WORD - DPB Brugge

advertisement
ECONOMIE
1
VOET binnen je vakwerkgroep (deel 1)
De onderstaande tekst is uit het servicedocument rond VOET van het VVKSO
geplukt. Het volledige servicedocument vind je hier.
Om in de vakgroep aan de slag te gaan is het belangrijk dat ook de
vakverantwoordelijken zich inschrijven in de door de school gestelde doelen en
het daarop geënte actieplan.
Binnen die context kun je dan als vakwerkgroep onderzoeken:



aan welke vakoverschrijdende eindtermen er op natuurlijke wijze binnen
het vak wordt gewerkt vanuit de leerplandoelstellingen en vanuit
didactische aanpak;
hoe je vanuit een aantal vakken gelijkgericht kunt werken aan bepaalde
actiepunten;
hoe je tot een gemeenschappelijke visie en aanpak kunt komen over bv.
leren leren.
Het is van essentieel belang dat:


de vakdoelstellingen ‘breed’ worden bekeken (in relatie met doelstellingen
die ook in andere vakken en studiegebieden aan bod komen);
je het perspectief van de hele school (samenhang met het pedagogisch
project en de schoolprojecten) niet uit het oog verliest.
Het resultaat van deze werkwijze kan zijn dat je meer gelijkgericht zult werken in
verschillende vakken. Enkele mogelijkheden daartoe:



aangeven welke vaardigheden transfereerbaar zijn in andere vakken;
onderzoekscompetenties onderling afstemmen (formuleren van de
onderzoeksvragen, afspraken rond bronnenselectie, interpreteren van
onderzoeksresultaten, rapporteren);
nagaan in hoeverre de doelstellingen van verschillende vakken identiek of
complementair zijn en of er door samenwerking met een breder
perspectief kan gekeken worden (bv. duurzame ontwikkeling).
Het resultaat kan een aanzet zijn om vanuit het eigen vakgebied (dus vanuit de
natuurlijke biotoop) vakoverstijgend en in samenhang aan een aantal
vakoverschrijdende eindtermen te werken. Een voorbeeld van samenwerking
vind je hier.
1
De onderstaande reflectievragen helpen een samenhang zoeken met de
vakoverschrijdende eindtermen en plaatsen het werk dat binnen het vak wordt
geleverd in het perspectief van de totale schoolwerking. Ze nodigen dus uit om
over het muurtje te denken. Vakwerkgroepen kunnen hieruit eventueel een
selectie maken en reflecteren over de vragen die aanleunen bij de natuurlijke
biotoop van het betrokken vak. Deze uitgebreide lijst vragen is dus enkel
inspirerend bedoeld.
Reflectievragen voor alle vakgroepen
Deze algemene vragen zijn relevant voor elke vakgroep. Ze zoeken samenhang
met de vakoverschrijdende eindtermen en plaatsen het werk dat binnen het vak
wordt geleverd in het perspectief van de totale schoolwerking. Ze nodigen dus uit
om over het muurtje te denken en zogenaamde ‘vanzelfsprekendheden’ kritisch
te bevragen.
Leren leren
-
-
-
Hoe leren wij in ons vak leerlingen nadenken en zich bewust worden over
hun manier van leren? Sporen wij op dat vlak met wat er in andere vakken
gebeurt?
Hoe leren wij doorheen de jaren leerlingen informatie verwerven en die
ook verwerken? Welke informatiebronnen leren zij gebruiken? Hoe leren zij
met de verworven informatie omgaan? Bestaan hierover afspraken met
andere vakken?
Hoe leren leerlingen problemen oplossen binnen ons vak en - over de
vakken heen – in het algemeen?
Hoe dragen wij bij om leerlingen te leren hun leerproces te reguleren?
Leren zij hun werktijd beheersen? Geven we de leerlingen voldoende
feedback? Leren ze hun sterktes en zwaktes inschatten? Zijn hierover
algemene afspraken gemaakt op school?
