‘Samen leer je meer SCHOOLGIDS (A) 2014/2015 OBS DALTON EELDE Esweg 21, 9761 EN EELDE Telefoon: 050 - 3094271 Fax: 050 - 3093881 Email: [email protected] Website: www.eeldedaltonschool.nl Inhoudsopgave bladzijde Een woord vooraf .................................................................................................................................... 1 OBS DALTON EELDE, een openbare Daltonschool. ............................................................................. 1 Schoolgrootte .......................................................................................................................................... 1 Onze school in de gemeente Tynaarlo. .................................................................................................. 1 Wat staat er in de schoolgids? ................................................................................................................ 4 1 Waar staat de Openbare Daltonschool Eelde voor ? ....................................................................... 5 1.1 Het Daltononderwijs op onze school. ................................................................................................ 5 1.2 De taak .............................................................................................................................................. 7 1.3 Uitgestelde aandacht ........................................................................................................................ 8 1.4 Groepsoverstijgende activiteiten ………………………………………………………………………….8 1.5 Coöperatieve werkvormen…………………………………………………………………………………9 1.6 2 Passend Onderwijs .................................................................................................................... 10 De organisatie van het onderwijs ................................................................................................. 111 2.1 Groepen en groepsgrootte ....................................................................................................... 111 2.2 De activiteiten voor de kinderen ............................................................................................... 111 2.3 Speciale voorzieningen in het schoolgebouw .......................................................................... 133 3 De zorg voor kinderen .................................................................................................................. 144 3.1 De opvang van nieuwe leerlingen in de school ........................................................................ 144 3.2 Herfst kinderen ......................................................................................................................... 144 3.3 Aanmelding van leerling met zorgvraag ................................................................................... 155 3.4 Het leerlingvolgsysteem ........................................................................................................... 155 3.5 De verslaglegging van gegevens over leerlingen door de groepsleraar .................................. 155 3.6 Teamleden die in de school de vorderingen van de leerlingen doorspreken .......................... 155 3.7 De wijze waarop het welbevinden en de leervorderingen van de kinderen besproken wordt met ouders ............................................................................................................................... 166 3.8 Maatschappelijk werk ............................................................................................................... 166 3.9 De speciale zorg voor kinderen (met specifieke behoeften) .................................................... 166 3.10 De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs ................... 188 3.11 Naschoolse activiteiten voor kinderen .................................................................................... 18 3.12 Afspraken externe bureaus .................................................................................................... 18 3.13 Buitenschoolse activiteiten voor kinderen ............................................................................ 199 4 De leraren ....................................................................................................................................... 20 4.1 Wijze van vervanging bij ziekte, ADV of anderszins .................................................................. 20 4.2 De begeleiding en inzet van stagiaires van de PABO ............................................................... 20 4.3 Nascholing van leraren. ............................................................................................................. 20 5 De ouders ..................................................................................................................................... 211 5.1 Het belang van betrokkenheid van ouders. ............................................................................. 211 5.2 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school. ....................................... 211 5.3 Inspraak .................................................................................................................................... 211 5.4 Ouderparticipatie ...................................................................................................................... 222 5.5 Overblijven ............................................................................................................................... 222 5.6 Ouderbijdrage ........................................................................................................................... 222 5.7 Klachtenregeling....................................................................................................................... 222 5.8 Verzekeringen .......................................................................................................................... 233 6 De ontwikkeling van het onderwijs in de school ............................................................................. 24 6.1 Informatie Communicatie Technologie (ICT) ............................................................................. 24 6.2 Gevolgen voor het onderwijs ...................................................................................................... 24 7 Het onderwijs op onze school ......................................................................................................... 26 7.1 Kwaliteitsbewaking ..................................................................................................................... 26 7.2 Schoolresultaten......................................................................................................................... 26 7.3 Sociale veiligheid ........................................................................................................................ 26 7.4 Actief burgerschap en integratie ................................................................................................ 27 8 Regeling school- en vakantietijden ................................................................................................. 28 8.1 Schooltijden ................................................................................................................................ 28 8.2 Regels voor aanvang en einde schooltijd .................................................................................. 28 8.3 Maatregelen ter preventie van schoolverzuim ........................................................................... 28 8.4 Spreekuren ................................................................................................................................. 29 8.5 Toelating, weigering verwijdering van leerlingen en vrijstelling van onderwijs .......................... 29 8.6 Sponsoring ................................................................................................................................. 31 9 Namen en adressen ....................................................................................................................... 