7. Studievragen en opdrachten boek Maatschappelijke

7. Studievragen en opdrachten boek Maatschappelijke Zorg
Boek
Thema
Docent
Werkvormen
ISBN 978-90-85240-89-1
7. Inleiding in de ouderenzorg
Ben de Geus
Studie en toets
Thuis voorbereiden.
vragen
Studie- toetsvragen
1. Het begrip ouderen wordt opgesplitst in 2 groepen. Schrijf op welke 2 groepen dit zijn.
2. Schrijf op wat het werkterrein is van gerontologie en de psychogerontologie, geef van ieder
een voorbeeld
3. Schrijf op wat de werkterreinen zijn van de geriatrie en de psychogeriatrie, geef van ieder
een voorbeeld
4. Schrijf op wat jij verstaat onder dubbele en drie dubbele vergrijzing
5. In welke delen van Nederland komt de drie dubbele vergrijzing het meest voor?
6. Schrijf in eigen woorden op wat jij verstaat onder het begrip “babyboom” en welke
consequenties dit heeft voor de samenstelling van de bevolking in Nederland.
7. Schrijf op hoe het komt dat mensen ouder worden in Nederland
8. Geef een korte beschrijving van de zorg voor ouderen in:
een grootgezin, drie ouder gezin
de periode na de 2e wereldoorlog tot 1970
de periode van 1971 tot heden
9. Schrijf in eigen woorden op wat jij verstaat onder vraaggestuurde zorg en welke
maatschappelijke ontwikkelingen hebben hier toe bijgedragen?
10. Welke consequenties heeft de vraaggestuurde zorg voor de huidige zorgverleners in de
ouderenzorg?
11. Het persoonsgebonden budget komt te vervallen. Welke consequenties heeft dit voor de
thuiswonende ouderen en heb je alternatieven voor het wegvallen van de financiële steun?
12. Al enkele jaren is er sprake van ontschotting tussen de verschillende muraliteiten. Schrijf de
betekenis op van de begrippen:
ontschotting
intra murale zorg
semi-murale zorg
extra murale zorg
13. Schrijf voorbeelden op van zorgvormen waar ouderen gebruik van maken in de:
intra murale zorg
semi murale zorg
extra murale zorg
14. Ga naar de website http://www.riwis.nl/ en schrijf op welke “zorgmogelijkheden” deze
organisatie heeft voor de oudere mens
15. Wat is de doelstelling van een GAAZ (Geriatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis)?
16. Schrijf de meest voorkomende klachten op bij cliënten die in een GAAZ verblijven.
1
Boek
Thema
Maatschappelijke Zorg
7. Inleiding ouderenzorg
17. Schrijf op welke behandelaren we in een GAAZ werkzaam zijn.
18. Schrijf op hoe de afdelingen voor oudere psychiatrische cliënten ook
wel worden genoemd
19. Ga naar de website http://www.zinzia.nl/locaties/rumah-kita/rumah-kita.html en schijf op
tot welk soort van instelling Rumah-Kita behoort, voor welke ouderen deze instelling is
bestemd en welke zorg wordt geboden.
20. Schrijf op wat jij verstaat onder het begrip Domotica en geef 4 voorbeelden
21. Schrijf op wat het verschil is tussen een Woonzorgzone en een zorghotel
22. De veiligheid voor ouderen in hun eigen huis kan met relatief simpele en goedkope
oplossingen. Schrijf minimaal 6 oplossingen op.
23. Iedere leeftijd heeft zijn eigen woordenschap een taalgebruik. Als hulpverlener dien je hier in
het gesprek met ouderen rekening te houden. Schrijf op waar je aan kunt denken als je je
taalgebruik afstemt op ouderen.
2
Boek
Thema
Maatschappelijke Zorg
7. Inleiding ouderenzorg
Toetsvragen.
Thema 7 – Inleiding ouderenzorg – Toets A
Welk antwoord is juist? De vroege ouderdom is de leeftijd van:
50 tot 60 jaar.
55 tot 60 jaar.
55 tot 65 jaar
55 tot 70 jaar.
2
Welk antwoord is juist? Iemand is hoogbejaard als hij of zij ouder is dan:
70 jaar
75 jaar
80 jaar
85 jaar.
Welk antwoord is juist? De psychogerontologie bestudeert:
Het normale proces van ouder worden.
Het normale geestelijke verouderingsproces.
Complexere afwijkingen van het normale lichamelijke verouderingsproces.
Complexere afwijkingen van het normale geestelijke verouderingproces.
Welk antwoord is juist? Een oudere die vaak infectieziekten en regelmatig kleine hersenbloedingen heeft zal
hoogstwaarschijnlijk behandeld worden door een:
Gerontoloog.
Geriater.
Gespecialiseerde verpleeghuisarts.
Psychiater.
3
Boek
Thema
Maatschappelijke Zorg
7. Inleiding ouderenzorg
Welke uitspraak over vergrijzing is juist?
Dubbele vergrijzing betekent dat er steeds meer oudere mensen komen die steeds ouder worden.
Driedubbele vergrijzing betekent dat er steeds meer oudere mensen komen die steeds ouder worden.
Dubbele vergrijzing betekent dat er steeds meer oudere mensen komen die steeds ouder worden en het aantal jongeren neemt af.
