Spronk Management Support

advertisement
Verslag Informatieavond Jan Wier t.b.v. buurtbewoners, gehouden op 18 maart 2014
(19.30 - 21.45 uur) in het restaurant van Jan Wier te Tilburg
Aanwezig:
Johan Manders, locatieverantwoordelijke Jan Wier Tilburg, avondvoorzitter
Sandra Vos, psychiater en manager behandelzaken HIC
Charlotte van Dam, Novadic-Kentron, afdeling preventie en voorlichting
Walther van den Broek, Novadic-Kentron, procesmanager en operationeel leidinggevende MHU
Enkele andere medewerkers vanuit GGz en Novadic-Kentron
Ongeveer 22 belangstellenden waaronder omwonenden, leden van het beheeroverleg en van de
buurtraad.
Verslaglegging: Ied Meurders, Spronk Management Support
1. Opening
Johan Manders, locatieverantwoordelijke van Jan Wierhof, opent de bijeenkomst en heet alle
aanwezigen van harte welkom. Bij de vorige informatieavond in september 2013 bleek de buurt
behoefte te hebben aan meer informatie over afdelingen, cliënten en behandelmethoden bij de GGz
Jan Wier en van toekomstige gebruiker van de locatie Novadic-Kentron. Met deze bijeenkomst wil
men daaraan - met een presentatie rond de High & Intensive Care (HIC) en een presentatie over
drugs, verslaving en behandelmethodes – tegemoet komen.
2. Presentatie High & Intensive Care (HIC), door Sandra Vos
Met gebruikmaking van PowerPoint geeft Sandra Vos, psychiater en manager behandelzaken HIC,
een toelichting van de HIC, de voormalige crisisafdeling. (Zie bijlage 1.)
Reacties
Vroeger duurde een opname gemiddeld 3 tot 6 maanden, nu is dat 2 tot 3 weken. Gevraagd wordt
hoe dit kan.
S. Vos licht toe dat het tempo om door te pakken en met medicatie te starten nu veel hoger ligt dan
vroeger. Toen werd eerst rustig een vertrouwensband opgebouwd en pas daarna gesproken over
medicatie, behandeling e.d. Ook speelt mee dat er vroeger geen vervolgplek was of een thuis. Zodra
iemand nu binnenkomt, wordt daar meteen aan gewerkt. Verder zijn er nu i.t.t. vroeger ambulante
teams ten behoeve van ondersteuning in de thuissituatie, waardoor een opname korter kan duren.
Er wordt gewerkt met voorwaardelijk ontslag d.w.z. dat iemand pas ontslagen wordt als aan een
aantal voorwaarden is voldaan.
Geïnformeerd wordt of je bij een cliënt weleens ziet dat een onvrijwillige opname gedurende de
opname wat meer vrijwillig wordt. M.a.w. of je bij cliënten met een onvrijwillige opname
veranderingen ziet.
S. Vos geeft aan dat een onvrijwillige opname maximaal 6 maanden duurt. Sommige cliënten
knappen op binnen 3 weken, zodat iemand thuis verder kan herstellen. Maar dan moet er in ieder
geen sprake meer zijn van gevaar. Gevaar, en m.n. gevaar voor zichzelf, is het belangrijkste criterium
voor gedwongen opname.
Gevraagd wordt of, nu de opnametijd zoveel korter is geworden, dezelfde mensen vaak terugkomen.
Dat gebeurt wel, maar niet meer dan anders, aldus S. Vos. Indien een cliënt veelvuldig terugkomt,
wordt daar uitvoerig over gesproken met het ambulante team.
Iemand vraagt zich af of er wel voldoende hulp en ondersteuning is nu daar zo op wordt bezuinigd.
S. Vos wijst erop dat ambulante zorg vele malen goedkoper is dan een opname, waardoor de GGz
kostenneutraal veel kan ambulantiseren. Verder wordt gewerkt aan efficiënter inrichten van de zorg.
Er is wel minder personeel op de afdeling, wat als nadeel heeft dat men op een afdeling minder kan
Verslag informatieavond Jan Wier d.d. 18 maart 2014
1
bieden, maar anderzijds nemen familie en de eigen omgeving nu een deel van de zorg op zich, wat
sowieso belangrijk is. Het idee van de participatiemaatschappij speelt dus ook bij de HIC.
Vanuit de zaal wordt de vraag gesteld hoe het nu is opgelost met de Dubbele Diagnose (DD).