32 Een woord vooraf De basisschoolperiode is een stukje van je leven. Voor kinderen en voor ouders. Jarenlang dezelfde weg van huis naar school en weer terug. Wist u dat u in de loop van de jaren uw kind in totaal 8.000 uur toevertrouwt aan de zorg van de leerkrachten van de basisschool? Dat is een belangrijk deel van de kindertijd. Een school dien je dan ook met zorg te kiezen. Voor u ligt de schoolgids. Deze gids is voor ouders/verzorgers die nu kinderen op onze school hebben en voor ouders/verzorgers van nieuwe leerlingen. In deze gids proberen we u een indruk te geven van onze school en wat u van ons onderwijs mag verwachten. Scholen verschillen in werkwijze, sfeer en resultaten. Dat maakt het kiezen moeilijk. Deze schoolgids kan ouders helpen bij het bewust kiezen van een school voor hun kinderen. Een belangrijke keuze, want u vertrouwt uw kind vele jaren toe aan de zorg van de school. Hopelijk zult u onze schoolgids met veel plezier lezen. Wij zijn ons ervan bewust dat deze gids u slechts een indruk kan geven. Vanzelfsprekend zijn we bereid de schoolgids nader toe te lichten in een persoonlijk gesprek. OBS DALTON EELDE, een openbare Daltonschool. De Openbare Daltonschool Eelde is een openbare school. Openbaar betekent dat de school toegankelijk is voor iedereen. Een openbare school is dus een school waar iedereen ongeacht de levensovertuiging en culturele achtergrond van harte welkom is en waar voor iedereen een gelijkwaardige plaats is. Schoolgrootte Momenteel bezoeken ongeveer 70 kinderen de school. Er zijn 4 hoofdgroepen. Aan de school zijn zes groepsleerkrachten, een Intern Begeleider (IB-er), een vakleerkracht bewegingsonderwijs, een leerkracht voor humanistisch vormingsonderwijs, een leerkracht voor godsdienstonderwijs en een directeur verbonden. Onze school in de gemeente Tynaarlo Sinds 1 januari 2009 is het bevoegd gezag van onze school Stichting openbaar onderwijs Baasis. De Stichting vormt het bestuur van het openbaar primair onderwijs in de gemeenten Haren en Tynaarlo. Stichting openbaar onderwijs Baasis De naam voldoet aan alle criteria en biedt communicatief veel mogelijkheden. De foute spelling van het woord ‘baasis’ wordt met een juiste typografie opgeheven: de beide a’s kunnen namelijk als een kompasnaald worden afgebeeld. Dan staat er op de plaats van één letter een A met de punt naar boven en daaronder één met de punt naar beneden. Een kompasnaald is een mooie grafische vertolking in dit verband. De dubbele aa is ook een verwijzing naar de Drentsche Aa die door beide gemeenten loopt. De openbare basisscholen die onder de stichting vallen zijn: - openbare basisschool "De Wissel", Mellenssteeg 16, 9753 HN Haren; - openbare basisschool "Brinkschool", Oude Brinkweg 95, 9751 RL Haren; - openbare basisschool "De Linde", Hertenlaan 21, 9751 GA Haren; - openbare basisschool ", Nieuwe Schoolweg 6, 9756 BB Glimmen; - openbare basisschool Centrum, Schoollaan 18, 9765 AC Paterswolde; - openbare basisschool De Duinstee, Schoolstraat 1, 9494 RE Yde; 1 - openbare basisschool Dalton Eelde, Esweg 21, 9761 EN Eelde; - openbare basisschool De Ekkel, Jan Steenweg 1, 9761 HJ Eelde; - openbare basisschool De Kooi, Kooistukken 86, 9761 JZ Eelde; - openbare basisschool De Vijverstee, De Vledders 14, 9481 GA Vries; - openbare basisschool Zeijen, Ubbenaseweg 3, 9491 AA Zeijen; - openbare basisschool Oelebred, Rozenstraat 18, 9482 PP Tynaarlo; - openbare basisschool Paterswolde-Noord, Groningerweg 8, 9765 TB Paterswolde; - openbare basisschool De Schuthoek, Zuidlaren, Julianalaan 67, 9471 EB Zuidlaren; - openbare basisschool Schuilingsoord, Hogeweg 7-c, 9472 PA Zuidlaren - openbare basisschool De Schuthoek, De Groeve, Hunzeweg 82, 9473 TH De Groeve; - openbare daltonbasisschool De Zuid-Wester, Schipborgerweg 97a, 9471 PS Zuidlaren; - openbare basisschool De Schuthoek, Zuidlaarderveen, Dorpsstraat 25, 9474 PB Zuidlaarderveen. Bereikbaarheid Stichting openbaar onderwijs Baasis Bezoekadres: Stationsweg 3, 9471 GJ Zuidlaren Postadres: Postbus 75, 9470 AB Zuidlaren Telefoonnummer: 050-4096920 E-mailadres: [email protected] Internet: www.stichtingbaasis.nl De directeur-bestuurder (DB) De heer Wietse Blink is directeur-bestuurder (DB) van de Stichting openbaar onderwijs Baasis. Hij wordt door een staf van medewerkers ondersteund. Een organisatie met zo’n 220 personeelsleden en ongeveer 2600 leerlingen. De Raad van Toezicht ( RVT) Vanaf 1 november 2012 kent de Stichting Baasis een nieuwe bestuursvorm. De formele bekrachtiging daar van heeft plaats gehad in de raadsvergaderingen van de gemeenten Haren en Tynaarlo in september 2012. Het betreft hier het zogenaamde Raad van Toezichtmodel. Concreet betekent dit dat het management van de scholen wordt uitgevoerd door de directeur van de betreffende school. Het bestuur van de Stichting Baasis wordt uitgevoerd door de directeurbestuurder dhr. W. Blink. De directeur-bestuurder legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht bestaat uit de volgende personen: 2 Dhr. J. Wibier, voorzitter (interim manager en zelfstandig ondernemer) Dhr. F. Kroon, (registeraccountant AVM accountants) Mw. J.H. van Boetzelaer-Wormgoor (directeur DGA Ban personeelsdiensten) Mw. J. Nijboer (beleidsadviseur onderwijskwaliteit Kentalis, regio Noord) Dhr. C. de Ruiter (bestuurder-algemeen directeur Orion Openbaar Speciaal Onderwijs) Visie en missie van Baasis De visie en de missie vormen het fundament voor het beleid van het openbaar onderwijs van Stichting Baasis. Ze zijn de leidraad voor alle betrokkenen bij het openbaar onderwijs. De nieuwe organisatie is een onderwijsorganisatie met een duidelijk openbaar karakter, die zich profileert als een groep scholen, die diversiteit uitstraalt. Kwaliteit staat bij alle zaken bovenaan. De organisatie staat niet stil: zij ontwikkelt zichzelf en volgt de ontwikkelingen, die voor de organisatie belangrijk zijn. Visie Het openbaar primair onderwijs van Stichting Baasis: biedt alle leerlingen zonder onderscheid naar afkomst en levensovertuiging een brede en kwalitatief hoogwaardige vorming aan, gericht op de ontwikkeling van de cognitieve, emotionele, sociale, motorische en creatieve vaardigheden. Daarbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de achtergronden, mogelijkheden en talenten van de individuele leerling. biedt diverse onderwijsconcepten aan vanuit goed bereikbare, goed toegeruste en veilige scholen. speelt in op de ontwikkelingen in de maatschappij en brengt de kinderen inzicht en vaardigheden bij om in de toekomstige maatschappij als actief burger te kunnen functioneren. investeert in verdere ontwikkeling en professionalisering van de organisatie en alle betrokkenen binnen deze organisatie. zoekt samenwerking met instanties en instellingen, die het openbaar primair onderwijs kunnen versterken. draagt in samenspraak met de ouders bij aan de overdracht van normen en waarden die in de Nederlandse samenleving gelden, brengt de leerlingen het besef bij van de verscheidenheid van die normen en waarden in onze samenleving en leert de leerlingen daarmee om te gaan en daarover te communiceren. biedt leerlingen met beperkingen zo lang mogelijk binnen de reguliere scholen opvang en begeleiding. Missie Het openbaar primair onderwijs van stichting Baasis is een sterke, efficiënte en resultaatgerichte organisatie. Alle participanten werken, in goed overleg, samen. Zij doen dit vanuit hun eigen positie en verantwoordelijkheid voor het bieden van kwalitatief goed onderwijs. Zij doen dat vanuit de kenmerken van het openbaar onderwijs en passend bij de omgeving van de scholen. Daartoe zijn er sterke basisscholen, die vanuit een duidelijk pedagogisch concept een open relatie onderhouden met de omgeving en die toegerust zijn met deskundig en 3 enthousiast personeel in goed geoutilleerde voorzieningen. De scholen bieden aan leerlingen en hun ouders kwalitatief hoogwaardig en effectief onderwijs en zijn ontdekkings-, leer- en ontmoetingsplaats: een integrale leefschool. Leerplichtambtenaren De leerplichtambtenaar van de gemeente Tynaarlo is Jeanet van Rein. Ze is te bereiken op telefoonnummer 0592-266888, e-mail: [email protected] (gemeentehuis Vries). De leerplichtambtenaar van de gemeente Haren is Katharina Beimers. Ze is te bereiken op telefoonnummer 050-5339952, e-mail: [email protected] (gemeentehuis Haren). Wat staat er in de schoolgids? In deze schoolgids kunt u lezen over de opzet van ons onderwijs. Van de vele aspecten die in onze school aan de orde komen hebben we een beschrijving gemaakt. We bespreken het doel en de werkwijze van de school zowel op schoolniveau als groepsniveau. We geven u inzicht in ons zorgsysteem, de sfeer, de verschillende feesten, extra activiteiten etc. De schoolgids is samengesteld door de directie en de teamleden. We hebben geprobeerd de school in deze schoolgids zo reëel mogelijk neer te zetten. Heeft u suggesties of wensen voor verbetering neemt u dan contact op met de school. Bij deze schoolgids behoort het informatieboekje per schooljaar (schoolgids B). 4 1 Waar staat de OBS Dalton Eelde voor ? Het onderwijs op OBS Dalton Eelde is gebaseerd op de principes van Dalton. In de visie van de school staan dan ook drie beginselen centraal: Samenwerken Vrijheid Zelfstandigheid Elke leerling wordt vanuit de verantwoordelijkheid voor eigen spel en werk in staat gesteld met anderen samen te werken. Kind en/of leerkracht bepalen in hoeverre er wordt samengewerkt. Op school proberen we langs de geleidelijke weg het kind vertrouwd te maken met vrijheid. Vrijheidsbeleving wordt gekoppeld aan verantwoordelijkheidsgevoel voor het eigen functioneren; er zijn beperkingen aan vrijheid. De zelfstandigheid komt tot uiting in het begeleiden van leerlingen. Waar nodig wordt instructie of ondersteuning gegeven in groepsverband of individueel. Dit is afhankelijk van de werkwijze en hulpvraag van het kind. In ieder geval biedt het onderwijs de mogelijkheid aan leerlingen zelfstandig te denken, te handelen en te werken. OBS Dalton Eelde heeft de volgende kenmerken: 1. De school biedt alle leerlingen zonder onderscheid naar afkomst en levensovertuiging een brede en kwalitatief hoogwaardige vorming aan, gericht op de ontwikkeling van de cognitieve, emotionele, sociale, motorische en creatieve vaardigheden. Daarbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de achtergronden, mogelijkheden en talenten van de individuele leerling. 