A VUmc-compas toetsing Toets CAT B 3.2 14-15 / Cursus-afhankelijke toets Cursus B CAT Leren dokteren 5 14-15 Cursuscoördinator (vice-) prof. dr. C.M.P.M. Hertogh / dr. O.J. de Vries Gelegenheid 1 Toetsdatum 24 april 2015 Tijd 15.15 – 17.45 uur (15.15 – 18.15 uur voor extra-tijd studenten) Plaats TenT-hal VU campus Aantal en type vragen 56 meerkeuzevragen: 9 tweekeuzevragen, 10 driekeuzevragen, e 37 vierkeuzevragen Druk tweezijdig bedrukt, kleurendruk Toegestane hulpmiddelen geen Studentinstructie: Dit tentamen mag niet door studenten worden meegenomen MC-toets: kies het beste (volledig juiste en meest complete) antwoord • • • • • • • • • • • mobiele telefoons uit en in de tas onder de stoel alléén toetsbenodigdheden op tafel vul je studentnummer en naam duidelijk in op het formulier kras NIET in de barcode rechtsonder; ook GEEN doorhalingen zo nodig foutieve hokjes corrigeren door zeer goed te gummen vragen over de inhoud van de toets worden NIET beantwoord commentaren na afloop naar de JVC van je cursus drinken is toegestaan, eten NIET (opbergen in tas) toiletbezoek is toegestaan anderhalf uur na aanvang van de toets gedurende het laatste half uur van de toets mag de toetsruimte niet worden verlaten fraude wordt bestraft Succes! CAT Leren dokteren 5 / afname 24 april 2015 Pagina 1 van 16 CAT Leren dokteren 5 / afname 24 april 2015 Pagina 2 van 16 1 Een 80-jarige vrouw wordt opgenomen in het verpleeghuis. De arts inventariseert haar problemen volgens het SAMPC-model. Ze heeft onder andere last van urine incontinentie en ernstige staar aan beide ogen. Wat is de juiste manier van indeling van deze problemen binnen het SAMPC? a. Beiden in de categorie somatisch b. Incontinentie in de categorie somatisch en staar in de categorie communicatie c. Incontinentie in de categorie ADL en staar in de categorie somatisch d. Beiden in de categorie ADL 2 Welke vroege interventie heeft een sterk evidence-based effect, in de zin dat het “frailty” vermindert? a. Bewegen b. Extra calorische en proteïne intake c. Standaard vitamine D medicatie d. Reductie van polyfarmacie 3 Een 80-jarige vrouw wordt opgenomen in het ziekenhuis met een delier, buikpijn ten gevolge pyelonefritis en dreigende dehydratie. Welke behandeling moet als eerste gestart worden? a. Bestrijding van het delier met een benzodiazepine b. Behandeling van de buikpijn met een morfinomimeticum c. Behandeling van de dehydratie met een oral rehydration solution d. Behandeling van de urineweginfectie met antibiotica 4 Een 84-jarige man verblijft op een psychogeriatrische afdeling in verband met een gevorderde dementie. Er is sprake van toenemende onrust en agitatie sinds 1 dag. Bij het lichamelijk onderzoek lijkt sprake van blaasdemping. Deze heer gebruikt als medicatie hydrochloorthiazide (diureticum), metoprolol (bètablokker), paracetamol en metformine (i.v.m. diabetes). De voorgeschiedenis vermeldt een TURP (prostaat) operatie. Welke oorzaak van urineretentie is het meest waarschijnlijk? a. Vernauwing in de urethra door strictuur b. Gebruik van anticholinerge medicatie c. Druk rond de urethra door prostaathypertrofie d. Aanwezigheid van blaasstenen 5 Een 81-jarige vrouw woont in een verzorgingshuis. Mevrouw heeft een verblijfskatheter in verband met urineretentie. De verzorgende belt de huisartspraktijk omdat mevrouw sterk ruikende urine heeft die wat donker van kleur is. Mevrouw lijkt niet helemaal fit te zijn en last te hebben van een zeurend, pijnlijk gevoel in de onderbuik. Daarbij heeft ze geen koorts. De urinestick uitslag laat een positieve uitslag voor nitriet en leukocyten zien. Welk advies of welke opdracht kan de huisarts het beste aan de verzorging geven? a. De katheter direct verwijderen b. Antibiotica starten c. Urine kweken