Lesvoorbereiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Naam Rotsaert Kelly Cluster Economie – Lichamelijke opvoeding Groep 2 OSO 16 Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Academiejaar 2005-2006 Kattenberg 9, B-9000 Gent Tel. 09 269 98 06 Fax 09 269 98 19 E-mail: [email protected] Stageschool Stageles Naam O.L.V. Ter Duinen Datum Donderdag 24 november 2005 Adres Kursaalstraat 40; 8301 Knokke-Heist Vak/Leergeheel Handel Naam mentor Mevr. Gardin Lesonderwerp De resultatenrekeningen. Afdeling TSO Leerjaar 4de jaar Lesuur van 11.15 uur tot 12.05 uur Lokaal 203 Aantal lln 11 lln. Beginsituatie Onderwerp vorige les en/of gekende leerstof De boekingsregels betreffende de actief- en passiefrekeningen formuleren en toepassen. Voortaak Andere gegevens Bronnen Bijlagen VAN CAER, F., e.a. ; Handelwijs 3, Antwerpen, Uitgeverij de boeck, 2004, pp. 409, Bijlage 1: bordschema geraadpleegde blz. 347-353 Bijlage 2: balans (ontbrekende woorden) SNOECK, M., e.a.; De handel en wij 4, Mechelen, Uitgeverij Plantyn, 2003 Bijlage 3: oefening op resultaat Bijlage 4: oplossingen oefeningen in boek LESONDERWERP: De resultatenrekeningen. ALGEMENE VAARDIGHEDEN EN ATTITUDES: - De lln. kunnen zich als persoon present stellen: uitkomen voor een eigen mening en deze beargumenteren, respect opeisen voor de eigen lichamelijke en seksuele ontwikkeling (SOVA 01) - De lln. kunnen om hulp vragen en dankbaarheid tonen in probleemsituaties (SOVA 04) LEERPLANDOEL(EN): - Een reeks van kosten en opbrengsten opsommen. - De indeling van de resultatenrekening in rubrieken verklaren. LESDOELEN LEERINHOUD De lln. … LESAANKNOPING WERKVORMEN/ MEDIA/ORGANISATIE De lkr. stelt zich voor aan de lln. De lkr. dicteert wat er in de schoolagenda moet komen. TIJD De lkr.deelt de kopieën uit van de balans. 4 min … kunnen de ontbrekende woorden op de balans invullen. Welke woorden ontbreken op de balans? Vaste activa, vlottende activa, schulden, liquide middelen, schulden op kleiner dan een jaar, actief en passief. De lln. vullen klassikaal de balans aan met de ontbrekende woorden. UITGANGSSITUATIE … weten dat het doel van een onderneming winst maken is. …zien in dat je om winst te maken handelsgoederen moet verkopen. 2 min Jef besluit om een winkel met posters te openen. De bedoeling van een bedrijf of van iemand die zelfstandig gaat werken is winst maken. Stel, Jef besluit om een winkel te openen. Wat is het doel van Jef en alle andere ondernemingen? Winst maken. Wat moet Jef doen om winst te maken? Handelsgoederen verkopen. FASERING VAN DE LESINHOUD Fase 1 …weten dat als een klant nog moet betalen, dit onder handelsvorderingen geplaatst wordt op de balans. …ondervinden dat je verkopen Hg niet op de balans weervindt. De lln. nemen opnieuw hun balans erbij. OLG Stel, Jef verkoopt posters. Leg alle stappen uit wat Als Jef posters verkoopt, dan heeft hij een poster minder. Jef krijgt ook een vordering op er precies gebeurt tussen Jef en de koper. Jef verkoopt zijn posters (hij heeft dus een poster de klant, nl. het geld dat de klant hem nog minder) en de klant moet betalen.. moet betalen. De rekening die de klant nog moet betalen, hoe heb je dat gezien op de balans? Handelsvorderingen. Waar kan je nu de verkopen plaatsen op de balans? Of horen die daar niet huis? De verkopen kan je niet op de balansrekening weergeven. 