PERSONENZORG

advertisement
1
PERSONENZORG
Dit artikel is een gezamenlijke bijdrage van de drie pedagogische begeleiders
Personenzorg (opvoedkunde - huishoudkunde – verzorging) vanuit een streven naar
meer vakkenintegratie en interdisciplinaire samenwerking. We zijn ervan
overtuigd dat we meer kwaliteit kunnen bereiken voor onszelf en de leerlingen, niet
door nog meer te werken, maar door meer en beter samen te werken.
Het pedagogisch-didactisch artikel is opgebouwd uit vier delen.
Een eerste deel bevat belangrijke informatie omtrent de begeleidingsinitiatieven.
Een tweede deel geeft een overzicht van de actuele tendensen per studiegebied.
In een derde deel zetten we nog enkele nascholingen in de kijker.
In een laatste deel plaatsen we een thema in de kijker.
We verkennen enkele mogelijkheden van binnenklasdifferentiatie binnen personenzorg.
DEEL 1
Algemene informatie omtrent begeleidingsinitiatieven
1
Begeleidingsinitiatieven
1.1
Klas- en schoolbezoek
Het komen in de klas en op de schoolvloer blijft de prioriteit. We kunnen tijdens
deze bezoeken gericht inspelen op individuele noden van leerkrachten, teams en
scholen. We hebben bij een klasbezoek ook altijd aandacht voor een vak- en
studierichtingoverleg waarbij we proberen om de feedback ook in te passen
binnen het volledige opleidingstraject. We vinden het hierbij belangrijk om op
voorhand materiaal te kunnen doornemen en specifieke vragen te ontvangen.
We ontvangen ook graag achteraf het verslag van het gesprek, want dat is voor
ons de basis voor verdere opvolging.
Het kan een opdracht zijn binnen het team om, op basis van een
begeleidingsbezoek, enkele concrete en haalbare actiepunten te formuleren.
Zo kunnen we in een traject werken en is de begeleiding effectiever.
1.2
Individueel overleg
Dit kan gebeuren via mail, gesprek, enz.
1.3
Leerplantoelichtingen per studierichting
Doelgroep:
leraren die dit schooljaar voor het eerst in deze studierichting les geven;
leraren die hun kennis rond het leerplan opnieuw willen verdiepen.
1.4
Netwerkgroep
Doelgroep: een groep leraren die van elkaar kan leren, elkaar kan versterken en
dit via uitwisseling van informatie en delen van voorbeelden van goede
praktijken. Deelname impliceert een actief engagement! We starten met een
eerste startbijeenkomst, maar afhankelijk van de noden en behoeften voorzien
we nog bijkomende momenten.
2
We vermelden dit graag, zodat mensen de ‘omvang’ van het initiatief goed
kunnen inschatten. De bijkomende data zijn dus nog niet gekend, maar die
spreken we af met de leergroep.
1.5
Stuurgroep per studierichting
Doelgroep: verantwoordelijke van één bepaald(e) studierichting
bevoegdheid om binnen de school de studierichting/vak te coördineren.
met
de
Algemene agendapunten:
vragen vanuit de scholen,
aan de slag met binnenklasdifferentiatie (zie thema artikel personenzorg),
nieuws vanuit de begeleiding.
1.6
Studiegebiedcoördinatoren
Doelgroep: coördinator van het studiegebied PZ binnen één bepaalde school of
scholengroep. De bijeenkomst is overkoepelend voor het totale studiegebied.
We plannen deze bijeenkomsten op aanvraag of bij nieuwe ontwikkelingen
binnen het studiegebied personenzorg.
1.7
Directievergaderingen
Doelgroep: directie en/of leden van het directieteam
Je vindt de exacte data in het document bijeenkomsten personenzorg dat
meegestuurd wordt met de mededelingen en op de site Personenzorg staat.
2
Enkele aandachtspunten vanuit de begeleiding
We willen graag vanuit onze ervaringen volgende zaken opmerken.
We formuleren bij elk item mogelijke tips.
2.1
Een goede doorstroming van informatie
We proberen via onze overlegmomenten zoveel mogelijk de verschillende
partijen samen te brengen: leraren - verantwoordelijken - directies - begeleiders
regionaal en Vlaanderenbreed. Het is echter noodzakelijk dat de informatie
vanuit deze initiatieven ook onderling doorstroomt op schoolniveau.
Mogelijke tips om de doorstroming van informatie naar scholen en binnen de
scholen te optimaliseren:

de coördinator verzamelt mogelijke agendapunten bij de collega’s in
voorbereiding van het overleg, bespreekt de essentie met alle collega’s en
stuurt informatie door naar de betreffende leraren na het overleg;
3


2.2
als individuele leraar kun je je inschrijven op de mededelingen van de
Pedagogische Begeleiding regio West-Vlaanderen (zie verder);
de websites van Katholiek Onderwijs Vlaanderen en de Pedagogische
Begeleiding regio West-Vlaanderen (personenzorg) volgen (zie ook verder).
Een goed verloop van overlegmomenten met de begeleiding
Digitale inschrijvingen gebeuren via de website van de Pedagogische
begeleiding regio West-Vlaanderen:
http://www.dpbbrugge.be/secundair/mededelingen_inschrijven.aspx.
Het is belangrijk om het e-mailadres en de gegevens in te vullen van de persoon
die aanwezig zal zijn (dus niet van bv. de coördinator). Zo kunnen we de
aanwezigheidslijsten en contactgegevens optimaliseren en ook de gestelde
vragen inventariseren.
Vanuit de begeleiding voorzien we een actuele stand van zaken binnen de sector
alsook binnen het studiegebied. Daarnaast is het essentieel dat het overleg
inhoudelijk ook vorm krijgt door de inbreng van scholen en hun concrete vragen.
Via de digitale inschrijving kun je agendapunten doorgeven. Dit kunnen
opmerkingen, vragen, bekommernissen … zijn. Het is belangrijk om deze door te
geven, zodat wij voldoende vraaggestuurd kunnen werken.
Na een vergadering wordt telkens een kort verslag opgemaakt. Belangrijk is dat
alle betrokkenen het (vorige) verslag opvolgen zodat het overleg optimaal kan
verlopen.
Een overleg is zowel een kans tot formeel (toelichting en uitwisseling op basis
van agendapunten) als tot informeel overleg (bv. tijdens de pauze wisselen
leerkrachten ervaringen uit). Beide zijn belangrijk en dragen bij tot het delend
leren. Die bereidheid om zoveel mogelijk leraren te laten delend leren van en
aan elkaar, zowel binnen de school als over de schoolgrenzen heen, is
essentieel. We stellen telkens de vraag om concreet materiaal mee te brengen,
zodat we hierover in gesprek kunnen gaan.
Daarnaast zouden we graag de groepen zien evolueren naar lerende netwerken.
2.3
Een alertheid voor de leerplannen als basis
Het is belangrijk om regelmatig terug te koppelen naar de leerplandoelstellingen
(én onderliggende doelen) zowel wat betreft het onderwijzen, het begeleiden van
het leren van de leerlingen als het evalueren.
Hierbij stellen we voor om jaarlijks:


als individuele leerkracht te overleggen met de collega’s van het
beroepsgerichte gedeelte binnen de studierichting bij de opmaak van het
jaar(vorderings)plan;
als team bij het opmaken van vakoverschrijdende jaarplannen nauwkeurig na
te gaan wie welke leerplandoelen en onderliggende doelen als basis aanbiedt,
4
wie de basis verder toepast (K, V, A) (= begeleidend evalueren) en wie
beoordelend evalueert. Dit is belangrijk om zeker te zijn dat alle doelen
aangeboden worden. We waken tevens over het evenwicht qua verdeling
over componenten en timing. Je kunt eventueel gebruik maken van de
bestanden in Excel met leerplandoelstellingen (en onderliggende doelen) van
de begeleiding. Ook Smartschool en Skore of andere digitale systemen
kunnen dit in kaart brengen.
We merken dus op dat vele scholen al een digitaal systeem hebben om het
realiseren van de leerplandoelstellingen te bewaken. Belangrijk is evenwel om bij
inventarisatie van leerplandoelstellingen altijd de eigen praktijk kritisch te
beschouwen. Met ‘kritisch’ bedoelen we niet louter afvinken van de
leerplandoelstellingen, maar nagaan hoe je deze leerplandoelstellingen ook
omzet in onderwijspraktijk. Bijvoorbeeld het evalueren van doelen en daaraan
verbonden het didactisch handelen binnen de klaspraktijk kan op verschillende
manieren. Het evalueren dient aangepast te zijn aan het beheersingsniveau van
het werkwoord in het doel bv. via gesprek in de klas, rollenspel, doe-opdracht,
taak, opdracht op studiebezoek of stage, toets, noteren wat je geleerd hebt /
meeneemt naar stage én dit dan verder opvolgen …
Het kan zinvol zijn (in functie van leerplangericht werken) om deel te nemen aan
de leerplantoelichting die we in het eerste semester voor de verschillende
studierichtingen organiseren. We organiseren deze toelichting niet enkel voor
leerkrachten die voor de eerste keer in de richting lesgeven, maar ook voor
diegenen die al een langere tijd in de studierichting lesgeven en het ook zinvol
vinden om het leerplan her op te frissen. Hun inbreng vanuit hun klaservaring is
ook waardevol bij deze toelichting.
3
Digitale kanalen
We proberen ons doelpubliek via verschillende wegen te bereiken, waaronder
ook het internet.
Op de website www.katholiekonderwijs.vlaanderen→ onderwijspraktijk →
pedagogische websites → personenzorg vind je, buiten de sectormededelingen,
ook andere informatie en documenten i.v.m. het studiegebied en algemene
aanbevelingen.
Op www.katholiekonderwijs.vlaanderen vind je ook de lessentabellen,
leerplannen, Excel-bestanden en servicedocumenten terug.
Je kunt altijd de wettelijke regelgeving en omzendbrieven terugvinden op de
website van het Departement onderwijs www.ond.vlaanderen.be  edulex.
We nodigen je graag uit om je persoonlijk te registreren voor de
tweewekelijkse mededelingen vanuit de Pedagogische begeleiding regio
West-Vlaanderen en dit via volgende link.
Onze eigen website Personenzorg regio West-Vlaanderen kun je bereiken via
volgende link, eveneens te bereiken via de website van de Pedagogische
Begeleiding regio West-Vlaanderen.
Via onze startpagina zijn er linken naar bovenstaande websites, naar onze
mededelingen …
5
We zouden graag de aandacht vestigen op een aantal rubrieken op onze
website:

we noteren bij berichten (op de startpagina, maar ook op de subsites per
studierichting) actueel nieuws;

de algemene documenten (rechts) bevatten o.a. dit pedagogisch artikel, de
kalender Personenzorg …;

met de rubriek ‘in de kijker’ proberen we een initiatief, website … onder de
aandacht te brengen;

per studierichting en graad voorzien we een publiek- en een privaatgedeelte.
In het publiekgedeelte maken we telkens een onderscheid: bij het mapje
‘coördinatoren’ zetten we verslagen van de stuurgroep. Bij ‘documenten van
de vakbegeleiding’ kun je documenten zoals kaders, werkmodellen
terugvinden die bruikbaar zijn over de componenten heen en die de
begeleiding in overleg maakte, ‘externe info’ (bv. buiten Katholiek Onderwijs
Vlaanderen, maar interessant voor de studierichting), ‘leerplantoelichting’ en
tenslotte is er een mapje ‘netwerk leraren’ (bv. per component / vak / AD).
In het privaatgedeelte voorzien we een map met voorbeelden van good
practice. Wie hieraan meewerkt, krijgt ook toegang via een code.
Als je interessant materiaal, aankondigingen, tips … hebt, dan mag je die altijd
aan ons doorsturen en dan zorgen we dat deze op het web komen!
Op vraag van de leerkrachten werd een Facebook groep ‘leerkrachten SW’
(beschermde groep) aangemaakt. Op deze groep kunnen leerkrachten hun
materiaal uitwisselen en de actualiteit in functie van SW leerinhouden bespreken.
Het laat toe om kort op de bal informatie onderling uit te wisselen en meer
contact te houden buiten de netwerkvergaderingen.
Daarnaast is er ook een Pinterest aangemaakt vanuit de VO Personenzorg. Je
kunt deze Pinterest volgen via https://nl.pinterest.com/personenzorg/.
De collega’s van regio Oost-Vlaanderen bouwden een Yammer netwerk uit.
Digitale uitwisseling omtrent diverse thema’s is ook via die weg mogelijk.
Het uitwisselen van informatie (via Facebook, Yammer, Pinterest …) tussen
leerkrachten kunnen we enkel maar aanmoedigen. Er is een veelheid aan
informatie die zinvol kan zijn binnen ons studiegebied. Indien we samen
uitwisselen, kunnen we gericht informatie selecteren.
We willen echter wel duidelijk stellen dat de uitwisseling van informatie (tussen
leerkrachten of vanuit begeleiders) via deze platforms verschilt van het
begeleidingswerk. We wensen begeleidingsvragen nog altijd via mail/telefonisch
contact of per schoolbezoek op te volgen.
6
Deel 2
Een overzicht van het studiegebied Personenzorg met
recente ontwikkelingen
1
Structuur van het studiegebied Personenzorg
1.1
Voltijds onderwijs
Eerste graad
(B-stroom)
Tweede leerjaar
bso
Beroepenveld
Verzorging voeding
Tweede graad bso
Derde graad bso
Derde graad bso
Eerste en tweede
leerjaar
Verzorging voeding
Eerste en tweede
leerjaar
Verzorging
Derde leerjaar
Thuis- en bejaardenzorg/
zorgkundige
Organisatiehulp
Eerste graad
(A-stroom)
Eerste en
tweede leerjaar
Sociale en
technische
vorming
Kinderzorg
Tweede graad tso
Derde graad tso
Eerste en tweede
leerjaar
Sociale en
technische
wetenschappen
Eerste en tweede
leerjaar
Sociale en
technische
wetenschappen
Organisatie-assistentie
Derde graad tso /
Se-n-Se
Derde leerjaar
Leefgroepenwerking
Internaatswerking
Gezondheids- en
welzijnswetenschap- Animatie in de
pen
ouderenzorg
Jeugd- en
gehandicaptenzorg
1.2
Tandartsassistente
Deeltijds beroepssecundair onderwijs (dbso)
Thuishelper, logistiek assistent, verzorgende, zorgkundige.
1.3
Buitengewoon secundair onderwijs (buso)
Opleiding logistiek assistent in OV 2. Nadien kunnen leerlingen overstappen naar
het bso in de studierichting Organisatiehulp. Opleiding Organisatiehulp in OV 4.
1.4
Volwassenenonderwijs
Logistiek assistent, verzorgende, polyvalent verzorgende, zorgkundige (+ 120
uur t.o.v. polyvalent verzorgende) (bso), kinderverzorgende/begeleider in de
kinderopvang (bso), jeugd- en gehandicaptenzorg, intercultureel werker,
animator in de ouderenzorg (tso).
HBO5: gegradueerde verpleegkundigen.
7
Na geslaagd te zijn voor het eerste jaar of de eerste twee modules zijn leerlingen
zorgkundige. Het behalen van het diploma so gebeurt in principe op het einde
van de opleiding (drie jaar)! Binnen het volwassenenonderwijs kun je parallel
aan de eerste twee modules het diploma so behalen.
Leerlingen met vooropleiding verzorging kunnen in principe vrijstellingen krijgen.
Dit is echter een beslissing van de HBO5-school in kwestie.
Ook opleidingen graduaat orthopedagogie, maatschappelijk
intercultureel werk bestaan in het volwassenenonderwijs.
2
werk
en
Vormgeven aan zorg vanuit Handelingsgericht Werken
Je kunt ook informatie terugvinden op de website van de Pedagogische
Begeleiding regio West-Vlaanderen - Personenzorg via volgende link.
3
Stand van zaken
Hierbij duiden we per studierichting het recente leerplan aan en geven we de
belangrijkste accenten en ontwikkelingen weer.
3.1
B-stroom
Algemeen in verband met de vernieuwde leerplannen B-stroom