Er is leven na deze school. Hoe leren wij de leerlingen kiezen voor een
verdere studie of voor een beroep? Zijn wij en zij voldoende op de hoogte
van de bestaande mogelijkheden? Werken collega’s van andere vakken
hieraan op een analoge manier?
De gemeenschappelijke stam (sleutelvaardigheden)
-
-
Leren leerlingen samenwerken met anderen? Ontwikkelen ze daarbij
voldoende communicatief vermogen? Houden ze rekening met de
anderen? Leren ze zich aanpassen aan de omstandigheden? Leren ze een
gemeenschappelijk doel nastreven? Verwerven ze inzicht in hun eigen
sterke en zwakke punten en die van anderen? Tonen ze daarbij respect?
Heerst in deze school een cultuur van samenwerken? Weten leraren van
verschillende vakken voldoende van mekaar welke accenten zij leggen?
Zien wij het eigen opvoedingsproject van de school als gemeenschappelijk
doel?
Leren wij leerlingen door te zetten, ook als het wat moeilijker gaat?
Worden zij voldoende uitgedaagd om zich spontaan te engageren? Leren
2
-
-
-
we hen creatief oplossingen te zoeken? Benutten ze alle leerkansen?
Nodigt de schoolcultuur uit om spontaan initiatieven te nemen?
Nodigen de school in het algemeen en wij als leraar in het bijzonder
voldoende uit tot kritisch denken? Hebben we aandacht voor verschillende
invalshoeken, ook over de vakken heen? Participeren we doordacht aan de
publieke ruimte met voldoende aandacht voor de media? Nemen wij de
deskundigheid van leerlingen inzake nieuwe media daarbij voldoende mee?
Streeft onze school een gemeenschappelijk doel na? Kent dat een
voldoende groot draagvlak? Nodigen wij onze leerlingen voldoende uit tot
dat streven? Hebben ze er voldoende inbreng in? Nemen ze er de
verantwoordelijkheid voor op?
Gaat iedereen op school respectvol om met verscheidenheid? Gebruiken
wij de gepaste kanalen om vragen, problemen, ideeën of meningen
kenbaar te maken? Dragen leerlingen en leraren voldoende zorg voor de
toekomst van eenieder?
Lichamelijke gezondheid en veiligheid
-
-
In
hoeverre
dragen
wij
als
leraar
bij
tot
de
algemene
gezondheidsbevordering
op
school?
Zijn
er
daartoe
evidente
aanknopingspunten in de algemene doelstellingen van ons vak?
Steunen wij leerlingen om zich hygiënisch te gedragen? Hebben zij de
gelegenheid om hun handen te wassen? Hebben wij aandacht voor hun
lichaamssignalen? Kunnen onze leerlingen voldoende bewegen? Is er
voldoende aandacht voor ergonomie en gezonde zithouding? Zijn de
toiletten zuiver?
Spreken alle leraren hun grote taken samen voldoende af opdat leerlingen
evenwicht zouden kunnen vinden in werk en ontspanning?
Stimuleren wij leerlingen tot gezonde voedingsgewoontes? Krijgen zij (ook
in de lessenblokken) voldoende gelegenheid om water te drinken? Kunnen
zij hun meegebrachte boterhammen koel bewaren op school?
Hebben wij in de school een beleid t.o.v. geneesmiddelengebruik? Wat is
ons aandeel in het veiligheidsbeleid op school?
Is elke leraar op de hoogte wat te doen in geval eerste hulp zich opdringt?
Hoe is de verkeerssituatie rond onze school? Kunnen wij als leraar
bijdragen tot een veilige schoolomgeving?
Mentale gezondheid
-
-
In
hoeverre
dragen
wij
als
leraar
bij
tot
de
algemene
gezondheidsbevordering op onze school?
Zijn er daartoe evidente aanknopingspunten in de algemene doelstellingen
van ons vak?
Leren de leerlingen adequaat om te gaan met taakbelasting en stressvolle
situaties? Houden wij en de collega’s van andere vakken daarmee rekening
als we opdrachten geven?
Is er in onze lessen en in onze school ook plaats voor gevoelens en
emoties als vreugde, verdriet, angst, boosheid, verlies en rouw?
