Culture Shock Doelen: 1 Inzicht geven in het belang van kennis en begrip voor traditionele culturen. 2 Kennismaking met Noord-Amerikaanse traditionele volken en de diversiteit aan culturen. 3 Kennisoverdracht over kunst en cultuur van indiaanse volken. 4 Inzicht geven in de relatie tussen de culturen en de natuurlijke omgeving. Antropologie is een gedragswetenschap. Het is de studie of leer van de mens . ‘All living peoples belong to one species, Homo sapiens, for all can successfully interbreed. Yet there is much that varies among human populations. To an anthropologist, the term culture generally refer to the customary ways of thinking and behaving that are characteristic of a particular population or society. Culture, therefore, is composed of such things as language, knowledge, laws, religious beliefs, food preferences, music, work habits, taboos, and so forth.’ Kennis en begrip voor traditionele culturen Culturele antropologie beslist zelf niet 'hoe het moet', maar kan wel nuttige, waardevolle inzichten verschaffen in hoe men binnen een bepaalde cultuur omgaat met een specifiek probleem, waar dat raakvlakken heeft met de omringende culturen, en hoe daartussen gecommuniceerd zou kunnen worden. Antropologen beschouwen dieren als integrale elementen in menselijke samenlevingen en ecosystemen waarin de mens centraal staat. Relatie tussen de culturen en de natuurlijke omgeving Dieren zijn economische rijkdommen, goederen en productiemiddelen voor menselijk gebruik. Dieren zijn ook belangrijk in religie en rituelen, en dienen verder als symbolen voor culturele normen en waarden die hun neerslag vinden in de vorm van mythen, metaforen, kunst en literatuur. Daarnaast vervullen dieren recreatieve, educatieve en socialiserende rollen. Cultuur blijkt net zo divers te zijn als natuur en in beide vormen mensen en dieren een belangrijk onderdeel. Noord-Amerikaanse traditionele volken en de diversiteit aan culturen 9000 v Ch Volken die leven van de jacht verspreiden zich over Noord- en Zuid-Amerika 1000 n Ch Vikingen bereiken Newfoundland 1492 Columbus bereikt West-Indië en Midden-Amerika De ontdekking van Amerika door Columbus had grote gevolgen voor de oorspronkelijke bewoners, die door hem Indianen werden genoemd. Hun gebieden werden grotendeels veroverd, veel volkeren verdwenen voorgoed en hun talen en culturen werden grotendeels verdrongen door Europese talen en het gedachtegoed van de kolonisatoren. Toch zijn op veel plaatsen in Amerika, van Alaska tot Chili, inheemse talen en gebruiken in stand gebleven. De laatste decennia eisen de overgebleven indianen/First Nations steeds duidelijker en vaker erkenning op voor hun eigen talen, tradities en culturele identiteit. Noord-Amerikaanse prehistorie Archeologie is op zoek naar het verleden van beschavingen en is dus onderdeel van culturele antropologie Archeologen volgen de: Beringia Land Bridge Migration Theories First Nations volgen hun eigen ontstaansverhalen Veel dieren noemde men niet bij name maar in termen van verwanten de wolf :‘onze vader’ de beer: ‘vaders zuster’ de coyote: ‘neef, broer’ Coyote / Speel-yi Honderden verschillende volken We onderscheiden 10 Culturele gebieden in Noord-Amerika Een cultureel gebied is een geografisch grondgebied 1 waarbinnen culturen opmerkelijke overeenkomsten vertonen 2 en er geen overeenkomsten zijn met omliggende culturen Arctic Aluet Inuit Yupik The northern edge of North America from Alaska to Greenland is inhabited by numerous peoples known collectively as 'Eskimos'. The 'First Nation' in Alaska refer to themselves as Alutiiq (Aleuts), Yup'ik and Inupiaq, while the peoples in Canada and Greenland prefer the term Inuit. The extreme arctic climate demanded a high level of adaptability and technical ingenuity to make life in the cold surroundings possible. Items invented by these peoples include clothing made of seal or caribou skin, waterproof outer garments made from entrails (anoraks), the leather-covered, watertight canoe and the harpoon, the chief hunting weapon Subartic Athna Northern Ojibwa East Cree Hare Tlingit Tanata Dogrib Tutchone Yellowknives De bewoners van de Subartics waren bijna geheel afhankelijk van de jacht en leefden daarom in uiterst onzekere omstandigheden. Hongersnood was geen zeldzaamheid en deed zich voor als het geluk van de jagers niet mee zat of als de voorraden waren verwoest door veelvraten, beren of vijanden. Terwijl voor de meeste volkeren in het gebied de jacht op landdieren, aangevuld met enige visvangst, de belangrijkste vorm van levensonderhoud was, waren de bewoners van de kustgebieden aan de uiteinden vooral georiënteerd op de zee. Zij leefden hoofdzakelijk van vis, zeezoogdieren en schaaldieren. Pacific Northwest Achomawi Chemakum Chukchansi Clayoquot Coast Salish Cowichan Haida Hupa Hesquiat Karok Klamath Koskimo Kwakiutl Lummi Makah Nootka Puget Sound Salish Quileute Quinault Shasta Skokomish Tolowa Tututni Willapa Wiyot Yurok For the native inhabitants of the Northwest Coast at the time of Contact, the oceans, rivers, and forests offered up plentiful fish and game. Even without agriculture other than some cultivation of tobacco, the Northwest Coast Native Americans had more than enough food to support a dense population. Because of the readily available sustenance and building