2. De school biedt een pluriform onderwijsaanbod aan vanuit goed bereikbare, goed toegeruste en veilige school die een eigen onderwijskundig en pedagogisch profiel heeft en een effectieve en uitdagende leeromgeving aanbiedt. 3. De school speelt waar wenselijk en waar nodig is in op de ontwikkelingen in de maatschappij, zoals toenemende complexiteit, technologie en informatisering, multiculturele samenstelling van de bevolking, individualisering, normvervaging, doorbreking rolpatronen en brengt de leerlingen inzicht en vaardigheden bij om in de toekomstige maatschappij als actief burger te kunnen functioneren. 4. De school draagt in samenspraak met de ouders bij aan de overdracht van normen en waarden die in de Nederlandse samenleving gelden, brengt de leerlingen het besef bij van de verscheidenheid van die normen en waarden in onze samenleving en leert de leerlingen daarmee om te gaan en daarover te communiceren. 5. De school wil leerlingen met beperkingen zo lang mogelijk opvangen en begeleiden. Het Daltononderwijs op onze school. Vanaf 1997 is de OBS Dalton Eelde een daltonschool. In 2014 is de licentie voor 5 jaar verlengd. Dalton is een manier van omgaan met elkaar. Een daltonschool schept ruimte en geeft kinderen de gelegenheid om zelfstandig of samen te werken aan een afgesproken taak. De drie principes verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerken vormen het uitgangspunt van de Daltonaanpak. Doordat het daltononderwijs geen voorgeschreven systeem is zijn alle daltonscholen in Nederland verschillend. Iedere daltonschool ontwikkelt op grond van de uitgangspunten een eigen vorm, aangepast aan de omstandigheden. Dit laatste is bij ons een continu proces. Kerndoelen Om te beginnen gelden voor een daltonschool dezelfde doelstellingen en regels die ook gelden voor alle andere vormen van basisonderwijs. Dat betekent onder andere dat de school de door de rijksoverheid geformuleerde kerndoelen realiseert. 5 In de kerndoelen wordt omschreven wat de kinderen op school moeten leren. Dat leren betreft niet alleen de bekende schoolvakken, maar ook andere ontwikkelingsgebieden zoals sociale vorming, creativiteit en omgaan met moderne media, zoals computers. Alleen voor zorgleerlingen waarvoor een aangepast programma is vastgesteld, gelden eventueel andere, individuele einddoelen. De daltongedachte Op de OBS Dalton Eelde proberen we de hierboven genoemde doelstellingen te bereiken middels daltononderwijs. Daltononderwijs staat bij velen bekend als een organisatievorm waarin de taak een grote rol speelt. Toch is het taakwerken eigenlijk alleen maar een middel om andere belangrijke vormende en opvoedende waarden te bereiken, waar de kinderen de rest van hun leven plezier van kunnen hebben, zowel bij hun verdere studie als later in hun beroep en privéleven. De grondlegster van deze vorm van onderwijs is Helen Parkhurst. De beginselen ervan staan uitgebeeld in de daltondriehoek hierboven. In de cirkel staan de basiskenmerken van de dalton onderwijspraktijk en in de driehoek daar omheen wordt de mensvisie aangeduid die de basis is voor deze vorm van onderwijs. Vertrouwen Daltonscholen hebben vertrouwen in de kinderen. Ze vertrouwen er bijvoorbeeld op dat kinderen willen leren, dat ze goede keuzes kunnen maken, dat ze kunnen samenwerken en kunnen organiseren. Dat betekent voor de school, dat je kinderen serieus neemt en ze dat vertrouwen moet schenken. Verantwoordelijkheid Als je kinderen vertrouwt, dan volgt daar automatisch uit dat je ze verantwoordelijkheid moet durven geven. Dit is een belangrijk element in het opgroeien van het kind. We willen het kind leren verantwoordelijkheid te nemen voor bijvoorbeeld (een deel van ) het eigen leren, voor de schoolomgeving, voor de medeleerlingen, ja, uiteindelijk zelfs voor de maatschappij. Daltononderwijs wil kinderen uiteindelijk opvoeden tot positieve, democratische, verantwoordelijke medeburgers. Verantwoording Als je een zekere verantwoordelijkheid en vrijheid krijgt, dan hoort daar binnen het daltononderwijs ook bij dat je verantwoording aflegt over wat je hebt gedaan en dat je probeert te leren van je succes en van je fouten. In de dagelijkse onderwijspraktijk wordt dit mens- / kindbeeld waargemaakt rond de volgende drie daltonprincipes: VRIJHEID / VERANTWOORDELIJKHEID Binnen het daltononderwijs betekent vrijheid beslist niet dat een kind maar zelf mag weten wat het binnen de school doet. Nee, het gaat er bijvoorbeeld om dat het kind een opdracht of een aantal opdrachten krijgt, die het onder zijn eigen verantwoording dient uit te voeren. De vrijheid van het kind bestaat eruit dat het zelf bepaalt in welke volgorde de taken worden uitgevoerd, welke tijd eraan wordt besteed en hoe het wordt uitgevoerd. Daarnaast worden er echter ook keuzemogelijkheden gecreëerd, waarbij kinderen zelf mogen bepalen waar ze iets over willen leren. ZELFSTANDIGHEID In de groep zal de leerkracht nieuwe leerstof in eerste instantie vaak groepsgewijs uitleggen. Het zelfstandig uitwerken daarvan vindt dan plaats tijdens de taakuren. Zelfstandigheid gaat verder dan "voor jezelf werken". Het betekent namelijk ook, dat kinderen leren de problemen die ze tegenkomen zelf op te lossen. De leerkracht is natuurlijk wel altijd op de achtergrond beschikbaar voor hulp, maar is vaak niet het eerste aanspreekpunt als een kind een moeilijkheid ontmoet. Het moet voor kinderen een gewoonte worden om eerst zelf te proberen 6 een (creatieve) oplossing te bedenken en om hulp te vragen bij medeleerlingen. De kinderen krijgen de vrijheid, tevens de verplichting, om hun opdrachten zodanig te plannen en te organiseren dat ze het op het afgesproken moment klaar hebben. Deze organisatievorm biedt de groepsleerkracht veel gelegenheid om kinderen individueel of in groepjes extra uitleg te gegeven. Door de taak voor bepaalde kinderen aan te passen, kan de leerkracht tegemoet komen aan individuele behoeften van deze kinderen. Deze vorm van zelfstandigheid vinden wij opvoedkundig erg waardevol. Al vanaf de eerste dag op school wordt er een beroep op de zelfstandigheid van de kinderen gedaan en krijgen ze vrij speels "taken" van de leerkracht. SAMENWERKEN Zoals hierboven al werd genoemd, willen we de kinderen graag leren de oplossingen van dagelijkse problemen zoveel mogelijk zelf te vinden, onafhankelijk van de leerkracht. Je kan problemen ook oplossen door samen te werken met andere kinderen. Wij willen de kinderen leren om elkaar te helpen en om zelf ook hulp te vragen. N.B.: We leren de kinderen nadrukkelijk het verschil tussen elkaar helpen en elkaar de antwoorden voorzeggen ! Een andere vorm van samenwerken is het samen uitvoeren van een bepaalde opdracht. Afhankelijk van de ontwikkeling van de kinderen zullen dergelijke opdrachten steeds vaker gegeven worden. Er wordt dus samengewerkt en samen gewerkt. Wij zijn ervan overtuigd dat de kinderen veel leren van de hierboven beschreven manier van werken. De ervaring leert, dat het voor kinderen erg motiverend is om binnen grenzen een bepaalde vrijheid te hebben en om te worden aangesproken op hun eigen verantwoordelijkheid. De ervaring leert ook, dat onze "daltonkinderen" in het voortgezet onderwijs veel profijt hebben van de geleerde vaardigheden. ”Dalton is geen methode, geen systeem, maar een invloed, een houding”. Het is dan ook begrijpelijk dat geen twee daltonscholen hetzelfde zijn. Iedereen, en wij dus ook, past het onderwijs aan, aan de situatie van de school en aan de mogelijkheden en inbreng van de leerlingen, ouders en leerkrachten. Bij alle daltonaspecten zit een opbouw door de hele school heen. Dankzij deze "rode draad" gaat de ontwikkeling daarvan heel geleidelijk. Alles begint heel speels bij de kleuters, maar van de kinderen in de bovenbouw verwachten we aanmerkelijk meer. Het daltonbeleid van OBS Dalton Eelde is beschreven in de daltonmap. Deze ligt op school ter inzage voor geïnteresseerden. Alle aspecten van ons daltononderwijs worden daarin uitvoering beschreven. De taak Eén van de bekendste aspecten van het daltononderwijs is de "taak". De kinderen krijgen daarbij een aantal opdrachten die binnen een bepaalde periode moeten worden uitgevoerd. Kleuters In de kleuterperiode worden de kinderen al op een speelse wijze bekend gemaakt met het taakwerken. De schooldag voor kleuters bestaat voor een groot deel uit spelen en werken in de klas, in het speellokaal of buiten. Buiten wordt hoofdzakelijk vrij gespeeld, omdat het materiaal en de omgeving veel mogelijkheden bieden. Er wordt dagelijks buiten gespeeld, zolang het weer het toelaat. In het speellokaal worden allerlei spelletjes gedaan, zoals kring- , dans- en tikspelletjes. Ook kleutergymnastiek, ritmiek, muzikale vorming en poppenkast staan op het programma. In de klas doet het kind d.m.v. zijn spel een enorme hoeveelheid ervaring op. In de lokalen zijn hoeken ingericht, waarin verschillende activiteiten plaatsvinden. Bijvoorbeeld de huishoek, de taal/ lees- en stempelhoek, de bouw- en constructiehoek. 