Opvoeder Een opvoeder die over voldoende zelfkennis, zelfwaardering en verantwoordelijkheidsgevoel beschikt om jongeren pedagogisch te kunnen begeleiden. Die een gezonde pedagogische relatie met jongeren aan kan gaan in een sfeer van veiligheid en respect en die je als jongere het gevoel geeft dat je er toe doet. Die vanuit pedagogisch perspectief kan reflecteren en in staat is stap voor stap een pedagogische visie te ontwikkelen om het pedagogisch-didactisch handelen richting te geven. Beginsituatie POP Eindportfolio Beginsituatie Toen ik in 2002 begon met de predoctorale lerarenopleiding, had ik geen enkel referentiekader wat betreft de belevingswereld van pubers in het algemeen en mijn doelgroep, leerlingen van de bovenbouw, in het bijzonder. Alleen mijn eigen ervaringen had ik, maar ik was geen doorsnee leerling… Destijds kreeg ik van de begeleidster van de snuffelstage te horen dat zij vond dat ik meer op mijn plaats was bij basisschool/brugklas leerlingen of volwassenen, omdat mijn benadering in de lessen daar beter geschikt voor was. Dat was voor mij ook de reden om les te gaan geven aan volwassenen, iets wat ik inmiddels al 5 jaar met veel plezier doe. De ervaringen die ik bij de cursussen voor volwassenen heb opgedaan, hebben mij ook in contact gebracht met tieners die graag Spaans wilden leren, maar die het niet op school konden of wilden volgen. Ik heb al diverse keren een tiener tussen de volwassenen gehad, en ook al verschillende keren geprobeerd een speciale groep voor tieners tussen de 12 en de 18 op te starten. Helaas is daarvoor de belangstelling nog te gering. Op dit moment ken ik zelf verschillende tieners in familie- en kennissenkring en ik maak graag gebruik van deze ervaringsdeskundigen om meer grip te krijgen op en begrip te krijgen voor mijn leerlingen. POP Ik doe erg mijn best om me in te leven in de leefwereld van mijn leerlingen, probeer ook met zoveel mogelijk leerlingen individueel contact te maken. Ik maak graag af en toe een praatje met mijn leerlingen, en ik probeer ook de meisjesbladen (waarom zijn er eigenlijk geen jongensbladen?) af en toe door te lezen. Ik heb in mijn klas een klassenboek ingesteld, waarin mijn leerlingen commentaar kunnen leveren op de les, de docent, de school, wat ze maar willen. De enige voorwaarde is dat ze naam en datum bij deze opmerkingen zetten. Ik hoop op die manier op een voor de leerlingen veilige manier met ze te kunnen communiceren en bovendien ook nog feedback over mijn lessen te krijgen. Tot nu toe is het aardig gelukt. Eindportfolio Dat ik op de goede weg ben, leerde mij een gesprek met de boef van de klas, een leerling die veel spijbelt en volgens collega docenten aartslui is. Voor een verslag van deze voor mij indringende gebeurtenis verwijs ik naar mijn logboek. Ik heb deze leerling, die er voorafgaand aan het gesprek van overtuigd was dat wij een conflict hadden, nu helemaal “mee” in mijn lessen. Hij neemt z’n spullen mee, doet z’n huiswerk en werkt mee in de les. Tijdens de laatste lessen vóór de Kerstvakantie overkwam het me regelmatig dat leerlingen als ze aan het werk waren, een moment één op één contact met me vroegen en kregen. Zo vragen de jongens vooraan in de klas vaak dingen over mijn studie, of over waarom ik voor de klas sta en sommige meisjes willen van me weten hoe het verder gaat als ik in januari de school verlaat (en of ik niet kan blijven!) of hoe ik aan zulke mooie nagels kom, of ze willen weten of ik Juanes bij Paul de Leeuw op televisie heb gezien. Ik heb tijdens mijn stage echt een schat aan ervaring opgedaan over het omgaan met tieners en ik ben het heel erg leuk gaan vinden. De uitslag van de VIL enquête van het begin van de stageperiode liet een docenttype zien dat op de automatische piloot voor de klas staat en alleen met lesgeven en niet met de leerlingen zelf bezig is. Ondanks pogingen om mijn gedrag te veranderen, en ondanks het feit dat ik het gevoel had dichter bij de leerlingen te komen, liet de uitslag van de VIL enquête aan het eind van mijn stageperiode dezelfde uitslag zien als de eerste VIL, zij het met gunstigere cijfers. In mijn rol als docent probeer ik begrip voor mijn leerlingen uit te dragen en ook probeer ik ze begrip voor elkaar en anderen bij te brengen. Ik hecht veel waarde aan beleefd gedrag, openheid en eerlijkheid en respect voor andere mensen en culturen, en dat probeer ik ook tot uitdrukking te brengen in mijn lessen. Bijvoorbeeld door tijdens een lessenreeks zoals ik die in Nijmegen gegeven heb, een stukje informatie over de militaire dictaturen in Latijns Amerika te presenteren aan de leerlingen en ze dan te vragen of ze politiek gezien “links” of “rechts” zouden zijn. Dan confronteer ik ze met het feit dat ze dan bijvoorbeeld tot “de slechteriken” zouden hebben behoord ten tijde van zo’n militaire dictatuur in een bepaald land. Ik ben van jongs af aan door mijn ouders meegenomen naar andere landen met andere culturen en opvattingen en ook tijdens mijn studie heb ik geleerd dat “anders” niet altijd “fout” betekent. Ik vind dat een zeer belangrijk aspect aan het MVT onderwijs, juist omdat je dan door de taal alleen al andere culturen en opvattingen aan je leerlingen kunt laten zien. Zelf heb ik mijn middelbare schoolperiode doorgebracht op een gymnasium. Daar probeerden docenten vaak verbanden te leggen met andere schoolvakken en er werd veel aandacht besteed aan algemene kennis. Het kwam regelmatig voor dat docenten anekdotes vertelden die eigenlijk niets met het onderwerp van de les op dat moment te maken hadden, maar wel met hun vak op zich. Dat waren voor ons de krenten uit de pap en aan die docenten heb ik zelf een goed voorbeeld genomen. Volgens mijn SPD ben ik een echte kennisdocent en stel ik eisen aan de leerlingen. Dat ze daar regelmatig tegen in opstand komen, is daarvoor het beste bewijs: volgens Marjo protesteren leerlingen alleen als je daadwerkelijk iets van ze verlangt waar ze moeite voor moeten doen. Dit kwam in mijn lessen ook regelmatig tot uiting, een goed voorbeeld daarvan is te vinden in mijn logboek.