STUDIEGEBIED PERSONENZORG - HUISHOUDKUNDE Ingrid Molein voor alle leraren Tijdens de eerste week van de smaak in november 2006 liep er in het Kasteel van Gaasbeek een pareltje van een tentoonstelling: “Van Pièce montée tot Pêche Melba”. De tentoonstelling toonde adellijke desserten uit de 19de eeuw. Ook tafelzilver, oude menu’s, dure ingrediënten, genodigden kwamen aan bod. Spectaculaire reconstructies van desserten dompelden de bezoeker onder in de adellijke sfeer. Deze tentoonstelling bood een overzicht van zoete nagerechten die in de loop van de 19de eeuw op aristocratische diners en feesten werden geserveerd en streefde ernaar het kader en de sfeer van deze periode op te roepen. Deze expositie kwam tot stand in samenwerking met Callebaut, Fost, de VUB, het Vlaams centrum voor Volkscultuur en de Engelse specialist Ivan Day. In alle kasteelzalen maar ook in de uitzonderlijk toegankelijke voorraadkelder en de privéappartementen van de markiezin waren ontwerpen, adellijke desserten, keukenaccessoires, feesttafels, menu’s en kookboeken uit de 19de eeuw bij elkaar gebracht en opgesteld. Talrijke bruiklenen uit binnenlandse en buitenlandse kasteelen museumcollecties (o.a. van Edingen, Hex, Hulse, Louvignies, Loppem en Laken) waren sfeervol opgesteld. Zo waren er de replica’s van imposante tafelmiddenstukken ooit ontworpen door enkele beroemde Franse koks uit de 19de eeuw. Deze koks hadden een uitzonderlijk tekentalent en een uitgelezen smaak. In hun boeken werd aan keukenpieten de raad gegeven deze aspecten niet te verwaarlozen! De leraren plastische opvoeding zullen glimlachen als ze dit lezen. De teksten werden me ter beschikking gesteld en opnieuw, naar analogie met de reeks Gespekt en Gedekt, heb ik een educatieve bundel gemaakt zodat we nog lang mogen watertanden van de culinaire geneugten uit de 19de eeuw. Ik heb de teksten herschikt en ze samen met de tekst over de tentoonstelling van www.culturama.be tot een educatieve bundel uitgewerkt, opgesplitst in 4 delen. Deel Deel Deel Deel DM 1 2 3 4 ADELLIJKE DESSERTEN IN DE 19de EEUW KEUKEN EETKAMER GEBAK EN NIEUWE DESSERTEN juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 1 www.kasteelvangaasbeek.be Het kasteel van Gaasbeek bevindt zich in hartje Pajottenland en slechts op enkele kilometers van Brussel. Het park is één der favoriete wandelplekjes van menig Brusselaar. Het kasteelmuseum is opnieuw één der meest bezochte monumenten van Brabant geworden. Op het einde van de 19de eeuw werd op wens van de laatste kasteelvrouw Marie Arconati-Visconti, de burcht niet alleen tot een feeëriek sprookjesslot maar ook tot een uiterst heterogene kunsttempel omgevormd. De markiezin had geen kinderen en schonk het kasteel met inboedel aan de Belgische staat. In Gaasbeek hebben tal van belangrijke adellijke families gewoond die ook banden hadden met Brussel. Er waren o.a. de heren van Aa, Egmond en de families Schockaert-de Tirimont en Arconati-Visconti. De excentrieke Paul die een hevig bewonderaar was van Napoleon, was zelfs een tijdje burgemeester van Brussel. Hij verbleef zoals de laatste markiezin niet het hele jaar in Gaasbeek maar vertoefde ook in Brussel, waar hij een ‘hotel’ bij het Koningsplein bezat. Ook het Broodhuis was zijn eigendom. Markiezin Marie Arconati-Visconti ontving in Gaasbeek vele beroemde persoonlijkheden zoals o.a. de schrijver Victor Hugo. DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 2 Deel 1 ADELLIJKE DESSERTEN IN DE 19de EEUW Het woord dessert komt van het Franse desservir (afruimen). Het dessert is dus de laatste gang die bij een maaltijd wordt opgediend, wanneer de tafel al afgeruimd is. Traditioneel bestond het dessert uit kaas, fruit en zoetigheden. De betekenis van zoet nagerecht is van recentere datum. Ons verhaal start in de 19de eeuw, toen de sociale toplaag - ondanks de revolutie nog bestond uit adellijke grootgrondbezitters, aangevuld met de nieuwe Empire-adel (familieleden en aanhangers van Napoleon Bonaparte). Bij de elite bleven de 18de-eeuwse culinaire tradities nog lange tijd in gebruik. De service à la française - alle gerechten werden tegelijkertijd op tafel geplaatst - was nog algemeen in gebruik en een diner bestond meestal uit drie grote services. Elke gast werd bediend door een lakei, die de hele tijd in de buurt bleef. Het nagerecht, dat de maaltijd afsloot, bestond uit vruchten, confituren, marsepein, gekonfijt fruit, suikerbonen en gebak. Vaak werden die zoetigheden opgediend in porseleinen of kristallen schalen rond een groot, centraal geplaatst tafelsierstuk: de milieu de table. Gebakvormen waren er in ontelbare modellen en formaten, die vaak blijk gaven van een ongebreidelde fantasie. Pasteibakkers of patissiers moesten bovendien ook erg goed kunnen tekenen, aangezien hun creaties werden voorbereid met minutieuze ontwerpschetsen. Van die tekeningen zijn er erg weinig bewaard, maar wat overgebleven is, getuigt van een verbluffende kwaliteit en toont aan hoezeer de patisserie aanleunde bij de beeldhouwkunst en de architectuur. Napoleon Bonaparte (Ajaccio (Corsica), 15 augustus 1769 — Sint-Helena, 5 mei 1821) was Eerste Consul van Frankrijk (1799 - 1804) en daarna keizer der Fransen (1804 - 1815). Napoleon is vooral belangrijk als militair leider van het Franse leger in deze periodes, en is verder bekend door zijn heerschappij als vorst in het Frankrijk van na de revolutie, door zijn veldtocht naar Moskou en door zijn ondergang in Waterloo. De combinatie legerleider - staatshoofd, en dit op Europese schaal, maakt hem tot alleenheerser (of dictator) van een groot deel van Europa rond het jaar 1800. DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 3 Gewoon gebak verzinkt in het niets naast de indrukwekkende pièces montées, die in de eerste plaats dienden om de gasten te imponeren. Pièces montées in de vorm van Romeinse tempels of gotische ruïnes vormden lange tijd de apotheose van een geslaagd banket. Ze werden gemaakt door specialisten en waren eerder bedoeld als pronkstukken dan als ‘toetje’ om de gaatjes te vullen. Vaardige patissiers bouwden architecturale hoogstandjes in de vorm van monumenten uit de klassieke oudheid, gotische kerken of oosterse paviljoenen. Het repertoire was gigantisch en sommige van deze bouwsels konden twee meter hoog zijn. Vaak werden ze gebouwd op een houten onderstel. De buitenkant bestond steevast uit pastillage (een mengsel van suiker en onder meer Arabische gom) en werd rijkelijk versierd met nougat, marsepein, kleine gebakjes en allerlei ornamenten. Het kleurgebruik was vrij sober: wit domineerde naast zachte pasteltinten. Alleen in oriëntaalse composities kwamen ook felrood, -groen en -geel voor. Deze indrukwekkende dessertvorm, die ontwikkeld werd door Antonin Carême, bereikte zijn hoogtepunt tijdens het Tweede Keizerrijk van Napoleon III, toen Parijs op culinair vlak toonaangevend was. Meesters als Jules Gouffé en Urbain Dubois zetten de traditie