7 Verder wordt er dagelijks gewerkt met ontwikkelings- en expressiemateriaal. Vaak worden alle activiteiten ingepast in een thema: bv. de herfst, de markt, de winkel etc. Het daltonaspect hierin is dat het kind vrijheid heeft bij het kiezen van een activiteit, maar dat het na het maken van zijn keuze ook de verantwoordelijkheid heeft om die activiteit goed uit te voeren en af te maken. Vanaf het begin krijgen de kinderen ook een "taak". Dit zijn opdrachten, die iedereen moet uitvoeren. Er volgen geleidelijk aan steeds meer opdrachten, die opklimmen in moeilijkheid en steeds meer van hen zullen vragen. Er wordt gewerkt met een takenbord. Elke taak heeft een bepaald symbool en als een opdracht klaar is, mag het kind zelf op dit bord bijhouden wat het heeft gedaan. Zo stimuleren we het ”taakbesef” en leert het kind al vrij goed zelfstandig te werken en te plannen. Kinderen raken eraan gewend dat ze zelfstandig hun materiaal pakken en opruimen en zelfstandig probleempjes oplossen. Extra aandacht besteden de leerkrachten aan het leren samen spelen en samenwerken tijdens keuze activiteiten. Groep 3 t/m 8 Vanaf groep 3 wordt een dagtaak aangeboden. De opbouw van de taken begint hier met een niet al te grote dagtaak in groep 3 tot een zelf te plannen weektaak in groep 8. De opbouw van de taken is uitgewerkt in het daltonbeleidsplan. Hierin staat bijvoorbeeld ook, hoe en vanaf wanneer kinderen zelf een deel van hun werk mogen corrigeren. U zult begrijpen dat dit een groot beroep doet op het nemen van verantwoordelijkheid voor het eigen leren. De rol van de leerkracht tijdens de taak De kinderen zijn een deel van de dag (van weinig bij de kleuters tot vrij veel in groep 8) aan het werk met hun taak. De rest van de dag wordt besteed aan gezamenlijke activiteiten en (klassikale of groeps) instructie. Rekenen, begrijpend lezen en technisch lezen worden in blokuren gegeven. De leerkracht heeft tijdens het taakwerken, maar ook op een heleboel momenten daarbuiten overigens, een coachende rol. Dat betekent dat hij / zij de kinderen helpt bij het maken van hun planning, maar daarnaast de vorderingen ook goed in de gaten houdt. De leerkracht stimuleert het zelfstandig zoeken naar oplossingen en het samenwerken tussen de kinderen. Daar waar mogelijk geeft hij / zij ze verantwoordelijkheden. Uiteraard geeft de meester of juf uitleg als iets niet wordt begrepen, maar pas nadat er eerst geprobeerd is zelfstandig een oplossing te vinden en het daarna ook niet is gelukt met de hulp van andere kinderen. Uitgestelde aandacht Het begrip "uitgestelde aandacht" is belangrijk binnen het daltononderwijs. Hiermee wordt bedoeld, dat kinderen leren eerst zelf of met hulp van anderen een oplossing te zoeken, omdat de leerkracht soms niet direct kan helpen. Lukt dat niet, dan kun je je hulpvraag op de daarvoor bestemde plaats neerleggen. De leerkracht loopt een ronde door de klas. De leerkracht ziet in één oogopslag wie een vraag heeft en kan dan meteen reageren wanneer hij/zij wel tijd heeft. Groepsoverstijgende activiteiten Gedurende het schooljaar zijn er meerdere groepsoverstijgende activiteiten in de school. Tijdens deze activiteiten worden de leerlingen uit de verschillende klassen in groepjes geplaatst, waarbij het oudste kind de begeleider is. Zo is er het kerstcircuit, de Grote Rekendag, de musical, het Natuurontdekkingspad en de Kinderboekenweek. 8 Coöperatieve werkvormen Het leren samenwerken met andere kinderen is op onze school een belangrijke doelstelling. We werken hieraan op verschillende manieren. Zo zal er op elke weektaak die de kinderen krijgen een samenwerkopdracht voorkomen. Bij opdrachten die kinderen moeilijk vinden, mogen ze in het algemeen ook samenwerken. Een bijzondere vorm van samenwerken is het "maatjeswerken". Hierbij mogen kinderen niet zelf uitkiezen met wie ze de opdrachten uitvoeren, maar bepaalt de leerkracht dat. Deze kiest voor iedereen een maatje uit waarmee je gedurende een week moet samenwerken. Zodoende werken alle kinderen van de groep, om de beurt met elkaar samen. Door deze manier van werken leren kinderen ook om te gaan met kinderen, die niet hun eigen keuze zijn en dat is een belangrijke ervaring voor hen. Voor de sociale omgang van de kinderen met de rest van de groep heeft dit een positieve uitwerking. Ook worden tijdens de bloklessen coöperatieve werkvormen gebruikt. Bij deze werkvormen coachen kinderen elkaar en leren van elkaar. Elke 6 weken wordt er een nieuwe werkvorm geïntroduceerd. Een aantal voorbeelden zijn: mix-pair-share, woordspin, brainstormen, mindmap, tweetal coach en rondpraat. Om goed te kunnen samenwerken hebben kinderen bepaalde basisvaardigheden nodig. Ook deze worden geoefend. Voorbeelden hiervan zijn: elkaar aankijken als je tegen elkaar praat, inbreng durven te hebben, vriendelijk tegen elkaar zijn. 1.1 Passend Onderwijs Op 1 augustus 2014 wordt de wet Passend Onderwijs van kracht. Kernpunten uit deze nieuwe wet zijn dat: Reguliere en speciale scholen op het gebied van ondersteuning aan leerlingen samenwerken; Scholen zorgplicht hebben (de school waar de leerling schriftelijk is aangemeld dient te zorgen voor een passende plek indien er sprake is van zeer specifieke onderwijsbehoeften van een kind); Scholen en gemeenten / jeugdhulpverlening werken samen aan de integrale ondersteuning aan leerlingen vanuit onderwijs en zorg; Er minder regelgeving vanuit Den Haag komt, maar dat er meer in de eigen regio kan worden geregeld; Samenwerkingsverband en subregio De school van uw kind maakt deel uit van het schoolbestuur Stichting Baasis. De scholen van Stichting Baasis vallen onder twee samenwerkingsverbanden (swv) passend onderwijs: -swv 22-01 : Noord Drenthe, alle scholen van stichting Baasis in de gemeente Tynaarlo; -swv 20-01: Provincie Groningen, alle scholen van de stichting Baasis in de gemeente Haren; Dit samenwerkingsverband is opgedeeld in vier sub-regio’s. Onze scholen vallen met de scholen in de stad Groningen samen in één regio. Elk swv heeft een eigen organisatiestructuur . De schoolbesturen in de samenwerkingsverbanden werken nauw samen met de andere schoolbesturen uit de regio om optimale ondersteuning aan ieder kind te kunnen bieden en expertise met elkaar te delen. Onderwijs, passend bij iedere leerling Alle scholen binnen beide samenwerkingsverbanden hebben met elkaar vastgesteld welke ondersteuning er tenminste op alle scholen geleverd wordt: de zogenaamde basisondersteuning. Daarnaast hebben alle scholen vastgesteld welke extra ondersteuning zij kunnen bieden aan leerlingen. De basis- en schoolspecifieke ondersteuning hebben scholen beschreven in hun schoolondersteuningsprofiel (sop). U kunt dit profiel opvragen bij uw huidige school of de school van uw keuze. 9 Is de school handelingsverlegen, met andere woorden kan de school niet voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van uw kind, dan wordt er allereerst binnen het bestuur of in de regio gezocht naar een externe deskundige die samen met de school andere mogelijkheden voor ondersteuning in kaart brengt. Nader onderzoek kan ook één van de adviezen zijn. In dit traject wordt er te allen tijde nauw samengewerkt met de ouders. Mochten extra interventies onvoldoende resultaat opleveren, waardoor de leerling op die school niet langer begeleid kan worden, dan dient de school een andere, beter passende plek te zoeken. Dat kan ook het speciaal (basis) onderwijs zijn. Speciaal (basis)onderwijs Voor een plaatsing in het speciaal onderwijs (*) moet de school, samen met u als ouders / verzorgers, een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen bij de Commissie van Advies/Toelaatbaarheid van het samenwerkingsverband. Meer informatie over het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring vindt u op de website van het samenwerkingsverband of via de school. Meer informatie voor ouders Voor u als ouders geldt dat de scholen de belangrijkste informatiebron zijn als het gaat om Passend Onderwijs en extra ondersteuning aan uw kind. De school heeft dagelijks contact met de leerling en vervult daarmee in de ogen van het samenwerkingsverband een belangrijke rol in de adequate informatievoorziening aan ouders. De samenwerkingsverbanden hebben elk een eigen website : Voor swv Groningen :http://www.passendonderwijsgroningen.nl/SWV-PO20-01/ Voor swv Noord-Drenthe : www.passendonderwijs-po-22-01.nl Op deze website vinden ouders / verzorgers een apart tabblad met meer informatie over het ondersteuningsplan en de ondersteuningsprofielen van de verschillende scholen. Op www.passendonderwijs.nl (website van ministerie OCW) en op www.passendonderwijsenouders.nl kunnen ouders / verzorgers meer informatie vinden over de samenwerkingsverbanden en over Passend Onderwijs. Daarnaast is er het Steunpunt Passend Onderwijs, onderdeel van informatiepunt 5010. Hier kunnen ouders / verzorgers terecht met alle vragen over extra ondersteuning binnen het onderwijs. Het Steunpunt Passend Onderwijs is telefonisch bereikbaar via 5010: (0800) 5010 (vaste telefoon, gratis) of (0900) 5010 123 (€ 0,45 per gesprek + kosten mobiel), of via internet: www.5010.nl Tot slot heeft iedere school een eigen intern begeleider (ib-er). Deze onderwijsmedewerker is in staat verdere vragen van u te beantwoorden over passend onderwijs op de school. 10 2 De organisatie van het onderwijs 2.1 Groepen en groepsgrootte Wij werken in jaargroepen, die door de schoolgrootte gevormd moeten worden door combinatie groepen. 