Hoe ondersteunen wij als school en als leraar leerlingen in hun puberteit
om respectvol om te gaan met vriendschap, verliefdheid en met hun
seksuele identiteit, geaardheid, gevoelens en gedrag?
3
-
Zijn de leerlingen weerbaar genoeg om hun eigen gevoelens en die van
anderen te herkennen en desgewenst uit te drukken? Op welke manier
kunnen zij dat? Wat is de impact van cultuur- en kunstbeleving daarbij?
Sociale en relationele ontwikkeling
-
In
hoeverre
dragen
wij
als
leraar
bij
tot
de
algemene
gezondheidsbevordering op onze school? Zijn er daartoe evidente
aanknopingspunten in de algemene doelstellingen van ons vak?
Leren leerlingen op school en in onze lessen om respectvol relaties op te
bouwen? Aanvaarden ze hierin grenzen? Erkennen zij het bestaan van
gezagsverhoudingen?
Erkennen zij en wij het belang van gelijkwaardigheid, afspraken en regels
in relaties? Accepteren wij allen verschillen? Doorprikken wij vooroordelen,
stereotypering?
Zoeken wij mee naar constructieve oplossingen voor conflicten?
Creëren wij ruimte om opvattingen over medische, psychische en sociale
aspecten van samenlevingsvormen, veilig vrijen, gezinsplanning en
dergelijke te bespreken?
Brengen wij samen voldoende begrip op voor de leefwereld van anderen,
hun cultuur- en hun kunstuitingen?
Omgeving en duurzame ontwikkeling
-
-
-
Dragen de algemene doelstellingen van ons vak bij tot het herkennen van
de verwevenheid tussen economische, sociale en ecologische aspecten in
duurzaamheidvraagstukken?
Tonen leerlingen interesse voor natuur, landschap en erfgoed en
participeren ze aan milieubeleid en -zorg op school? Is het zichtbaar voor
hen hoe hier op school afval gesorteerd wordt? Is er aandacht voor de
waarde van natuurbeleving en het genieten van de natuur?
Nodigen wij leerlingen uit om zelf te zoeken naar mogelijkheden om
duurzaam gebruik te maken van ruimte, grondstoffen, goederen, energie
en vervoermiddelen? Dragen zij mee zorg voor de schoolgebouwen, kledij
en boekentassen? Voor licht- en warmteverbruik? Sensibiliseren wij
leerlingen en ouders om na te denken over de keuze van vervoermiddel
om naar school te komen? Kunnen wij daar een voorbeeldfunctie
vervullen?
Besteden we aandacht aan duurzame oplossingen voor de school en de
leefomgeving?
Politiek – juridische samenleving
-
Hoe kunnen wij de jongeren mee sensibiliseren en vormen in thema’s als
actief burgerschap, mensen- en kinderrechten, democratie en de
Europese, internationale dimensie?
Participeren de leerlingen in de besluitvorming op school en leren zij zo
deel te nemen aan de besluitvorming en de opbouw van de samenleving?
Zien de leerlingen het belang van mensen- en kinderrechten in en zetten
ze er zich voor in?
4
-
-
Besteden wij aandacht aan onze democratie als samenlevingsvorm?
Toetsen we die samenlevingsvorm aan andere samenlevingsvormen?
Tonen we aan dat samenleven in een democratische rechtsstaat gebaseerd
is op wederzijdse rechten en plichten? Is er daarbij aandacht voor het
evenwicht tussen de drie machten? Illustreren we dat het algemeen belang
wordt nagestreefd door rekening te houden met standpunten en belangen
van verschillende betrokkenen? Wordt de rol van de media en van
organisaties in het democratisch bestel duidelijk?
Leren de leerlingen de hoofdzaken van de federale Belgische
staatsstructuur onderscheiden?
Leren ze het belang (ook voor henzelf) zien van internationale organisaties
en instellingen, van Europese samenwerking en van de Europese unie? Is
er daarbij aandacht voor de voor- en nadelen van mondialisering?