voort tot diep in de negentiende eeuw. Gebak en architectuur De pièce montée, Carêmes grote specialiteit, was in het begin van de 19de eeuw niet noodzakelijk een dessert. De benaming werd net zo goed gebruikt voor hartige gerechten die op sokkels gemonteerd en rijkelijk versierd werden. Zo zijn er menu’s bekend van feesttafels die haast bezweken onder de entremets (letterlijk: tussengerechten; entremet sucré was lang een synoniem van dessert), waarbij zowel visragout in hoog bladerdeeggebak als gevogeltecroustades of nougat à la française behoorden. Het gebeurde ook dat en ambigu gedekt werd: met zoet en zout naast elkaar, zodat gesuikerde macarons (amandelkoekjes) probleemloos naast een vol au vent van lamsniertjes belandden. Carême beschikte over een enorm repertoire. Zijn meest populaire pièces montées waren architecturale hoogstandjes: Chinese paviljoenen, Romeinse ruïnes, oorlogstrofeeën, fonteinen, watervallen, moskeeën, belforten, windmolens, … Ze werden steevast gemonteerd op sokkels met drie verdiepingen, die volledig bekleed werden met kleine gebakjes (les trois garnitures). Het pronkstuk zelf bestond uit suiker (glace royale) of witte amandelpasta en was 75 tot 120 cm hoog. Carême hamerde er zijn hele leven op, dat patissiers perfect moesten kunnen tekenen én over een uitstekende kennis van de architectuur moesten beschikken. Een tekstfragment uit een roman geeft mooi weer hoe zo’n pièce montée er uit zag: In ‘Madame Bovary’ (1857) beschrijft Flaubert niet zonder ironie de apotheose van een huwelijksdiner op het platteland … “Voor de taarten en de noga hadden ze een patissier in Yvetot aangesproken. Omdat hij in de streek debuteerde, had hij zich uitgesloofd. Voor het dessert bracht hij zelf een pièce montée op, die bewonderende kreten bij de gasten ontlokte. De basis, een blauw vierkant in karton, verbeeldde een tempel met portieken, zuilengalerijtjes en beeldjes in stuc die opgesteld waren in nissen, bezaaid met sterretjes van goudpapier. De tweede verdieping bestond uit een donjon in biscuit, ommuurd met gekonfijte engelwortel, amandelen, rozijnen en stukjes sinaasappel. DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 4 Het bovendeel zag eruit als een groene weide met rotsen en meertjes van confituur, waarop bootjes van hazelnootschilfers dreven. In het midden troonde een kleine Amor op een chocoladeschommeltje, waarvan de pootjes bovenaan bekroond waren met twee echte rozenknoppen …” Antonin Carême (1784-1833) Carême was het prototype van de selfmade man. Zonder over enig sociaal netwerk te beschikken schopte hij het tot ‘kok der koningen en koning der koks’. Hij groeide op in het Parijs van de Revolutie en leerde de gastronomie kennen als marmiton (koksjongen) in een reeks bescheiden restaurantjes waarvan hij de naam achteraf bewust vergat. Toen hij in dienst trad bij Bailly, een van de bekendste Parijse patissiers, kwam er vaart in zijn carrière. Hij werd beroemd om zijn indrukwekkende pièces montées, waarvan er sommige voor de tafel van Napoleon bestemd waren. Carême werkte meer dan tien jaar voor de Parijse diplomaat Talleyrand, wiens tafel tot de meest geraffineerde van Parijs behoorde. Hij kookte er voor de hoge Europese aristocratie en bediende er onder meer de Russische tsaar. Zijn reputatie was ondertussen zo groot, dat de Britse prins-regent, de latere George IV, hem uitnodigde om zijn keukens in Londen en Brighton te komen leiden. Van hem is de uitspraak: ‘Vous me ferez mourir de trop manger…’ Carême werkte nadien nog voor de Russische prinses Bagration, voor de Schotse Lord Stewart, de Britse ambassadeur in Wenen en voor de Parijse tak van de Rothschilds, een joodse bankiersfamilie met een onmetelijk fortuin, van wie hij financieel carte blanche kreeg en de beste tafel van het land kon dirigeren. De boeken die Carême heeft gepubliceerd, zijn haast traktaten, die op een uiterst gedetailleerde manier beschrijven hoe de ingewikkelde 19de-eeuwse gerechten gemaakt en gepresenteerd moesten worden. Op het vlak van desserts zijn vooral zijn ‘Le Pâtissier Royal Parisien’ en ‘Le Pâtissier Pittoresque’ van fundamenteel belang. Talleyrand DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 5 De prinsen van de pastillage: Jules Gouffé (1807-1877) en Urbain Dubois (1818-1901) Jules Gouffé ging op zestienjarige leeftijd in de leer bij Antonin Carême en beschouwde zichzelf later als de creatieve erfgenaam van de meester. In 1840 vestigde hij zich als banketbakker in de Rue Saint-Honoré in Parijs en al gauw werd zijn zaak beschouwd als de beste patisserie van Parijs. Later werd hij chef-kok van de beroemde Jockey Club. Gouffé was de kampioen van de pastillagearchitectuur en ontwierp een reeks patisserieën die ook nu nog tot de verbeelding spreken. In de stijl van de neomodes die het midden van de 19de eeuw kenmerkten, creëerde hij onder meer middeleeuwse burchten die uit wafeltjes werden opgetrokken, gotische torens, renaissancekastelen en andere indrukwekkende bouwsels. De basis werd steeds gevormd door een structuur in pastillage: een mengsel van suiker, stijfsel en Arabische gom, waarop ornamenten in glace royale (suiker vermengd met eiwit, citroenzuur en aardappelmeel) werden aangebracht. Gouffé schreef een aantal schitterend geïllustreerde kookboeken, waaronder zijn Livre de Pâtisserie. Hij wijdde hierin een uitgebreid hoofdstuk aan sokkels en pièces montées, die hij omschreef als ‘kunstwerken eerder dan eetbare voorwerpen’. Urbain Dubois was kok bij de Rothschilds en bij Wilhelm I, Duits keizer en koning van Pruisen. In zijn La cuisine artistique en in Le grand livre des pâtissiers et confiseurs vinden we hetzelfde repertorium terug dat door Carême voor het eerst geïnventariseerd werd. Hij vermeldde terloops dat sommige pièces montées niet opgegeten konden worden, zoals sommige croquembouches en grote nougats, charlottes, sultanes of meringues. Ze zouden inderdaad in een mum van tijd van prestigieuze tafelstukken tot een puinhoop herleid worden en bleven daarom de hele tijd onaangeroerd op het buffet staan. De pièces postiches (namaaktaarten) konden meermaals gebruikt worden en belandden dus na het diner in een speciale bewaarruimte. Romantiek en exotisme In de 18de eeuw waren chinoiserieën en turqueries al erg populair, maar pas tijdens de romantiek bereikte de interesse voor al wat ‘oriëntaals’ was een hoogtepunt. Vreemde culturen oefenden een enorme aantrekkingskracht uit op schilders als Ingres en Delacroix en een reeks auteurs die de lezer onderdompelden in een verre, vreemde wereld met een magische en vaak ook erotische aantrekkingskracht. Ook op culinair vlak was men verslingerd op exotische elementen. Carême en zijn navolgers bouwden naar hartelust oosterse moskeeën, hindoetempels, Chinese pagodes en Babylonische ruïnes. Kostbaar uitheems fruit was een must voor elke aristocratische tafel en werd meestal als dessert geserveerd. Het toppunt van luxe