Bij de leerplannen hoort een servicedocument, terug te vinden op de site van
Katholiek Onderwijs Vlaanderen - via lessentabellen.
Je vindt ook de leerlijnen per algemeen doel van tweede graad tot en met de
zevende jaren terug op de site van Katholiek Onderwijs Vlaanderen en dit via
de site Personenzorg.
Op de site van Katholiek Onderwijs Vlaanderen - via lessentabellen – vind je
ook een Excel-document terug met leerplandoelstellingen. We vervolledigden
dit met de onderliggende doelen die je ook terugvindt op onze site van de
Pedagogische Begeleiding regio West-Vlaanderen. Je kunt dit document
gebruiken ter inventarisatie van wie wat wanneer aanbiedt aan leerlingen,
wanneer en door wie er toepassingen gemaakt worden en geëvalueerd wordt
(zie voorbeeld link basisvademecum 7kz).
We ontwikkelden ook basisvademecums met duiding van de belangrijkste
kaders en begrippen per studierichting. We verwijzen voor meer informatie
naar de site van de Pedagogische Begeleiding regio West-Vlaanderen (zie
voorbeeld link basisvademecum 7kz). We werkten het methodisch handelen
verder uit.
We ontwierpen samen met de stagecoördinatoren activiteitenlijsten (VZ, 7de
jaren TBZ en KZ, GWW, JGZ, OH en OA (nieuw)) en evaluatiedocumenten
(VZ, 7de jaren KZ, TBZ, OH en OA (nieuw)). Ook die hebben een plaatsje op
onze site gekregen.
Tenslotte willen we wijzen op de visie op zorg en begeleiding die steeds meer
uitgaat van en rekening houdt met/afstemt op de gebruiker en zijn situatie.
Dit betekent dat wij niet beslissen voor en doen wat wij wensen en denken
dat goed is, maar luisteren en observeren/present zijn/documenteren wat de
8
persoon zelf wenst op dat moment … Het gebruik van het ICF (biopsychosociale kijk) en het pedagogisch raamwerk voor de kinderopvang
sluiten hierbij aan. Tevens neemt het belang van mantelzorg en thuiszorg
toe, netwerkzorg, met vermaatschappelijking van de zorg. Dit alles zorgt voor
nieuwe uitdagingen wat zorg, begeleiding, tijdsbesteding (activiteiten) betreft
en biedt nieuwe bio-ethische vraagstukken.
3.1.1 1ste leerjaar B
Leerplan TV Techniek 1ste leerjaar B – VVKSO-D/2010/020
Leerlingen maken kennis met het studiegebied via het verkenningsgebied
verzorging en voeding.
3.1.2 BVL
Leerplan Beroepenveld Verzorging - voeding – VVKSO-D/2003/011
Leerlingen krijgen dit als smaakmaker en verdere oriëntatie naar de 2de graad
toe.
We leggen het accent op zelfzorg via volgende vakken: personenzorg, zorg voor
voeding en zorg voor leef- en woonsituatie.
BVL is gekenmerkt door een heterogene leerlingengroep. De verscheidenheid
omtrent sociale afkomst en culturele achtergrond versterkt de diversiteit. Dit
brengt consequenties mee voor de leraar. De benadering van de leerlingen gaat
uit van het individueel leerlingenprofiel, om hen daarna via succeservaring te
laten groeien in zelfvertrouwen en kennis te laten maken met de wereld van
zelfzorg.
3.1.3 Tweede graad Verzorging – voeding
Leerplan PV + TV Verzorging - voeding – VVKSO–D/2013/061
Op advies van de inspectie werd aan dit leerplan bij AD9 de leerplandoelstelling
‘eigen (competentie)groei in kaart brengen’ toegevoegd.
We lezen ook suggesties voor tijdsbesteding. In concreto: voor de component
‘directe zorg’ min. 3 uur/week; voor (ped)agogisch handelen min. 3 uur/week;
voor ‘indirecte zorg’ min. 5 uur/week (waarvan 4 uur zeker in een didactische
keuken); voor kwaliteitsbewust handelen en componentoverschrijdend werken
min. 2 uur/week.
We lezen per leerplandoelstelling onderliggende doelen die aan bod moeten
komen en die we moeten evalueren. Dit verzwaart de inventarisatie enerzijds,
maar maakt het anderzijds concreter.
Algemene doelstellingen voor het geïntegreerd leerplan Verzorging-voeding van
min. 16 uur per week:
1 binnen een welomschreven opdracht kwaliteitsbewust handelen;
2 binnen een welomschreven opdracht communiceren in een relatie 1-1;
3 binnen een welomschreven opdracht, binnen een klasgroep, in groep leren
werken;
9
4 binnen een welomschreven opdracht zorg dragen voor de gezondheid en het
welzijn van kinderen en volwassenen;
5 binnen een welomschreven opdracht ondersteunen bij (ped)agogische
activiteiten voor kinderen en volwassenen;
6 binnen een welomschreven opdracht een maaltijd voor een doelgroep
plannen, voorbereiden en bereiden;
7 binnen een welomschreven opdracht zorg dragen voor lokalen, keuken en
leefruimten;
8 binnen een welomschreven opdracht zorg dragen voor linnen;
9 oriënteren op beroepen binnen directe en indirecte zorg en studiekeuze.
Je kunt dit vakoverschrijdend leerplan op verschillende wijzen ordenen en
organiseren. Dialoog in het lerarenteam tweede graad én met de derde graad op
school is belangrijk, zodat iedereen de gekozen kaders, visie, werkmodellen,
vakjargon … op dezelfde manier hanteert.
We merken dat alle scholen een aantal uren geïntegreerd werken onder meer
aan algemene doelstelling 1 en aan de participerende activiteiten met een
doelgroep. Derden als doelgroep (in overeenstemming met context leerplan)
bieden kansen tot succeservaring!
3.1.4 Derde graad Organisatiehulp
Leerplan PV + TV Organisatiehulp – VVKSO–D/2014/031
We bereiden de leerlingen voor om te werken als logistiek assistent in
ziekenhuizen en zorg- en opvanginstellingen en als logistiek medewerker in
verschillende diensten (indirecte zorg, voedingsdienst, linnendienst en
onderhoudsdienst).
Wat de logistieke dienst betreft, is het belangrijk rekening te houden met de
verplichte 250 lesuren en 250 uren stage (over het vijfde en zesde jaar en bij
nieuwe instromers voor het zevende) in het kader van erkenning als logistiek
assistent (zie beroepsprofiel, april 2007 op www.serv.be / competentiefiches).
Algemene doelstellingen voor het vakoverschrijdend leerplan organisatiehulp van
20 uur.
AD1
AD2
AD3
AD4
C1
binnen een welomschreven opdracht kwaliteitsbewust handelen
binnen een welomschreven opdracht mondeling in een 1-1 relatie en
schriftelijk communiceren
binnen een welomschreven opdracht in een organisatie, in team werken
oriënteren op beroepen en voorbereiden op studie- en/of loopbaan
als logistiek assistent
opvanginstellingen
werken
in
ziekenhuizen
en
zorg-
Keuzeopties:
C2
C3
C4
C5
als
als
als
als
logistiek
logistiek
logistiek
logistiek
medewerker
medewerker
medewerker
medewerker
werken
werken
werken
werken
in
in
in
in
de
de
de
de
indirecte zorg (kleinhuishouding)
voedingsdienst
linnendienst
onderhoudsdienst
en
10
3.1.5 Specialisatiejaar Organisatie-assistentie
Leerplan PV + TV Organisatie-assistentie – VVKSO-D/2014/036
De algemene doelstellingen zijn uitgebreid. De keuzeopties bieden ook kansen
voor uitdieping. De school dient voor de instromers logistieke dienst in
ziekenhuizen en zorg- en opvanginstellingen aan te bieden, liefst gecombineerd
met een andere dan in de derde graad aangeboden keuzeoptie.
Stage logistiek assistent in ziekenhuizen en zorginstellingen – overleg
onderwijsinspectie juni 2016
We kaartten in een netoverstijgend overleg met de inspectie de problematiek
van de stageplaatsen aan. We informeerden de inspectie dat we als
onderwijsverstrekkers signalen krijgen dat ziekenhuizen de voorkeur geven aan
leerlingen zorgkundige of studenten verpleegkunde waardoor de scholen in
problemen komen om te voldoen aan het ministerieel besluit en de bepalingen in
de leerplannen (so)/opleidingskaarten (dbso) om in beide settings (WZC en
Ziekenhuis) stage te lopen/werken.