Sociale en economische samenleving
-
-
Kunnen wij de jongeren mee sensibiliseren en vormen in thema’s als
welzijn en welvaart, aspecten van consumenteneducatie, arbeid,
economische activiteiten, budgetbeheer, armoede en de rol van
ondernemingen en organisaties?
Leren wij leerlingen nadenken over welvaart en welzijn en over het
creëren van welvaart? Geven wij de leerlingen impulsen om zich daarbij te
engageren?
Hebben we voldoende oog voor duurzame ontwikkeling, prijs en kwaliteit,
rechten van de consument? Wijzen we op voorbeelden van wat de
waardering van goederen en diensten beïnvloedt?
Krijgen leerlingen inzicht in de kenmerken, oorzaken en gevolgen van
armoede? Nodigen we hen uit om hun eigen budget en persoonlijke
administratie te beheren?
Hebben we aandacht voor de rol van ondernemingen, werkgevers- en
werknemersorganisaties in nationale en internationale context?
Sociale en culturele samenleving
-
-
Besteden wij voldoende aandacht aan de dynamiek in leef- en
omgangsgewoonten, opinies, waarden en normen in eigen en andere
sociale en culturele groepen? Wordt het belang van sociale samenhang en
solidariteit duidelijk genoeg? Zien we verschillen tussen mensen en
levensopvattingen als een constructief gegeven? Is er daarbij expliciet
aandacht voor herinneringseducatie, vanuit het verleden tot het heden?
Zien wij bij dat alles voldoende het potentieel dat er in dat verband in de
school aanwezig is en spelen we daar voldoende opin?
Hoe gaan we om met conflicten? Wordt op onze school duidelijk genoeg
dat ze zowel constructief als destructief kunnen zijn?
Wordt de wederzijdse beïnvloeding van kunst, cultuur techniek, politiek,
economie, wetenschappen en levensbeschouwing duidelijk? Leren
leerlingen ook actief om te gaan met de kunst en cultuur die hen
omringen?
5
ICT
-
-
Hebben wij op onze school en in ons vak een positieve houding tegenover
ICT? Gebruiken wij het zelf en zien we de mogelijkheden die het biedt als
ondersteuning bij het leren?
Leren onze leerlingen nadenken over hun gebruik van ICT? Gebruiken ze
het veilig, verantwoord en doelmatig? Kunnen ze adequaat kiezen uit
verschillende ICT-toepassingen, afhankelijk van het te bereiken doel?
Kunnen onze leerlingen zelf leren en oefenen in een door ICT
ondersteunde omgeving? Kunnen zij ICT gebruiken om eigen ideeën
creatief vorm te geven? Kunnen zij digitale informatie opzoeken,
verwerken en bewaren? Gebruiken ze ICT bij het voorstellen van
informatie aan anderen? Gebruiken ze het om op een veilige,
verantwoorde en doelmatige manier te communiceren?
Biedt onze school voldoende ICT – faciliteiten? Benutten wij de
voorhanden zijnde ICT–faciliteiten volledig? Hebben wij voldoende
aandacht voor wie thuis minder of nauwelijks ICT– faciliteiten heeft?
Bieden wij hun een alternatief?
Technisch – technologische vorming
-
2
Hebben wij in onze lessen mogelijkheid om de invloed van de techniek op
de mens en de samenleving te illustreren?
Kunnen we leerlingen kennis en vaardigheden uit ons vakgebied laten
herkennen in technische realisaties? Kunnen we verwijzen naar
ondernemingen/organisaties als uitvoerders van technische processen?
Kunnen we bijdragen om leerlingen een constructief kritische houding bij
te brengen ten aanzien van techniek en technische beroepen?
VOET binnen je vakwerkgroep (deel 2)
En hoe ga je nu aan de slag met het bovenstaande? Scan onderstaande QR Code
met een smartphone of stuur een mail om hier meer over te weten.
6
3
‘Context 6: Socio – economische samenleving’
"Helft ASO-leerlingen zakt op praktijkgerichte economie"
Uit een bevraging van 820 leerlingen uit de tweede graad van het ASO
(algemeen secundair onderwijs) blijkt dat de helft niet slaagt voor
praktische economische kennis. Leerlingen die een economische richting
volgen, scoren tien procent beter, en vierdejaars beter dan derdejaars,
verduidelijkt
docente
economie
Greta
Van
De
Velde
(Arteveldehogeschool).