en dus zo goed als onbetaalbaar, was de ananas, die alleen in grote steden te verkrijgen was en soms ook gekweekt werd in de serres van een aantal kastelen zoals dat van Mariemont in Henegouwen. Ananas zag er in de ogen van de 19de-eeuwse mens buitengewoon excentriek uit en beantwoordde perfect aan de ‘cultuur van het versiersel’ die toen algemeen gehuldigd werd. De vrucht had de waarde van het weekloon van een arbeider en kon zelfs gehuurd worden, zodat minder gefortuneerden toch indruk konden maken op hun gasten. DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 6 Deel 2 KEUKEN De doorsnee 19de-eeuwse kasteel- of restaurantkeuken was naar onze normen niet echt comfortabel en al helemaal niet hygiënisch ingericht. Ze bevond zich vaak in het keldergedeelte of in een achterliggend deel van de benedenverdieping. Het was er duister, vochtig en erg warm (het vuur in de ovens moest voortdurend gestookt worden) en van leidingwater of elektriciteit was nog geen sprake. Een topkok als Carême moest het rond 1840 in de erg ‘moderne’ keuken van het Royal Pavillion in Brighton nog stellen met honderd olielampen. Hij schreef later dat zijn gezondheid erg was aangetast door de giftige lucht die in de werkruimtes hing. Taarten werden aanvankelijk meestal in de broodoven gebakken. Het was een hele kunst om de oventemperatuur constant op het juiste peil te houden. Pas vanaf het midden van de eeuw deden de eerste cuisinières hun intrede, enkele decennia later gevolgd door het invoeren van gasleidingen, waardoor het werk van koks en patissiers aanzienlijk vergemakkelijkt werd. In de imposante keuken van het kasteel van Gaasbeek - in tegenstelling tot de andere kastelen in ons land bevond deze zich niet in de kelder maar op het gelijkvloers werden er allerlei gerechten en feestmalen klaargemaakt. De adellijke kasteeleigenaars of -dames hebben nauwkeurig allerlei dinernotities, menuschriftjes, huishoudboeken en kookboeken bijgehouden. Gerechtenrecepten werden generaties lang doorgegeven. De ‘keukenbibliotheek’ was zeer heterogeen. De keukenbrigade Kasteeleigenaars beschikten over dienstpersoneel en gaven hun specifieke taken. Aan het hoofd van elke grote keuken stond een chef-kok, die de lakens uitdeelde. Daarnaast waren er hulpkoks die elk hun specialiteit hadden: de rôtisseur, de légumier, de saucier … De chef-patissier heerste over de afdeling gebak en had op zijn beurt een aantal hulpjes. Het laagst geplaatst stonden de touriers (genoemd naar de tour, de tafel waarop het deeg werd voorbereid). In de patisserie werden aanvankelijk vooral taarten met een hartige vulling gebakken. Die vormden een essentieel onderdeel van elk banket. Geleidelijk aan verschoof het accent naar zoet gebak. De professionalisering van het koksberoep was een gevolg van de Franse Revolutie. Heel wat koks waren immers hun adellijke broodheer kwijtgespeeld, zodat ze in het begin van de 19de eeuw in grote steden - vooral in Parijs - op eigen houtje restaurants en patisserieën gingen openen. Chefs als Carême legden de basis voor een keuken die in heel Europa toonaangevend werd en ontwikkelden complexe en verfijnde gerechten met vaak erg dure ingrediënten. De kasteeldame stelde in overleg met de kokkin of kok elke dag het menu op voor alle maaltijden, hield de sleutel van de proviandkamer bij en bestelde – indien nodig allerlei ingrediënten bij de naburige dorpswinkeliers. Toch trachtte men zoveel mogelijk eigen tuinproducten klaar te maken. In Gaasbeek waren er vele groente- en fruitsoorten aanwezig in het kasteelpark en de ommuurde moestuin. Restjes van eetmalen en feesten werden niet weggegooid; ze werden verwerkt in hachees en andere gerechten (zoals verloren brood) of kwamen op de personeelsdis. Het personeel werd in het ‘dienen’ opgeleid; de tafelschikking en bepaalde tafelmanieren werden generaties lang gevolgd. DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 7 In de keukens van de lagere adel en de burgerij was de kokkin meestal de centrale figuur. Zij stelde in overleg met de vrouw des huizes de menu’s samen, organiseerde het werk en stond aan het fornuis. Ook voor ijsroom, sorbets en gebak zorgde zij, en af en toe lukte ook een eenvoudige pièce montée nog wel. De meer ingewikkelde constructies werden bij gespecialiseerde huizen besteld. Basisingrediënten De basisingrediënten van de pasteibakker bleven door de eeuwen heen dezelfde: bloem, eieren, suiker, melk, boter en room, aangevuld met chocolade, amandelen en vruchten. Aan het einde van de zeventiende eeuw ontdekte men dat boter en/of eieren met suiker tot een emulsie geroerd konden worden. Vermengd met fijn gezeefde tarwebloem vormde die de basis voor een aantal deegsoorten, waaronder het biscuitdeeg. Suiker was lange tijd een duur product, net als chocolade en was dus voorbehouden voor rijke tafels. Tot aan het begin van de negentiende eeuw werd rietsuiker gebruikt, die per schip uit de kolonies werd aangevoerd. Door de koloniale blokkade ten tijde van Napoleon werd overgeschakeld op een nieuwe, goedkopere methode, waarbij suiker uit suikerbieten gehaald werd. Koninklijke suikersculpturen Gedurende de hele 19de eeuw werd suiker gebruikt als materiaal voor - tijdelijke sculpturen, bestemd voor de tafels van de groten der aarde. De getoonde reconstructie werd in 2002 gemaakt voor het Bowes Museum in Groot-Brittannië. De uitgebreide neoklassieke set gaat terug op een aantal ontwerpen en een unieke reeks suikervormen van de Italiaanse confiseur Prati, die werkte voor het koninklijk huis van Savoie. De kwaliteit van deze vormen in buxushout met hun ragfijne siermotieven duidt op een verbluffend vakmanschap: ze werden uitgesneden en gebruikt door een grootmeester. Enkele vormen dateren nog van vóór de Franse Revolutie en dragen onder meer de initialen van Louis XVI en Marie-Antoinette, alsook het wapenschild van de princesse de Lamballe, een boezemvriendin van de Franse koningin. Het tafelstuk of surtout de table is een typisch voorbeeld van de late Empirestijl, die nog tot ca. 1820 in de mode was. Centraal staat een triomfboog met paardenvierspan en oorlogstrofeeën. De hele surtout is symmetrisch versierd met neoklassieke bouwsels zoals miniatuurtempels en obelisken en verder opgevuld met fruitkorfjes, bonbonnières en allerhande kleine objecten in pastillage. Vaak werden deze fragiele mandjes, gevuld met fijne confiserie, aan de gasten als souvenir meegegeven. DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 8 KELDER Bewaartechnieken In de 19de eeuw waren er uiteraard geen koelkasten. Een ijskast is pas laat in gebruik gekomen (vanaf ten vroegste 1911). Men nam zijn toevlucht tot andere methodes om ingrediënten en eetwaren te bewaren en ‘vers’ te houden. Traditionele bewaartechnieken waren drogen, roken, konfijten en zouten. Rond 1800 ontwikkelde de Franse chemicus Appert een nieuwe techniek. Het steriliseren van voedingswaren door middel van luchtdichte bokalen