2.2 De activiteiten voor de kinderen In de onderbouw werken we vooral vanuit de kring. We maken daarbij gebruik van bouwhoeken, puzzeltafels, ontwikkelingsmaterialen, huishoek, computerhoek en creatieve hoeken. Naast het werken in hoeken, waarbij het takenbord aangeeft welke taken er gedaan moeten worden, zijn er in de kring veel activiteiten. Zoals voorlezen, vertellen, werken uit de taalmethode “Wat zeg je” en praatplaten van “Bas, ga je mee”. Daarnaast bieden we veel luister- en woordenschat oefeningen. Tevens wordt er aandacht besteedt aan diverse rekenspelletjes, sociale vorming en muziek. Voor de bewegingsactiviteiten hebben we een speellokaal met groot en klein materiaal, een ruim plein en een groot grasveld tot onze beschikking. Basisvaardigheden (lezen, schrijven, taal en rekenen) De doelstellingen die wij hiervoor hanteren zijn de volgende: de leerling moet teksten, liggend binnen de eigen taalschat, zelfstandig kunnen lezen met een goede leestechniek; we streven ernaar dat de leerling de inhoud van een tekst kan begrijpen en verwerken; we streven ernaar belangstelling te wekken voor het geschreven woord; we willen trachten de leerlingen een duidelijk leesbaar en vlot geschreven en goed verbonden hellend handschrift aan te leren; met inachtneming van milieu en aanleg en ter bevordering van de communicatiemogelijkheden van de leerling richt ons onderwijs zich op de uitbreiding van de actieve en passieve taalschat; we streven ernaar dat elk kind een zo hoog mogelijk niveau van rekenvaardigheid bereikt; we streven ernaar dat elke leerling inzicht verkrijgt in het toepassen van rekenkundige bewerkingen. De volgende methoden zijn hiervoor in gebruik: Lezen: Aanvankelijk lezen: Voortgezet lezen: Begrijpend en studerend lezen: Veilig Leren Lezen Estafette Lezen Nieuwsbegrip XL Schrijven: Pennenstreken Taal: Taal in Beeld Spelling in Beeld Rekenen: Wereld in getallen ( sinds aug. 2013) Wereldoriënterende vakken Wereldoriëntatie wordt op onze school vorm gegeven door in de groepen 1 t/m 4 de nadruk te leggen op het wereldbeeld van het jonge kind als totaliteit. Veel onderwerpen worden projectmatig aangeboden. Experiment, spel, exploratie, samenwerken, zelfstandig werken, lichamelijke en zintuiglijke ontwikkeling nemen hierbij een belangrijke plaats in. Vanaf groep 5 wordt er zaakvakken-onderwijs gegeven, waarbij vanzelfsprekend regelmatig de onderlinge relaties tussen de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, natuur- en verkeersonderwijs de nodige aandacht krijgen. 11 De volgende methoden zijn hiervoor in gebruik: Aardrijkskunde: Een wereld van verschil Geschiedenis: Speurtocht Natuur – milieu – educatie: Leefwereld Engels: In groep 7 en 8 krijgen de kinderen Engels. Hier wordt aandacht geschonken aan zowel de mondelinge als de schriftelijke taalvaardigheden. Hiervoor is de methode ‘The Team’ in gebruik. Expressie activiteiten Bij expressie wordt er geen strikt onderscheid gemaakt tussen tekenen, handvaardigheid en textiele werkvormen. Er wordt gewerkt in heterogene leeftijdsgroepen. Met betrekking tot de geestelijke, motorische en emotionele ontwikkeling van de leerlingen vindt er haast automatisch een differentiatie in het uitwerken van verschillende onderwerpen plaats. Onze school neemt deel aan het Cultuurmenu. Het Cultuurmenu heeft twee onderdelen: de kunstontmoeting en kunstlessen. Daarbij is aandacht voor de volgende kunstdisciplines: audiovisueel, beeld, dans, drama, literatuur en muziek. Kunstontmoeting Een kunstontmoeting is een ontmoeting tussen kinderen en professionele kunsten, zoals een theatervoorstelling, concert of een expositie. Alle groepen worden geconfronteerd met één kunstdiscipline per schooljaar. De leerkrachten worden voorbereid op deze kunstontmoeting door een scholing, waarbij zij ook een lessenpakket krijgen aangeboden om in de klas te gebruiken. Culturele mobiliteit Culturele Mobiliteit wordt gesubsidieerd door de provincie Drenthe. De groepen 6, 7 en 8 gaan 1 keer per schooljaar met de bus naar een provinciaal museum. Kunstlessen De kunstlessen worden verzorgd door docenten van buiten de eigen school. Ook hier geldt dat alle groepen worden geconfronteerd met één kunstdiscipline per schooljaar. De groepen krijgen twee à drie lessen. ICC- coördinator Sinds 2014 hebben we op school een ICC-coördinator die verantwoordelijk is voor de inhoud, organisatie en afstemming van activiteiten van cultuuronderwijs, daarbij gebruik makend van een doorgaande leerlijn voor de gehele school. Techniek OBS Dalton Eelde heeft enkele jaren geleden meegedaan aan het VTB project (Verbreding Techniek Basisonderwijs). Soms pakken we het schoolbreed op en een andere keer op groepsniveau. Om een goede doorgaande lijn te waarborgen komt dit punt regelmatig op de agenda en is er een techniekcoördinator aangewezen. Verkeer: We zijn een verkeersveilige school. Dit houdt in dat we regelmatig allerlei activiteiten uitvoeren op het gebied van verkeer. Deze activiteiten worden vastgelegd door de verkeerscoördinator. Zij voeren tevens het overleg met externe instanties, zoals de provincie Drenthe en 3VO. 12 Ook hebben we twee verkeersouders. Zij coördineren de brigadiers en zijn contactpersoon naar de politie. En ze hebben zitting in de verkeerswerkgroep bestaande uit 1 leerkracht en 2 ouders. De kinderen van groep 8 helpen bij het brigadieren, nadat zij hierin scholing hebben gehad. De volgende methode is hiervoor in gebruik: Wijzer door Verkeer De Jeugdverkeerskranten Bewegingsonderwijs Door het aanbieden van verschillende soorten bewegingssituaties willen we het kind begeleiden in zijn sociale, motorische en cognitieve ontwikkeling. Het leert de mogelijkheden van zijn eigen lichaam kennen en het ervaart plezier in het bewegen van het lichaam. We hopen dat de lessen bewegingsonderwijs de leerling aanzet tot meer bewegen. De lessen worden verzorgd door vakleerkrachten. 2.3 Speciale voorzieningen in het schoolgebouw Het gebouw bestaat uit een aantal leslokalen waaronder: een kleuterlokaal; een speellokaal (voor o.a. kleutergymnastiek en spellessen, ritmiek, muzikale vorming, drama, overblijven, gezamenlijke festiviteiten, ouderavonden etc.); een koffiekamer elk lokaal heeft een flink aantal computers. En alle lokalen zijn voorzien van een digitaal schoolbord. 13 3 De zorg voor kinderen Voor een uitgebreid verslag van de zorg voor kinderen willen we graag verwijzen naar ons schoolondersteuningsprofiel (sop). Dit ligt ter inzage op school. Daarnaast verwijzen we hierbij naar hoofdstuk 1.1: ‘Passend Onderwijs’ (pag. 9). 3.1 De opvang van nieuwe leerlingen in de school Gelegenheid om rond te kijken Alle kinderen die nieuw op school komen krijgen de mogelijkheid om kennis te maken met onze school, de leerkrachten en de kinderen. De procedure voor de jongste kleuters is hieronder beschreven. Wanneer oudere kinderen in een hogere klas nieuw geplaatst worden, vindt er eerst een kennismakingsgesprek tussen ouders, kind(eren) en directeur plaats. Hierna kan men de school bekijken en een dagdeel ‘meedraaien’ in de nieuwe klas. Voor kinderen met een ‘rugzakje’ (dit zijn kinderen met een die geld meekrijgen, waarvan de extra middelen bekostigd kunnen worden) staat de plaatsingsprocedure beschreven in het schoolondersteuningsprofiel. Toelating jonge kleuters De directeur is contactpersoon voor nieuwe ouders en kinderen. Hij voert de gesprekken en zal in de meeste gevallen de school laten zien. Bovendien regelt zij de in- en uitschrijving van de leerlingen en evt. andere zaken. Met het ‘Open Huis’ en ‘instuifdagen’ van de school, die we gedurende het schooljaar organiseren, bieden we geïnteresseerde en/of nieuwe ouders en kinderen de mogelijkheid om kennis te maken met onze school en leerkrachten. Ouders hebben dan de mogelijkheid om hun kind in te schrijven, zodat we een beeld krijgen van het aantal jonge kleuters dat het volgende cursusjaar onze school zal gaan bezoeken. Wanneer een kind er bijna aan toe is, om naar school te gaan, ontvangt hij/zij een uitnodigingskaart. Aan de ouders wordt dan gevraagd om een intakeformulier in te vullen, zodat wij op de hoogte zijn van het wel en wee van het kind. Wanneer een kind de vierjarige leeftijd bereikt en het bij ons op school komt, mag het een aantal ochtenden komen ‘proefdraaien’. Deze ochtenden zullen in overleg met de ouders en school vastgesteld worden. 3.2 Herfstkinderen De mogelijkheid is er om de kleuters versneld de kleutergroepen te laten doorlopen. Daarbij wordt gedacht aan de kinderen die vóór januari en dus in de periode van september t/m december op school zijn gekomen, de zgn. “herfstkinderen”. Uitgangspunt is, dat ieder kind de basisschool binnen 8 jaar moeten kunnen doorlopen. Tot nu toe waren de herfstkinderen daar langer mee bezig. Wij hanteerden, net zoals vele andere basisscholen, in principe 1 oktober als grensdatum om te bepalen in welke groep het kind zou moeten starten. Alle kleuters die na 1 oktober vier jaar werden, kwamen in de instroomgroep en gingen na de zomervakantie naar groep 1 (uitzonderingen daargelaten). Tegenwoordig heeft de datum van 1 oktober geen functie meer bij het beslissen over de voortgang naar de volgende groep. Om de kinderen een ononderbroken ontwikkeling te bieden kunnen in het nieuwe jaar de herfstkinderen die nu in groep 1 zitten starten in groep 2. De behoeften en de ontwikkeling van de leerlingen zijn steeds uitgangspunt voor ons onderwijsaanbod en de begeleiding van de leerlingen. Over het algemeen geldt dat herfstkinderen, die doorstromen naar de volgende groep, goed mee moeten komen en/of presteren. Wij gebruiken hiervoor ons leerlingvolgsysteem en de bijbehorende toetsen.