d. Afwachten CAT Leren dokteren 5 / afname 24 april 2015 Pagina 3 van 16 6 Een 80-jarige man woont zelfstandig en heeft een slecht gereguleerde diabetes mellitus. Hij gebruikt voor de diabetes gliclazide (een langwerkend sulfonylureumderivaat) en eenmaal daags langwerkende subcutane insuline. Na een aantal dagen griep raakt hij verward en blijkt hij een hypoglycaemie te hebben. Op welk gebied van de klinische farmacologie speelt de geneesmiddelinteractie die tot hypoglycaemie heeft geleid zich af? a. Absorptie b. Metabolisering c. Farmacodynamiek d. Distributie 7 De internist ouderengeneeskunde roept een 90-jarige man uit de wachtkamer en ziet dat hij aanvankelijk onvast en wat zwalkend loopt. Aan het einde van de gang (25 meter) loopt hij alweer veel stabieler. Zijn voorgeschiedenis vermeldt hypertensie, benigne prostaathypertrofie en gegeneraliseerde artrose. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van de loopstoornis? a. Benigne paroxysmale positieduizeligheid b. Startstijfheid bij artrose c. Vasculair parkinsonisme d. Orthostatische hypotensie 8 Een 81-jarige, zelfstandig wonende vrouw was recent onderweg naar haar kaartclub en viel bijna tijdens gladheid door ijzel. Sindsdien voelt zij zich onzeker bij het lopen. Zij gebruikt alleen calciumcarbonaat en vitamine D vanwege osteopenie. Haar medische voorgeschiedenis is blanco. Welke vorm van valpreventie is voor een patiënte als mevrouw Kaaghoven bewezen effectief? a. Multifactoriële valrisicoanalyse en behandeling b. Oefentherapie c. Saneren van medicatie d. Psycho-educatie over valrisico’s 9 Een 81-jarige man durft al een paar weken niet meer zonder steun van zijn buurvrouw boodschappen te gaan doen. Bij elke draaibeweging van zijn hoofd ervaart hij ernstige draaiduizeligheid. Zelfs als hij snel omdraait in bed overkomt hem dit. De huisarts kon de symptomen op de onderzoeksbank uitlokken door hem snel vanuit zitten te laten liggen. Met welke vorm van therapie is zijn klacht het meest effectief te bestrijden? a. Dix-Hallpike manoeuvre b. Epley manoeuvre c. Tai-chi d. Modified Romberg CAT Leren dokteren 5 / afname 24 april 2015 Pagina 4 van 16 10 Een 78-jarige man is ernstig cardiovasculair gecompromitteerd en wordt opgenomen in het ziekenhuis voor een femoro-popliteale bypass. Bij een opname een jaar geleden in het kader van een voorvoetamputatie is hij erg in de war geraakt. Wat is een effectieve maatregel ter verlaging van de kans op een delier tijdens deze opname? a. Zorgen dat hij goed gehydreerd wordt b. Een lage dosis antidepressiva geven c. Na de ingreep zoveel mogelijk laten uitrusten en slapen d. Met een urinekatheter nachtelijke toiletgang voorkomen 11 Een 98-jarige vrouw komt op de Spoed Eisende Hulp vanwege een korter dan 1 dag bestaande verwardheid. Anamnese en heteroanamnese leveren geen richtinggevende klachten op. Zij gebruikt lisinopril (ACE-remmer) en acetylsalicylzuur. Bij lichamelijk onderzoek blijkt zij een temperatuur van 34.8 °C te hebben en een urineretentie van 550ml. Verder zijn er geen afwijkende bevindingen. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van de beschreven verschijnselen en bevindingen? a. Een urineweginfectie b. De cholinerge werking van een van de medicijnen c. Een hersenstaminfarct d. Een bloeding in het kleine bekken 12 Hypertensie is een belangrijke risicofactor voor het ontstaan van zowel vasculaire als Alzheimerdementie. Stelling: behandeling van hypertensie bij 80-plussers zonder hart- en vaatziekten, verlaagt het risico op het ontstaan van dementie. a. Juist b. Onjuist 13 Bij multimorbide 80-plussers met type 2 diabetes worden hogere gemiddelde bloedglucosewaarden nagestreefd dan bij mensen op middelbare leeftijd met diabetes type 2. Welk kenmerk van multimorbide ouderen leidt tot dit beleid? a. Beperkte levensverwachting b. Verhoogd risico van hypoalbuminemie c. Verhoogd risico van microalbuminurie d. Fysiologische achteruitgang van de visus 14 Een 86-jarige weduwe wordt sterk beperkt door gegeneraliseerde artrose. Daarnaast heeft zij goed gereguleerde diabetes mellitus, hypertensie, longemfyseem en presbyacusis. In de laatste 5 jaar valt zij ruim een kilogram per jaar af en weegt nog maar 52 kg. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van haar gewichtsverlies? a. Longemfyseem b. Diabetische gastroparese c. Chronische inflammatie d. Polyfarmacie CAT Leren dokteren 5 / afname 24 april 2015 Pagina 5 van 16 15 Een vitale 90-jarige vrouw en voormalig top-atlete komt op het spreekuur omdat zij, nadat zij nieuwe schoenen heeft gekocht pijn heeft aan de al jaren sterk gezwollen MTP-1 gewrichten. Aan haar rechtervoet heeft ze meer pijn dan aan haar linker. De huisarts ziet wegdrukbare roodheid op beide MTP-1 gewrichten en een benige zwelling. Patiënte is niet ziek en heeft geen koorts. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van de pijn en zwelling? a. Rheumatoïde artritis b. Artrose c. Jicht d. Reactieve artritis 16 Oudere patiënten lopen een hoog risico op een aspiratiepneumonie. Er zijn meerdere interventies om dit risico te verlagen. Welke interventie geeft de grootste reductie op de kans van een aspiratiepneumonie bij oudere patiënten? a. Al het eten malen en het drinken verdikken b. Alleen eten, dus zonder mensen om de patiënt heen c. 17 Goede mondhygiëne Een 83-jarige mevrouw heeft Alzheimer en is opgenomen in een verpleeghuis. Ze is erg onrustig en er is sprake van loopdrang, overdag en ‘s nachts. Ze draait het dag- en nachtritme om. In een multidisciplinair overleg met de wettelijk vertegenwoordiger, specialist ouderengeneeskunde, verzorging en psycholoog wordt besloten om mevrouw te laten slapen in een Zweedse band. De band wordt ook op vaste tijdstippen overdag gebruikt omdat ze anders niet aan voldoende rust komt. De Zweedse band wordt enkele dagen later geëvalueerd: ze krijgt meer nachtrust en valt niet. Als ze wakker is, is ze erg onrustig in de band. Is in deze casus voldaan aan de criteria subsidiariteit, proportionaliteit en doelmatigheid? Waarom wel/niet? a. Nee, er zijn geen andere, minder ingrijpende maatregelen geprobeerd. Ze is op momenten nog onrustig b. Ja, de patiënte krijgt meer nachtrust, meer rust overdag en ze valt niet meer c. Ja, het besluit is genomen binnen een multidisciplinair overleg en de wettelijk vertegenwoordiger heeft toestemming gegeven d. Nee, want ze kan overdag nog lopen als de band niet wordt gebruikt. Het valrisico is dus niet volledig afgenomen CAT Leren dokteren 5 / afname 24 april 2015 Pagina 6 van 16 18 Een 15-jarige cliënte heeft een lichte verstandelijke beperking. Zij is met een Rechterlijke Machtiging (RM) opgenomen in een instelling voor verstandelijk gehandicapten. In haar zorgplan is vastgelegd dat ze door middel van ‘holding’ (vastpakken) tot rust mag worden gebracht als helemaal buiten zinnen raakt. Ze heeft hier zelf mee ingestemd, en haar ouders ook. Op een gegeven moment is ze boos en onrustig als ze thuis komt van school. Ze schopt tegen de muur en gooit een stoel om. Twee aanwezige personeelsleden pakken haar vast bij de armen. Hier verzet ze zich heftig op met slaan, schreeuwen en krabben. Is ‘holding’ in deze situatie een vorm van vrijheidsbeperking? Waarom wel/niet? a. Nee, omdat zowel de cliënt als haar ouders toestemming hebben gegeven b. Nee, vastpakken is geen vorm van vrijheidsbeperking c. Ja, omdat zij zich verzet op het moment dat zij wordt vast gepakt d. Ja, omdat zij is opgenomen op een afdeling waar de wet BOPZ geldt 19 Een 78-jarige patiënt wordt