RIJKSDIENST VOOR ARBEIDSVOORZIENING BEWIJS VAN JEUGDVAKANTIE: AANVRAAGFORMULIER (Art. 78bis KB 25.11.1991) UI datumstempel datumstempel WB IN TE VULLEN DOOR DE WERKGEVER U overhandigt dit aanvraagformulier C103-JEUGDVAKANTIE-WERKGEVER de eerste maand met jeugdvakantie van de werknemer. De eerste maand met jeugdvakantie moet de werknemer zelf ook een formulier C103-JEUGDVAKANTIE-WERKNEMER invullen. Na de periode van jeugdvakantie dient de werknemer het formulier C103JEUGDVAKANTIE-WERKNEMER en dit aanvraagformulier C103- JEUGDVAKANTIE-WERKGEVER in bij zijn uitbetalingsinstelling (vakbond of Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen). De uitbetalingsinstelling stuurt de aanvraag door naar de RVA. De aanvraag moet bij de RVA toekomen ten laatste in februari van het jaar volgend op het vakantiejaar. U kunt dit aanvraagformulier C103- JEUGDVAKANTIE-WERKGEVER vervangen door een elektronische aangifte ASR scenario 9 (zie www.sociale-zekerheid.be) die de gegevensoverdracht aanzienlijk vereenvoudigt. Voor de latere maanden met jeugdvakantie, verricht u een ASR scenario 10 (zie www.sociale-zekerheid.be). RUBRIEK 1: IDENTIFICATIEGEGEVENS WERKNEMER : INSZ (zie keerzijde identiteitskaart) WERKGEVER : .............................................................................................................. Naam of handelsnaam werkgeverscategorie (1) ..................................................................................................................................................... NAAM en voornaam ondernemingsnummer (2) paritair comité ..................................................................................................................................................................................... Adres werknemerskengetal (3) statuut werknemer (4) inschrijvingsnummer RSZ (2) inschrijvingsnummer DIBISS (2) RUBRIEK 2 : GEGEVENS OVER DE TEWERKSTELLING - begindatum van de recentste tewerkstelling : - theoretisch brutoloon bij aanvang jeugdvakantie (5): , als arbeider bediende EUR per uur maand dag week trimester jaar cyclus van ........................... - Enkel in te vullen voor een werknemer tewerkgesteld bij een werkgever aangesloten bij de DIBISS (lokale overheden)(6) : Vakantieregeling overheidssector privé-sector - opgenomen uren betaalde vakantie (inclusief aanvullende vakantie art 17bis wet 28.6.1971) tijdens de maanden voorafgaand aan de eerste maand met jeugdvakantie: , uren betaalde vakantie (7) RUBRIEK 3 : ARBEIDSREGELING met vakantieregeling 'privé-sector' Q (7)= , = gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de werknemer met inbegrip van betaalde inhaalrust in het kader van arbeidsduurvermindering. S (7)= , = gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van een voltijdse werknemer met inbegrip van betaalde inhaalrust in het kader van arbeidsduurvermindering. stempel werkgever naam en handtekening werkgever of zijn afgevaardigde datum (1) Het recht op jeugdvakantie voor contractuele werknemers bij lokale overheden is enkel mogelijk indien het aantal vakantiedagen wordt bepaald zoals in de privé-sector, dwz op basis van de arbeidsprestaties in het vakantiedienstjaar, ongeacht de werkgeverscategorie. (2) U vult ofwel het ondernemingsnummer, ofwel het RSZ- of het DIBISS-nummer in. (3) Dit is ook een gegeven van de DMFA. Er zijn verschillende kengetallen voor arbeiders, bedienden, leerlingen, enz. … (bv. 015 voor arbeider, 495 voor bediende, …). Dit gegeven moet de werkgever zelf selecteren uit de RSZ-lijst met de werknemerskengetallen (www.sociale-zekerheid.be > kwartaalaangifte DMFA > gestructureerde bijlagen > bijlagen - laatste versie "2 werknemerskengetallen" (gewone bijdrage) of "28 werknemerskengetallen PPO"). Weet u niet welk werknemerskengetal van