( zie 3.4) Het zijn de voorwaarden van groep 3 waaraan de leerlingen moeten voldoen. 14 De vorderingen worden uiteraard met de ouders besproken en afspraken worden op papier vastgelegd. Het eindadvies van de school is bindend. 3.3 Aanmelding van leerling met zorgvraag Bij leerlingen met een complexe zorgvraag of met een zogeheten “rugzakje” zal de beslissing tot toelating geschieden op basis van een zorgvuldige afweging tussen het individuele belang van de leerling en het algemeen belang van de school. De mogelijkheden tot toelating van leerlingen aan de scholen van het openbaar basisonderwijs in de Stichting Baasis zijn per school en per leerling verschillend. In het schoolondersteuningsprofiel van de school staan de grenzen van de zorg beschreven. Het toelatingsbeleid wordt bepaald door de volgende criteria: • De organisatie van de school • Het zorgaanbod van de school • De aard en de ernst van de handicap van de leerling. • De leeftijd van de leerling • De onderwijskundige zorg (bijv. menskracht, expertise, begeleiding en middelen) • De rust en veiligheid van alle leerlingen in de school In het zorgplan van de school staat het stappenplan bij aanmelding van zorgleerlingen met een specifieke hulpvraag beschreven. De beslissing tot toelating ligt bij het team en de directie en uiteindelijk bij het bevoegd gezag. 3.4 Het leerlingvolgsysteem De wijze waarop het dagelijkse werk van kinderen wordt bekeken en beoordeeld en de middelen die worden gebruikt om de ontwikkeling van leerlingen te volgen noemen we het leerlingvolgsysteem. Jaarlijks leggen we het overzicht van de gehanteerde toetsen en het tijdstip van toetsen vast in de toetskalender. Naast de toetsen vermeld op de toetskalender, krijgen de kinderen vanaf groep 6 ook te maken met toetsen over leerstof, die ze moeten leren en vaak als huiswerk moeten oefenen. Hiervoor worden beoordelingen gegeven, die worden bijgehouden in de klassenmap. Bij het vaststellen van de rapporten spelen deze beoordelingen een rol. Elke leerkracht noteert de scores van de toetsen op een overzichtelijke manier in zijn/haar scoremap. Alle scores worden ingevoerd in het geautomatiseerde leerlingvolgsysteem. Middels dit systeem kan een goed beeld verkregen worden van het leerrendement en worden de leerprestaties van de kinderen met elkaar vergeleken. De toetsen voor spelling, rekenen en begrijpend lezen worden in dit programma verwerkt. Een uitgebreide analyse van de opbrengsten is het vervolg om daarna de leerstof en de didactiek hierop te vervolgen. De zgn. entreetoets wordt aan het eind van groep 7 door (bijna) alle kinderen gemaakt evenals de CITO eindtoets in april voor groep 8. 3.5 De verslaglegging van gegevens over leerlingen door de groepsleraar Verslaggeving per kind In de scoremap worden alle leerling-gegevens per kind bijgehouden. Ook komen in deze map de groeps- handelingsplannen voor de groep en eventueel voor het individuele kind. Daarnaast heeft de Intern Begeleider een aparte map voor oudergesprekken, een gesprek met een externe deskundige. 3.6 Teamleden die in de school de vorderingen van de leerlingen doorspreken De Intern Begeleider heeft individueel gesprekken met de leerkracht. Tijdens deze gesprekken bespreken we de opbrengsten van de groep en van de kinderen met leer- en/of gedragsproblemen van die groep. 15 Daarnaast vindt er vier maal per jaar een groepsbespreking plaats, waar alle kinderen en de sfeer in de klas besproken worden. Deze vergaderingen worden geleid door de Intern Begeleider. Ook de verslaggeving gebeurt door de Intern Begeleider. De verslagen van deze leerling-besprekingen worden centraal bewaard. Daarnaast krijgt de groepsleerkracht een verslag van de kinderen die besproken zijn. In voorkomende gevallen vindt er extra overleg plaats, buiten de vergaderingen om. Hierbij zijn dan in elk geval de groepsleerkracht en de Intern Begeleider aanwezig. Daarnaast ook vaak: de extra leerkracht de schoolpsycholoog. de ambulant begeleider 3.7 De wijze waarop het welbevinden en de leervorderingen van de kinderen besproken wordt met ouders Rapportbespreking en 10 minuten gesprekken. In groep 1 krijgen de kinderen, geboren voor 1 januari een eindrapport in juni. De leerlingen van de groepen 2 t/m 8 ontvangen een rapport in februari en in juni. In deze maanden hebben wij een 10-minutengesprek met alle ouders (op uitnodiging van ons) over de vorderingen van hun kind(eren). Ouders kunnen op andere momenten gedurende het schooljaar met ons een afspraak maken n.a.v. het rapport of wij nodigen indien nodig, ouders uit. Het gebeurt ook regelmatig, dat er een extra overleg plaatsvindt tussen ouders en leerkracht(en). Bij gesprekken over kinderen met leer- en/of gedragsproblemen is vaak de Intern Begeleider aanwezig. Dit gesprek kan zowel op verzoek van de ouders als van school gebeuren. Van belangrijke gesprekken wordt een verslag door de leerkracht of Intern Begeleider gemaakt. Dit verslag wordt na het gesprek uitgewerkt, ondertekend en bij het leerling-dossier gevoegd. De ouders krijgen een afschrift van dit verslag. 3.8 Maatschappelijk werk Alle basisscholen in de gemeente Tynaarlo kunnen gebruik maken van het Schoolmaatschappelijk Werk. Vanuit de maatschappelijk werkinstelling Noordermaat verzorgt Mevr. Diny Slot dit Schoolmaatschappelijk Werk en richt zich daarbij zowel op de school als de ouders. Er is een frequent contact tussen Intern Begeleider en Schoolmaatschappelijk werker. Maatschappelijk werk wordt daarbij ingezet in het kader van zorgverbreding. In dit overleg wordt bijvoorbeeld besproken welke hulp, welke aanpak voor een kind mogelijk is als het opgroeien of het gedrag zorg geeft. Ouders kunnen rechtstreeks, of via IB-er of leerkracht een beroep doen op het Schoolmaatschappelijk Werk. Vaak gaat het dan om vragen over opvoeding, het opgroeien en/of de sociaal emotionele ontwikkeling van hun kind(eren). Maatschappelijk werkers hebben een beroepsgeheim en zijn dus gebonden aan privacy regels. Heeft u vragen over het opgroeien van uw kind(eren) of heeft u eens behoefte aan een “klankbord” dan kunt u contact opnemen met: schoolmaatschappelijk werker: Zie voor meer informatie het jaarlijkse informatieboekje. 3.9 De speciale zorg voor kinderen (met specifieke behoeften) Als een kind tussentijds de school verlaat door bijvoorbeeld een verhuizing, dan krijgt de school waar het kind naar toe gaat een onderwijskundig rapport over het desbetreffende kind. De procedure die gevolgd wordt, indien er problemen zijn met een kind (leerproblemen, lichamelijke problemen en sociaal-emotionele problemen) is als volgt: wanneer een leerkracht constateert, dat een leerling zich onvoldoende ontwikkelt, meldt hij dit bij de leerlingenbespreking. vervolgens worden afspraken gemaakt, hoe het kind het beste te begeleiden is. Dit kan in de groep. 16 nadat in een bepaalde periode wat intensiever met het kind aan een bepaald probleem is gewerkt, wordt op een vooraf afgesproken datum geëvalueerd hoe één en ander is verlopen; in vrijwel alle gevallen zal overleg met ouders plaatsvinden over de problemen en zal uitgelegd worden hoe wij er mee om zullen gaan. Vaak zal het kind thuis ook extra oefeningen gaan doen, omdat gebleken is dat dit vaak tot goede resultaten kan leiden; wanneer een kind gedragsproblemen vertoont zal altijd met de ouders gesproken worden, zodat we gezamenlijk aan een oplossing kunnen werken; wanneer de problemen voortduren of verergeren, is het mogelijk om een externe deskundige in te schakelen. Een schoolpsycholoog kan dan een pedagogisch didactisch onderzoek of een psychologische test uitvoeren. Ook kan het voorkomen, dat een logopediste ingeschakeld wordt; het inschakelen van externe deskundigen gebeurt altijd in overleg met ouders. De voorzieningen Zoals hierboven kort beschreven, kan de groepsleerkracht dus een beroep doen op de volgende personen: de Intern Begeleider, die adviezen geeft over geschikt lesmateriaal, contact op kan nemen met externe instanties, adviseert over de adequate aanpak van problemen, eventueel de leerkracht coacht en een oudergesprek kan bijwonen; de schoolbegeleider (orthopedagoog/psycholoog) kan, nadat eerst overleg heeft plaatsgevonden met de Intern Begeleider en evt. ook de betrokken groepsleerkracht of ouders, een uitgebreid psychologisch of didactisch onderzoek verrichten bij een kind. Hiervoor moet een onderwijskundig rapport ingevuld worden door, zowel school als door de ouders. Dit wordt verstuurd, nadat het door de ouders voor gezien is getekend; de ambulant begeleider komt op school om de leerkrachten te begeleiden en adviseren met betrekking tot de ‘rugzakleerling’. Ook heeft de ambulant begeleider regelmatig contact met de ouders van deze kinderen; zieke kinderen. Een kind heeft recht op onderwijs, ook als het kind ziek is. Wanneer een kind langdurig ziek is, thuis of in het ziekenhuis, dan zorgt de school ervoor dat de leerling betrokken blijft bij het onderwijs. Een aangepast leerprogramma kan de nodige afleiding geven en zal het contact tussen het kind en de school waarborgen: http://www.ziezon.nl/; Plaatsing en verwijzing van