was een enorm succes, onder meer voor fruit, dat nu ook tijdens de wintermaanden opgediend kon worden. IJs IJs of sorbet klaarmaken zonder diepvriezer was niet eenvoudig. Doorgaans werd gebruik gemaakt van natuurijs uit de ijskelder (elk kasteel had er wel een), dat in de winter op de bevroren vijvers was ‘geoogst’. Zo was het de taak van de inwonende hovenier om te zorgen voor een ijsvoorraad in de ijskelder. De hovenier kon geholpen worden door het tuinpersoneel. In de winter werden grote ijsblokken uit de kasteelvijver of -grachten gehouwen en in de ijskelder op elkaar gestapeld. Tussen de blokken werd stro gelegd, zodat het ijs tot in de zomer bewaard bleef. Voor feesten en belangrijke diners werden kleinere uitgehakte ijsblokken vanuit de ijskelder naar de keuken of de proviandkelder vervoerd en in een zinken bank met salpeter gelegd. Het ijs bleef een tijd koel en het smelten werd tegengehouden. Door dit procedé en de uitvinding van de ‘ijsmachine‘ werd vanaf ca. 1890 het serveren van lekkere ijsroom en diverse sorbetsoorten bij belangrijke feesten mogelijk. Ijsblokken zorgden ook voor het koel houden van de champagne en de schotels en maakten de bereiding van coullis en geleien mogelijk. DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 9 Roomijs en sorbet Alexander de Grote at sneeuw en ijs, gearomatiseerd met honing en nectar. Sorbet zou reeds bij de Chinezen bestaan hebben en via de Perzen en de Arabieren in Italië bekend geworden zijn. En toen Marco Polo duizend jaar later van zijn reis naar het Verre Oosten terugkwam, bracht hij een recept voor ‘sherbet’ mee, dat wellicht in de loop van de zestiende eeuw evolueerde naar wat wij nu roomijs noemen. ‘Sorbet’ werd er verder geperfectionneerd. Het ijs uit de ijskelder werd fijngestampt en in een bak gestort met zout en salpeter. Daarin werd dan de sorbetière met het ijs(room)mengsel geplaatst, dat met de hand gedraaid werd tot een smeuïge massa werd verkregen. Een eerste publicatie over diverse sorbetsoorten verscheen in 1775, geschreven door F. Bladini. Vooral artsen waren geïnteresseerd in sorbetten en hebben tal van gearomatiseerde soorten uitgedacht en aanbevolen als remedie tegen allerlei kwaaltjes. Het sorbet werd tussen 2 warme gangen of als dessert geserveerd. Catharina de Medici introduceerde de Italiaanse gelati aan het Franse hof toen zij met Henri II trouwde. Pas op het einde van de zeventiende eeuw werd ijs voor een ruimer publiek toegankelijk. De Siciliaan Procopio opende in 1686 het eerste Parijse café, waar ook ijsjes geserveerd werden. Populair was onder meer het ‘kippenei’, dat geserveerd werd in een eierdopje van bruine nougat. Ook andere trompe-l’oeilvormen maakten - vooral in de negentiende eeuw - furore, zoals ijsroom in de vorm van asperges. IJssalons openden in alle grote steden hun deuren en elke kok die zichzelf respecteerde bedacht wel een aantal bombes glacées of plombières (ijspuddingen). Op diners werd sorbet - bevroren vruchtensap met suiker - soms als verfrissing tussen de gangen door geserveerd. Roomijs verscheen steeds aan het einde van de maaltijd op tafel. Ijs en sorbet bleven echter tot het begin van de 20ste eeuw zeer duur en kwamen bij de dagelijkse maaltijden niet voor. DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 10 Deel 3 EETKAMER Etiquette Omdat gastronomie een middel bij uitstek was waarmee men zich van andere - lagere - klassen kon onderscheiden, volgde het tafelritueel een aantal strikte voorschriften. Het dienstpersoneel had zijn eigen uniform en serveren gebeurde met witte handschoenen, waarbij eerst de dames volgens de hiërarchie werden bediend. Bij grote diners zaten gastheer en gastvrouw schuin tegenover elkaar in het midden van de tafel, met naast hen de genodigden met de hoogste sociale status. Vaak werd de tafelschikking in het klein gesimuleerd en door een valet (dienaar) op een dienblad aan de binnenkomende gasten gepresenteerd, zodat iedereen onmiddellijk zijn plaats vond. Ook qua gespreksonderwerpen en algemene ‘tafelmanieren’ waren de regels onverbiddelijk, net als op het vlak van de kleding. Bij het binnenkomen werden de gasten traditioneel begroet door de heer en vrouw des huizes. Alleen bij erg protocollaire diners of bals werden de namen van de genodigden afgeroepen door een lakei. De feesttafel Centraal op de adellijke feesttafel stond de surtout de table. Het tentoongestelde tafelmiddenstuk komt, net als alle andere voorwerpen op de tafel, uit de collectie van de beroemde ‘Nederlandse Antwerpenaar’ Pieter Smidt van Gelder (1878-1956). Hij verbouwde zijn meesterwoning aan de Belgiëlei tot privémuseum en verzamelde vooral kunst en kostbare voorwerpen uit de 18de en 19de eeuw. De surtout bestaat uit een ovale spiegel die in een hoge boord van verguld brons is gevat. Er werden een aantal sierschalen, etagères en kleinere coupes op geplaatst, die bij een diner met bloemen, fruit of zoetigheden gevuld werden. Dit exemplaar komt uit Brussel en is typisch voor het eerste kwart van de 19de eeuw. Ook de andere voorwerpen op de tafel weerspiegelen een weelderige levensstijl: het porselein uit Meissen, de kristallen, met goud omrande glazen en rince-bouche en het bestek in vermeil of verguld zilver. DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 11 Het vieruurtje Naast de ‘grote’ patisserie was er natuurlijk ook het kleine gebak, in de vorm van allerlei koekjes die voornamelijk gegeten werden bij een kopje koffie of thee, bij voorkeur rond vier uur ’s namiddags. Voor het vieruurtje, dat ’s zomers ook in de tuin werd geserveerd, gebruikte men aparte serviezen. Bij die informele tussenmaaltijd waren ook kinderen welkom, wat veel minder het geval was bij het diner. Toch gold ook hier de onvermijdelijke etiquette. Zo werden chocoladebonbons gepresenteerd op een service à pralines en met handschoenen vastgenomen. Bij het eten van een gebakje hoorde je op de rand van je stoel te zitten; achteruitleunen was not done … Bekende kleine gebaksoorten waren madeleines, macarons, petitfours, cakes, florentines, profiteroles, beignets, … maar af en toe troonde op de tafel ook een imposant chocoladegebak voor wie behoefte had aan een stevigere hap. Chocolade was lang een duur product, dat aanvankelijk bij apothekers verkocht werd vanwege de geneeskrachtige eigenschappen die men eraan toeschreef. Pas in de tweede helft van de 19de eeuw begon men op grote schaal chocoladetabletten te produceren en werd het product voor brede lagen van de bevolking betaalbaar; net als koekjes trouwens, die vanaf 1862 op industriële schaal gebakken werden. Ook thee was lange tijd een drank voor de betere klasse, vooral op het Europese vasteland. De Britse five o’ clock tea maakte rond de eeuwwisseling furore in Parijs. De moraliteit van het banket De wandschilderingen in de eetkamer van het kasteel van Gaasbeek zijn geïnspireerd op een reeks laatgotische wandtapijten met als thema de