8 min …zien in dat het verkopen van een poster een opbrengst is. De verkopen kunnen we niet op een balansrekening plaatsen. Omdat we de verkopen niet op onze balansrekeningen kunnen plaatsen, gaan we daar aparte rekeningen voor openen. Als je iets verkoopt, dan is het een opbrengt voor het bedrijf. Jef verkoopt die poster, wat betekent dit voor Jef zijn bedrijf? Is dit een schuld, vordering,… voor Jef? Neen het is een opbrengst, want Jef verdient er geld mee. … kunnen afleiden dat aankopen dan De aankopen zijn kosten voor een bedrijf. een kost zullen zijn. Als de verkopen = opbrengsten, wat zijn de aankopen dan? Kosten. 10 min Fase 2 … weten dat er winst is als de opbrengsten groter zijn dan de kosten. …weten dat als de opbrengsten groter zijn dan de kosten, dat het resultaat dan positief is en dat er dus winst is. …weten dat als de opbrengsten kleiner zijn dan de kosten, dat het resultaat negatief is en dat er dus verlies is. Winst is er als de opbrengsten groter zijn dan de kosten. Als we meer verkopen dan aankopen, zijn onze opbrengsten groter dan onze kosten. Hoe kan Jef nu winst maken? Als zijn opbrengsten groter zijn dan de kosten. Wat moeten we doen om ervoor te zorgen dat onze opbrengsten groter zijn dan onze kosten? Meer verkopen dan aankopen. O = 10 K=5 R = + 5 Winst Er is winst als O > K Stel nu dat Jef inderdaad meer verkoopt dan aankoopt. Zijn opbrengsten bedragen namelijk 10 EUR en zijn kosten 5 EUR. Wat is Jef zijn resultaat dan? R= 5 EUR. Welk teken heeft Jef zijn resultaat dan? + ;positief. Heeft Jef dan winst of verlies? Winst. Vertel mij in symbolen en tekens wanneer we winst hebben? Als O > K Winst O = 10 K = 15 R = - 5 Verlies Er is verlies als O < K Daartegenover staat Mieke, zij heeft 10 EUR opbrengsten, maar 15 EUR kosten. Hoeveel bedraagt Mieke haar resultaat? R = 5 EUR Welk teken heeft Mieke haar resultaat? -; negatief. Heeft Mieke dan winst of verlies? Verlies. Vertel mij in symbolen en tekens wanneer we verlies hebben? Als O < K Verlies. R = + winst R = - verlies Het resultaat dat een onderneming bekomt kan dus positief zijn = winst, of negatief zijn = verlies. (Het resultaat kan ook 0 bedragen, maar daar gaan we later mee verder.) De lkr. deelt blaadjes uit met oefeningen. …kunnen individueel het resultaat berekenen. Bereken het resultaat (of de opbrengsten of kosten). De eerste oefening maken we klassikaal. De overige 4 oefeningen maken de lln. individueel. Fase 3 7 min De lkr. overloopt nadien klassikaal de antwoorden. …begrijpen dat aankopen Hg een bedrijfskost is. …kunnen andere voorbeelden van kosten aanhalen. ...kunnen (eventueel)tot het begrip uitzonderlijke kost komen. …kunnen a.d.h.v. de 3 soorten kosten, nu ook de 3 soorten opbrengsten verwoorden en er een voorbeeld bijgeven. Aankopen handelsgoederen = bedrijfskost. Verkopen handelsgoederen = bedrijfsopbrengst. Rente die je betaalt op een lening = financiële kost. We hebben nu de aankopen en de verkopen van de handelsgoederen gezien. Dit zijn de bedrijfskosten en bedrijfsopbrengsten, want die kosten en opbrengsten komen voort uit het bedrijf. Kennen jullie nog andere soorten van opbrengsten of kosten? (Denk eventueel aan een lening). De