Doelen voor taal in de groepen 4/5 Doelen 4: Eerste half jaar (aug-jan) Alleen voor bespreking een beschrijving/omschrijving geven en herkennen vragen stellen n.a.v. een tekst een gebeurtenis kunnen navertellen het verloop van een verhaal kunnen voorspellen een verhalende, poëtische tekst onthouden een tekst, liedje, gedicht kunnen voordragen een mededeling kunnen doen resultaten van het werk presenteren gerichte vragen stellen aan personen 1 2 3 Bespreking + verwerking begrijpelijk uitdrukken in juiste woorden en correcte zinnen het alfabet opzeggen/opschrijven een alfabetische reeks voortzetten de betekenis van een woord afleiden uit plaatjes en context een lidwoord met een zelfst. nw. combineren een woordveld maken voorzetsels in zinnen plaatsen een lidw., bijv.nw. en zelfst.nw. combineren betekenis van een woord afleiden uit omschrijving weten dat iedere zin met een hoofdletter begint en eindigt met een punt met gegeven woorden een zin maken lettergrepen samenvoegen tot een woord een woord verdelen in lettergrepen vertelzinnen omzetten in vraagzinnen functie van het vraagteken kennen en deze toepassen woorden in het meervoud en enkelvoud zetten weten dat namen van personen met een hoofdletter moeten 1 2 3 Doelen 5: Eerste half jaar (aug-jan) Alleen voor bespreking uitleg geven een object beschrijven vragen stellen n.a.v. een tekst eenvoudige boodschappen overbrengen een gebeurtenis navertellen een tekst mondeling samenvatten wendingen in een verhaal herkennen gerichte vragen stellen aan een persoon verantwoordelijkheid nemen voor te verrichten taken Doelen 4: Tweede half jaar (feb-juni) 1 2 3 Bespreking + verwerking een verhaal in delen verdelen fragmenten van een verhaal op goede volgorde zetten het slot van een verhaal schrijven vijf woorden met verschillende beginletters in alfabetische volgorde zetten tien woorden met verschillende beginletter is alfabetische volgorde zetten Vijftien woorden met verschillende beginletter is alfabetische volgorde zetten het verschil tussen streektaal en standaardtaal aangeven welk woord niet in een reeks hoort tegenstelling geven van een aantal concrete situaties onregelmatige vormen van de trappen van vergelijking spreekwoorden en uitdrukkingen verklaren 1 2 3 Alleen voor bespreking begrijpelijke antwoorden geven/vragen stellen hun mening kunnen geven zich in de gedachte van een andere verplaatsen een gesprek evalueren 1 2 3 Bespreking + verwerking vragen beantwoorden n.a.v. een tekst 1 2 3 1 2 3 een tekst samenvatten in een tekst werken met alinea’s in een alfabetische reeks de ontbrekende letter invullen een aantal letters in alfabetische volgorde zetten de volgorde van de zinsdelen in een zin veranderen een zin in het meerv./enkelv. zetten eigen standpunt kunnen beargumenteren een telefoongesprekje voeren een verhalende/informatieve/poëtische tekst onthouden zinnen inkorten door een of meer zinsdelen weg te laten bij een gegeven antwoord een vraagzin bedenken hanteren van de trappen van vergelijking twee zinnen met elkaar verbinden d.m.v. een voegwoord Doelen 5: Tweede half jaar (feb-juni) Alleen voor bespreking aanspreekvorm hanteren voor bekenden en onbekenden het verdere verloop van een verhaal voorspellen 1 2 3 Bespreking + verwerking een verhaal in goede volgorde zetten vindplaats van woorden in een alfabetische lijst vaststellen met juiste intonatie en zinsmelodie spreken een logische lijn van een tekst of verhaal zien aanspreekvorm hanteren voor bekenden en onbekenden een aantal woorden waarvan de beginletters hetzelfde zijn in alfabetische volgorde zetten een aantal woorden waarvan de eerste twee letters hetzelfde zijn in alfabetische volgorde zetten een woordenboek, telefoonboek, catalogus hanteren vindplaats van woorden in een woordenboek, telefoonboek, catalogus vlot vaststellen m.b.v. een trefwoord spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegdes gebruiken tijdsbegrippen toevoegen aan een zin uit een gegeven woord een ander woord halen nieuwe woorden maken door een achtervoegsel toe te voegen.