toepassing is op de werknemer, neem dan contact op met de persoon in uw onderneming of instelling die verantwoordelijk is voor de RSZkwartaalaangifte. (4) Dit gegeven moet u enkel invullen wanneer de werknemer een thuisarbeider is. (5) Het theoretisch gemiddeld brutoloon bevat alle bedragen of voordelen waarop de sociale zekerheidsbijdragen worden ingehouden, excl. vakantiegeld, eindejaarspremie en loon voor overuren. (6) De openbare dienst kruist het vakje “privé-sector” aan indien het aantal vakantiedagen wordt bepaald op basis van de arbeidsprestaties in het vakantiedienstjaar. De kwalificatie van de vakantieregeling in de DMFAPPL is niet relevant. (7) Minuten decimaal uitdrukken, bv. 7u40' wordt 7,66. 01.01.2016/831.20.167 1/2 FORMULIER C103-JEUGDVAKANTIE–WERKGEVER HET RECHT OP JEUGDVAKANTIE Om recht te hebben op jeugdvakantie moet de werknemer volgende voorwaarden vervullen: - op 31 december van het vakantiedienstjaar (= het kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarin de werknemer vakantie neemt) de leeftijd van 25 jaar niet bereikt hebben; - in de loop van het vakantiedienstjaar zijn studies, leertijd of opleiding hebben beëindigd of stopgezet; - na het einde of de stopzetting van de studies, leertijd of opleiding, in de loop van het vakantiedienstjaar gewerkt hebben als loontrekkende gedurende een minimumperiode (arbeidsovereenkomst gedurende ten minste één maand en ten minste 13 arbeids- of gelijkgestelde dagen). Een tewerkstelling met de vakantieregeling “openbare dienst” of met een uitgestelde bezoldiging (onderwijs) en een industriële leertijd tellen echter niet mee; - op het tijdstip van de uitputting van de jeugdvakantie verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst en onder toepassing vallen van de vakantieregeling “privé-sector”. (Voor een contractuele werknemer bij een lokale overheid, vermeldt de werkgever dat de vakantieregeling van de privé-sector van toepassing is indien het aantal vakantiedagen wordt bepaald op basis van de arbeidsprestaties in het vakantiedienstjaar) De werknemer die aan de voormelde voorwaarden voldoet, mag in het jaar volgend op het jaar waarin hij afstudeert 4 weken vakantie of 24 vakantiedagen (in het zesdaagse stelsel) nemen (gewone betaalde vakantie +aanvullende betaalde vakantie (art 17bis wet 28.06.1971).+ jeugdvakantie). Jeugdvakantie wordt maar toegekend ná de uitputting van de gewone betaalde vakantie. Berekening van het aantal dagen gewone betaalde vakantie De RVA houdt rekening met een gewogen aantal betaalde vakantiedagen (de factor J), uitgedrukt in het zesdaagse stelsel, afgerond naar de dichtstbijzijnde halve of volledige eenheid. B.v. De werknemer die in het vakantiedienstjaar 6 maanden voltijds heeft gewerkt, heeft recht op 12 gewogen vakantiedagen. Heeft hij 6 maanden halftijds gewerkt, dan heeft hij recht op 6 gewogen vakantiedagen. Uitputting van de dagen gewone betaalde vakantie en van de extra-legale vakantie Jeugdvakantie kan pas genomen worden na uitputting van de gewone betaalde vakantie bij een vorige werkgever (zie verklaring van de werknemer op het FORMULIER C103-JEUGDVAKANTIE-WERKNEMER) of bij de huidige werkgever. De vakantie wordt uitgeput rekening houdend met de tewerkstellingsbreuk op het tijdstip waarop de vakantie werd genomen. B.v. Een werknemer die voorheen halftijds tewerkgesteld (19/38) was, en 19 uur betaalde vakantie nam, heeft één week vakantie uitgeput of 6 vakantiedagen. Is hij nu voltijds tewerkgesteld (38/38), en neemt hij nu 38 uur vakantie, dan put hij opnieuw één week vakantie uit of 6 vakantiedagen. De opgenomen dagen aanvullende vakantie (art 17bis wet 28.06.1971) worden op dezelfde wijze in mindering gebracht als de gewone betaalde vakantiedagen. Het eventueel recht op extra-legale vakantiedagen of