moraliserende veroordeling van overmatig eten en drinken. Aan tafel zitten niet alleen ‘historische’ personages, maar ook tijdgenoten van de laatste kasteelvrouw van Gaasbeek, markiezin Arconati Visconti. Elke figuur kreeg een opschrift mee, dat vaak niet erg flatterend was (archipotateur of aartsdronkenlap; goinfrerie of vraatzucht …). De markiezin zelf werd DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 12 geportretteerd als bonne santé (haar gezondheid was inderdaad beter dan die van haar echtgenoot, die nauwelijks twee jaar na hun huwelijk overleed). Het appartement van de markiezin Marie Peyrat, die door haar huwelijk met markies Giammartino Arconati Visconti de laatste kasteelvrouw van Gaasbeek werd, verbleef er jaarlijks een aantal weken, liefst tijdens de herfst. Zij bewoonde dan een aantal kamers boven de ingangspoort, die zij omdoopte tot ‘LouisXV - vleugel’. Het interieur van deze kleine enfilade staat in scherp contrast met de rest van het kasteel, waar de renaissancestijl domineert. In de privévertrekken heerst een elegante, Parijse sfeer en vooral de badkamer was anno 1890 een toonbeeld van hedendaags comfort. Tête-à-tête Als jonge weduwe bleef de markiezin niet in een hoekje zitten kniezen. Zij had verschillende minnaars, maar hertrouwde liever niet om haar status en titel niet in het gedrang te brengen. Eén van haar ‘boezemvrienden’ was de Franse antiquair Raoul Duseigneur, die regelmatig met haar in Gaasbeek verbleef. De in deze kamer opgestelde tête-à-tête in Brussels porselein is bestemd voor een intieme maaltijd, ver weg van nieuwsgierige blikken en hoofdstedelijke roddels. Het ‘nieuwe’ zilver In de loop van de 19de eeuw maakte de Parijse firma Christofle furore met goedkope zilverlegeringen. Dit ‘namaakzilver’ vond gauw zijn weg, met name naar de tafels van de nieuwe adel en de rijke burgerij, die er graag een ‘aristocratische’ levensstijl op nahielden. Tijdens het verlovingsdiner van de Belgische prinses Charlotte met aartshertog Maximiliaan van Oostenrijk, de broer van de Oostenrijkse keizer, stelden de aanwezige Oostenrijkse aartshertogen met ontzetting vast dat de tafel in het koninklijk paleis in Brussel gedekt was met zilverwerk van Christofle, waaruit zij meteen concludeerden dat de Coburgs parvenu’s waren … (Laken, 7 juni 1840 - Meise, 19 januari 1927), prinses van België, prinses van Saksen-Coburg en Gotha, hertogin van Saksen, aartshertogin van Oostenrijk en keizerin van Mexico was de dochter van Leopold I van België en diens vrouw Louise van Orléans. DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde pagina 13 http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm Deel 4 GEBAK EN NIEUWE DESSERTEN Naast ingenieuze, theatrale constructies in suiker werd ook gewoon gebak gegeten, zoals de bekende brioche (die wel meer bij het ontbijt op tafel verscheen) en de kugelhopf of Turkse muts. Brioche Het klassieke briochedeeg bestaat uit bloem, eieren, suiker, gist en een stevige portie boter. Dat deeg moet ettelijke uren ‘rijpen’ zodat de smaken van de verschillende ingrediënten optimaal met elkaar kunnen versmelten. De meest klassieke briochevorm is die van de brioche parisienne, een ronde of hoekige basis met daarop een kleiner bolletje. Kugelhopf De Kugelhopf is een van de oudste Europese bakvormen: een tulband met spiraalvormige groeven en een holte in het midden. De meeste historische recepten voor dit gebak werden teruggevonden in Duitsland en de Elzas. De tulbandvorm zou verwijzen naar de Turkenmuts en net als de croissant geïnspireerd zijn door de overwinning van de Oostenrijkers op de Turken. In werkelijkheid maakten die Turkse invloeden, net als in de muziek en de beeldende kunsten, deel uit van de oriëntalistische mode die Europa in de 18de en 19de eeuw in haar ban hield. De Kugelhopf bevat vaak amandelen en rozijnen en wordt voor het serveren met poedersuiker bestrooid. Rond de eeuwwisseling kwam een nieuwe dessertstijl op. Auguste Escoffier pleitte voor een vereenvoudigde, maar daarom niet minder geraffineerde keuken. Een klassieker van zijn hand is de Pêche Melba, die hij creëerde voor de operadiva Nellie Melba. Escoffier (1846 – 1935) en het dessert tijdens la belle époque* Escoffier is bij ons beter bekend door zijn ‘Dame Blanche’. De carrière van Auguste Escoffier liep parallel met een aantal belangrijke maatschappelijke evoluties. Geboren in een dorpje bij Nice schopte hij het tot sterkok en partner van de Zwitser César Ritz, een geniale zakenman met een feilloos instinct voor de behoeften van een nieuw, rijk en internationaal clientèle. Zijn paleisachtige hotels hadden elektrisch licht, luxueuze badkamers, telefoon en - last but not least eersteklasrestaurants. In 1884 kreeg Escoffier de leiding van de keukens in het Grand Hotel van Monte Carlo, in 1890 verhuisde hij naar het Londense Savoy Hotel en later naar het Carlton, waar hij tot in 1920 de plak zwaaide over de keukens. Escoffier, die van nature conservatief was en stevig verankerd zat in de Franse culinaire traditie, creëerde niettemin een nieuwe kookstijl die perfect beantwoordde César Ritz bouwde o.a. in 1898 het Ritz-hotel in Parijs. In 1979 verkocht de familie Ritz het hotel aan de Egyptische zakenman Mohamed Al-Fayed, die het liet opknappen. Ritz was ook het hotel dat Al-Fayed's zoon Dodi in 1997 bezocht samen met zijn vriendin Prinses Diana. Een chauffeur van het hotel, Henri Paul, bracht hen met de auto weg, die niet veel later bij de Pont de l'Alma in Parijs verongelukte. Van de vier inzittenden overleefde alleen de bodyguard van Dodi. DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 14 aan de wensen van vorsten, demi-mondaines, actrices en snel rijk geworden burgers. In zijn restaurants kwam je niet enkel eten. To see and to be seen was het motto in die somptueuze omgeving, waarin vrouwen konden schitteren in hun dure avondjurken van Paquin of Poiret. De tafels in de hotelrestaurants werden steeds kleiner en de gasten aten steeds sneller, zodat er geen tijd of ruimte meer was voor de extravagante pièces montées uit de glorietijd van het Second Empire. Escoffier trok in zijn befaamde Le Guide Culinaire heel wat ruimte uit voor desserten en gebak. Hij vergat de klassiekers van zijn voorgangers niet, maar creëerde voortdurend nieuwe recepten die - in tegenstelling tot de pronkstukken van de 19de eeuw - ook vandaag nog op heel wat menukaarten prijken. Individuele, gemakkelijk te serveren porties verdreven daarbij de massieve constructies van voorheen. Pêche Melba en co Escoffier noemde diverse desserten naar grote diva’s van zijn tijd. Eén van de bekendste is de Pêche Melba, die hij opdroeg aan Nelly Melba, een Australische sopraan die in de Brusselse Muntschouwburg debuteerde in 1887. Het basisrecept is de eenvoud zelf: in suikerstroop met vanille gepocheerde witte perziken worden op een laagje vanille-ijs gelegd en bedekt met verse frambozenpuree. Bij de creatie