De NV H1 de NV Vermogensmarkt = het geheel van vraag en aanbod van vermogen • geldmarkt: termijn korter dan 1 jaar • kapitaalmarkt: termijn langer dan 1 jaar •Onderhands: 1 geldgever, 1 geldnemer •Openbaar: 1 geldnemer, veel geldgevers Structuur van een NV: • Directie • Aandeelhouders • Raad van Commissarissen • Ondernemingsraad De NV H1 de NV Kenmerken van een NV: • de aansprakelijkheid • de leiding • de financiering • de publicatieplicht • de continuiteit • de fiscale aspecten Verschil NV en BV De NV H1 de NV Rechten/plichten m.b.t. aandelen 1.Medezeggenschap 2.Beperkte aansprakelijkheid 3.Recht op dividenduitkering Soorten aandelen: 1.Gewone aandelen 2.Preferente aandelen: voorkeursbehandeling op 3 terreinen: 1. De uitkering van het dividend 2. De uitkering bij liquidatie van de NV 3. De zeggenschap De NV H2 Het EV van de NV Nominale waarde van een aandeel = de waarde die op het aandeel staat. Maatschappelijk kapitaal = Maatschappelijk aandelenvermogen = het nominale bedrag waarvoor maximaal aandelen uitgegeven kunnen worden (zonder wijziging van statuten). Geplaatst kapitaal = = Geplaatst aandelenvermogen het nominale bedrag dat in werkelijkheid aan aandelen is uitgegeven. Maatschappelijk aandelenvermogen - Aandelen in portefeuille = geplaatst aandelenvermogen De NV H2 Het EV van de NV Het uitgeven van aandelen= emissie = het uitgeven van aandelen die in portefeuille zitten. • Aandelenemissie a pari. Aandelen uitgeven tegen 100% van de nominale waarde. • Aandelenemissie boven pari. Aandelen uitgeven boven 100% van de nominale waarde. • Aandelen emissie beneden pari. Aandelen uitgeven onder 100% van de nominale waarde De NV H2 Het EV van de NV De winstverdeling van een NV • personeel: tantièmes • de fiscus: vennootschapsbelasting, dividendbelasting • de aandeelhouders: dividend • de NV of BV zelf: reserveren Brutodividend – dividendbelasting = nettodividend Dividendbelasting betaalt de NV en houdt dit in bij de aandeelhouder. De aandeelhouder ontvangt nettodividend. Dividendpercentage = brutodividend uitgedrukt in procenten van de nominale waarde van een aandeel. Winst naar aandeelhouders in vorm van dividend: • NV heeft op korte termijn een schuld aan aandeelhouders (nettodividend) • NV heeft op korte termijn een schuld aan fiscus (dividendbelasting) De NV H2 Het EV van de NV Cash- en stockdividend Cashdividend: dividend in de vorm van geld uitgekeerd aan aandeelhouders. Stockdividend: dividend in de vorm van aandelen uitgekeerd aan aandeelhouders. Let op: de dividendbelasting van stockdividend wordt volledig in mindering gebracht op cashdividend. Posten op balans: • ‘te betalen dividendbelasting’: schuld op korte termijn aan fiscus • ‘te betalen dividend’: nettocashdividend, schuld op korte termijn aan de aandeelhouders • ‘uit te reiken aandelen’: stockdividend, schuld op korte termijn aan aandeelhouders; schuld betaald, dan neemt geplaatst aandelenkapitaal toe. De NV H2 Het EV van de NV Cash- en stockdividend Het Eigen Vermogen (= intrinsieke waarde) verandert door uitreiking van stockdividend NIET: •Post ‘geplaatst aandelenkapitaal’ stijgt •Post ‘winst’ daalt De intrinsieke waarde per aandeel daalt WEL: het aantal geplaatste aandelen neemt toe. De NV H2 Het EV van de NV Reserves. Twee soorten: • Agioreserve: meerwaarde bij uitgifte van aandelen die worden uitgegeven boven pari. •Winstreserve: •Uitbreiding •Aflossen van