thuis bezocht door zijn huisarts. Zijn echtgenote vertelt het volgende verhaal: haar man is moe, beweegt traag en onderneemt geen activiteiten meer. Ook in het huishouden onderneemt hij niets (hij maakt geen boodschappenlijstjes meer en haalt geen boodschappen). Hij zit veel te slapen op de bank. Zij helpt hem met wassen en kleden. Zelf haalt hij alle handelingen door elkaar (trekt eerst zijn broek aan en weet vervolgens niet wat hij met zijn onderbroek moet doen). Dit beeld is in de laatste jaren langzaam ontstaan. In de voorgeschiedenis is hij bekend met: hypertensie, recidiverende TIA’s, een CVA (8 jaar geleden) en diabetes mellitus. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose? a. Frontotemporale dementie b. Lewy body dementie c. Vasculaire dementie d. Ziekte van Alzheimer 20 Een 52-jarige patiënt met het Downsyndroom is vergeetachtig aan het worden sinds anderhalf jaar. Hij is bekend met hypertensie, diabetes en een te traag werkende schildklier. Zijn moeder overleed aan de gevolgen van de ziekte van Alzheimer toen zij 78 was. Welke twee risicofactoren zijn er bij bovenstaande patiënt op het ontstaan van dementie? a. Downsyndroom en moeder met Alzheimer dementie b. Downsyndroom en diabetes c. Hypothyreoïdie en moeder met Alzheimer dementie d. Hypothyreoïdie en hypertensie 21 Een 73-jarige vrouw komt bij de huisarts vanwege problemen met slapen. Ze vertelt dat ze licht slaapt en veel wakker ligt. ’s Nachts even haar bed uit gaan kost haar veel moeite. Ze is bekend met rheumatoide artritis, wat haar mobiliteit erg beperkt. Verder is ze bekend met hypertensie, obstipatie, geheugenproblemen en matig overgewicht. Wat is eerste stap die de huisarts moet nemen bij deze patiënt? a. Voorschrijven slaapmedicatie (kortwerkende benzodiazepine) b. Optimaliseren van de pijnmedicatie c. Onderzoek verrichten naar slaap-apneu syndroom CAT Leren dokteren 5 / afname 24 april 2015 Pagina 7 van 16 22 Een 75-jarige vrouw heeft een eindstadium COPD. De behandeling is gericht op het optimaal bestrijden van klachten en ongemak. Ondanks het gebruik van zuurstoftherapie en maximale inhalatiemedicatie blijft zij aangeven erg benauwd te zijn. Als de huisarts op huisbezoek gaat, geeft haar echtgenoot aan dat het zo niet langer gaat en dat er gestart moet worden met palliatieve sedatie. Kan de huisarts starten met palliatieve sedatie en waarom? a. Ja, want er is sprake van een refractair symptoom (benauwdheid) b. Ja, want er is sprake van een terminale, uitzichtloze situatie c. Nee, want de vraag voor sedatie moet van de patiënt zelf komen d. Nee, want er zijn nog andere mogelijkheden om de klachten te bestrijden 23 Een 71-jarige man verblijft op de afdeling psychogeriatrie. Hij heeft de ziekte van Parkinson en valt frequent, ondanks inzet van fysiotherapie, hulpmiddelen en medicatie. Bij een val enkele weken geleden heeft hij zijn heup gebroken en is hij geopereerd in het ziekenhuis. Hij is echter delirant geworden en weigert sinds enkele dagen eten en drinken. In overleg met de familie is besloten om geen neusmaagsonde te starten. Na 7 dagen overlijdt hij. Waarom is er hier geen sprake van een natuurlijke dood? Omdat… a. er niet gestart is met sondevoeding b. er sprake is van een ongeval c. het overlijden het gevolg is van een medische behandeling d. meneer weigerde te eten en te drinken CAT Leren dokteren 5 / afname 24 april 2015 Pagina 8 van 16 24 Bij chronische ziekten kan de achteruitgang in functioneren van de patiënt in de laatste jaren tot aan het overlijden grafisch op 3 verschillende manieren worden weergegeven: Welk traject past het beste bij de laatste jaren van het leven van een patiënt met een al lang bestaande COPD? a. Traject A b. Traject B c. 25 Traject C Een 85-jarige vrouw bevindt