruik gemaakt van jeugdvakantie ?
Jeugdige werknemers die voor de eerste keer in dienst komen van een werkgever na de
school te hebben verlaten of een leertijd te hebben beëindigd, kunnen genieten van een
stelsel van aanvullende vakantie, meer bepaald ‘jeugdvakantie’, mits ze aan bepaalde
voorwaarden voldoen:
• op 31 december van het vakantiedienstjaar de leeftijd van 25 jaar niet bereikt
hebben
• in de loop van het vakantiedienstjaar zijn studies (met inbegrip van de periode van
het maken van een eindwerk), leertijd (middenstandsopleiding of industriële leertijd)
of opleiding (vorming erkend in het kader van de deeltijdse leerplicht, opleiding
erkend door de VDAB in het kader van inschakelingsparcours) hebben beëindigd
• minstens 1 maand (minimum 70 arbeids- of gelijkgestelde uren) verbonden zijn
door één of meerdere arbeidsovereenkomsten in het vakantiedienstjaar. Een
Sodiro vzw - Ovenstraat 37 - 8800 Roeselare
3/5.
tewerkstelling met de vakantieregeling ‘openbare dienst’ of met een uitgestelde
bezoldiging (onderwijs) en een industriële leertijd tellen niet mee. Ook een
tewerkstelling met een studentenovereenkomst wordt uitgesloten.
De jeugdvakantie kan slechts genomen worden tijdens een tewerkstelling als loontrekkende
en na de uitputting van de gewone betaalde vakantie en dit overeenkomstig een collectief
akkoord of in onderling akkoord tussen de jongere en zijn werkgever. De dagen kunnen in
één of meerdere keren worden genomen per volledige of halve dag. De jongere is niet
verplicht deze jeugdvakantiedagen te nemen. De jongere maakt bijgevolg aanspraak op:
• het enkel en dubbel vakantiegeld van zijn werkgever op basis van de in het
vakantiedienstjaar geleverde of gelijkgestelde prestaties
• een RVA-uitkering door middel van C103-jeugdvakantie ten belope van 65% van het
loon van de jongere tijdens de eerste maand waarin de jeugdvakantie wordt
opgenomen, begrensd tot € 2.121,75 (vanaf 01/04/2013) per maand. Op dit bedrag
wordt een bedrijfsvoorheffing ingehouden van 10,09%.
10. Wanneer kan worden gebruik gemaakt van seniorvakantie ?
Met ingang van 1 januari 2007 hebben oudere werknemers die door volledige werkloosheid
of invaliditeit in het vakantiedienstjaar geen recht hebben op het maximum aantal
wettelijke vakantiedagen, recht op aanvullende seniorvakantiedagen.
Om recht te hebben op seniorvakantie en de bijhorende uitkering moeten de werknemers
aan volgende voorwaarden voldoen:
• tewerkgesteld zijn in een betrekking die onder het toepassingsgebied van de
vakantiewetgeving valt (dus geen zelfstandigen of onderwijs)
• op 31 december van het vakantiedienstjaar minstens 50 jaar oud zijn
• geen recht hebben op de volledige 4 weken betaalde vakantie omwille van een
periode volledige werkloosheid of invaliditeit in de loop van het vakantiedienstjaar.
De regeling van de seniorvakantie is dus niet van toepassing indien het onvolledige recht op
betaalde vakantie het gevolg is van andere onderbrekingen, zoals onbetaald verlof,
loopbaanonderbreking,...
De seniorvakantie kan (= een recht, geen plicht) enkel tijdens de duur van de
arbeidsovereenkomst en na uitputting van de gewone betaalde vakantie worden
opgenomen. In tegenstelling tot wat voor de jeugdvakantie geldt, kan men de
seniorvakantie meerdere jaren genieten.
Net zoals bij de jeugdvakantie betaalt de RVA voor deze dagen een bruto-uitkering die
gelijk is aan 65% van het begrensd brutoloon (vanaf 01/04/2013: 2.121,75 EUR/maand)
waarop de werknemer recht heeft tijdens de maand waarin de seniorvakantie voor het eerst
wordt genomen. De aanvraag van seniorvakantie gebeurt net als bij de jeugdvakantie via
de formulieren ‘C103’ van de RVA.
11. Recht op aanvullende vakantie?
Niettegenstaande het systeem van seniorvakantie en jeugdvakantie zijn er nog steeds
werknemers die geen aanspraak kunnen maken op 4 weken vakantie met behoud van loon
(denken we maar aan iemand die overstapt van de publieke sector naar de privésector of
aan een zelfstandige die zijn activiteit stopzet en in dienst treedt als werknemer; een
werknemer die niet in hetzelfde jaar waarin hij zijn studies beëindigt, gaat werken, een
werknemer met een contract van bepaalde duur; werknemers met een periode van arbeid
na een periode van werkloosheid).
Volgens de Europese Commissie is dit echter in strijd met de Arbeidsrichtlijn 2003/88.
Sodiro vzw - Ovenstraat 37 - 8800 Roeselare
4/5.
De Wet houdende diverse bepalingen van 29 maart 2012 houdt hier voortaan rekening mee
en kent een recht op aanvullende vakantie toe aan het begin of bij de hervatting van de
activiteit.
Dit betekent concreet dat de werknemer aanspraak kan maken op 1 week aanvullende
vakantie per periode van 3 maanden arbeidsprestaties (of daarmee gelijkgesteld) tijdens
het kalenderjaar. Dit kan enkel wanneer eerst de ‘gewone’ wettelijke vakantiedagen zijn
opgenomen. Ten vroegste vanaf de laatste week van de zogenaamde aanloopperiode, die
eerst moet worden doorlopen, kan de aanvullende vakantie effectief worden opgenomen.
De aanloopperiode is een al dan niet doorlopende periode van 3 maanden werkelijke
arbeidsprestaties (of daarmee gelijkgesteld) bij een of meerdere werkgevers tijdens
hetzelfde kalenderjaar.
De aanvullende vakantie is betaald maar het gaat om een voorschot op het dubbel
vakantiegeld van het daaropvolgende jaar. De arbeiders ontvangen op basis van een
formulier het aanvullende vakantiegeld uitbetaald in de loop van het kwartaal dat volgt op
dat van de aanvullende vakantiedagen. De aanvullende verlofdagen voor de bedienden
worden doorbetaald maar het jaar nadien in mindering gebracht van het dubbel
vakantiegeld.
Werknemers die ook recht hebben op jeugd- of seniorvakantie, of werkloosheid wegens
collectieve sluiting hebben de keuze:
• ofwel verzaken aan de aanvullende vakantie, en jeugd-, seniorvakantie, of
werkloosheid wegens collectieve sluiting aanvragen, waarbij de RVA deze dagen
vergoedt;
• ofwel verzaken aan de jeugd-, seniorvakantie, of werkloosheid wegens collectieve
sluiting, en aanvullende vakantie aanvragen, waarbij de vakantiedagen worden
doorbetaald via een voorschot op het dubbel vakantiegeld.
De verschillende systemen kunnen worden gecombineerd maar er kan in totaal niet meer
dan 4 weken vakantie per jaar worden genoten.
Voor deze aanvullende vakantie heeft de werknemer recht op enkel vakantiegeld gelijk aan
zijn normale loon. Dit vakantiegeld wordt vervolgens verrekend met het dubbel
vakantiegeld of het vertrekvakantiegeld.
Sodiro vzw - Ovenstraat 37 - 8800 Roeselare
5/5.
Download