De inspectie begrijpt de situatie en onderschrijft onderstaand advies:
“De scholen hebben de taak om inspanningen te leveren om aan de bepalingen
van het ministerieel besluit te voldoen. Indien de school kan aantonen en
beargumenteren dat zij de nodige inspanningen geleverd heeft, maar hier door
overmacht niet kan aan voldoen, dan raden we aan om leerlingen via
alternatieven kennis en specifieke vaardigheden aan te leren en minstens via
vervangactiviteiten (bv. studiebezoeken, projectmatig werken, gastsprekers …)
leerlingen met de setting van het ziekenhuis kennis te laten maken.”
(verslag overleg begeleiding – inspectie zachte sector)
Wanneer leerlingen op andere manieren kennismaken met de setting ziekenhuis,
is het dus te aanvaarden dat ze de component stage logistiek enkel doorlopen in
een WZC.
3.1.6 Derde graad verzorging
Leerplan PV + TV Verzorging – VVKSO–D/2014/033
Er zijn ook nieuwe leerplannen voor het complementair gedeelte wat plastische
en muzikale opvoeding betreft. Deze kaderen in de context van het vak
verzorging.
Leerlingen bieden totaalzorg op maat aan gebruikers van alle leeftijden in
eenvoudige zorgsituaties in diverse settings (woonzorg: woonzorgcentra en
gezinszorg, kinderopvang van baby’s en peuters: groepsopvang, gezinsopvang,
opvang aan huis en buitenschoolse kinderopvang).
Het leerplan vraagt te streven naar stage in diensten voor gezinszorg. Indien dit
niet lukt (en dat is zo voor de meeste scholen) is het natuurlijk heel belangrijk
om leerlingen op andere manieren met thuiszorg te laten kennismaken bv. via
een zorgwandeling door Familiezorg georganiseerd, een gezinsdienst op school
uitnodigen met bv. een toelichting en een getuigenis van een oud-leerling die nu
11
als verzorgende bij hen werkt, kunnen beluisteren van getuigenissen van
gebruikers en hun sociaal netwerk, casussen …
Algemene doelstellingen voor het vakoverschrijdend leerplan verzorging van 20
uur.
AD1
AD2
AD3
AD4
AD5
AD6
AD7
binnen een welomschreven opdracht kwaliteitsbewust handelen
binnen een welomschreven opdracht communiceren
binnen een welomschreven opdracht, in een organisatie, in team werken
binnen een welomschreven opdracht zorg dragen voor gezondheid en
welzijn
binnen een welomschreven opdracht (ped)agogisch handelen
binnen een welomschreven opdracht indirecte zorg verlenen
oriënteren op beroepen binnen de directe zorg en begeleiding en
voorbereiden op studie- of loopbaan
C1
als verzorgende, binnen het kader van zorg- en bijstandsverlening, zorg
verlenen vanuit een totaalvisie
C2.1 als voorbereiding en oriëntatie op het functioneren als zorgkundige, zorg
verlenen vanuit een totaalvisie
C2.2 als voorbereiding en oriëntatie op het functioneren als begeleider in de
kinderopvang, kinderen begeleiden vanuit een totaalvisie
We ontwikkelden binnen onze regio een activiteitenlijst en een basisvademecum
voor de derde graad Verzorging.
Zij bevatten kaders, visie, werkmodellen die aansluiten en verder bouwen op het
vademecum van de tweede graad. Dialoog met de tweede graad op school is in
dit verband aangewezen.
We merken dat het nog wat onwennig is om niet meer van beroeps- en/of
basisattitudes, basisprincipes, (basis)vaardigheden te spreken omdat deze
begrippen in het nieuwe leerplan als dusdanig niet voorkomen …
Het nieuwe leerplan gaat ervan uit dat leerlingen kwaliteitsbewust leren werken
(= professioneel handelen als verzorgende) en dat ze daarvoor de 11 doelen uit
AD 1 (waar je AD 7 onder kan schuiven als kader) en natuurlijk ook de andere
AD’s met betrekking tot communicatieve, (ped)agogische, zorgende en
huishoudelijke activiteiten inzetten. Kennis, vaardigheid en attitude zijn altijd
verweven in die doelen; maar dan in de context van competentieontwikkelend
leren waarbij het samenspel van kennis, vaardigheden en attitudes samen in een
welomschreven situatie ingezet wordt. We hanteren dit systeem ook in het
materiaal dat we ontwikkelden voor stage (activiteitenlijst en lijst met
evaluatierubrieken).
Er is een pedagogisch raamwerk ontwikkeld dat dient als basis voor de
kwaliteitszorg (zie www.kindengezin.be) en ook een concordantietabel tussen
het leerplan en het pedagogisch raamwerk. Je kunt dit document op onze
website bij het mapje 7kz terugvinden.
12
3.1.7 Specialisatiejaar Kinderzorg
Leerplan PV + TV Kinderzorg – VVKSO-D/2014/035
Leerlingen gaan pedagogisch verantwoord om met kinderen van 0 tot 12 jaar in
diverse settings. Ook kinderopvang aan huis wordt een mogelijke setting. We
moeten de leerlingen daar op voorbereiden.
De school kan de leerlingen een eigen attest in verband met levensreddend
handelen bezorgen. We verwijzen daarvoor ook graag naar de website op
Katholiek Onderwijs Vlaanderen.
We hopen dat leerlingen voldoende informatie krijgen in verband met de
verschillende statuten waarin ze tewerkgesteld kunnen worden en
gewaarschuwd zijn voor nepstatuten als zelfstandige.
Het nieuwe decreet 'Opvang van baby’s en peuters' is ondertussen gestemd en
de uitvoeringsbesluiten zijn genomen - zie: www.kindengezin.be.
Er is een pedagogisch raamwerk ontwikkeld dat dient als basis voor de
kwaliteitszorg - zie www.kindengezin.be.
Er is ook een concordantietabel tussen het leerplan en het pedagogisch
raamwerk gemaakt.
Het servicedocument is met wenken voor expressie (E) uitgebreid.
3.1.8 Specialisatiejaar Thuis- en bejaardenzorg/zorgkundige
Leerplan PV + TV Thuis- en bejaardenzorg/zorgkundige – VVKSO-D/2014/037
Het is heel belangrijk leerlingen voldoende vertrouwd te maken met totaalzorg
(‘kleine zorgen’, 24-uurzorg, psychische, sociale, fysieke en materiële elementen
van totaalzorg …), het gebruik van zorgplannen, het bijwonen van overdrachten,
het werken binnen een verpleegkundige equipe.
Zorgkundige
In februari 2006 (zie website Katholiek Onderwijs Vlaanderen), verschenen in
het Staatsblad het KB omtrent de verpleegkundige activiteiten die zorgkundigen
mogen uitvoeren, de voorwaarden waaronder ze deze handelingen mogen stellen
en het KB tot vaststelling van de geldende regels om geregistreerd te worden als
zorgkundige. Registratie blijft verplicht en kan elektronisch gebeuren.
Om er zeker van te zijn dat leerlingen die afstuderen in regel zijn met de
voorwaarden tot registratie uit het KB, werden vanaf 1 september 2008 de
toegangsvoorwaarden voor deze studierichting aangepast. Enkel leerlingen die in
het bezit zijn van een getuigschrift of diploma 3de graad binnen het studiegebied
personenzorg kunnen in het 7de jaar thuis- en bejaardenzorg/zorgkundige
worden toegelaten (omzendbrief SO 64 van 25/06/1999, punt 7.2.19.1).
13
Nieuwe registratie voor pas afgestudeerde zorgkundigen
Afgestudeerde leerlingen dienen zich vanaf dit schooljaar verplicht te laten
registreren via het Agentschap Zorg en Gezondheid om hun visum als
zorgkundige te bekomen. Dit visum is noodzakelijk om als zorgkundige te
kunnen werken. Pas na ontvangst van dit visum zijn ze volledig geregistreerd en
kunnen ze werken als zorgkundige. Ze doen dit dus best onmiddellijk na het
afstuderen en na ontvangst van het diploma. De procedure is nu via
elektronische weg en de leerlingen hebben een identiteitskaartlezer nodig om in
te loggen. Ze dienen eveneens hun diploma in te scannen en op te laden. Alle
stappen zijn terug te vinden op de website van het Agentschap Zorg &
Gezondheid.
Link voor registratie: https://www.zorg-en-gezondheid.be/zorgberoepen.
De leerlingen die de studierichting Kinderzorg volgen, voldoen niet aan de