materials for roomy houses and seaworthy boats, the Native Americans had time to achieve an affluent and highly complex society, much of it revolving around the custom of the potlatch, in which an individual’s prestige and rank were determined by the quantities of material possessions he could give away. Plateau Region Cayuse Chinookan Kalispel Klikitat Kutenai Nespelim Nez Perce Salish Salishan Spokane Tlakluit Umatilla Walla Walla Yakama Villages, usually located along riverbanks, became the main political units, with headmen as leaders. The earliest ancestors settled the area before 6000 B.C. In later years, people from the Great Plains influenced Plateau inhabitants. The Nez Perces, for example, became excellent horse trainers and breeders in Postcontact times. Great Basin Cahuilla Chemehuevi Comanche Cupeño Diegueño Mono Northern Paiute Shoshonean Washo Because of the meager food supplies, people traveled for the most part in small family groups, with minimal tribal identity and few community rites. The major groupings of peoples are Paiute, Ute and Shoshoni, with various subdivisions and offshoots. By the 18th and 19th centuries, some bands had become horse-mounted hunters on the Great Plains to the east. New Southwest Acoma Apache Cochiti Indians Havasupai Hopi Hualapai Isleta Jemez Jicarilla Keresan Laguna Maricopa Mohave Navajo Pima Qahatika Taos Tewa Tigua Tohono O'Odham Yuma Yavapai Zuñi Two essential Indian life-styles developed in the region: agrarian and nomadic. Agriculture north of Mesoamerica reached its highest level of development in the Southwest. The people of this culture area can further be organized as follows: 1) the agrarian Pueblo peoples, including the western Pueblos (Hopi and Zuni), and the Rio Grande Pueblos (Keres, Tewa, Tiwa, and Towa); 2) the agrarian Desert peoples (Hualapai, Havasupai, Yavapai, Mojave, Yuma, Cocopa, Maricopa, Pima and Papago); 3) the Athapascans, late arrivals in the region from the north (A.D. 800 to 1000), including the Apaches, nomads and raiders, as well as the Navajos, who eventually adopted a pastoral life-style; and 4) the southwestern Texas and northern Mexico tribes, mostly nomadic hunters, with some farmers among them. California Kato Maidu Miwok Pomo Wailaki Wintun Yokuts Yuki California is an amazing and varied region with mountains, valleys, deserts, and the Pacific ocean coast. Native peoples lived in these regions for thousands of years before the Europeans arrived a few hundred years ago. With all the diversity in geographic settings and languages, California Indians still tended to share many cultural similarities. They all depended on acorns as a staple food. They also relied on such foods as fish, deer, elk, antelope, chia, buckeye, and epos root. Great Plains Arapaho Arikara Assiniboine Atsina Brule Cheyenne Chipewyan Cree Crow Dakota Hidatsa Kainah Mandan Oglala Osage Oto Piegan Ponca Quapaw Sarsi Siksika Teton Wichita Yanktonai This vast region is predominantly treeless grassland. The Great Plains culture area is unique in the sense that the typical Indian subsistence pattern and related ways of life evolved long after Contact. It was the advent of horses, brought to North America by whites - the first horses since the postPleistocene extinction of the native species - that made the new life on the Plains possible. With increased mobility and prowess, former village and farming tribes of the river valleys became nomadic hunters, especially of the buffalo. At the time of the Contact, it is believed that most of the tribes were villagers and farmers, or at least semi-nomads, with settlements located especially along the Missouri River. Eastern Woodlands Iroquois Huron Shawnee Ojibwa Algonquin Pequot Cherokee Chocktaw Chickasaw Creek Natchez Montauk Mi’kmaq The Eastern Woodlands were moderate-climate regions roughly from the Atlantic to the Mississippi River and included the Great Lakes. This huge area boasted ample rainfall, numerous lakes and rivers, and great forests. The rich earth and forests from the Ohio River to the Gulf of Mexico comprised the southeastern part of the Eastern Woodlands. South east Creek Caddo Cherokee Alabama Pame Ais Catawba Bidai Karankawa Lipan Solano Guachichil Apalachee Over de oorspronkelijke bevolking van deze streek is zeer weinig bekend. Er leefden honderden groepen jagers, vissers en verzamelaars. De rivieren, waarvan de afgezette grond een vruchtbare sliblaag vormt, voorziet de ontelbare moerassen van het laagland permanent van water. De moerasplanten leverden de plaatselijke volken waardevolle grondstoffen: het tegen rotting bestendige hout van cipressen werd gebruikt als palen voor huizenbouw en om boomstamkano’s te maken terwijl men van riet matten, manden, zeven, visnetten en een groot aantal gebruiksvoorwerpen maakte. Welk klimaat heeft het gebied? Beschrijf de natuurlijke omgeving Welke dieren vind je er? Welke eetbare planten zijn er te vinden? Hoe kun je het best overleven in dit gebied? Hoe groot was een groep bij elkaar wonende mensen? Hoe leefde zo’n groep mensen? Welke sociale structuur was er? Welke voorwerpen waren er nodig om te overleven? 1 Landbouwers van het zuidwesten 2 Bizonjagers van de prairies 3 Vissers van de westkust 4 Jagers in het hoge noorden 5 Verzamelaars van het noordoosten