zich in het eindstadium van COPD. Ze heeft een gebitsprothese. Eén van de klachten die zij ondervindt is een erg droge mond. Wat is het meest effectieve advies om de klachten van de droge mond te bestrijden? a. Een anticholinergicum b. Een lage dosis morfine c. Regelmatig wat cola drinken d. De gebitsprothese uit doen CAT Leren dokteren 5 / afname 24 april 2015 Pagina 9 van 16 26 Een 86-jarige vrouw is bekend met hartfalen. Als medicatie gebruikt ze onder andere escitalopram, cotrimoxazol, oxycontin en metoprolol. Van welk medicijn is het bekend dat het bij het start van de behandeling een acute verergering van hartfalen kan veroorzaken? a. Escitalopram (antidepressivum) b. Cotrimoxazol (antibioticum) c. Oxycontin (pijnstiller) d. Metoprolol (beta-blokker) 27 Een zwangere vrouw bevalt plotseling als zij 22 weken zwanger is. Het geboren kind sterft 6 uur na de bevalling. Waarom valt het overlijden van dit kind niet onder de Wet op de lijkbezorging (WLb)? Deze wet geldt alleen a. voor doodgeboren kinderen b. na een zwangerschap van 24 weken of langer 28 Een patiënt van 88 jaar woont alleen en valt thuis van zijn trap. De buurman hoort een knal en gaat kijken. De buurman vindt een levenloos lichaam. Hij start geen reanimatie omdat de patiënt duidelijk heeft aangegeven aan familie, huisarts en buren niet gereanimeerd te willen worden. Daarom belt de buurman direct de huisarts. Hoe moet de huisarts vervolgens handelen? a. De huisarts komt langs om te schouwen en vult zelf de overlijdenspapieren in b. De huisarts belt de gemeentelijk lijkschouwer om te komen schouwen 29 Een 78-jarige patiënte woont sinds vijf jaar in het verpleeghuis. Zij maakte vijf jaar eerder een groot CVA door waarna zij 6 maanden heeft gerevalideerd. Na de revalidatie is zij op een afdeling in het verpleeghuis komen wonen. Zij heeft al jaren slikproblemen, haar slikfunctie is aangetast door het CVA. Regelmatig heeft zij een antibioticakuur in verband met een aspiratiepneumonie. Tijdens de warme maaltijd verslikt zij zich in een stuk biefstuk. Ondanks pogingen om haar leven te redden, overlijdt zij als gevolg van verstikking. Er is sprake van a. een natuurlijk overlijden b. een niet-natuurlijk overlijden CAT Leren dokteren 5 / afname 24 april 2015 Pagina 10 van 16 30 De specialist ouderengeneeskunde wordt gebeld over dhr. Klaassen, 78 jaar en verblijvend op de revalidatieafdeling. Hij revalideert hier in verband met een heupfractuur rechts, een bekkenfractuur en een polsfractuur. Deze breuken liep hij anderhalve week geleden op na een ongelukkige val van zijn fiets. Sindsdien heeft hij veel pijn. Sinds gisteren vindt de zorg hem toenemend onrustig en vanochtend zag dhr. Klaassen honden in zijn kamer. Hij is duidelijk angstig en hij klaagt nog steeds over pijn. Voorgeschiedenis: hypertensie, angina pectoris, diabetes mellitus, hartfalen. Medicatie: paracetamol 500 mg 4 dd 2, sinds 3 dagen tramadol 50 mg 3 dd 1. Verder: furosemide (lisdiureticum), acetylsalicylzuur (bloedverdunner), movicolon (laxantia), simvastatine (cholesterol), gliclazide (diabetes). Welke medicatiewijzigingen kan de specialist ouderengeneeskunde nu het beste doen? a. Dosering tramadol verlagen en NSAID toevoegen. b. Dosering tramadol verhogen en haldol starten. c. Tramadol stoppen en starten van morfine. d. Dosering paracetamol verhogen en haldol starten 31 Een 79-jarige vrouw heeft een CVA doorgemaakt. Zij is linkszijdig volledig paralytisch en daardoor rolstoelafhankelijk. Ze ontkent verlamd te zijn en weigert om gebruik te maken van de rolstoel. Van welke neuropsychologische functiestoornis is hier zeer waarschijnlijk sprake? a. Noso agnosie b. tactiele agnosie c. 32 Hemi-anopsie Een 83-jarige man lijdt ten gevolge van een ischemische CVA aan