vreemd vermogen •Vergroten van weerstandsvermogen •Dividendstabilisatie Winstreserves kunnen soms gedeeltelijk verplicht worden gesteld omdat het vastligt in statuten: ‘statutaire reserves’ De NV H2 Het EV van de NV Wettelijke reserves: • Reserve geactiveerde kosten •Matching –beginsel: kosten moet je pas opvoeren wanneer je de opbrengsten realiseert. •Kosten over meerdere jaren uitsmeren. • Aan de activakant op de balans. Er tegenover moeten volgens de wet reserves worden opgenomen. • vb: ontwikkelingskosten, oprichtingskosten, emissiekosten. •Herwaarderingsreserve • rekening houden met prijsstijging van activa • waarde kan ook dalen; als er geen reserve meer is wordt het opgevoerd als kosten op de RR. •Vervangingswaardetheorie: onderneming moet op tijd de boekwaarde aanpassen aan de nieuwe aanschafprijs. De NV H3 Het VV van de NV Vormen van Lang Vreemd Vermogen: •Hypothecaire lening •Onderhandse lening •Achtergestelde lening Vormen van Kort Vreemd Vermogen: •Rekening-courant krediet •Aflossingen van een langlopende schuld binnen 1 jaar •Koop op afbetaling •Huurkoop •Leverancierskrediet •Ontvangen: crediteuren (passiva) •Verstrekt: debiteuren (activa) •Afnemerskrediet •Ontvangen: vooruit ontvangen bedragen (passiva) •Verstrekt: vooruit betaalde bedragen (activa) De NV H3 Het VV van de NV Voorzieningen. Dit behoort wel tot het Vreemd Vermogen, maar het zijn geen schulden. Voorziening = toekomstige uitgave waarvan de omvang en het tijstip onbekend zijn. Door het treffen van een voorziening worden toekomstige uitgaven naar voren gehaald waardoor de huidige kosten toenemen. Vb. onderhoudsvoorziening (korte termijn) pensioenvoorziening (lange termijn) te betalen VB (korte termijn) Opg. 47, 48, 49 De NV H3 Het VV van de NV 3.5 Obligatielening •Obligatie = schuldbewijs •Overeenkomst met aandeel: papier met nominale waarde erop, worden verhandeld op de beurs •Verschil aandeel vs obligatie: aandeel is een eigendomsbewijs/risicodragend kapitaal en obligatie is een schuldbewijs/risicomijdend kapitaal. •Obligatiehouder krijgt vaste interestvergoeding. •Looptijd (meestal 5-20 jaar) obligatie •Voordeel obligatie voor de NV: rente kan worden opgevoerd als kosten en is dus aftrekbaar voor de belasting. • Uitgeven van aandelen boven/onder pari is afhankelijk van: •Looptijd van d obligatielening •De aflossingsvoorwaarden •Verschil tussen nominale rentevoet en rentevoet op de kapitaalmarkt Opg50 , 51 en 52 De NV H4 De activa van de NV Activa: • Vaste •Vlottende •Liquide middelen Vaste Activa: • geld dat voor langer dan 1 jaar is geïnvesteerd en vastgelegd. • er wordt meestal op afgeschreven Materiële Vaste Activa: gebouwen, auto’s, inventaris, machines Immateriële Vaste Activa: Geactiveerde kosten: kosten bij uitgifte van aandelen, vergunningen, goodwill Financiële Vaste Activa: geld wat voor lange termijn wordt uitgeleend aan een ander bedrijf De NV H4 De activa van de NV Voorkomen van verwarring bij lenen en uitlenen: o/g = opgenomen geld: •bedrijf leent zelf geld. •Creditzijde •Vreemd vermogen u/g = uitgeleend geld: • bedrijf leent geld uit aan ander bedrijf •Debetzijde •Bezitting De NV H5 Interne en Externe verslaggeving Interne verslaggeving • Te gebruiken voor het bedrijf zelf • Ieder bedrijf doet dit anders Externe verslaggeving • Opgelegd door de overheid • Doel: gegevens van verschillende bedrijven met elkaar vergelijken • Uniformiteit 2 