leerlingen met specifieke behoeften Wanneer een kind met specifieke behoeften onze school bezoekt, is het mogelijk om dit kind een aangepast programma aan te bieden. Een kind met forse leerachterstanden kan bijvoorbeeld drie jaar doen over groep 3 en 4. Dit is dus wat anders dan zitten blijven in groep 3 en deze groep nogmaals overdoen. Wanneer blijkt, dat een leerling halverwege groep 3 het reguliere lesprogramma absoluut niet kan volgen, kan besloten worden om hem los te koppelen van dit programma en het kind naar eigen niveau en tempo verder te laten werken volgens een apart programma. Met dit aparte programma kan het kind door werken tot de volgende groep 3, hetzelfde niveau als het desbetreffende kind heeft bereikt. Dan kan het kind, indien mogelijk, ‘instappen’ in het lesprogramma van de nieuwe groep, die inmiddels alweer groep 4 is. Er zijn andere varianten mogelijk, waarbij een kind volgens een eigen, aangepast programma verder kan werken, de zogenaamde eigen leerlijn. Uitgangspunt is om het kind zich naar eigen tempo en aanleg te laten ontwikkelen gedurende de periode, dat het onze school bezoekt. Het is mogelijk, dat een kind in een bepaald geval een groep over kan slaan. Het kind zal dan tijdelijk op een apart programma werken. In dit geval hebben we het over de meerbegaafde leerlingen. In elke groep zijn materialen voorhanden om deze groep kinderen een zogenaamd ‘verzwaard’ lespakket aan te bieden. Eén en ander blijkt namelijk zeer motiverend te werken voor deze kinderen. 17 Wanneer blijkt, dat kinderen meer gebaat zijn bij het volgen van een individueel lesprogramma zal hierover altijd met de ouders overlegd worden. We streven er naar om de ouders zoveel mogelijk te betrekken bij het onderwijs leerproces van de kinderen, die op een apart programma werken. Wordt een kind op een ander programma gezet dan wordt dit altijd schriftelijk vastgelegd in een apart handelingsplan en ondertekend door ouders. 3.10 De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs De voorlichting aan ouders ten behoeve van de schoolkeuze van leerlingen Deze voorlichting zal vooral gebeuren door de leerkracht(en) van groep 7 en 8. Nadat de entreetoets aan het einde van groep 7 is gemaakt, vindt er een oriënterend gesprek met de ouders plaats over de schoolkeuze en het te verwachten niveau van de leerling. Dit overleg vindt plaats tijdens de laatste rapportuitreiking van dit schooljaar. Ook tijdens de eerste bespreking tussen ouders en leerkracht van groep 8 (november) wordt over de schoolkeuze gesproken. Hier op aansluitend vinden in januari voorlichtingsavonden en open dagen plaats van de scholen voor voortgezet onderwijs. Ook worden er scholen voor voortgezet onderwijs door de hele klas bezocht. Soort gegevens die over leerlingen worden verzameld, de wijze van adviseren en de procedure die gevolgd wordt Het schooladvies, dat door onze school gegeven wordt, wordt eerst met de leerkrachten van de bovenbouw besproken, waarbij ook de CITO-scores besproken worden. Tijdens deze bespreking kunnen de betrokken leerkrachten hun mening geven over de schoolkeuze van het desbetreffende kind. Het advies van onze school wordt vervolgens met de ouders besproken en daarna wordt bepaald naar welke school het kind zal gaan en op welk niveau het kind zal gaan instromen. Vanzelfsprekend bepalen uiteindelijk de ouders naar welke school hun kind gaat. Voor deze school vult de groepsleerkracht een onderwijskundig rapport in, dat vervolgens door de ouders gelezen en ondertekend wordt. De school stuurt deze rapporten, samen met de aanmeldingsformulieren en een afschrift van de CITO toets naar de school voor voortgezet onderwijs. Rond de periode mei/juni komen van sommige scholen de brugklascoördinatoren langs op school om over de kinderen en het advies te praten. Naast leerprestaties spelen ook de werkhouding en motivatie van de leerling een rol bij het bepalen van de juiste schoolkeuze. Nadat een kind geplaatst is op een school voor voortgezet onderwijs vindt er met de scholen een evaluatie tijdens hun eerste schooljaar plaats. Het is in elk geval een goede gewoonte van de scholen voor voortgezet onderwijs om de rapportcijfers van hun leerlingen naar de basisscholen te sturen, zodat wij (gedurende een aantal jaren) kunnen volgen hoe het met de ex-leerlingen gaat en of wij hun een juiste verwijzing hebben gegeven. 3.11 Naschoolse activiteiten voor kinderen Huiswerkbegeleiding. Vanaf groep 6 krijgen de kinderen regelmatig een lesje of topografie kaart mee om thuis te leren, waarna de geleerde stof op school overhoord wordt. Het is voor de kinderen prettig, wanneer ouders hun kinderen helpen met het maken van huiswerk. Onder helpen verstaan wij dan het uitleggen van vragen en opdrachten. 3.12 Afspraken externe bureaus Het komt af en toe voor, dat ouders externe bureaus inschakelen voor onderzoek en/of begeleiding van hun kinderen. De medewerkers van deze bureaus nemen vaak contact op met de leerkracht en/of IBer voor informatie en/of het beleggen van bijeenkomsten. 18 In het belang van het kind kunnen organisaties profiteren van elkaars deskundigheid. Voor een goede communicatie is het belangrijk t.a.v. deze contacten goede afspraken te maken. Voor alle ‘partijen’ is het dan duidelijk binnen welke kaders we opereren. Hiervoor heeft Stichting Baasis een apart protocol opgesteld. (zie site: www.stichtingbaasis.nl) Afspraken: Alle contacten lopen via de IB-er, zo niet dan moet de IB-er in ieder geval van op hoogte worden gesteld Het verstrekken van informatie gebeurt alleen na goedkeuring van de ouders: het initiatief hiertoe ligt bij de ouders Alle contacten zijn of worden bekend bij de ouders Na overleg bepaalt de school welke acties er binnen de school uitgevoerd kunnen worden: wat past binnen het beleid, wat is behapbaar binnen de klassensituatie, wat is behapbaar voor de leerkracht etc. De onderzoeken en behandelingen bij het externe bureau gebeuren, indien niet medisch van aard, buiten schooltijd plaats of na schriftelijke toestemming van de directeur. De bijeenkomsten worden op school gepland. De lengte en frequentie van de bijeenkomsten zijn aan een maximum gebonden: ongeveer 4560 min. en 2 keer per schooljaar. Verslagen van de bijeenkomsten worden gemaakt door de externe bureaus. De school ontvangt een kopie. Het moet duidelijk zijn waarom de ouders een beroep hebben gedaan op een extern bureau. 3.13 Buitenschoolse activiteiten voor kinderen Onze school doet mee aan de diverse sporttoernooien, die in Eelde voor de scholen o.a. georganiseerd worden: handbaltoernooi voetbaltoernooi De groepen 1 t/m 6 gaan elk jaar een dag op schoolreis. De kinderen van groep 7 en 8 gaan elk jaar op een meerdaagse schoolreis. Het gebeurt regelmatig dat de groepen op excursie gaan naar een bedrijf, boerderij, fabriek, museum, winkel, etc. Dit is altijd gekoppeld aan een project, waar de klas gedurende een bepaalde periode aan werkt. 19 4 4.1 De leraren Wijze van vervanging bij ziekte of anderszins Indien wij vervanging nodig zijn, proberen we het zo te regelen, dat de twee leerkrachten van de groep elkaar vervangen. Indien nodig wordt via Stichting Baasis de overige vervanging geregeld. 4.2 De begeleiding en inzet van stagiaires van de PABO Geregeld ontvangen wij voor kortere of langere tijd stagiaires van de PABO- Stenden uit Assen op onze school. Wij vinden het belangrijk om op die manier mee te helpen het onderwijs ook in de toekomst te voorzien van goed opgeleide collega’s. Sinds enkele jaren is het accent van het opleiden voor derdejaars studenten verschoven van de opleiding naar het werkveld: studenten leren het vak van basisschoolleraar in toenemende mate op de werkplek. Door het competentiegericht opleiden zien we meer individuele routes bij studenten en komen stageopdrachten vanuit de PABO steeds meer op de achtergrond. De eindverantwoordelijkheid van de door de stagiaires gegeven lessen blijft altijd bij de betreffende groepsleraar. 4.3 Nascholing van leraren. Regelmatig volgen leraren lang- of kortlopende cursussen om in hun onderwijspraktijk op de hoogte te blijven van de nieuwste ontwikkelingen. Deze cursussen vinden meestal na schooltijd of in de avonduren plaats. Ook is het mogelijk, dat leerkrachten voor korte tijd voor het volgen van een cursus afwezig zijn. In zo’n geval wordt voor vervanging gezorgd. We streven ernaar dat leerkrachten die werken op OBS Dalton Eelde de opleiding ‘leerkracht Daltononderwijs’ hebben gevolgd of bereid zijn en in staat gesteld worden om deze opleiding te volgen. De cursussen waarbij het gehele team deelneemt (voortkomend uit de ontwikkelingsplannen van de school), vinden meestal plaats tijdens margedagen. 20 5 5.1 De ouders Het belang van betrokkenheid van ouders. U als ouder mag van ons verwachten dat wij liefdevol, aandachtig en verantwoord met uw kinderen omgaan. Daarbij is het van groot belang, dat onze aanpak zo goed mogelijk aansluit bij de thuissituatie. Een goed contact tussen ouders en school is daarom essentieel. Hoe meer overeenstemming er bestaat tussen ouder en leraar in aanpak, des te beter voor het kind. Wij vinden het dan ook essentieel dat er daarover tussen u en ons duidelijkheid bestaat, waarbij onze leeropdracht zo goed mogelijk aansluit bij uw opvoeding in de thuissituatie. Afspraken over normen en waarden maken hier nadrukkelijk deel van uit. Een en ander betekent regelmatig overleg tussen u en de leerkrachten bv. bij huisbezoek, ouder- of thema-avonden. 