groepen 6/7/8 - de Jenaplaneet

advertisement
Doelen voor taal in de bovenbouw (groepen 6/7/8)
Doelen 6: Eerste half jaar (aug-jan)
Alleen voor bespreking
naar instructies luisteren, deze begrijpen
en opvolgen
uitleg geven
aanspreekvorm hanteren voor bekenden en
onbekenden
uit een verhaal kernwoorden benoemen
met juiste intonatie en zinsmelodie spreken
1
2
3
Bespreking + verwerking
omgaan met informatiemiddelen als:
telefoon, internet, televisie
een verhaal in delen verdelen
in een tekst werken met alinea’s
1
2
3
zelfst. nw. onderscheiden en benoemen
van een gegeven zin een tegengestelde zin
maken
leren woordbetekenissen aan de hand van
synoniemen
de volgorde van de zinsdelen in een zin
veranderen
enkele gezegdes gebruiken bij gegeven
situaties
aardrijkskunde namen met een hoofdletter
namen van personen met een hoofdletter
Doelen 7: Eerste half jaar (aug-jan)
Alleen voor bespreking
op adequate wijze een telefonische
boodschap aannemen
de mening van een ander terugvertellen
een gesprek evalueren
het verdere verloop van een verhaal
voorspellen
reflecteren op eigen schrijfgedrag
een tekst presenteren
inleiding, kern en slot in een tekst
ontdekken
1
2
3
Bespreking + verwerking
hoofd- en bijzaken onderscheiden
1
2
3
taalgebruik aanpassen aan situatie
(formeel/informeel)
een tekst indelen in alinea’s
onderwerp in enkelvoud veranderen in
het meervoud en andersom
tegengestelde zinnen maken
voorzetsels
de functie van de puntkomma en deze
toepassen
1
feiten van meningen onderscheiden
stoffelijke bijv. nw. onderscheiden en
benoemen
de functie kennen van: hoofdletter,
uitroepteken, komma en punt en deze
gebruiken
vormen van beeldspraak herkennen en
herleiden
spreekwoorden, uitdrukkingen en
gezegdes verklaren en gebruiken
de functie van de dubbele punt kennen
en deze toepassen in een zin
van een aantal voorwerpen aangeven
van welke stof ze gemaakt zijn
een pers.vorm omzetten in een
hulpwerkw. en een volt. deelw.
uit een verhaal kernwoorden benoemen
Doelen 8: Eerste half jaar (aug-jan)
Alleen voor bespreking
een luisterdoel bepalen
een discussie leiden
zich tijdens een gesprek aansluiten bij de
mening van een ander
begrijpelijke vragen stellen en
begrijpelijke antwoorden geven
in gesprek komen met onbekenden
het verschil tussen moedertaal en
vreemde taal kennen
lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen en
gebarentaal herleiden
de verantwoordelijkheid nemen voor de te
verrichten taken
de resultaten van hun werk presenteren
1
2
3
Bespreking + verwerking
zoeken op de computer
hun taalgebruik aanpassen aan doel en
situatie
aangeven welk woord niet in de reeks
hoort op basis van eigenschappen
van een gegeven zin een tegengestelde
zin maken
verschillende afkortingen kennen
de functie van aanhalingstekens kennen
en deze toepassen in een zin
de functie van een apostrof kennen en
het toepassen
de functie van een puntkomma kennen
en deze toepassen in een zin
een bepaling van plaat aangegeven in
een zin
1
2
3
2
in een groep durven uitkomen voor eigen
standpunten
van samengestelde woorden zeggen uit
welke woorden ze bestaan
achteraf oordelen of hun strategie goed
was
aardrijkskundige namen gebruiken als
bijv. nw.
bij een stofnaam een aantal voorwerpen
bedenken die van die stof gemaakt zijn
van een samengestelde zin twee zinnen
maken
de term hoofdtelwoord kennen en deze
gebruiken
letterlijk en figuurlijk taalgebruik
onderscheiden
een lidw., een bijv. nw. en een zelfst.nw.
combineren tot een woordgroep
de term rangtelwoord kennen en deze
gebruiken
de functie van hoofdletter, uitroepteken,
vraagteken, komma en punt kennen en
deze in een zin gebruiken
Doelen 6: Tweede half jaar (feb-juni)
Alleen voor bespreking
eenvoudige problemen in tweetallen of een
klein groepje bespreken
een object beschrijven
de logische lijn van een tekst zien
zich op een onderwerp oriënteren
een doel formuleren
1
2
3
Bespreking + verwerking
het weggelaten deel van een verhaal
schrijven
fragmenten van een tekst in de goede
volgorde zetten
een voorzetsel in een zin invullen
een woord in lettergrepen verdelen bij
afbreking aan het einde van de regel
namen van historische gebeurtenissen,
tijdperken, volken, nationaliteiten en talen
met een hoofdletter
vertelzinnen omzetten in vraagzinnen
uit een gegeven woord een ander woord
1
2
3
3
halen
Doelen 7: Tweede half jaar (feb-juni)
Alleen voor bespreking
een taal herkennen
gebruiksaanwijzingen lezen en opvolgen
een groepsgesprek leiden
het moraal herkennen die in een verhaal
voorkomt
een groepsgesprek samenvatten
begrijpelijke vragen stellen en
begrijpelijke antwoorden geven
in gesprek komen met onbekenden
lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen en
gebarentaal herleiden
nemen de verantwoordelijkheid voor de te
1
2
3
Bespreking + verwerking
gebruik maken van informatiemiddelen
zoals: telefoon, internet, televisie e.d.
hoofd en bijzaken onderscheiden
het verschil tussen hun moedertaal en
een vreemde taal kennen
de functies van aanhalingstekens en dit
toepassen
van samengestelde woorden zeggen uit
welke woorden ze bestaan
aangeven welk woord niet in de reeks
hoort op basis van eigenschappen
de functie van een apostrof en het
toepassen
bij een stofnaam een aantal
voorwerpen bedenken die van die stof
gemaakt zijn
van een samengestelde zin twee zinnen
1
2
3
4
verrichten taken
de resultaten van hun werk presenteren
in een groep durven uitkomen voor eigen
standpunten
achteraf oordelen of hun strategie goed
was.
maken
de term hoofdtelwoord en deze
gebruiken
letterlijk en figuurlijk taalgebruik
onderscheiden
een lidw., een bijv.nw. en een
zelfst.nw. combineren tot een
woordgroep
de term rangtelwoord en deze
gebruiken
5
Doelen 8: Tweede half jaar (feb-juni)
Alleen voor bespreking
op adequate wijze een telefonische
boodschap doorgeven of aannemen
uit een verhaal kernwoorden benoemen
1
2
3
Bespreking + verwerking
inleiding, kern en slot in een verhaal
herkennen
een bepaling van tijd in een zin aangeven
deze termen kennen en herkennen:
pers. vnw.
bezittelijk vnw.
aanwijzend vnw.
meewerkend vnw.
1
2
3
6
Download