B en W nummer 11 - Gemeente Leiden

advertisement
B en W. nr. 13.0770 d.d. 20-8-2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden Dick de Vos (PvdD) en Jan Thijs
Leeuwrik Nieborg (GL) inzake ‘Bijenorchissen’ (ingezonden 31 mei 2013)
Besluiten:Behoudens advies van de commissie
1. de beantwoording van de schriftelijke vragen van de leden De Vos (PvdD) en Nieborg
(GL) inzake ‘vragen Bijenorchissen’ conform bijgevoegde beantwoording vast te stellen;
2. dit besluit te zenden aan de vragenstellers en de overige leden van de raad.
Perssamenvatting:
Het college heeft de schriftelijke vragen van de raadsleden De Vos (PvdD) en Nieborg (GL)
inzake ‘Bijenorchissen’ beantwoord.
Schriftelijke beantwoording aan het college van Burgemeester en Wethouders naar
aanleiding van de vragen van de raadsleden Dick de Vos (PvdD) en Jan Thijs Leeuwrik
Nieborg (GL) inzake ‘Bijenorchissen’ (ingezonden 31 mei 2013, bij het college ingekomen op
31 juli 2013).
Antwoord van Burgemeester en Wethouders (ingezonden d.d. 20 augustus 2013 ):
Vorige week tijdens maaiwerkzaamheden aan de Einsteinlaan in de Leeuwenhoek, zijn alle
bijenorchissen die daar nog in de knop stonden weggemaaid (op 1 of 2 na).
De bijenorchis is een zeldzame en beschermde plant. De locatie aan de Einsteinlaan is
waarschijnlijk de enige vindplaats in Leiden.
De bijenorchissen zijn niet gemeld op het stadsnatuurmeetnet (want daar is geen
mogelijkheid om planten te registreren), maar wel op waarneming.nl. De plant is zo zeldzaam,
dat het de status “verborgen” heeft gekregen.
Deze locatie moet echter bij de gemeente bekend zijn geweest, want bij eerdere
werkzaamheden is omwille van de bijenorchis zorgvuldig met de vindplaats omgegaan.
Gezien eerdere incidenten op het gebied van maaien en groenonderhoud, denk aan de
omgehakte uilenboom, hebben wij de volgende vragen:
1.
Hoe heeft het kunnen gebeuren dat de bijenorchissen zijn omgemaaid?
Antwoord:
De bijenorchissen groeiden in één van de bermen die vorig jaar (2012) op verzoek van de
bedrijven het Bio Sciencepark (beheergroep) is gemaaid als gazon. De maaifrequentie is
daarmee verhoogd van 2 - 3 keer naar 26 keer per seizoen.
Het is goed mogelijk dat er in de tot vorig jaar extensief beheerde berm bijenorchissen
hebben gegroeid, welke nu bij het intensievere maaien omgemaaid zijn.
Inmiddels zijn tussen de bedrijven van het Bio Sciencepark en de gemeente afspraken
gemaakt over een gefaseerd maaibeleid – natuurlijke en cultuurlijke gebieden zijn in overleg
vastgesteld.
2.
Was het de gemeente, c.q. de afdeling verantwoordelijk voor maaibeheer, bekend dat
deze op de Einsteinweg voorkomen?
Antwoord:
Het was de gemeente niet bekend dat op deze locatie bijenorchissen groeiden. Het is
mogelijk dat medewerkers van de gemeente bij eerdere werkzaamheden omwille van de
bijenorchis zorgvuldig met deze vindplaats zijn omgegaan, maar dit is niet in het
beheersysteem opgenomen.
3.
Zo ja, was de uitvoerder van de maaiwerkzaamheden dan ook op de hoogte van
deze zeldzame orchideeën? (En was er vervolgens sprake van een communicatiefout
of van een onzorgvuldige uitvoering?)
Antwoord:
De uitvoerder van de maaiwerkzaamheden was niet op de hoogte van de aanwezigheid van
de bijenorchissen.
4.
Zo niet, hoe zou in de toekomst de informatie over flora en fauna beter gedeeld
kunnen worden binnen afdelingen van de gemeente?
Antwoord:
Met het opleveren van het nieuwe Beheersysteem (BPS) zijn er mogelijkheden om bijzondere
kenmerken bij te maaien bermen en oevers vast te leggen. Met het vastleggen van deze
kenmerken, zoals bijvoorbeeld de aanwezigheid van beschermde flora en fauna, kan
gerichter beheerd worden op doelsoorten
5.
Hoe zou vervolgens waardevolle informatie van betrokken en deskundige burgers
over het voorkomen van zeldzame planten en dieren beter gebruikt kunnen bij beleid
en uitvoering – en dan niet achteraf, als het leed al is geschied – maar vooraf?
Antwoord:
Naar aanleiding van een e-mail van een betrokken bewoner (met ecologische kennis) uit de
Vogelwijk over dit zelfde voorval, hebben de groenbeheerder en de teamleider IBOR van
afdeling Stedelijk beheer een gesprek gehad met de melder.
De volgende afspraken zijn gemaakt;
- De melder ontvangt een aantal beheerplannen voor het onderhoud van bermen en
oevers.
- De melder zoekt in zijn eigen kenniskring naar participanten die het leuk en zinvol
vinden om met de gemeente mee te denken over ecologisch beheer.
- Samen met de gemeente en enkele betrokken Leidenaren wordt uit dit beheerplan
een aantal locaties verder uitgewerkt om het ecologisch beheer te optimaliseren. De
eerste afspraak hiervoor is eind augustus van dit jaar gepland. Bij deze bijeenkomst
zal ook de stadsecoloog uitgenodigd worden.
- Als dit voor beide partijen een nuttige exercitie is zullen we het beheerplan op deze
wijze herschrijven.
De mogelijkheid tot het vormen van een ecologische adviesgroep bestaande uit betrokken
Leidenaren wordt onderzocht
Download