afasie. De specialist ouderengeneeskunde gaat een gesprek met de man aan. Wanneer hij vraagt of de man het woord ‘de paashaas’ kan nazeggen lukt dit niet. Het taalbegrip is nog wel gedeeltelijk intact. Aan welke vorm van afasie lijdt deze man zeer waarschijnlijk? a. Wernicke afasie b. Broca afasie c. Globale afasie d. Amnestische afasie 33 Een 75-jarige vrouw gebruikt de volgende medicijnen: metoprolol (bètablokker), diclofenac (NSAID), lactulose (laxantia), paracetamol, prednison (glucocorticoid), vitamine D & calcium, omeprazol (protonpompremmer). De laatste weken is ze erg somber en afwezig, heeft ze weinig eetlust en slaapt ze slecht. De huisarts vermoedt een depressie, geïnduceerd door medicatiegebruik. Welk medicijn zal zeer waarschijnlijk de oorzaak zijn van de klachten? a. Metoprolol b. Prednison c. Diclofenac CAT Leren dokteren 5 / afname 24 april 2015 Pagina 11 van 16 34 Een 80-jarige vrouw is licht dementerende en mobiel beperkte met een slechte algemene conditie. Ze is gevallen en na onderzoek blijkt er sprake te zijn van een stabiele geïnclaveerde collumfractuur links (garden I). De chirurg besluit de fractuur conservatief te behandelen. Welk gegeven pleit er het meest voor om deze fractuur conservatief te behandelen? a. Haar dementie b. Haar slechte algemene conditie c. Haar beperkte mobiliteit d. De aard van haar fractuur 35 Een 85-jarige man heeft in zijn medische voorgeschiedenis hypertensie. Bij hem wordt een nierceltumor ontdekt kleiner dan 4 cm zonder metastasen. Stelling: ondanks de leeftijd van 85 jaar zal het operatief verwijderen van de tumor verlenging van de levensduur geven. a. Juist b. Onjuist 36 Een 58-jarige vrouw is bekend met diabetes en hartfalen. Ze heeft in het ziekenhuis gelegen vanwege een onderbeen amputatie links, veroorzaakt door een ernstig ulcus dat ontstaan is door haar diabetes. Zij werkt nog 4 dagen per week als restaurantmedewerkster in een kantoor. Verder is ze gescheiden en heeft ze een zeer beperkt sociaal netwerk. Er wordt besloten dat ze gaat revalideren in een revalidatiekliniek. Wat is, naast de aard van de amputatie, de belangrijkste reden om bij deze patiënt te kiezen voor revalidatie in een revalidatiecentrum in plaats van in het verpleeghuis? a. Haar leeftijd b. Haar multimorbiditeit c. Haar werksituatie d. Haar thuissituatie 37 Een 78-jarige vrouw heeft als gevolg van een CVA slikstoornissen ontwikkeld. Daarnaast is ze nog bekend met artrose en beginnende Alzheimer. Om te revalideren verblijft ze in het verpleeghuis. Welke paramedische disciplines zullen voor de behandeling van haar slikstoornissen worden ingeschakeld? a. De ergotherapie en de logopedie b. De logopedie en de diëtiste c. De diëtiste en de fysiotherapie d. De fysiotherapie en de ergotherapie CAT Leren dokteren 5 / afname 24 april 2015 Pagina 12 van 16 38 Een 83-jarige vrouw bekend met M. Alzheimer is opgenomen in een verpleeghuis. De voorgeschiedenis bestaat uit recidiverende urineweginfecties en osteoporose. De laatste weken is de patiënte toenemend geagiteerd en loopt minder vaak rond. Bij lichamelijk onderzoek worden er geen afwijkingen gevonden en een urineweginfectie wordt uitgesloten. Er zijn geen belangrijke veranderingen opgetreden in de omgeving. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak voor deze gedragsverandering van patiënte? a. Pijn b. Urineretentie c. 39 Verdere achteruitgang van het ziektebeeld Wat is de functie van het enzym telomerase? Telomerase a. gaat het proces van verkorting van telomeren tegen b. stimuleert het proces van verkorting van telomeren c. repareert DNA-breuken d. ruimt het hydroxyl-radicaal op 40 Waar wordt de afname in de spierkracht met het ouder worden voornamelijk door veroorzaakt? a. Door een afname in de geleidingssnelheid van de zenuwvezels b. Door een vertraging van de overdracht van de actiepotentialen van de zenuwvezels naar de spiercellen c. Door veranderingen in de intrinsieke eigenschappen van de spiercellen d. Door spieratrofie: de afname van het aantal en de diameter van de spiercellen 41 Wat wordt verstaan onder ‘antagonistische pleiotropie’? a. Twee eiwitten versterken elkaars werking vroeg in het leven, maar remmen elkaar later in het leven b. Expressie van een gen dat in de reproductieve jaren een gunstig effect heeft, heeft laat in het leven een nadelig effect c. Het doden van een soortgenoot vergroot indirect de kans op eigen nakomelingen d. Veel nakomelingschap vergroot de kans op inteelt en erfelijke ziekten 42 Welk verband tussen extrinsieke mortaliteit en intrinsieke life span (levensduur) is te zien, als chimpansees en mensen, of vleermuizen en veldmuizen, vergeleken worden? a. Lage extrinsieke mortaliteit gaat gepaard met relatief hoge intrinsieke levensverwachting b. Lage extrinsieke mortaliteit gaat gepaard met relatief lage intrinsieke levensverwachting c. Extrinsieke mortaliteit heeft geen relatie met de intrinsieke levensverwachting CAT Leren dokteren 5 / afname 24 april 2015 Pagina 13 van 16 43 Het is 2015. Een 56-jarige man met het syndroom van Down komt al bijna zijn hele leven in dezelfde huisartspraktijk. Hij is bekend met diabetes, hypothyreoïdie en oogproblemen. Zijn voorgeschiedenis: polsfractuur na val van fiets (1997), erysipelas (1990 & 1999), pneumonie (1993). Voor een groot deel van de medische gegevens die zijn opgeslagen binnen het dossier in de huisartspraktijk geldt dat het bewaartermijn is verstreken. Deze gegevens hoeven niet meer bewaard te worden en mogen worden vernietigd. Welke medische gegevens van voor 2000 over deze patiënt moeten toch bewaard worden? a. Over de polsfractuur b. Over de erysipelas c. Over het syndroom van down d. Over de pneumonie 44 Een 82- jarige thuiswonende man bekend met een gevorderde dementie wordt verzorgd door zijn vrouw. Zij heeft inmiddels de financiële en huishoudelijke taken volledig overgenomen. Daarnaast komt zij weinig buiten omdat haar man de neiging heeft te dwalen. Welke van de hierboven genoemde factoren is waarschijnlijk het meest bepalend in de belasting van deze mantelzorger? a. De ernst van de cognitieve achteruitgang b. De neiging tot dwalen c. Het overnemen van de financiële taken d. Het overnemen van de huishoudelijke taken 45 Stelling: epilepsie is een veel voorkomende complicatie tijdens de late fase van dementie. a. Juist b. Onjuist 46 Een 77- jarige dementerende patiënt verblijft sinds enkele weken in het verpleeghuis. Zijn dochter klaagt dat haar vroeger zo actieve vader zo passief en traag is geworden. Hij voelt zich niet somber en geniet nog van televisie kijken maar toont verder weinig interesse. Zij vertelt dat toen haar zoon op bezoek kwam en trots zijn diploma aan hem liet zien, hij niet eens op keek. Als medicatie gebruikt hij uitsluitend Temazepam 10 mg zo nodig voor de nacht. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van deze symptomen? a. Apathie b. Slaapgebrek c. Depressie d. Intoxicatie CAT Leren dokteren 5 / afname 24 april 2015 Pagina 14 van 16 47 Mevrouw. Klok is 86 jaar en wordt gezien door de specialist ouderengeneeskunde vanwege verwardheid en geheugenstoornissen. De klachten zijn tamelijk abrupt begonnen in de loop van een paar weken. Mevrouw is niet gedesoriënteerd en het geheugen is gestoord met “eilandjes” van intact geheugen. Welke diagnose is het meest waarschijnlijk? a. Een delier b. Een beginnend dementieel beeld c. Een depressie d. Een CVA 48 Welke ziekte wordt geassocieerd met een verhoogd risico op het ontwikkelen van een depressie bij een oudere patiënt? a. De