Ontwikkeling van motoriek, executieve functies en taal bij jonge kinderen met en zonder ontwikkelingsproblemen: een onderzoek naar de invloed van individuele en omgevingsfactoren Gerda van der Veer, MSc Co-promotors: Dr. Marja Cantell & Dr. Suzanne Houwen Promotor: Prof. Dr. Alexander Minnaert Rijksuniversiteit Groningen Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Basiseenheid Orthopedagogiek 1 Relatie ontwikkelingsdomeinen • Neurobiologisch bewijs • Overlap stoornissen Motoriek – Bijv. de co-morbiditeit tussen DCD en taalontwikkelingsstoornis is 50% Executieve functies Taal • Vergelijkbare tijdsperiode van enorme ontwikkeling (0 t/m 6 jaar) • Cross-sectionele studies bij kinderen in de basisschoolleeftijd 2 Onderzoeksvragen • Wat is de relatie over de tijd tussen motorische vaardigheden, taalvaardigheden, en executief functioneren bij kinderen van 3 t/m 5 jaar? • Hoe beïnvloeden individuele en omgevingsfactoren deze relaties? • In hoeverre voorspellen motorische vaardigheden, taalvaardigheden, en executieve functies bij kinderen van 3 t/m 5 jaar het schoolsucces in de kleuterklas? 3 Doelgroepen Kinderen van 3;0 t/m 5;11 jaar 1) met een risico op Developmental Coordination Disorder (DCD); 2) met (een risico op) een specifieke taalontwikkelingsstoornis (TOS); 3) met een risico op TOS en DCD; 4) zonder ontwikkelingsproblemen. 4 Design • Longitudinaal prospectief design: volgen tot de kinderen 6 jaar zijn • Elke 6 maanden data verzamelen • Dataverzameling van 2016 t/m 2019 5 Dataverzameling 3;0-3;5 3;6-3;11 4;0-4;5 4;6-4;11 5;0-5;5 5;6-5;11 Motoriek Taal Executieve functies Motoriek Taal Executieve functies Motoriek Taal Executieve functies Motoriek Taal Executieve functies Motoriek Taal Executieve functies Assessment kind Motoriek Taal Executieve functies Intelligentie Intelligentie Intelligentie Ouder en kind Ouder-kind interactie Ouder-kind interactie Ouder-kind interactie Ouder-kind interactie Ouder-kind interactie Ouder-kind interactie Vragenlijsten ouder Motoriek Executief functies Temperament Kwaliteit thuisomgeving Gedragsproblemen Soc-dem vragenlijst Executief functies Kwaliteit thuisomgeving Motoriek Executief functies Temperament Kwaliteit thuisomgeving Gedragsproblemen Soc-dem vragenlijst Executief functies Kwaliteit thuisomgeving Motoriek Executief functies Temperament Kwaliteit thuisomgeving Gedragsproblemen Soc-dem vragenlijst Executief functies Kwaliteit thuisomgeving 6 Welke kinderen willen wij rekruteren via fysiotherapeuten en ergotherapeuten? Kinderen van 3;0 t/m 5;11 jaar met een risico op DCD. Dit zijn kinderen: – met een score ≤16de percentiel op de Movement Assessment Battery for Children 2; – deze achterstand in motorisch functioneren heeft geen neurologische verklaring, zoals cerebrale parese en autisme spectrum stoornissen; – de kinderen hebben geen lichamelijke beperking; – de kinderen hebben geen verstandelijke beperking; en – de kinderen hebben een normale of gecorrigeerde visus en hebben een normaal gehoor. 7 Opbrengsten • Afstemmen van diagnostiek en behandeling op jonge kinderen met ontwikkelingsproblemen, zoals kinderen met DCD. • Afstemmen van zorg en onderwijs op de mogelijkheden van jonge kinderen. • Deelnemende professionals – Eindresultaten worden bij u gepresenteerd in een workshop. Tijdens deze workshop is tevens specifieke aandacht voor motorische instrumenten, zoals de Zurich Neuromotor Assessment 3-5 (Kakebeeke, Caflisch, Chaouch, Rousson, Largo, & Jenni, 2013). – Op onze website kunt u het onderzoeksproces volgen. Deze website is op dit moment in ontwikkeling. Kakebeeke, T. H., Caflisch, J., Chaouch, A., Rousson, V., Largo, R. H., & Jenni, O. G. (2013). Neuromotor development in children. Part 3: Motor performance in 3-to 5-year‐olds. Developmental Medicine & Child Neurology, 55(3), 248-256. DOI: 10.1111/dmcn.12034 8 DANK! Wilt u deelnemen aan dit onderzoek? Wilt u meer informatie? Contacteer ons via: Gerda van der Veer [email protected] Tel. 050 363 6436 9