balansvormen: • scrontovorm • staffelvorm De NV H5 Interne en Externe verslaggeving Algemeen model externe balans: Activa Passiva Vaste Activa Eigen Vermogen • Materiële vaste activa • Geplaatst aandelenkapitaal • Immateriële vaste activa • Agioreserve • Financiële vaste Activa • Herwaarderingsreserve Vlottende Activa • Wettelijke en statutaire reserves • Voorraden • overige reserves • Vorderingen en overlopende activa • onverdeelde winst (nettowinst) • Effecten Voorzieningen • Liquide middelen Langlopende Schulden Kortlopende schulden en overlopende passiva TOTAAL TOTAAL De NV H5 Interne en Externe verslaggeving Wie controleert de cijfers van grote bedrijven? Intern: controller Extern: registeraccountant Jaarrekening bestaat uit: 1.Balans 2.Resultatenrekening 3.Accountantsverklaring 4.Toelichting op de balans Taken van het management: 1.Ontwikkelen van beleid 2.Organiseren 3.Besturen 4.Controleren De NV H6 Beoordeling van het gevoerde beleid Met behulp van ratio: Liquiditeit: kan onderneming op korte termijn aan haar verplichtingen voldoen? Current ratio: Quick ratio Werkkapitaal (LA+VLA)/KVV (LA+VLA- voorraden)/KVV LA +VLA - KVV Solvabiliteit: Kan onderneming bij liquidatie aan al haar verplichtingen voldoen? TV/VV Rentabiliteit: zegt iets over de winstgevendheid van een onderneming REV RTV Het hefboomeffect Cashflow Dividendrendement NW/GEV X 100% NW+IK/GTV X 100% Toevoeging van de NV Nieuwe rechtsvorm: Openbare vennootschap VOF Openbare Maatschap Commanditaire Vennootschap Openbare Vennootschap Het is nog steeds een wetsvoorstel; ligt nu bij de Eerste Kamer Drie soorten openbare vennootschappen Toevoeging van de NV 1. De niet-openbare vennootschap 2. = een samenwerkingsvorm die niet onder gemeenschappelijke naam naar buiten treedt Er is afgescheiden vermogen, waarop zakelijke schuldeisers zich kunnen verhalen met voorrang op privé-schuldeisers. Lijkt op stille maatschap Openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid (OV) = een samenwerkingsverband tussen vennoten die onder gezamenlijke naam naar buiten treden. Vennootschap blijft bestaan bij toe- of uittreden van vennoot. De uittredende vennoot blijft hoofdelijk aansprakelijk voor de verbintenissen die zijn aangegaan tijdens de periode dat hij of zij vennoot was. Alle vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk, behalve de commanditaire (stille) vennoot. Lijkt op VOF. Toevoeging van de NV 3. Openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid Rechtspersoonlijkheid moet in notariële akte worden vastgelegd. Met rechtspersoonlijkheid kan de OV op eigen naam goederen bezitten en contracten afsluiten. Vennoten blijven hoofdelijk aansprakelijk. Gemakkelijk om te zetten in BV Door rechtspersoonlijkheid kan prive en zakelijk vermogen gescheiden worden. Toevoeging van de NV Hefboomeffect Vb: RTV = 10%; verschaffers van EV en VV ontvangen voor elke euro die ze in het bedrijf hebben gestoken, 10 eurocent beloning. • Wat kan betalen als je nieuw VV wil aantrekken? • • • > 10% rente: dit gaat ten koste van het rendement op het EV < 10% rente: dit komt ten goede aan de verschaffers van EV Dit noem je hefboomeffect: • • RTV>IVV of REV>RTV = positief/gunstig hefboomeffect EV vervangen door VV RTV<IVV of REV<RTV = negatief/ongunstig hefboomeffect VV vervangen door EV Het hoeft niet altijd voordelig te zijn om EV te vervangen door VV. Dit kan gevolgen hebben voor……