BERICHT 2001 nr. 15 Vorming – Onderrichting 2001 – 219/09.05

advertisement
BERICHT 2001 nr. 15
Vorming – Onderrichting
2001 – 219/09.05.2001
Bestemd voor : Leersecretarissen.
Ter kennisgeving aan : Centra voor Vorming van Zelfstandigen en KMO.
Voorwerp : Leerovereenkomst.
Vakantiegeld leerlingen.
In kort bestek :
Tijdens het voorbije interprofessionele overleg bereikten de sociale partners een akkoord
over een aantal wijzigingen in de vakantiereglementering. Aangezien de maatregelen nog
door het Parlement moeten worden goedgekeurd, dient de informatie met enig voorbehoud
te worden gehanteerd.
De wijzigingen zijn in grote lijnen tot twee punten te herleiden: de volledige betaling van het
dubbel vakantiegeld (ook voor de 4de en de 5de dag van de 4de vakantieweek) en een serieuze
hervorming van het systeem van het aanvullend vakantiegeld voor jeugdige werknemers.
LEEROVEREENKOMST.
VAKANTIEGELD LEERLINGEN.
Onder voorbehoud van goedkeuring door het Parlement gelden alle onderstaande
maatregelen in principe vanaf het vakantiejaar 2001.
Leerling - bedienden
Dubbel vakantiegeld in dienst
De leerling-bediende krijgt in de maand van zijn hoofdvakantie voortaan een dubbel
vakantiegeld gelijk aan 92% (voorheen 90%) van de wedde van de bewuste maand.
Deze verhoging leidt er echter niet toe dat de 13,07% bijzondere bijdrage op een verhoogd
bedrag dient gerekend te worden (blijft berekend op 85% van de brutomaandvergoeding).
Vertrekvakantiegeld
Ten gevolge van de dubbele betaling van de 4de en 5de dag van de 4de vakantieweek, wordt
ook het percentage dienstig voor de berekening van het vertrekvakantiegeld opgetrokken
van 15,18 naar 15,34%.
De inhouding op het gedeelte dubbel vakantiegeld blijft echter berekend op 6,8%.
Leerling - arbeiders
Het vakantiegeld voor de leerling - arbeiders stijgt van 15,18 tot 15,38%.
Ten gevolge van die stijging verhoogt de jaarlijkse bijdrage van de werkgever ter financiering
van dit vakantiegeld (9,98 wordt 10,27%). De trimestriële bijdrage blijft behouden op 6%.
Daar waar vorig jaar de solidariteitsbijdrage ten laste van de arbeider alnaargelang het geval
1%, dan wel 1,5% bedroeg, is alles nu weer geüniformiseerd op 1%.
De 13,07% bijzondere bijdrage op het gedeelte dubbel vakantiegeld, wordt ook hier nog
altijd ingehouden op de 6,8%.
Jeugdige werknemers.
Het systeem van aanvullend(e) vakantie(geld) voor “jonge” werknemers ondergaat
aanzienlijke wijzigingen. In wat volgt wordt kort ingegaan op de verschillende wijzigingen.
Een volledig overzicht kan u terug vinden op de website van de RVA http://www.rva.fgov.be.
De jongere die afstudeert (leerovereenkomst of stageovereenkomst werd
beëindigd of stopzet), jonger is dan 25 jaar en ten minste één maand werkt als
loontrekkende in het vakantiedienstjaar, kan het daarop volgende jaar
jeugdvakantie nemen ter aanvulling van zijn onvolledig recht op vakantie. Voor
de jeugdvakantiedag ontvangt hij ten laste van de werkloosheidsverzekering een
uitkering die 65% bedraagt van zijn begrensd loon
Volgende zaken springen in het oog :
- de aanvulling schoolverlater wordt niet meer gedragen door de werkgever/het
vakantiefonds, maar wel door de RVA ;
- de werknemer moet nog steeds jonger zijn dan 25 jaar op het einde van het
vakantiedienstjaar, maar moet niet meer binnen de 4 maanden na het afstuderen voor
het eerst werken ;
- als bijkomende voorwaarde voor het ontstaan van het recht geldt dat de werknemer
minstens 1 maand moet gewerkt hebben in het vakantiedienstjaar ;
- het aanvullend vakantiegeld is gelijk aan 65% van het loon dat de jongere tijdens de
eerste maand waarin jeugdvakantie wordt genomen verdiend, begrensd tot 60 488 frank
bruto per maand;
- de jeugdvakantie kan slechts genomen worden tijdens een tewerkstelling als
loontrekkende en na de uitputting van de gewone betaalde vakantie
- de jeugdvakantie moet niet worden opgenomen
- de jongere moet de jeugdvakantie-uitkering aanvragen aan de hand van een formulier C
103 jeugdvakantie, dat gedeeltelijk door hemzelf en gedeeltelijk door de werkgever
wordt ingevuld. De leersecretaris dient hier dus geen enkele formaliteit meer te
vervullen. Het formulier vermeldt per maand de genomen jeugdvakantiedagen. Het
wordt ingediend na verloop van elke vakantieperiode. Het formulier moet worden
afgegeven bij een vakbond of bij de hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen. De
formulieren zijn te verkrijgen bij deze diensten of bij de RVA. De formulieren worden
pas in omloop gebracht op het ogenblik dat de wetsvoorstellen werden goedgekeurd
(vermoedelijk in de loop van de maand juni).
Bijvoorbeeld:
-
leerovereenkomst eindigt op 30/6/2000. Leerling °16/4/1980 en begon op
1 oktober te werken onder arbeidsovereenkomst
Leerling heeft in 2001 recht op 3 weken betaalde vakantie
Het is voor de overige 3 maanden (juli, augustus en september) dat hij kan
aanspraak maken op jeugdvakantie, maar slechts na uitputting van het gewone
verlof.
Namens het VIZO,
Gilbert OTTEN,
Administrateur-generaal.
Download