De DD is een VOF met een samenwerkingsverband met GGz Breburg. Het oude gebouw wordt
momenteel verbouwd en de DD zit nu in een tijdelijke behuizing. Zodra de HIC en de MC (Medium
Care) gereed zijn, wordt bezien waar de DD wordt gehuisvest en wordt het gebouw daarop
aangepast, aldus J. Manders. (Volgens vlekkenplan in gebouw 1,2 of 3)
Iemand brengt naar voren dat er, nu de opnametijd veel korter is geworden, waarschijnlijk veel meer
cliënten komen. Het aantal bedden is teruggebracht, maar schiet dan wellicht tekort.
S. Vos bevestigt dat er meer cliënten komen en er minder bedden zijn. Niettemin denkt de GGz dat
dit aantal gezien de ambulantisering waarschijnlijk nog te hoog is. De gemiddelde opnameduur is 21
dagen. Een enkeling blijft daarna nog 3 tot 9 weken op de Medium Care.
Gevraagd wordt of ambulantisering ‘een blijvertje’ is, of iets van tijdelijke aard en onderdeel van een
golfbeweging.
S. Vos wijst erop dat dit niet voor het eerst wordt ingezet. Bij de jeugd gebeurt dat al langer, door de
ouders en de omgeving erbij te betrekken. S. Vos denkt dat men niet meer teruggaat naar langdurige
opnames, mede omdat die traumatiserend kunnen werken en schadelijk kunnen zijn, omdat het
geen gezonde omgeving is waar men tijdens een opname verblijft.
Opgemerkt wordt dat iemand met een gedwongen opname veel niet mag. Zo’n cliënt mag wel vrij
rondlopen op het terrein van de GGz. Geldt dat ook voor de buurt?
S. Vos geeft aan dat hierover het meeste overleg plaatsvindt en dit indertijd het grootste struikelblok
was. Er is met name één cliënt die momenteel nogal wat overlast veroorzaakt. Maar als hij binnen
wordt gehouden en hij daarover een klacht indient, heeft de GGz bij de rechter geen poot om op te
staan. Bovendien wordt hij zeer agressief tegen het personeel als hij niet naar buiten mag. S. Vos zegt
zich te kunnen voorstellen dat de buurt het niet zo prettig vindt als men zo iemand ziet lopen.
De vragensteller zegt door dit antwoord niet echt gerustgesteld te zijn.
S. Vos geeft aan daar begrip voor te hebben. In verband hiermee is er veelvuldig overleg met de
wijkagent.
Een andere bewoner merkt op dat je met zo’n korte opnameduur ook kunt denken: over 3 weken is
hij/zij weer weg…
Een buurtbewoner stelt de vraag in hoeverre het mogelijk is een advies te geven m.b.t. de bejegening
van bepaalde cliënten, zodat ouders dat tegen hun kinderen kunnen zeggen.
S. Vos zegt dat ze tegen haar eigen kind zou zeggen als die iemand ziet die vreemd doet of er wat
vreemd uitziet, dat hij of zij maar snel naar huis moet gaan.
Aanvullend geeft J. Manders het advies om het door te geven aan de receptie of via het meldpunt
Jan Wier als een kind een vervelende ervaring heeft, zodat de GGz dit kan oppakken. Er is zoals
gezegd wekelijks overleg met de wijkagent en het helpt als die weet, wie hier rondloopt.
Nu is het vaak zo, aldus S. Vos, dat als iemand in de buurt iets doet, de GGz het maar moet oplossen,
terwijl in de meeste gevallen justitie dat moet doen. Bovendien heeft de GGz weinig of geen
sanctiemogelijkheden.
J. Manders benadrukt dat, zodra er een telefoontje bij de receptie binnenkomt, er zo nodig actie
wordt ondernomen. Met de wijkagent is afgesproken dat de GGz in actie komt als het een cliënt
betreft, en als de GGz niets kan doen, dan de politie wordt gebeld. Buurtbewoners kunnen daarom
het beste de politie bellen als niet vaststaat dat het om een cliënt van Jan Wier gaat. De politie zal
dan actie ondernemen en terugkoppelen naar de instelling. Ook worden meldingen besproken in het
beheeroverleg.
Verslag informatieavond Jan Wier d.d. 18 maart 2014
2
Opgemerkt wordt dat wanneer iemand hier maar 3 weken verblijft, de wijkagent die persoon ook niet
kent.
S. Vos wijst erop dat slechts een zeer klein aantal van de cliënten die hier zijn, overlast in de buurt
veroorzaakt. Wanneer iemand die is opgenomen met een machtiging (een onvrijwillige opname) niet
op tijd terug is, wordt dat gemeld bij de OAT (Opsporing, Aanhouding, Terugbrengen).
Desgevraagd geeft S. Vos aan dat er geen vaste dagdelen of tijden zijn dat cliënten aanwezig moeten
zijn, ook niet tijdens het eten. Wel moeten ze ’s avonds vanaf 22.30 uur en ’s nachts binnen zijn.