Bachelorstudenten Wies De Rammelaere, Hans D'Hont, Jan Teurrekens en
Nathalie Van Heule, die voor leraar in het secundair onderwijs studeren, testten
15- en 16-jarigen, met en zonder economie in het lespakket, op
maatschappelijke, financiële en economische kennis.
Maatschappelijke vragen
Op de maatschappelijke vragen, bijvoorbeeld op de vraag of een 16-jarige
iemand mag vervoeren op de brommer, gaf niet de helft van de leerlingen het
juiste antwoord.
Financiële vragen
Op de financiële vragen, bijvoorbeeld "is het protonsaldo op een betaalkaart
verloren als de kaart zoek raakt of gestolen wordt", antwoordden vier op de tien
juist.
De economische richtingen scoorden tien procent beter.
Economische vragen
Op de economische vragen, zoals "het verschil tussen bruto- en nettoloon",
antwoordde iets meer dan de helft juist. Vierdejaarsleerlingen scoorden hierop
beter, zowel bij wie economie als geen economie kreeg.
7
"Roept vragen op"
"Het roept toch vragen op dat een heel groot aantal leerlingen dat naar de derde
graad overstapt, niet weet wat een domiciliëring is, hoe de rente van een
spaarrekening wordt berekend, wat het verschil is tussen omzet en winst, wat
een knelpuntberoep is en hoe een protonkaart werkt", aldus Van De Velde.
Basisvak
De studenten pleiten voor een basisvak praktijkgerichte economie voor alle
leerlingen en concluderen dat dit via de vakoverschrijdende eindtermen niet
bereikt wordt. (belga/adha)
14/07/11 17u28
Marc Dejonckere
Duurzame voedselproductie heeft voeten in de aarde. Vernieuwende
lesprojecten over landbouw, voeding en duurzame ontwikkeling in het
secundair onderwijs
Doelgroep: - leraren 1ste en 2de graad aso-kso: aardrijkskunde, economie en
PAV;
- 2de en 3de graad tso-bso: aardrijkskunde, economie, PAV, voeding;
- 2de en 3de graad aso: aardrijkskunde en biologie
Docent: Bart Verhaeghen en andere medewerkers
Datum en uur: woensdag 12 oktober 2011 van 09.00 u. tot 16.00 u.
Plaats: INAGRO vzw, Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke
Inschrijfprijs: gratis
Cursuscode: S12/020/A
De wereld ligt aan je VOETen in aso
Doelgroep: leraren economie eerste graad a-stroom en tweede en derde graad
aso
Docent: Marc Dejonckere
Datum en uur: woensdag 23 november 2011 van 14.30 u. tot 16.45 u.
Plaats: Technisch Instituut H.-Familie, G.de Stuersstraat 32, 8900 Ieper
Inschrijfprijs: € 30
Cursuscode: S12/023/A
8
Handel
Ten VOETen uit in tso
Doelgroep: leraren handel eerste graad A-stroom en tweede en derde graad tso
Docent: Marc Dejonckere
Datum en uur: woensdag 12 oktober 2011 van 14.30 u. tot 16.45 u.
Plaats: Technisch Instituut H.-Familie, G.de Stuersstraat 32, 8900 Ieper
Inschrijfprijs: € 30
Cursuscode: S12/022/A
Schoenmaker blijf bij je leest - VOETen in bso
Doelgroep: leraren eerste graad B-stroom en tweede en derde graad bso
Docent: Marc Dejonckere
Datum en uur: woensdag 9 november 2011 van 14.30 u. tot 16.45 u.
Plaats: Technisch Instituut H.-Familie, G.de Stuersstraat 32, 8900 Ieper
Inschrijfprijs: € 30
Cursuscode: S12/021/A
Dag van economie en handel
zaterdag 10 maart 2012
K.U. Leuven Kulak Kortrijk
9
Download