voorwaarden om zich te laten registreren als zorgkundige.
Informatie in verband met de te volgen vorming om zorgkundige te worden voor
oud-leerlingen, opvoeders … vind je terug op www.ikgaervoor.be (ontdek de
opleidingen).
We willen wijzen op de brede opleiding. Die omvat meer dan de louter
zorgkundige handelingen. Ook agogische, animatieve, expressieve en
huishoudelijke handelingen in diverse complexe contexten komen aan bod. Dit is
een wezenlijk verschil met de HBO5-opleiding voor verpleegkunde waar
leerlingen ook zorgkundige worden, maar dit binnen de opleiding tot
verpleegkundige.
Het is belangrijk de lijst met verzorgende handelingen (zie servicedocumenten
en websites Katholiek Onderwijs Vlaanderen en Pedagogische begeleiding regio
West-Vlaanderen) te hanteren tijdens de lessen en de stages.
Het servicedocument is uitgebreid met wenken voor expressie (E).
Leerkrachten stelden ons de vraag om alle initiatieven omtrent gezinszorg (zowel
binnen vz als tbz) te inventariseren. Daaruit blijkt dat er enkele scholen nog
problemen hebben om stage ‘gezinszorg’ te organiseren voor tbz. Voor een 3de
graad is een kennismaking met gezinszorg voldoende (bijvoorbeeld via de
thuiszorgwandeling georganiseerd door Familiezorg), zie ook info bij 3.1.6.
Alternatieven voor stages bij diensten gezinszorg mogen enkel indien er echt
geen mogelijkheid is (sommige scholen organiseren bijvoorbeeld stage tijdens
schoolvakanties zoals de paasvakantie) en dienen dan binnen de thuiszorg én
binnen het studierichtingprofiel te gebeuren.
Indien er alsnog problemen zijn, gelieve ons op de hoogte te brengen, dan
proberen we ‘via Brussel’!
14
3.2
A-stroom
3.2.1 1ste graad
Leerplan keuzegedeelte 1ste leerjaar A en basisoptie STV – D/2001/027
Sociale en technische vorming wordt als geïntegreerd vak aangeboden. We
integreren kennis, vaardigheden en attitudes in de realisaties met voeding en
materialen.
Het vak STV heeft in het keuzegedeelte een verkennende functie. De basisoptie
bereidt voor op de 2de graad STW.
De betrokkenheid en inbreng van de leerlingen staan centraal. De leraar zal zijn
didactisch handelen bijgevolg moeten aanpassen.
In de lessen voedselbehandeling ligt de focus op gezonde voeding.
De elementaire sociale vaardigheden en de technische inzichten worden
aangebracht via eenvoudige experimenten en realisaties in het 2de jaar via 7
onderwerpen en via individuele en groepsrealisaties. De leerinhouden SV en TV
vormen één geheel en worden geïntegreerd aangebracht.
De leraar stelt concrete lesdoelen voorop. Hieruit leidt hij dan ook de
evaluatiecriteria af.
3.2.2 Tweede en derde graad Sociale en technische wetenschappen
Leerplan PV + TV 2de graad STW – D/2012/080 enkel nog voor het vierde jaar!
Vanaf 1 september 2015 geldt een nieuw leerplan met aanpassingen voor NW:
D/2015/015
Leerplan PV + TV 3de graad STW – D/2011/038
Daarnaast beschikken we ook over een servicedocument met onder meer de
pedagogisch-didactische wenken, doelenboek ...
De leerlingen werken binnen integrale opdrachten (IO) aan vier competenties
binnen de context van Sociale en technische wetenschappen:
1
binnen een welomschreven opdracht sociaalwetenschappelijke en natuurwetenschappelijke onderwerpen onderzoeken;
2
binnen een welomschreven opdracht een persoonsgerichte activiteit voor
een groep organiseren/een maaltijd voor een groep plannen, voorbereiden
en bereiden;
3
binnen een welomschreven opdracht iets mondeling voor een groep
presenteren;
4
eigen leren / studieloopbaan in handen nemen.
We moeten de leerplandoelstellingen voeding en expressie binnen de integrale
opdrachten verwezenlijken.
Iedere competentie omvat verschillende competentiedoelen die we in de tweede
en/of derde graad in een bepaalde context moeten bereiken.
15
3.2.3
Derde graad Gezondheids- en welzijnswetenschappen
Leerplan PV + TV 3de graad GWW D/2002/041
Daarnaast is er een servicedocument met onder meer de pedagogischdidactische wenken en het doelenboek van september 2011.
Leerlingen krijgen als deel van een bredere vorming inzicht in de verschillende
beïnvloedende factoren en hun wisselwerking inzake de gezondheid en het
welzijn van de mensen. Zij proberen zichzelf te situeren binnen de studie- en
beroepsmogelijkheden van de gezondheids- en welzijnssector. Ze verkennen
deze sectoren via seminarie en stage. Het blijft belangrijk een duidelijk
onderscheid tussen stage en seminarie te bewaren (cfr. Mededeling M-VVKSO2003-1004)! Binnen het project seminarie is het zinvol om naast de
componenten ‘gezondheid en welzijn’ en ‘psychologie en pedagogiek’ ook
aansluiting met ‘natuurwetenschappen’ te zoeken zodat de verschillende factoren
van het model van Lalonde effectief belicht worden.
In GWW krijg je leerlingen binnen die uit STW komen. Het is belangrijk goed te
weten dat je het competentieontwikkelend leren in GWW kunt doortrekken.
Zo kun je op de voorkennis van deze leerlingen verder bouwen.
We kunnen ook in GWW een aantal competenties bij leerlingen ontwikkelen
(zie ook vernieuwd servicedocument GWW):
1
2
3
4
sociaalwetenschappelijke/natuurwetenschappelijke thema’s onderzoeken;
binnen
een
welomschreven
opdracht
een
activiteit
GVO
(gezondheidsvoorlichting en opvoeding) voor een groep organiseren;
binnen een welomschreven opdracht iets mondeling presenteren voor een
groep;
de eigen studieloopbaan in handen nemen.
Omwille van de 4 uur moderne vreemde talen in de lessentabel werd er voor de
scholen die slechts 32 uur organiseren een voorstel tot mogelijk snoeien in het
specifiek gedeelte gedaan (link).
3.2.4 Derde graad Jeugd- en gehandicaptenzorg
Leerplan AV Expressie – PV + TV 3de graad JGZ – D/1999/022
In samenspraak met de verschillende scholen JGZ en Katholiek Onderwijs
Vlaanderen werd er een interdiocesane synthesetekst opgemaakt (link) waarbij
er enerzijds gewezen wordt op het feit dat enkel de leerplandoelstellingen
wettelijk verplicht zijn en niet de leerinhouden en anderzijds suggesties geboden
worden naar actualisering. Vernieuwing van het leerplan zit er immers nog niet
direct in.
Leerlingen gaan als opvoeder of begeleider op een orthopedagogische wijze om
met personen met een handicap of een beperking. De settings waar stage
gelopen wordt situeren zich dan ook in hoofdzaak in de gehandicaptenzorg en in
mindere mate in de bijzondere jeugdzorg.
16
We kunnen ook in JGZ een aantal competenties bij leerlingen ontwikkelen
(zoals in het leerplan leefgroepenwerking al uitgeschreven is):
1
2
3
vanuit een emancipatorische grondhouding als opvoeder of begeleider in
een team binnen een organisatie in de orthopedagogische sector
functioneren;
vanuit een emancipatorische grondhouding als opvoeder of begeleider
orthopedagogische ondersteuning bieden aan personen en hun netwerk
zodat hun kwaliteit van leven bevorderd wordt;
vanuit een emancipatorische grondhouding als opvoeder of begeleider het
groepsgebeuren orthopedagogisch begeleiden.
Omwille van de 4 uur moderne vreemde talen in de lessentabel werd er voor de
scholen die slechts 32 uur organiseren een voorstel tot mogelijk snoeien in het
specifiek gedeelte gedaan (link).
3.2.5 Se-n-Se Leefgroepenwerking
Leerplan AV Expressie – PV + TV 3de graad LFG – D/2005/045
Leerlingen gaan als opvoeder of begeleider op een orthopedagogische wijze om
met personen met een handicap of een beperking. De settings waarin stage
gelopen wordt zijn dan ook de gehandicaptenzorg en de integrale jeugdhulp. De