Een buurtbewoner brengt naar voren dat de buurt te maken heeft met mensen met een ernstig
psychiatrisch probleem, die nu binnen de kortste keren weer buiten staan, terwijl deze mensen
vroeger veel langer werden opgenomen. Het is niet zozeer dat de overlast is toegenomen als wel de
risico’s. De burgemeester heeft zich persoonlijk verantwoordelijk gesteld als er iets zou gebeuren.
S. Vos benadrukt dat de mensen die in de HIC zijn opgenomen vanwege gevaar dat voortkomt uit de
psychiatrische stoornis, geen bewegingsvrijheid krijgen. Deze populatie had de burgemeester niet
voor ogen toen hij dat zei. De overlast voor de buurt is volgens S. Vos daarom niet groter dan pakweg
15 jaar geleden.
Opgemerkt wordt dat er wel meer verloop is en daardoor meer gezichten in de wijk, wat wel een
verschil is.
Gevraagd wordt wat cliënten zelf willen.
S. Vos zegt dat degenen die hier zijn vaak weg willen, en degenen die weg moeten, soms liever willen
blijven.
Een aanwezige zegt het opvallend te vinden dat S. Vos beroepsmatig op een andere wijze spreekt dan
wanneer ze als moeder spreekt.
S. Vos wijst erop dat ze zichzelf als mens niet kan uitvlakken en dat ook wil erkennen. Als psychiater
werk je met jezelf en ben je je eigen instrument. In haar team zitten ervaringsdeskundigen, mensen
die zelf ooit opgenomen zijn geweest en/of behandeld zijn. Dat is prettig voor bijvoorbeeld
verpleegkundigen die een vervelend incident meegemaakt hebben.
Tot slot biedt J. Manders de buurtbewoners de mogelijkheid aan om vóór ingebruikname van de HIC
een keer te komen kijken, zodat men een beeld krijgt van wat wordt bedoeld met een ‘healing
environment’. De HIC komt in de huidige gebouwen 4 en 5 die tot één gebouw worden gemaakt.
Een buurtbewoonster stelt voor om deze bezichtiging overdag te houden, zodat ook kinderen mee
kunnen komen.
J. Manders zegt toe dat gekeken zal worden naar een moment waarop een keuzemogelijkheid
geboden kan worden.
3. Presentatie drugs en verslaving, door Charlotte van Dam
(Zie bijlage 2, sheet 1 t/m 11)
Met gebruikmaking van PowerPoint licht C. van Dam van de afdeling preventie en voorlichting van
Novadic-Kentron toe welke soorten drugs er zijn en wat die voor effect hebben. Ze heeft
voorbeelden van diverse drugssoorten meegenomen, zodat de aanwezigen die kunnen bekijken.
Novadic-Kentron is een instelling voor verslavingszorg in Brabant met ongeveer 10.000 cliënten. De
helft daarvan betreft alcoholverslaafden.
Alvorens ze start met haar toelichting laat ze de aanwezigen op een wat ludieke wijze ontdekken dat
iedereen in meerdere of mindere mate ervaring heeft met drugs als middel die het centrale
zenuwstelsel beïnvloeden.
Enkele punten uit de toelichting:
Verslag informatieavond Jan Wier d.d. 18 maart 2014
3






Coke is heel populair, m.n. in combinatie met alcohol. Coke is duur: 40 euro per gram en werkt
maar 10 minuten. Speed is veel goedkoper.
Alcohol is als stof schadelijker dan heroïne.
GHB, dat vroeger als narcosemiddel werd gebruikt en heeft een verdovend effect. De scheidslijn
tussen fijne piek en overdosis is klein. Het effect van GHB verschilt ook per persoon sterk en is
sterk afhankelijk van de dosis. Bij een kleine dosis geeft het een ontspannen en vredig gevoel en
raken mensen seksueel opgewonden. De effecten lijken op die van alcohol. Bij een hoge dosis
worden mensen misselijk, duizelig en kunnen slechts met moeite wakker blijven of raken
bewusteloos.
Bij het gebruik van XTC komt ‘gelukshormoon’ serotonine in één keer vrij. Dat geeft een
fantastisch gevoel. Het werd vroeger in de psychiatrie gebruikt zoals meer middelen. Bij vrouwen
duurt het 5 maanden en bij mannen 4 maanden voordat de hoeveelheid serotonine weer op
niveau is. Dat kan leiden tot depressieve klachten. XTC is niet heel erg verslavend maar heeft wel
veel risico’s, vooral oververhitting van de organen met coma of overlijden tot gevolg.