rente die je moet betalen op een lening. Is dat een kost of een opbrengst? Een kost. Hoe noemen we die kost? Een financiële kost. Een auto verkopen met verlies = uitzonderlijke Stel nu, Jef heeft zijn bedrijfswagen niet meer kost. nodig. Volgens de boekhouding is die wagen nog 5000 EUR waard. De hoogste bieder biedt 4000 EUR en Jef gaat uiteindelijk akkoord. Die 1000 EUR, wat is dat voor Jef? Een kost. Is dit een regelmatige kost? Neen. Het is een uitzonderlijke kost. Bedrijfsopbrengsten: vb. verkopen Hg. Financiële opbrengsten: vb. rente van je bankrekening die je ontvangt. Uitzonderlijke opbrengsten: vb. een bedrijfswagen met winst verkopen. We hebben nu 3 soorten kosten gezien, nl. bedrijfskosten, financiële kosten en uitzonderlijke kosten. Er zijn daartegenover ook 3 groepen van opbrengsten. Welke zijn die 3 groepen opbrengsten en illustreer met een voorbeeld. Fase 4 … kunnen de link leggen waarom O en K op een resultatenrekening komen. Kosten en opbrengsten kunnen we niet op de balansrekeningen plaatsen. Bijgevolg plaatsen we ze op de resultatenrekeningen. Ze bepalen immers ons resultaat. Ik heb al vermeld dat we onze kosten en 10 opbrengsten niet op onze balansrekeningen kunnen min. zetten, daarom maken we gebruik van resultatenrekeningen. K en O bepalen immers ons resultaat. De lln. nemen hun boek p. 348. …kunnen de resultatenrekening invullen d.m.v. een bovenstaand schema. …weten dat als de K stijgen dat de rekening gedebeteerd wordt. …weten dat het kapitaal een passiefrekening is en bijgevolg gedebeteerd wordt als het kapitaal daalt. Als we Hg aankopen, stijgen onze kosten en daalt ons resultaat. Als K stijgen, wordt het bedrag aan de debetzijde genoteerd. Kapitaal is een passiefrekening. Dus als het kapitaal daalt, wordt de rekening gedebiteerd. …kunnen het bedrag op de juiste zijde van de rekening plaatsen. …a.d.h.v. vorig voorbeeld nu ook de rekening voor verkopen Hg invullen. …kunnen de oefeningen individueel correct oplossen. Het eerste voorbeeld: aankopen handelsgoederen. Wat gebeurt er met onze kosten? Die stijgen. Wat is het gevolg hiervan voor ons resultaat? Het daalt. De kostenrekeningen stemmen overeen met de actiefrekeningen. Wat gebeurde er met een actiefrekening als die vermeerderde, werd die gecrediteerd of gedebiteerd? De rekening wordt gedebiteerd. Dus als onze kosten stijgen, aan welke kant van de rekening plaatsen we die dan? Aan de debetzijde. Het kapitaal, op welke zijde van de balans vind je die terug? Aan de passiefzijde. Dus als het kapitaal daalt, noteren we dit aan de debetzijde. De lln. plaatsen op p. 348 het bedrag op de juiste zijde van de rekening. Ze noteren ook de titel van de rekening, nl. aankopen Hg. Als we Hg verkopen, stijgen onze O en stijgt De lln. vullen individueel het schema in voor ons resultaat. De opbrengsten komen aan de ‘verkopen handelsgoederen’. creditzijde en het kapitaal wordt gecrediteerd. TOEPASSING 9 min We maken nr. 1 van oef. 2 p. 350 samen, de rest maken ze individueel. De lkr. overloopt klassikaal de antwoorden. …kunnen de voorbeelden bij BK, BO, FK,FO,UK of UO plaatsen. We maken oefening 3 p. 351 klassikaal. Indien er nog tijd is, maken de lln. oefening 4. LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/ MEDIA/ORGANISATIE TIJD