schikte Escoffier zijn pêche op een zilveren schaal tussen de vleugels van een schitterende, uit ijs gebeeldhouwde zwaan. Desserten met de naam van een beroemdheid appelleerden aan het snobisme van het mondaine publiek en verkochten als zoete broodjes. Zo ontstonden in de jaren voor de Eerste Wereldoorlog de Fraises Sarah Bernhardt, Poires Mary Garden, Coupe Adelina Patti, Pêches Aiglon (naar het toneelstuk van Rostand waarin la Bernhardt triomfen vierde), Coupe Emma Calvé … Nelly Melba www.wikipedia.org DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 15 Glace Léopold II Het lievelingsijs van koning Leopold II is een mooi voorbeeld van de trompel’oeiltechniek die ook rond 1900 de gesofisticeerde roomijsgerechten typeerde. Het ijs werd steeds geserveerd in een mand van pastillage, en werd gemaakt van een infusie van zwarte en groene thee, verrijkt met eidooiers, bruine rum, suiker en slagroom. Een ware caloriebom, gedresseerd in de vorm van eieren in de met ‘stro’ en bloemen versierde suikermand. Pudding à la Nesselrode Deze beruchte ijspudding, genoemd naar een Russische graaf en diplomaat, werd gecreëerd door diens chef Mony, die het recept op zijn beurt doorgaf aan Jules Gouffé. Het loodzware gerecht bestond uit kastanje-ijs met in marsala of madeira geweekte rozijnen en gekonfijt fruit. Het werd een van de grote klassiekers van de 19de eeuw en kreeg zelfs een plaats in Prousts romancyclus “A la recherche du temps perdu”: “Wablief? Nu ook nog een pudding à la Nesselrode! Een kuur in Karlsbad zal het minste zijn wat ik nodig heb om van zo’n Lucullusfestijn te herstellen…”(uit “A l’ombre des jeunes filles en fleur”). * La Belle Époque is een benaming voor de periode 1890-1914 uit de Franse geschiedenis. De naam werd geboren na de Eerste Wereldoorlog, toen men getraumatiseerd door de oorlog met nostalgie terugkeek op een schijnbaar gouden tijdperk vóór het uitbreken van de oorlog, een tijd waarin onbezorgdheid en grote ontdekkingen Frankrijk in de ban hielden. In de periode 1890-1914 brak in Frankrijk op alle terreinen een nieuw periode aan, waarin de industrie opbloeide dankzij de stoommachine, de techniek grote schreden zette en de cultuur bloeide. Frankrijk voelde zich het middelpunt van de wereld. In 1889 vond in Parijs de wereldtentoonstelling plaats, met de Eiffeltoren als symbool van de technische vooruitgang. De eerste vliegtuigen, de bicyclette (fiets), de eerste auto’s, de telefonie en Tour de France deden de aandacht voor techniek en sport toenemen. Daarnaast breidde het koloniale imperium zich uit, zodat Frankrijk zich weer een herboren natie voelde na de nederlaag in de Frans-Pruisische oorlog. Op cultureel gebied vallen de opkomst van de film- en muziekindustrie en fotografie op en de nieuwe kunstvormen als het impressionisme en Art Nouveau. De Belle Époque markeerde tevens het ontstaan van cabaret en de dans can-can, die zeer populair was in de Parijs nachtclub Moulin Rouge. Dit komt omdat door de opkomst van de wetenschap, het geloof en vooral de moraal naar beneden ging. In die tijd werden de waarden niet nageleefd, alles kon en alles mocht. Er kwam dan ook veel prostitutie, losbandigheid, verslaving ... DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 16 Naam leerling: Naam opdrachtgever: Klas: Datum: ...../...../..... Vragenlijst bij deel1: adellijke desserten in de 19de eeuw 1. Wanneer alle gerechten tegelijkertijd op tafel worden geplaatst en een lakei de gasten tot 3x bedient, spreekt men van o Service à la russe o Service à la française o Service en ambigu …/1 2. Een pièce montée diende om o de gasten te imponeren o de desserten te stapelen wegens plaatsgebrek op de tafel o het talent van de banketbakker te demonstreren …/1 3. de benaming dessert is afgeleid van o désirer: verlangen vb. naar zoet o deserteren: verlaten vb. de maaltijd o desservir: afruimen vb. van de tafel …/1 4. de Franse banketbakker, ‘kok der koningen en koning der koks’, specialist van de pièce montée was o Jules Gouffé o Urbain Dubois o Antonin Carême …/1 5. de Franse banketbakker specialist van de pastillage was o Jules Gouffé o Urbain Dubois o Antonin Carême …/1 6. de Franse kok specialist van de pièce postiche was o Jules Gouffé o Urbain Dubois o Antonin Carême …/1 7. In de 18de eeuw pronkten de rijken met hun rijkdom tijdens hun imposante diners. Het toppunt van luxe was o Een ananas o Een kokosnoot o Arabische gom DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm …/1 pagina 17 Naam leerling: Naam opdrachtgever: Klas: Datum: ...../...../..... 8. Nadat Napoleon de Franse koning had verslagen ontstond een nieuwe adel: familie en vrienden van Napoleon. Ook zij gedroegen zich aristocratisch en werden evenzeer grootgrondbezitters. Hoe werden deze nouveaux riches (nieuwe rijken) genoemd? o Marmitons o Empire-adel o Neomodes 9. Ook nu nog zijn de Rotschilds ontzettend rijk. Ze waren oorspronkelijk …/1 o een Russische tsarenfamilie o een Britse prinselijke familie o een Joodse bankiersfamilie …/1 10. De pièce montée vond tot ver in de 20ste eeuw ook in de gewone burgerkeuken haar toepassing, weliswaar enkel bij speciale feestelijke gelegenheden. Omwille van de traditie wordt deze soort taart vandaag de dag nog geserveerd. Meestal bij welke gelegenheid? o bij een geboorte o bij een bruiloft/huwelijk/jubileum o bij een communie …/1 11.Tien recepten – tien bereidingen. Wat is de naam van de bereiding waarvan telkens een recept vermeld staat? U hebt de keuze tussen: marsepein, pastillage, nougat, meringue, biscuit, glace royale, suikerboon, macarons, gelei, confituur Recept - 200 gram gemalen amandelnoten - 200 gram bloemsuiker - 2 eetlepels oranjebloesemwater of rozenwater (naar keuze) - 1 kilo poedersuiker - 15 gram gelatine (poeder of blaadjes) - 100 gram water (het water ook afwegen in verband met de juistheid) - 10 kg blanke honing of glucose - 1 kg oranjebloesemwater - 40 kg amandelen - 40 eiwitten - 100 gram bittere amandelen - 200 gram zoete amandelen - 600 gram suiker - 1 eiwit suiker vermengd met eiwit, citroenzuur en aardappelmeel DM juni 07 Benaming studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 18 Naam leerling: Naam opdrachtgever: Klas: Datum: ...../...../..... 