uren stage zijn ook hier onderworpen aan de reglementering (maximum 8 uur
per dag).
3.2.6 Se-n-Se Internaatswerking
Leerplan D/1995/018
Leerlingen gaan als opvoeder/begeleider op een (ortho)pedagogische wijze om
met kinderen en jongeren in internaatsverband. Zij lopen dan ook stage in
internaten.
In een internaat is minimaal één werknemer vereist die het erkend EHBO-attest
heeft (meestal is dat een opvoeder). Maar het is voor leerlingen niet wettelijk
verplicht om tijdens de opleiding het EHBO-attest te behalen.
3.2.7 Se-n-Se Animatie in de ouderenzorg
Je kunt in West-Vlaanderen deze opleiding enkel volgen in het Vesaliusinstituut
in Oostende.
17
4
Stages
Belangrijk zijn de Mededelingen (advies) van het KathondVla in verband met
leerlingenstages in het secundair onderwijs en de omzendbrieven (wettelijk) in
verband met stages (Edulex). Wil je ze regelmatig raadplegen. Als je je
abonneert op de nieuwsbrief van Edulex, dan ontvang je bij veranderingen een
seintje. De gewijzigde passages staan groen gearceerd. Er is een nieuw verplicht
stagereglement dat je in de bijlagen vindt. Tevens vragen we aandacht voor de
passage in verband met de verplichte activiteitenlijst.
Verhelderend en ondersteunend voor stages, praktijk op verplaatsing … is de
mededeling van het KathondVla ‘Leerlingen verrichten arbeid – een juridische
leidraad voor de school'.
We probeerden antwoorden op specifieke vragen aan het KathondVla in verband
met stages te bundelen op de website personenzorg van de Pedagogische
Begeleiding regio West-Vlaanderen.
Wat is het advies van KathondVla i.v.m. wat stagebegeleiders ‘mogen en niet
mogen’ ?
Stagebegeleiding in bso verzorging en tso gww: stagebegeleiders dienen
leerlingen op de werkvloer te observeren, te ondersteunen en te coachen:
-
beginsituatie opsporen samen met de leerling;
feedback en feed forward geven op basis van bijgewoonde momenten die
van allerlei aard kunnen zijn bv. eetsituatie, activiteitenbegeleiding,
hygiënische zorg …;
stageopdrachten begeleiden en bijsturen;
tussentijdse evaluatie en eindevaluatie voorbereiden;
evaluatiegesprekken begeleiden;
een nabespreking houden.
Stagebegeleiders zijn tewerkgesteld als stagebegeleiders door de school en niet
als werknemer in de zorginstelling.
Als er iets gebeurt, is de leerling verzekerd via verzekering 'stageplaats en
school' (arbeidsongevallenverzekering) en de stagebegeleider via verzekering
'school'.
Welke visie lezen we in de leerplannen? Wie lesgeeft, doet ook stagebegeleiding
en omgekeerd.
Als stagebegeleider woon je natuurlijk best die activiteiten bij die aansluiten bij
jouw discipline. Je moet uiteraard ook kunnen inschatten of een leerling
eventueel een zware fout zou maken … Het is niet de bedoeling zelf zorgkundige
handelingen te demonstreren of op te nemen (ongeacht de discipline). In
noodgevallen treed je als een goede burger ‘huisvader’ op.
18
5
GIP
Tijdens de overlegmomenten per studierichting reikten we het wettelijk kader,
de mededelingen van het KathondVla en een Vlaanderenbreed document aan
met concrete goede en ‘slechte’ voorbeelden voor onze studierichtingen. We
merken dat er nog altijd GIP-opdrachten zijn die niet binnen de context van het
leerplan en de studierichting passen.
6
7
Samenwerking VDAB opleidingen: er werd een brief verstuurd naar de
scholen (via directie) omtrent de huidige mogelijkheden tot samenwerking met
de VDAB opleiding ‘schoonmaaktechnieken’.
Interregionale werking- Vlaanderenbreed
Samen met de pedagogische begeleiders uit de andere regio’s en de
studiegebiedverantwoordelijken engageren we ons om ook in het schooljaar
2016-2017 vormingsinitiatieven en samenkomsten voor leraren aan te bieden.
Zie onze mededelingen!
DEEL 3 NASCHOLINGEN
Nascholing
1.1
Nascholingen Vlaanderenbreed
Er volgen daartoe aparte uitnodigingen tot inschrijving.
1.2
Nascholing via Eekhout Academy
Inschrijven via www.eekhoutacademy.be
Save the date: woensdag 8 maart 2017: Dag van zorg en welzijn!
1.3
We zullen de exacte data voor de stuurgroepen, netwerken per component,
nascholingen 2016-2017 … doorgeven via de tweewekelijkse mededelingen.
DEEL 4
BINNENKLASDIFFERENTIATIE: EEN MUST?
Inleiding
De Pedagogische Begeleiding Katholiek Onderwijs regio West-Vlaanderen werkte een
artikel rond deze prioriteit uit. Dit kunnen jullie lezen via volgende link.
Rond differentiatie werken, is niet enkel een opdracht voor een individuele leraar. Het
is een vraag voor alle leraren samen en voor de school als lerende gemeenschap waar
elke leerling zich aangesproken voelt. Stap voor stap ontdekken we samen met
collega’s in team tal van mogelijkheden …
19
Daarom willen we hier ook in onze stuurgroepen volgend jaar actief rond werken om zo
schooloverstijgend te leren van elkaar.
We benadrukken in dit artikel al enkele accenten en geven voorbeelden vanuit het
studiegebied personenzorg.
Doorheen dit artikel plaatsen we enkele mythes1 in vet gedrukt. Met de mythes willen
we enkele misverstanden over differentiatie ontkrachten. Hieronder al een eerste
voorbeeld.
“Af en toe differentiëren is meer dan genoeg”
“Als je goed wil lesgeven, kun je niet anders dan differentiëren. Elke leerling leert op
zijn eigen, unieke manier. Als ze het moeilijk hebben in de lessen, kijk dan of je
methodiek wel past bij de manier waarop zij goed, graag, efficiënt leren. En pas aan
waar nodig.”
Het didactisch model is de basis van alle lessen en differentiëren is mogelijk bij elk
element van dit model!
KLASSE, “Differentiëren? Ik kan dat niet!” – 8 mythes, 2016-06-07,
(https://www.klasse.be/9557/8-mythes-differentieren).
1
20
“Differentiëren moet alleen voor de sterkste en zwakste leerlingen.”
Je biedt elke leerling de beste kansen aan om te leren. Je differentieert dus voor álle
leerlingen. Spreek trouwens niet over sterke of zwakke leerlingen of over het niveau
van je leerlingen. Kijk naar hun ‘leerstatus’.
In dat opzicht is het zinvol om opnieuw te verwijzen naar het principe van UDL
(Universal design of learning). We kunnen de uitgangspunten van UDL inzetten in
onze dagelijkse klaspraktijk om zo gedifferentieerd aan de slag te gaan.
1
Beginsituatie
Als je rekening houdt met hun beginsituatie, erken je de voorkennis en de al
opgedane ervaring van de leerlingen.
Daarnaast is het een uitdaging om actief met de beginsituatie te werken, bv.
door te koppelen aan de actualiteit, te linken aan het opleidingsprofiel,
kennismakingswerkvormen in te bouwen, een startportfolio te laten maken,
herhalingsopdrachten te voorzien ….
Voorbeeld: de leerkracht roept via brainstorming bepaalde leerinhouden op.
De kunst bestaat erin om hiermee actief te werken.
2
Doelstellingen en leerdoelen uit de leerplannen
“Het leerplan is veel te zwaar om te differentiëren.”
“Geen tijd om te differentiëren?”
Binnen de verschillende leerplannen personenzorg is er ruimte om
gedifferentieerd aan de slag te gaan. De leerplandoelen bieden ruimte om linken
te leggen naar de concrete realiteit binnen de eigen klascontext. Het inbrengen
van de ervaring van de leerlingen (bv. stage, project …) is een manier om
aansluiting te vinden bij de leefwereld van de leerling en hen te motiveren.
Je kunt de leerplandoelen op verschillende manieren bereiken. Het vormt dus
een uitdaging om bepaalde doelen via verschillende invalshoeken te exploreren.
Leerplandoelen zijn het uitgangspunt. Het studierichtingsprofiel is de context
waarbinnen zij gerealiseerd moeten worden!