Driedubbele vergrijzing betekent dat er steeds meer oudere mensen komen die steeds ouder worden en het aantal jongeren wordt ook steeds ouder
Wat is GEEN OORZAAK van vergrijzing?
De babyboom.
Preventie.
Toename van geboortes sinds de jaren zestig van de vorige eeuw.
Gezonder eet- en leefpatroon.
Welk antwoord is juist. Het bouwen van bejaardenhuizen hoort het meest bij de periode:
De jaren dertig van de vorige eeuw.
De jaren vijtig van de vorige eeuw.
De jaren zeventig van de vorige eeuw.
De jaren negentig van de vorige eeuw.
Welke uitspraak over vraaggestuurde zorg is juist?
In plaats van vraaggestuurde zorg kwam het PGB.
Vraaggestuurde zorg kwam je veel tegen in bejaardenhuizen in de 20e eeuw.
Het is normaal dat cliënten in een verpleeghuis of verzorgingshuis alle verantwoordelijkheid uit handen geven.
Bij vraaggestuurde zorg wordt zorg geboden zodat de cliënt kan blijven leven zoals hij zelf wil.
Welk begrip is juist omschreven?
Armenzorg in de 19e eeuw werd op initiatief van de overheid gerealiseerd.
De psychogeriatrie bestudeert het normale geestelijke verouderingsproces.
Gerontologie gaat over het normale proces van ouder worden.
Vergrijzing is het verschijnsel dat het aantal ouderen toeneemt.
Welke uitspraak over vergrijzing en wat ermee samenhangt is NIET juist?
Op het platteland kom je driedubbele vergrijzing tegen omdat jongeren naar de stad trekken.
De babyboom kun je plaatsen in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Vergrijzing ontstaat ook door een gezonder eet- en leefpatroon.
Het aantal hoogbejaarden is in de afgelopen tijd meer dan verviervoudigd.
4
Boek
Thema
Maatschappelijke Zorg
7. Inleiding ouderenzorg
Thema 7 – Inleiding ouderenzorg – Toets B
Welk antwoord is juist? Een verzorgingshuis is bedoeld voor:
Ouderen die lichamelijke en geestelijke zorg nodig hebben.
Ouderen die niet meer zelfstandig kunnen wonen.
Ouderen die nog goed zelfstandig kunnen wonen maar dat niet meer mogen.
Ouderen die op thuiszorg zijn aangewezen.
Wat bieden verzorgingshuizen MEESTAL NIET?
Huishoudelijke zorg.
Dagactiviteiten.
Persoonlijke zorg.
Revaliderende zorg.
Welk antwoord is juist? Het bieden van met name geestelijk zorg gebeurt in een:
Psychogeriatrisch verpleeghuis.
Somatisch verpleeghuis.
Psychogeriatrisch verzorgingshuis.
Somatisch verzorgingshuis.
Welke uitspraak over zorg is juist?
Thuiszorg is niet ondersteunend maar begeleidend.
Verpleeghuizen hebben geen consultatiefunctie.
De vraag naar verpleeghuiszorg is groter dan het aantal beschikbare bedden.
De zorg in een verpleeghuis is meestal kortdurend van aard.
Welke uitspraak over thuiszorg is NIET JUIST.
Thuiszorg is een verzamelnaam voor allerlei soorten hulp bij huishouding, verzorging en verpleging bij mensen thuis.
De doelgroepen van de thuiszorg zijn de ouderen.
De aard van de thuiszorg kan variëren van eenvoudig tot complex en intensief.
Thuiszorg kan langdurend of kortdurend van aard zijn.
5
Boek
Thema
Maatschappelijke Zorg
7. Inleiding ouderenzorg
Welk antwoord is juist? Extramurale zorg is de zorg:
Binnen de muren van de instelling.
Gedeeltelijk binnen de muren van de instelling.
Binnen en buiten de muren van de instelling.
Buiten de muren van de instelling.
Welk antwoord is juist? Dagbehandeling is een voorbeeld van:
Intramurale zorg.
Semimurale zorg.
Extramurale zorg.
Ultramurale zorg.
Welk antwoord is juist? Een categorale instelling:
Is een instelling die hulp verleent aan mensen die bij andere instellingen niet terechtkunnen.
Kom je veel tegen in grote steden omdat hier veel mensen wonen die elders niet terechtkunnen.
Is bijvoorbeeld een instelling voor oudere mensen met een verstandelijke handicap.
Verleent zorg aan specifieke categorieën mensen.
Welke uitspraak over woonvormen en voorzieningen is juist?
Domotica is een ander woord voor woonhuisautomatisering.
Beschut wonen is het wonen in een buitenhuis.
Een voorbeeld van een categorale instelling is een zorghotel.
Een zorgvriendelijke wijk is een andere benaming voor een woonzorgcentrum.
Welke uitspraak over woonvormen en voorzieningen is NIET JUIST?
Een voorbeeld van domotica is een geavanceerde alarminstallatie.
Een woonzorgzone wordt ook wel een zorghotel genoemd.
In een woonzorgzone is de hele omgeving aangepast aan ouderen, zelfs de supermarkt en het openbaar vervoer.
Een andere benaming voor beschermd wonen is ook wel: buitenhuis of sociowoning.
6
Boek
Thema
Maatschappelijke Zorg
7. Inleiding ouderenzorg