160 g eiwit, 3 drupjes limoensap, 200 g fijne kristalsuiker. een amandelnoot, omgeven door een laagje (gekleurde) suikerglazuur. Variant: de noot is vervangen door chocolade - 4 eieren, - 100 g suiker, - 100 g bloem, - snuifje zout vruchten gekookt met suiker - vruchtensap, gekookt met suiker …/10 Totaal: ………../20 DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 19 Naam leerling: Naam opdrachtgever: Klas: Datum: ...../...../..... Vragenlijst bij deel 2: keuken 1. De vroegere kasteelkeukens waren niet comfortabel en alles behalve hygiënisch. Rond 1840 moest de topkok Carême het stellen met o o o Gasleidingen Olielampen Houtvuurtjes 2. Het keukenpersoneel werd ingedeeld volgens taak en verantwoordelijkheid. Wie stond in voor: …/1 Het bakken van vlees Het maken van gebak Het bereiden van groenten Het maken van sausen Het voorbereiden van de degen …/2 3. Suiker en chocolade waren oorspronkelijk zeer duur en enkel voorbehouden voor de rijke tafels. Deze ingrediënten werden ingevoerd uit o o o Overzeese kolonies Streken rond de Middellandse zee Oost-Europa …/1 4. De rijken konden proeven van al het lekkere snoepgoed en gebak. De armen konden er enkel van dromen. Snoepgoed werd bewaard in o o o een confiserie een bonbonnière een sorbetière …/1 5. De Franse chemicus Appert ontdekte dat voedingswaren in luchtdichte bokalen klaargemaakt heel lang konden bewaren. Deze techniek werd ontzettend populair en bleef dat tot ver in de jaren 1960. Deze techniek heet o o o DM juni 07 Uperiseren Pasteuriseren Steriliseren …/1 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 20 Naam leerling: Naam opdrachtgever: Klas: Datum: ...../...../..... 6. Om al die zware gerechten te doen verteren serveerde men tussendoor een sorbet: ijs vermengd met vruchtensap. Het ijs dat hiervoor nodig was, kwam van o o o De Noordpool, aangevoerd met schepen en bewaard in ijskelders Vervroren vijvers, ’s winters geoogst en bewaard in ijskelders Eigen bereiding met zout en salpeter in sorbetières …/1 7. Een ander prestigieus en duur dessert was ijsroom. De Italianen waren meesters in roomijs. Zij noemden het o o o Medici Gelati Procopio …/1 8. Resten van de maaltijd werden gemalen en verwerkt tot o o o Hachees Vol-au-vent Coullis …/1 9. De berging voor de voeding noemde o o o 10. Plombière Cuisinière Proviandkamer …/1 Som 10 basisingrediënten op die een banketbakker nodig heeft. …/10 Totaal: ………../20 DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 21 Naam leerling: Naam opdrachtgever: Klas: Datum: ...../...../..... Vragenlijst bij deel 3: de eetkamer 1. 2. 3. 4. Vermeil is o o o o o o o o o …/1 Waarbij gastheer en gastvrouw schuin tegenover elkaar zitten Waarbij gastheer en gastvrouw naast elkaar zitten Waarbij er enkel voor twee personen voor een intiem diner is gedekt …/1 De genodigde met hoogste rang en stand De vrouwelijke genodigde met hoogste rang en stand De gastvrouw zelf …/1 Bij adellijke diners en bals moeten heel wat regels worden nageleefd. Dit noemt men Etiquette Protocol Aristocratie …/1 De wandschilderijen in de eetkamer van het kasteel van Gaasbeek beelden enkele ‘gevaren’ uit wanneer men te overvloedig eet en drinkt. Eén afgebeeld personage symboliseert echter de goede gezondheid: de ‘bonne santé’. Dit is De laatste eigenares zelf, markiezin Visconti De minnaar van de markiezin, antiquair Raoul Duseigneur De overleden echtgenoot, markies Visconti …/1 Bij het huwelijk van de Belgische prinses Charlotte Van Saksen-Coburg met Maximiliaan van Oostenrijk waren de Oostenrijkse aartshertogen zeer ontevreden over o o o DM Verguld brons Wie wordt er eerst bediend volgens de regels van de tafelbediening? o o o 6. Platina of wit goud Een tête-à-tête is een tafelopstelling o o o 5. Verguld zilver juni 07 De goud omrande glazen rince-bouche Het porselein van Meissen Het goedkopere tafelzilver van de firma Christofle …/1 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 22 Naam leerling: Naam opdrachtgever: 7. 8. Het serveren gebeurde met o o o Witte dienservetten Witte handschoenen Zwarte handschoenen …/1 Van welke Belgische koning was prinses Charlotte van Saksen-Coburg (18401927) de dochter? o o o 9. Klas: Datum: ...../...../..... Van koning Leopold I Van koning Leopold II Van koning Leopold III …/1 Tijdens het vieruurtje waren de kinderen welkom. Chocolade, koekjes, koffie en thee werden geserveerd in aparte serviezen. Het was bij het verbruiken ervan verboden o o o op de rand van de stoel te zitten achteruit te leunen in de stoel de benen te kruisen …/1 10. Chocolade was oorspronkelijk heel duur en werd omwille van zijn geneeskrachtige eigenschappen die men eraan toeschreef aanvankelijk alleen verkocht o o o in een ‘épicerie’ in een ‘pharmacie’ in een ‘confiserie’ …/1 11. Een veelheid van koekjes en gebakjes: sommige zijn echte klassiekers geworden die nog steeds in de smaak vallen. Benoem de afgebeelde zoetigheden. Keuze uit croquembouche of profiteroles, marsepein, charlotte, macarons, nougat, florentines, petits fours, pain perdu (verloren brood of wentelteefjes), meringue, madeleines. www.vital.be DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 23 Naam leerling: Naam opdrachtgever: Klas: Datum: ...../...../..... www.cheffen.nl www.puddingclub.nl www.linternaute.com/femmes/cuisine DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 24 Naam leerling: Naam opdrachtgever: Klas: Datum: ...../...../..... www.bakkerijbekkers.nl prietepraat.web-log.nl prietepraat.web-log.nl prietepraat.web-log.nl DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 25 Naam leerling: Naam opdrachtgever: Klas: Datum: ...../...../..... www.wikipedia.org …/10 Totaal: ………../20 DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 26 Naam leerling: Naam opdrachtgever: Klas: Datum: ...../...../..... Vragenlijst bij deel 4: gebak en nieuwe desserten 1. Welk dessert is niet van de hand van de meester in desserts, Auguste Escoffier? o o o o Pèche melba Banana split Poire belle Hélène Crèpes Suzette …/1 2. Auguste Escoffier was ooit zakenpartner met een Zwitser wiens hotelketen nu nog wereldvermaard is. Hoe heette die man? o o o César Ritz Conrad Hilton (grootvader van Paris Hilton) Carlton …/1 3. Het dessert pèche melba werd genoemd naar Nellie Melba (19 mei 1861 – 23 februari 1931). Zij was o o o Theateractrice Operadiva Filmactrice …/1 4. Schrijver Marcel Proust heeft het in een van zijn boeken over een lucullusfestijn. Wat wordt daarmee bedoeld? o Weelderige maaltijden met exotische gerechten, genoemd naar een vermaard Romeins militair en politicus o o Een braspartij waarbij met eten wordt gemorst Een zuippartij genoemd naar de Romeinse god van de wijn en de vruchtbaarheid …/1 5. August Escoffier brak met de traditie van de pièce montées en serveerde de desserten in individuele porties. Ook nu nog zijn vele van zijn desserten klassiekers op de menukaart van menig restaurant. De beroemdste is de dame blanche. o o o DM juni 07 Vanille-roomijs met warme chocoladesaus Chocolade-ijs met vanillesaus Vanille-roomijs met peren en chocoladesaus studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm …/1 pagina 27 Naam leerling: Naam opdrachtgever: Klas: Datum: ...../...../..... 