H/V Geschiedeniswerkplaats 2e editie 1 havo/vwo Paragraaftoets 4.1: Van stad tot wereldrijk 1 Welke begrippen horen bij de vier omschrijvingen (a-d)? Noteer de letters a-d met de juiste begrippen. a het Romeinse rijk b iemand die bij het leger werkt (wat te maken heeft met het leger) c regering of bestuur d vergadering met leden van de machtigste families in het Romeinse rijk 2 Met behulp van een sterk leger groeide de stadstaat Rome uit tot wereldrijk rond de Middellandse Zee. In welke volgorde werden de vijf gebieden (A-E) veroverd? Noteer de letters A-E in de juiste volgorde. A Brittannië B Egypte C Griekenland D Italië E Noord-Afrika 3 Beschrijf de omvang van het Romeinse rijk op het hoogtepunt. 4 Beschrijf in twee zinnen het Romeins bestuur van de overwonnen gebieden. 5 Beschrijf in ongeveer vier zinnen hoe Rome van een republiek een keizerrijk werd. Gebruik het begrip burgeroorlog. 6 Leg uit wat er wordt bedoeld met het begrip pax Romana. 7 Lees de vier zinnen (A-D) over het ontstaan van het Romeinse keizerrijk. Noteer de letters van twee zinnen die gaan over continuïteit. A De senaat bleef een adviesorgaan. B De senaat had niets meer te vertellen. C Er werden nog steeds nieuwe gebieden veroverd. D Octavianus stichtte een keizerrijk. © BOA, 2016 1 H/V 8 Lees bron 1 en de vier zinnen (A-D). Welke zin geeft het standpunt van Caesar in dit stukje het beste weer? Noteer de letter van het juiste antwoord. A De Gallische goden zijn buitengewoon wreed. B De Galliërs hebben veel ontzag voor hun goden. C Het offeren van mensen getuigd van veel bijgeloof. D Volken die mensen offeren zijn erg barbaars. Bron 1 Fragment uit De Bello Gallico van Caesar De gehele Gallische natie is buitengewoon bijgelovig. Daarom brengen zij, die door een zware ziekte zijn bezocht, en zij, die gevechten en gevaren tegemoet gaan, mensenoffers, of leggen een gelofte af, dat te zullen doen, waarbij dan de Druïden [priesters] de godsdienstige plechtigheden hebben te verrichten. Zij menen namelijk, dat de majesteit der onsterfelijke goden niet kan worden bevredigd, als niet voor een mensenleven een ander wordt in de plaats gegeven. Ook van staatswege vinden zulke offers regelmatig plaats. Anderen hebben modellen van ontzaggelijke grootte, waarvan de van vlechtwerk gevormde ledematen met levende mensen worden opgevuld; dan steekt men ze van onderen aan en de mensen komen in de vlammen om. Terechtstellingen van dieven, straatrovers, of andere zware misdadigers houden zij voor aangenamer voor de goden; maar, als het aan dergelijke mensen ontbreekt, dan neemt men ook wel onschuldigen als slachtoffers. Naar: http://www.koxkollum.nl/caesar/opera/caesarbg6vert01.htm (5 mei 2014). 9 Lees bron 2. Caesar heeft in zijn verslag van de Gallische oorlog veel meningen verwerkt. Noteer twee meningen uit deze bron. Bron 2 Fragment uit De Bello Gallico van Caesar Gallië in zijn geheel wordt in drie delen verdeeld, waarvan de Belgen het ene, de Aquitaniërs het tweede, en de volksstammen, die in hun eigen taal Kelten, in de onze Galliërs heten, het derde deel bewonen. Deze drie stammen verschillen van elkaar in taal, instellingen en wetten. De Garonne vormt de grens tussen Galliërs en Aquitaniërs, de Marne en de Seine die tussen Galliërs en Belgen. Van hen allen zijn de Belgen het dapperst; dat komt voor een deel, omdat zij zich zeer verre houden van de beschaving en de verfijning der provincie en zeer zelden met vreemde kooplieden in aanraking komen, die luxeartikelen invoeren, welke er toe bijdragen om het karakter te verslappen; voor een ander deel, omdat zij de naaste buren zijn der Germanen, die aan de andere kant van den Rijn wonen, met wie zij voortdurend in oorlog zijn. Om die reden overtreffen ook de Helvetiërs de overige Galliërs in dapperheid, aangezien zij bijna dagelijks met de Germanen vechten, doordat zij hen òf van hun grenzen weren, òf zelf in het gebied der Germanen invallen doen. Naar: http://www.koxkollum.nl/caesar/opera/opera.htm (5 mei 2014). © BOA, 2016 2 H/V 10 Bestudeer bron 3. Midden op de afbeelding staat Hannibal. Leg uit wie hij was, wat hij van plan was en of hij zijn plan helemaal heeft uitgevoerd. Bron 3 Schilderij van Heinrich Leutemann uit 1866 Van: commons.wikimedia.org (5 mei 2014). © BOA, 2016 3