compensatiedagen gedekt door loon heeft geen invloed op de berekening van jeugdvakantiedagen. Deze dagen moeten dan ook niet op de voorzijde van het formulier worden vermeld en moeten niet uitgeput zijn alvorens jeugdvakantie wordt genomen. Berekening van het aantal jeugdvakantie-uitkeringen Het aantal jeugdvakantie-uitkeringen wordt per maand bekomen via de volgende formule (V-uren in beschouwde maand x 6 / S) – saldo J. Voorbeeld: Een werknemer werkt 19 u. per week. De voltijdse wekelijkse arbeidsduur bedraagt 38 u. per week. Zijn betaalde vakantiedagen zijn uitgeput. Hij neemt 1 week vakantie. Hij ontvangt (19 x 6/38)-0 = 3 jeugdvakantie-uitkeringen. Bedrag van de jeugdvakantie-uitkering De jeugdvakantie-uitkering bedraagt 65 % van het brutoloon (begrensd tot een plafondbedrag) van de werknemer tijdens de eerste maand waarin jeugdvakantie wordt genomen. Op het bedrag wordt een fiscale voorheffing ingehouden van 10,09 %. Formaliteiten in de maand waarin de werknemer jeugdvakantie neemt Het tijdstip van de jeugdvakantie wordt vastgesteld zoals het tijdstip van de gewone vakantie (collectief of individueel akkoord, per volledige of per halve dag). De werknemer is echter niet verplicht de jeugdvakantiedagen op te nemen. Formaliteiten wanneer u kiest voor een papieren aangifte.. De eerste maand met jeugdvakantie vult u het formulier C103-JEUGDVAKANTIE-WERKGEVER in dat u overhandigt aan de werknemer. De werknemer vult zelf het formulier C103-JEUGDVAKANTIE-WERKNEMER in en dient dit formulier, samen met het formulier C103-JEUGDVAKANTIE-WERKGEVER, in bij zijn uitbetalingsinstelling.De volgende maanden met jeugdvakantie verricht u een ASR scenario 10 ‘Maandelijkse aangifte van de uren jeugdvakantie’ - zie www.sociale-zekerheid.be. Formaliteiten wanneer u kiest voor een elektronische aangifte De eerste maand met jeugdvakantie verricht u een ASR scenario 9 ‘Aangifte voor het vaststellen van het recht op jeugdvakantie’ - zie www.socialezekerheid.be. De werknemer vult zelf het formulier C103-JEUGDVAKANTIE-WERKNEMER in en dient het in bij zijn uitbetalingsinstelling; De volgende maanden met jeugdvakantie verricht u een ASR scenario 10 ‘Maandelijkse aangifte van de uren jeugdvakantie’ - zie www.sociale-zekerheid.be. De jeugdvakantie heeft geen invloed op het invullen van de ASR scenario 6 (dat de werkgever elke maand invult voor de deeltijdse werknemer die de inkomensgarantie-uitkering geniet). U verricht deze ASR op de gebruikelijke wijze. Vakantie (betaalde vakantie + jeugdvakantie) wordt voor een aantal uren gelijk aan viermaal de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de werknemer, aangeduid met de letter V. Voor bedienden vermeldt u, zoals gebruikelijk, het theoretische normale loon dat u zou betalen indien de werknemer deze dagen zou gewerkt hebben. Op de voorzijde van het FORMULIER C4 vermeldt u de jeugdvakantiedagen samen met de gewone betaalde vakantie. MEER UITLEG? Algemene uitleg over de jeugdvakantie vindt u in het "Infoblad omtrent de jeugdvakantie". Gedetailleerde technische uitleg omtrent de toepassing van de hiervoor vermelde principes bij wijziging van arbeidsregeling vindt u in het "Infoblad omtrent de jeugdvakantie – technische bijlage bestemd voor de werkgever". Deze documenten zijn verkrijgbaar bij het werkloosheidsbureau van de RVA, dienst info of op de website www.rva.be Uitleg over gewone en aanvullende betaalde vakantie (bedienden en arbeiders): Federale Overheidsdienst (FOD) Sociale Zekerheid Kruidtuinlaan 50, bus 100, 1000 Brussel, tel. 02/528.60.11, www.socialezekerheid.be Uitleg over gewone en aanvullende betaalde vakantie (arbeiders): Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie 213 Elsensesteenweg, 1050 Brussel, tel. 02/627 97 60 www.rjv.be 2/2 FORMULIER C103-JEUGDVAKANTIE–WERKGEVER