De werkwoorden ‘exploreren’ en ‘in kaart brengen’ in de leerplannen laten
heel wat ruimte om leerlingen zelf de leerinhouden te laten verkennen.
Hierdoor creëert de leerkracht ruimte voor differentiatie.

De eerste graad is oriënterend. Het keuzegedeelte, de basisoptie en de
specifieke vorming hebben een verkennende functie. De leerkracht formuleert
vanuit de verscheidenheid van de menselijke behoeften eenvoudige
problemen.
21
De betrokkenheid en de inbreng van de leerling staan dus centraal en
bepalen bijgevolg de wijze waarop de leraar leerinhouden aanbrengt.

Bij verschillende leerplandoelen wordt verwezen naar mogelijke thema’s (bv.
ontwikkelingspsychologie binnen GWW).
De leerlingen verkennen de verschillende thema’s op basis van hun eigen
voorkeur.

Ook binnen de GIP kun je differentiëren. Niet alle leerlingen moeten dezelfde
opdracht opnemen. Je kunt variëren qua werkvorm en inhoud.

De leerkracht heeft ook de ruimte en vaak ook de tijd om binnen het vak
seminarie en binnen het geïntegreerd werken met leerplannen te
differentiëren. Hier staan immers geen leerinhouden centraal. Centraal staat
wel het inoefenen van doelen en competenties binnen een realistische
context.

Binnen de integrale opdrachten (IO) van STW kan de leerkracht de leerlingen
verschillende
opdrachten
laten
opnemen,
afhankelijk
van
hun
competentiegroei.
-
-
-
-
-
-
Holistische kaders kunnen dienen als vertrekpunt om te differentiëren.
Zo kun je een thema vanuit verschillende hoeken bekijken. Dergelijke
kaders zijn daarnaast ook handvatten om tot een geheel te komen na
het volgen van een inductieve leerweg (zie verder).
Binnen het studierichtingsprofiel van GWW wordt verwezen naar het
schema van Lalonde om de invloed op de gezondheid en het welzijn op
de gezonde mens in zijn totaliteit (holistische benadering) te
onderzoeken.
Een
doelgroep
bekijken
vanuit
verschillende
invalshoeken biedt mogelijkheden om gedifferentieerd te werken.
Leerkrachten kunnen verschillende items van Lalonde binnen hun eigen
vak onderzoeken of ze kunnen aan de leerlingen de vrijheid laten om
de doelgroep vanuit 1 bepaalde invalshoek te benaderen.
Het studierichtingsprofiel van STW verwijst naar de onderlinge
samenhang van mens, voeding en milieu en de beïnvloedende
factoren.
Het leerplan van SW verwijst naar de verschillende deelsystemen
binnen een samenleving (democratisch economisch, sociaalmaatschappelijk en rechtssysteem) als mogelijke invalshoeken om de
deelname aan de samenleving in kaart te brengen.
Het studierichtingsprofiel van verzorging en organisatiehulp verwijst
naar het holistische, de emancipatorische en dynamische visie om
mens en gedrag te beschouwen (ICF= bio-psychosociaal model).
De leerkracht kan binnen de communicatievaardigheden en
groepsdynamica ook gebruik maken van kaders om de gegeven
realiteit in vorm en betekenis te geven (bv. via de Axenroos, een
relatiewijzer, een communicatieschema …).
22
-
3
Gebruik maken van reflectiemodellen (bv. Korthagen) en in kaart
brengen van competentiegroei, houden automatisch ook differentiatie
in.
De leraar doet ertoe: de rol van leraar als mediator
De mediator begeleidt en faciliteert het leerproces van elke leerling. Een leraar is
niet meer een verdeler van kennis, maar eerder een begeleider van leren.
Waar hebben de leerlingen behoefte aan, zodat hun leerproces geactiveerd blijft:
-
basisstof, verdieping, verbreding, verrijking,
hulpmiddelen,
feedback,
praktijkervaring …
Inductief werken is een mogelijkheid vanuit de rol als mediator.
In de leerplannen personenzorg verwijzen ze vaak naar het inductief
leerprincipe. Dit principe gaat ervan uit dat de leerinhoud op verschillende
manieren bereikt kan worden en kadert binnen een constructivistische visie op
leren.
Inductief versus deductief
Zelfontdekkend door leerlingen <-> geven van uitleg
23
3.1
Uitgangspunt constructief leren:



leren als een actief gebeuren;
waarin de lerende voortdurend betekenis toekent aan nieuwe informatie;
vanuit al verworven kennis en ervaringen.
<------> leren als passief opnemen van kant en klare kennis
3.2
Voorwaarden voor inductief leren:






4
flexibel kunnen loskomen van specifieke leerinhoud. De leerlingen vormen
mee de leerinhoud;
duidelijk zijn m.b.t. omschrijving van begrippen en het kader waarbinnen het
leren plaatsvindt. Het is dus geen ‘laissez-faire’ principe; een kritiek die vaak
komt bovendrijven;
integreren van concrete en abstracte leerstof (niet gewoon naast elkaar laten
bestaan) binnen een concrete realiteit. Een moment voorzien om alle leerstof
te ordenen;
de leerkracht moet dus vooraf nadenken over de structurering van de
leerinhoud;
intensiteit van de sturing is afhankelijk van de specificiteit van de doelgroep
(zie leerlijn tussen 2de en 3de graad);
vertrekken van experimenten om inzichten te verwerven.
Werkvormen
“Wie differentieert, moet iedere leerling individueel begeleiden.”
Binnenklasdifferentiatie zet in op ‘routes op maat’ van leerlingen. Dat betekent
niet dat je leerlingen individueel lesgeeft, je blijft werken met een klasgroep.
Het betekent wel dat je extra hulp of ondersteunende materialen aanbiedt.
Dat je varieert in taken en didactische werkvormen. En dat je leerlingen inspraak
en keuzevrijheid krijgen over die taken. Maar iedereen in de klas werkt wel naar
eenzelfde doelstelling toe: start together, finish together.
Coöperatieve werkvormen bieden een mogelijkheid om differentiatie te
bevorderen. Bij coöperatief leren is dus niet alleen de leerinhoud belangrijk,
maar ook de samenwerking. Er is dus sprake van een cognitief en een sociaal
doel. De achterliggende gedachte van coöperatief leren is dat leerlingen niet
alleen leren van de interactie met de leerkracht, maar ook van de interactie met
elkaar.
We organiseren vanuit KathOndVla Personenzorg Vlaanderenbreed een
nascholing rond het gebruik van coöperatieve werkvormen. Het kan zinvol zijn
om deze nascholing te volgen om zo de mogelijkheden tot differentiatie te
verkennen. Voor de uitnodiging verwijzen we graag naar onze mededelingen.
24
5
Leerinhouden
Hierin is er veel keuze omdat enkel de doelen verplicht zijn. Dit betekent dus dat
we de leerinhouden kunnen aanpassen aan de actuele en sociale context, aan de
leefwereld en de mogelijkheden van de leerlingen.
6
Leeromgeving
Een veilig (en dit in alle betekenissen van het woord) leerklimaat met voldoende
uitdaging is belangrijk. De ruimte, klasschikking, materiaal, licht, lucht,
temperatuur dient aangepast te zijn aan de werkvormen.
Voorbeeld: bij een klasgesprek is het moeilijk praten naar de rug van jouw
medeleerlingen, voorzie een aangepaste ruimte waar geëxperimenteerd kan
worden, let op de aankleding van de ruimte (met herkenbare visuele
geheugensteuntjes, met inspirerende foto’s …).
7
Media
Beschikken over internet, mogelijkheden om tijdschriften en nieuwsbrieven te
raadplegen in de klas (digitaal en analoog) … zie artikel vorig schooljaar, link.
8
Evaluatie bij differentiatie: een heikel punt?
“Leerlingen krijgen verschillende toetsen. Dat is toch oneerlijk?”
Ook bij evaluatie kun je differentiëren. Je kunt evalueren of iedereen de
basisdoelstellingen beheerst, maar ook of je leerlingen extra doelstellingen bereikt
hebben. Zo ontdek je waar leerlingen sterk in zijn. Een eerlijke evaluatie betekent niet
noodzakelijk dat iedereen dezelfde toets krijgt, wel dat je iedereen dezelfde
kansen geeft.
Opdrachten, toetsen, observaties dienen om informatie over het leerproces van
je leerlingen te verzamelen. Met feedback op het leerproces werken leraren
automatisch op maat.
Feedback werkt als motor voor het leren: via het formuleren van
gepersonaliseerde tips, suggesties en vragen die het werk beter helpen maken
...
In de leerplannen binnen het studiegebied personenzorg is veel ruimte voor
feedback en reflectie. Het reflecteren en in kaart brengen van de
competentiegroei is opgenomen als te behalen leerplandoel.
We verwijzen naar het document rond begeleidend en beoordelend evalueren.
Link.
We willen afsluiten met een laatste mythe …
25
“Maatwerk is een synoniem voor extra werk?”
Maatwerk is vooral: creatief nadenken over je lessen.
Astrid Meganck
Catherine Vandommele
Karine Willocx
DAG VAN ZORG EN WELZIJN
017-029
woensdag 8 maart 2016 (volledige dag)
VIVES Campus Torhout
Geweldloze Communicatie van hart tot hart: eerlijke contacten, voedende
relaties
Introductietweedaagse
I17-086
zaterdag 15 oktober 2016, zondag 16 oktober 2016, dinsdag 31 januari 2017, dinsdag
7 februari 2017, zaterdag 10 juni 2017, zondag 11 juni 2017
zie website
Jaartraining Geweldloze Communicatie van hart tot hart (inschrijven via email)
Eerlijke contacten, voedende relaties ... van gelijk naar geluk
I17-010
startdag zaterdag 12 november 2016
zie website
Ontdek je potentieel!
De leercyclus van Korthagen in de praktijk
I17-011
maandag 21 november 2016
09.00 u. tot 12.00 u., 13.00 u. tot 16.00 u.
KU Leuven Kulak
26
Geweldloze Communicatie van hart tot hart: eerlijke contacten, voedende
relaties
Basistweedaagse
I17-088
vrijdag 17 maart 2017, dinsdag 28 maart 2017
09.00 u. tot 12.00 u., 13.00 u. tot 16.00 u.
KU Leuven Kulak, KU Leuven Kulak, KU Leuven Kulak, KU Leuven Kulak
Duurzaam communiceren van hart tot hart: eerlijke contacten, voedende
relaties
Verdiepingsdriedaagse
I17-089
donderdag 11 mei 2017, dinsdag 16 mei 2017, dinsdag 23 mei 2017
09.00 u. tot 12.00 u., 13.00 u. tot 16.00 u.
KU Leuven Kulak
Evalueren als brug tussen onderwijzen en leren
Leren is immers evaLuEREN
I17-135
dinsdag 21 februari 2017, woensdag 8 maart 2017, woensdag 15 maart 2017
09.00 u. tot 11.45 u., 13.00 u. tot 16.15 u.
KU Leuven Kulak
Download