ziekte van Parkinson b. De ziekte van Korsakov c. 49 De ziekte van Graves Een 88-jarige man heeft de ziekte van Alzheimer. Zijn inwonende dochter is mantelzorger en zorgt al enkele jaren voor hem. De laatste keer maakte de dochter een uitgebluste indruk en leek zij overbelast te raken. Thuiszorg vindt zij echter niet nodig. De huisarts gaat langs voor een sociale visite, zoals hij dat eens in de 3 maanden doet. De dochter geeft aan dat ze haar vader nauwelijks alleen kan laten, omdat hij erg onrustig is en gaat dwalen in huis. De laatste tijd fixeert ze hem daarom met behulp van een veiligheidsriem aan de stoelleuning als ze een boodschap moet doen. Is hier sprake van ouderenmishandeling? a. Ja b. Nee 50 Een 88-jarige patiënt met een gemetastaseerd longcarcinoom is bedlegerig en geeft veel slijm op tijdens het hoesten. Wat is het beste niet-medicamenteuze advies wat de huisarts voor deze klacht kan geven? a. Slikoefeningen om het slijm weg te kunnen slikken b. Houdingsadviezen, namelijk zittend hoesten c. Een kleefpleister onder het sternum rondom de borstkas d. Het wegzuigen van het slijm 51 Een 82-jarige patiënt is terminaal ziek. Hij is bekend met een inoperabele tumor in de trachea en heeft veel last van dyspneu. Wat is de beste medicamenteuze behandeling van de dyspneu bij deze patiënt? a. Oxazepam b. Morfine c. Midazolam (Dormicum) d. Albuterol (Salbutamol) Let op! De vragen 52 t/m 56 staan op het volgende blad CAT Leren dokteren 5 / afname 24 april 2015 Pagina 15 van 16 52 Een 80-jarige patiënt is terminaal en ligt te reutelen in bed. De familie ervaart dit als zeer storend en vraagt de huisarts of hier iets aan gedaan kan worden. Wat is het beste advies dat de huisarts hiervoor kan geven? a. Uitzuigen totdat het reutelen ophoudt b. Zuurstof om de ademnood te verhelpen c. 53 Patiënt op de zij laten liggen Een 79-jarige patiënt is volledig bedlegerig, heeft doorbloedingsstoornissen aan zijn onderbenen en een oppervlakkige, onregelmatige ademhaling. Recent bloedonderzoek laat een hypernatriëmie zien. De familie maakt zich zorgen dat de patiënt dorst heeft ondanks het regelmatig bevochtigen van de lippen. De patiënt heeft een spitse neus. Is er een indicatie om vocht toe te dienen? a. Nee, want de levensverwachting is korter dan één week b. Ja want deze behandeling kost weinig, dus waarom niet c. Ja, want er is sprake van hypernatriëmie d. Nee, want dit geeft levensverlenging en dat is niet wenselijk 54 Stelling: van de ouderen boven de 90 jaar woont ruim 75% in een zorginstelling. a. Juist b. Onjuist 55 Stelling: patiënten met een indicatie voor zorg en verblijf kunnen deze zorg alleen ontvangen als ze worden opgenomen in het verpleeghuis a. Juist b. Onjuist 56 Een 78-jarige man is bekend met dementie en woont sinds 2 weken op een PG-afdeling in het verpleeghuis. In de voorgaande week is er gestart met antibiotica en zuurstof in verband met een pneumonie. Hij gaat onvoldoende vooruit. De specialist ouderengeneeskunde gaat tijdens de visite bij de patiënt langs. De patiënt geeft aan dat hij nu naar het ziekenhuis wil, omdat hij niet beter wordt. Zijn dochter is aanwezig en zegt dat ze eerder met haar vader heeft besproken dat hij niet meer naar het ziekenhuis gaat. Zij zegt dat haar vader zijn keuze om naar het ziekenhuis te gaan niet meer overziet. Er staan nog geen medisch beleid op papier, dit zou volgende week gebeuren. Het is nog niet duidelijk in welke mate deze patiënt wilsbekwaam is om een beslissing te nemen over opname in het ziekenhuis. Wie moet nu de wilsbekwaamheid beoordelen? a. De psychiater b. De klinisch geriater of internist ouderengeneeskunde in het ziekenhuis c. De specialist ouderengeneeskunde CAT Leren dokteren 5 / afname 24 april 2015 Pagina 16 van 16