6. Welk broodje is niet van Franse oorsprong? o o o Croissant Brioche Ciabatta …/1 7. De overwinning van de Oostenrijkers op de Ottomanen (Turken) heeft menig bakker geïnspireerd en zo ontstonden enkele zeer belangrijke ontbijtkoeken. In de patisserie benoemt men dit soort gebak zoals brioche, croissant, kugelhopf,… als o o o Viennoiserie Friandise Confiserie …/1 8. Ten tijde van Escoffier waren de nieuwe rijken enorm geboeid door de oriëntalistische mode. Dit betekent o geïnspireerd door de ‘de oriënt-express’, een beroemde luxetrein uit de vorige eeuw die reed van Parijs naar Istanbul (Turkije) o o zich oriënteren op het kompas, zich richten en plaatsen volgens het kompas verlangen naar al wat ‘oosters’ lijkt en klinkt …/1 9. Monte Carlo is bekend om zijn Hôtel de Paris, zijn Formule I-circuit en zijn casino. Het is gelegen in o o o Frankrijk Monaco Italië …/1 10. In het tijdperk van de belle époque (letterlijk: mooie periode) zijn heel wat nieuwe producten tot stand gekomen die nu niet meer weg te denken zijn. Som 11 items op die in deze periode tot stand zijn gekomen. …/11 Totaal: ………../20 DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 28 Verbetersleutel bij deel1: adellijke desserten in de 19de eeuw 1 Service à la française (à la russe = voorgesneden gerechten worden één voor één aan de gasten gepresenteerd) (en ambigu = hartige, zoute en zoete gerechten samen op tafel) 2 Een pièce montée diende om de gasten te imponeren. 3 De benaming dessert is afgeleid van desservir: afruimen vb. van de tafel. 4 De Franse banketbakker specialist van de pièce montée was Antonin Carême. 5 De Franse banketbakker specialist van de pastillage was Jules Gouffé. 6 De Franse kok specialist van de pièce postiche was Urbain Dubois. 7 Het toppunt van luxe was een ananas. 8 Nouveaux riches (nieuwe rijken) = Empire-adel 9 Rotschilds = een Joodse bankiersfamilie 10 Omwille van de traditie wordt de pièce montée vandaag de dag meestal geserveerd bij een bruiloft/huwelijk/jubileum. (bij een geboorte: suikerbonen, bij een communie: ijslam) 11 recepten – 10 bereidingen. Recept - 200 gram gemalen amandelnoten - 200 gram bloemsuiker - 2 eetlepels oranjebloesemwater of rozenwater (naar keuze) - 1 kilo poedersuiker - 15 gram gelatine (poeder of blaadjes) - 100 gram water (het water ook afwegen in verband met de juistheid) - 10 kg blanke honing of glucose - 1 kg oranjebloesemwater - 40 kg amandelen - 40 eiwitten - 100 gram bittere amandelen - 200 gram zoete amandelen - 600 gram suiker - 1 eiwit suiker vermengd met eiwit, citroenzuur en aardappelmeel - 160 g eiwit, - 3 drupjes limoensap, - 200 g fijne kristalsuiker. DM juni 07 Benaming marsepein pastillage nougat macarons glace royale meringue studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 29 een amandelnoot, omgeven door een laagje (gekleurde) suikerglazuur. Variant: de noot is vervangen door chocolade - 4 eieren, - 100 g suiker, - 100 g bloem, - zout vruchten gekookt met suiker vruchtensap gekookt met suiker DM juni 07 suikerboon biscuit confituur gelei studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 30 Verbetersleutel bij deel 2: keuken 1 Rond 1840 moest de topkok Carême het stellen met olielampen 2 Het keukenpersoneel werd ingedeeld volgens taak en verantwoordelijkheid. Het Het Het Het Het bakken van vlees maken van gebak bereiden van groenten maken van sausen voorbereiden van de degen rôtisseur patissier légumier saucier tourier 3 Suiker en chocolade werden ingevoerd uit overzeese kolonies. 4 Snoepgoed (cfr. bonbons) werd bewaard in een bonbonnière. (confiserie = banketbakkerswinkel; een sorbetière = ijsmachine) 5 Deze techniek noemt steriliseren (= verhitten tot 100°C) (Uperiseren of UHT= enkele seconden verhitten tot 135°C; pasteuriseren = verhitten tot 75°C) 6 Het ijs dat hiervoor nodig was kwam van vervroren vijvers, werd ’s winters geoogst en bewaard in ijskelders. 7 De Italianen noemden roomijs: gelati. 8 Resten van de maaltijd werden verwerkt tot hachees (Vol-au-vent = koninginnenhapje; coullis = vruchtensaus) 9 De berging voor de voeding noemde proviandkamer 10 Som 10 basisingrediënten op die een banketbakker nodig heeft. bloem eieren room melk boter chocolade amandelen gist suiker oranjebloesemwater rozijnen vanille fruit DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 31 Verbetersleutel bij deel 3: de eetkamer 1 Vermeil is verguld zilver 2 Een tête-à-tête is een tafelopstelling waarbij er enkel voor twee personen voor een intiem diner is gedekt 3 Eerst bediend volgens de regels van de tafelbediening: de vrouwelijke genodigde met hoogste rang en stand 4 Regels bij adellijke diners en bals: etiquette 5 Eén afgebeeld personage symboliseert de goede gezondheid: de ‘bonne santé’. Dit is de laatste eigenares zelf, markiezin Visconti. 6 De Oostenrijkse aartshertogen waren zeer ontevreden over het goedkopere tafelzilver van de firma Christofle 7 Het serveren gebeurde met witte handschoenen. 8 Prinses Charlotte van Saksen-Coburg (1840-1927) was de dochter van koning Leopold I. 9 Tijdens het vieruurtje was het verboden achteruit te leunen in de stoel. 10 Chocolade werd verkocht in een pharmacie = apotheek (confiserie= banketbakkerswinkel; épicerie=kruidenierswinkel) 11 Een veelheid van koekjes en gebakjes nougat www.vital.be marsepein DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 32 macarons www.cheffen.nl charlotte www.puddingclub.nl pain perdu of verloren brood of wentelteefjes www.linternaute.com/femmes/cuisine petits fours www.bakkerijbekkers.nl DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 33 madeleines prietepraat.web-log.nl florentines prietepraat.web-log.nl meringue prietepraat.web-log.nl croquembouches of profiteroles www.wikipedia.org DM juni 07 studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 34 Verbetersleutel bij deel 4: gebak en nieuwe desserten 1 Welk dessert is niet van de hand van de meester in desserts, Auguste Escoffier? Banana split 2 Auguste Escoffier was ooit zakenpartner met een Zwitser wiens hotelketen nu nog wereldvermaard is: César Ritz 3 Het dessert pèche melba werd genoemd naar Nellie Melba. Zij was een operadiva. 4 Lucullusfestijn: weelderige maaltijden met exotische gerechten, genoemd naar Lucullus = vermaard Romeins militair en politicus (Romeinse god van de wijn en de vruchtbaarheid = Bacchus) 5 August Escoffier zijn beroemdste roomijsdessert is de dame blanche = vanilleroomijs met warme chocoladesaus. 6 Welk broodje is niet van Franse oorsprong: Ciabatta (Italiaans: slof of pantoffel) 7 In de patisserie benoemt men dit soort gebak zoals brioche, croissant, kugelhopf,… als viennoiserie (Vienna = Wenen – hoofdstad van Oostenrijk maar ook een departement in Frankrijk) (Friandise = kleine, zoete hapjes bij de koffie of thee vaak na het dessert geserveerd; confiserie = banketbakkerswinkel) 8 Ten tijde van Escoffier waren de nieuwe rijken enorm geboeid door de oriëntalistische mode = verlangen naar al wat ‘oosters’ lijkt en klinkt. 9 Monte Carlo is gelegen in Monaco. 10 Belle époque: 10 items op die in deze periode tot stand zijn gekomen. DM juni 07 stoommachine vliegtuig auto fiets Eiffeltoren telefoon Ronde van Frankrijk fotografie film muziek Impressionisme Art nouveau Dans: Can-can Moulin Rouge: cabaretclub in Parijs studiegebied personenzorg - huishoudkunde http://www.vsko.be/kogent/dpb-so-diocmede-home.htm pagina 35