De ene persoon is gevoeliger voor verslaving dan de andere. Die gevoeligheid heeft o.m. te
maken met een combinatie van genetische/biologische, sociale en psychologische factoren.
Het aantal mensen dat verslaafd is aan blowen ligt in Nederland lager dan in Europese landen
waar wiet verboden is.
4. Behandelmethodes, door Walther van den Broek
Met gebruikmaking van PowerPoint licht W. v.d. Broek, procesmanager en operationeel
leidinggevende, de diverse behandelmethoden toe. (Zie hiervoor eveneens bijlage 2, vanaf sheet 12)
Reacties:
Gevraagd wordt of er ook verslaafde wetsovertreders op Jan Wier komen als Novadic-Kentron hier
gevestigd is.
Behandeling is onderdeel van de ondertoezichtstelling i.v.m. ernstige feiten, aldus W. v.d. Broek. De
behandeling gebeurt op een op zichzelf staand onderdeel van Novadic-Kentron.
De vragensteller wil weten of deze mensen ook gewoon buiten mogen rondlopen.
J. Manders verduidelijkt dat de ondertoezichtstelling een dwangmiddel is dat door justitie
gehanteerd kan worden. Zo’n ondertoezichtstelling wordt opgelegd in relatie tot het delict. Ingeval
van een geweldsdelict gaat iemand de gevangenis in en komt die persoon niet hier.
Iemand informeert hoeveel bedden Novadic-Kentron heeft buiten de medische heroïne unit (MHU)
om.
W. v.d. Broek licht toe dat er, zoals het er nu voor staat, 22 bedden zijn die in gebouw 1, 2, of 3
komen, naast de bedden van Dubbele Diagnose. De definitieve hoeveelheid is pas duidelijk als het
plaatje definitief is. De maximale hoeveelheid zal zeker niet worden overgschreden.
Een aanwezige is benieuwd hoeveel procent van de cliënten van Novadic-Kentron onvrijwillig hier is.
W. v.d. Broek benadrukt dat iedereen op vrijwillige basis hier is, behalve de groep die vanuit justitie
komt en behandeling opgelegd heeft gekregen. Cliënten voor opname in de BOPZ gaan naar Vught,
waar het klinische behandelgedeelte voor BOPZ cliënten is gevestigd.
Rayonmanager Hilde Gersjes vult aan dat er ook mensen zijn die vrijwillig in zorg zijn en na een
overtreding opgelegd krijgen dat ze de behandeling moeten afmaken, waardoor die verplicht wordt.
Geïnformeerd wordt of deze cliënten als zodanig op straat herkenbaar zijn.
W. v.d. Broek geeft aan dat het merendeel niet herkenbaar zal zijn. Iedereen kan een probleem
krijgen met een middel dat op de markt is. Anders gezegd: verslavingsproblemen kunnen bij iedereen
voorkomen. De klassieke junkies komen bij de methadonverstrekking en die is niet hier gevestigd,
maar bij Traverse aan de Gasthuisring. Veel mensen hebben alleen dat als beeld van verslaafden,
maar de meeste verslaafden zien eruit zoals de mensen die vanavond hier zijn.
Verslag informatieavond Jan Wier d.d. 18 maart 2014
4
Tot slot wordt de vraag gesteld wanneer alles klaar zal zijn.
J. Manders geeft aan dat dit ergens in 2016 zal zijn, maar nu nog niet bekend is wanneer precies. Het
vlekkenplan staat op de site van Jan Wier en wordt de komende tijd nader ingevuld. Via de
gemeenschappelijke nieuwsbrief van GGz en Novadic-Kentron wordt men op de hoogte gehouden
van de ontwikkelingen.
5. Sluiting
Voor de afsluiting geeft J. Manders nog aan dat hij zich aanbevolen houdt voor wensen en tips t.a.v.
informatievoorziening. GGz en Novadic-Kentron zien het als hun taak de buurt te informeren en
daarom is het fijn als omwonenden wensen m.b.t. een bepaald thema of onderwerp doorgeven via
de site, mail of telefoon, of via de vertegenwoordiger van de buurtraad, zodat daar aandacht aan
besteed kan worden op de volgende informatieavond medio september/oktober.
Hierna sluit avondvoorzitter J. Manders onder dankzegging voor ieders aanwezigheid en inbreng de
bijeenkomst, waarna hij alle aanwezigen uitnodigt voor een afsluitend hapje en drankje.
Tilburg, 24 maart 2014
Spronk Management Support IM
Bijlagen:
1. Presentatie: Sandra Vos over de HIC
2. Presentatie Charlotte van Dam over drugs en de werking ervan en presentatie Walther van
den Broek over behandelmethoden bij verslaving.
Verslag informatieavond Jan Wier d.d. 18 maart 2014
5
Download