5.2 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school. Onze school kent vele mogelijkheden om u te informeren. Het onderwijs voor het jongste kind nemen we serieus. Daarom hebben we een apart beleidsstuk gemaakt hoe we werken met de kleuters bij ons op school. Iedere week brengt uw kind vanaf groep 3 zijn weektaak mee. Hierop kunt u zijn vorderingen volgen en uw op- en/of aanmerkingen plaatsen. Daarnaast wordt u via een nieuwsbrief, de WEEKKWEBBEL, op de hoogte gehouden van de dagelijkse gang van zaken op school. Alle relevante informatie kunt u vinden op de website van de school. Wij organiseren aan het begin van ieder schooljaar een informatie- en introductieavond voor elke groep waarin wij, naast kennismaking, een overzicht geven van de leerstof en een uitleg van de door ons gebruikte methoden. Over de leerprestaties van uw kind houden wij u voorts op de hoogte door u twee maal per jaar uit te nodigen voor een 10-minutengesprek. Daarnaast verschijnt het rapport tweemaal. Het spreekt vanzelf dat er altijd een tussentijds gesprek aangevraagd kan worden of dat u daar voor een uitnodiging krijgt. Ouderavonden met een bepaald thema worden eenmaal en op verzoek eventueel meerdere malen per jaar georganiseerd. 5.3 Inspraak Medezeggenschapsraad (MR) De medezeggenschapsraad biedt een mogelijkheid tot inspraak voor ouders en leerkrachten waarmee een belangrijke bijdrage geleverd wordt aan het goed functioneren van de school, opdat leerkrachten met veel plezier leerlingen goed kunnen “opleiden” in een prettige omgeving. De MR van OBS Dalton Eelde bestaat uit 3 ouders en 3 leerkrachten. De MR-leden houden zich in goed overleg bezig met diverse onderwijskundige en organisatorische zaken die voor het goed functioneren van de school belangrijk zijn. Hierover wordt bijna maandelijks vergaderd, waarbij ook wordt overlegd met het schoolbestuur (de directeur van de school). Onderwerpen die aan de orde komen zijn o.a. klassenindeling, veiligheid in en rondom school, extra lesruimtes, financiën, het Daltononderwijs, werkomstandigheden en bijscholing van leerkrachten. De MR heeft recht op informatie, d.w.z. zij kan het schoolbestuur verzoeken om informatie over bepaalde onderwerpen te verstrekken. Verder heeft de MR over bepaalde onderwerpen adviesrecht en soms zelfs instemmingsrecht. Via de “Weekkwebbel” geven wij een korte opsomming van belangrijke punten die besproken zijn. De notulen van de MR vergaderingen staan vermeld op de website. Eén ouder of medewerker van OBS Dalton Eelde heeft zitting in de gemeentelijke medezeggenschapsraad oftewel de GMR. De GMR bestaat uit ouders of medewerkers van alle openbare scholen in de gemeente Tynaarlo en Haren. De GMR bestaat net als de MR uit een oudergeleding en een leerkrachtengeleding. Het bestuur is bij wet verplicht om over bepaalde zaken de MR of de GMR om advies of instemming te vragen. 21 5.4 Ouderparticipatie Onder ouderparticipatie verstaan wij het actief deelnemen van ouders aan het schoolleven in al zijn facetten. Deze manier van participatie is bedoeld om u meer inzicht te geven in de wijze waarop wij in onze school met de kinderen werken. Ouderparticipatie draagt bij tot het optimaal functioneren van de school. Veel activiteiten zouden geschrapt moeten worden, als er van assistentie van ouders moest worden afgezien. Activiteiten betreffen onder meer: sportevenementen, schoolreizen, schoolkrant, schoolmarkten, handenarbeid, verzorgen documentatiecentrum, oud papier verzamelen, verkeersbrigade, organisatie feesten, etc. Oudervereniging (OV) De OV houdt zich vooral bezig met de organisatie en uitvoering van allerlei activiteiten die op school plaatsvinden. De OV bestaat uit negen leden. Tijdens de jaarlijkse ouderavond treedt een derde deel af en kunnen andere ouders de plaatsen innemen. Men wordt gekozen voor een periode van drie jaar. De OV benoemt ieder jaar zelf uit haar midden een voorzitter, secretaris en penningmeester. De OV vergadert een keer per maand. Bij deze vergaderingen zijn ook altijd teamleden aanwezig. De bijeenkomsten zijn openbaar. Via de schoolwebsite doet de OV verslag van haar werk. Eén maal per jaar wordt over dit werk op de jaarvergadering verantwoording afgelegd. Op deze algemene ouderavond worden de jaarrekening en de begroting behandeld. Algemene onderwerpen kunnen in de rondvraag aan de orde gesteld worden. Na de pauze wordt over het algemeen een onderwijskundig of opvoedkundig thema besproken. Een belangrijke taak van de OV is het contact tussen school en ouders te bevorderen. Zij kan ook de belangen van ouders en kinderen behartigen bij de medezeggenschapsraad of het bestuur. 5.5 Overblijven (TSO) Tussen de middag bestaat de mogelijkheid voor de kinderen over te blijven op school. De TSO wordt verzorgd door een aantal ouders van de school. De prijs voor het overblijven voor de vaste overblijvers per kind komt op € 2,00 per keer. Bij vaste afname ontvangt u thuis een factuur via de organiserende overblijfinstantie De kinderen van groep 1 kunnen op maandag tot 13.00 uur overblijven. Het eten en drinken dient uw kind zelf mee te brengen. Voor meer informatie verwijzen wij u naar ons informatieboekje of onze website. 5.6 Ouderbijdrage De bijdrage die van u gevraagd wordt is vrijwillig. Om echter extra activiteiten te kunnen bekostigen zoals Sinterklaas, Kerst- en Paasvieringen wordt door de OV van de ouders een vrijwillige bijdrage gevraagd. Als richtlijn geldt € 22,50 per leerling. Voor kinderen die tussen 1 januari en 1 maart in groep 1 instromen geldt als richtlijn € 10,00. Daarna hoeft u niet meer te betalen. U ontvangt hiervoor te zijner tijd een factuur. Schoolreisgeld is in principe ook vrijwillig en wordt eveneens op de rekening van de OV overgemaakt. U ontvangt daarvoor apart bericht. Zie voor meer informatie ons informatieboekje. 5.7 Klachtenregeling Overal waar gewerkt wordt zijn wel eens misverstanden en worden fouten gemaakt. Dat is op onze school niet anders. U bent altijd welkom om dergelijke punten te bespreken. Samen streven wij naar een goede oplossing. U kunt ons altijd aanspreken om een afspraak te maken voor een gesprek. 22 Waar kunt u terecht met klachten en opmerkingen? Hieronder wordt stapsgewijs aangegeven wat u kunt doen om een probleem af te handelen. In eerste instantie gaat u met uw klacht naar: 1. De groepsleerkracht van uw kind De groepsleerkracht kent uw kind het best en zal ook in veel gevallen voor een oplossing kunnen zorgen. Hebt u het gevoel dat - u bij de groepsleerkracht geen gehoor krijgt, - de groepsleerkracht het probleem niet kan oplossen, - het een schoolprobleem is, dan gaat u naar stap 2. 2. De directeur van de school U bespreekt met de directeur het probleem / de klacht. De directeur is de contactpersoon die belast is met het in ontvangst nemen van een klacht. Mocht u met deze oplossing niet tevreden zijn, of heeft u het gevoel dat uw klacht niet goed is afgehandeld, dan kunt u besluiten, afhankelijk van het probleem / de klacht, over te gaan op stap 3 of 4. 3. Een klacht indienen bij het bevoegd gezag van de school Stichting openbaar onderwijs Baasis, Postbus 75, 9470 AB Zuidlaren, o.v.v. VERTROUWELIJK Klachtencommissie. Het schoolbestuur draagt er zorg voor dat de klacht wordt voorgelegd aan de vertrouwenspersoon die functioneert als aanspreekpunt bij klachten. Ook klachten over het schoolbestuur kunnen hier worden neergelegd. De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden gevonden of dat de klacht wordt voorgelegd aan de landelijke klachtencommissie voor het openbaar primair onderwijs. De procedure is geheel vertrouwelijk. 4. Een klacht indienen over seksuele intimidatie Voor klachten op dit terrein is een vertrouwenspersoon aangesteld en een klachtencommissie geïnstalleerd in de regio Assen. Onze school is daarbij aangesloten. De contactpersoon (directeur of schoolleider) voorziet u van adres en telefoonnummer indien dit nodig is. De procedure is geheel vertrouwelijk. De complete tekst en werkwijze van de klachtenregeling kunt u aanvragen bij het Bevoegd Gezag of ligt ter inzage op school of naar de site van de Landelijke Klachten Commissie (LKC): www.lgc-lkc.nl Tot slot… Ook met een goede klachtenregeling zal het niet mogelijk zijn alle problemen helemaal bevredigend op te lossen. Het kan zelfs zo zijn dat uw klacht door ons niet op te lossen is. Wij zeggen u echter toe uw klacht uiterst serieus te zullen nemen. 5.8 Verzekeringen Door de school zijn alle leerlingen collectief verzekerd. Binnen deze verzekering is het volgende gedekt: het gaan naar, het verblijf op en het komen van school, alsmede alles wat er in schoolverband georganiseerd wordt (bijv. excursies, bezoek aan voorstellingen, zwemmen, schoolreizen, sportdagen, zomermarkt, etc.); Tevens dekt deze verzekering het vervoer van kinderen per particuliere auto ten behoeve van activiteiten die door de school georganiseerd worden. Dit is ook het geval wanneer de bestuurder geen ongevallen inzittendenverzekering heeft afgesloten. 23 6 6.1 De ontwikkeling van het onderwijs in de school Informatie Communicatie Technologie (ICT) De ontwikkeling rond Informatie- en Communicatietechnologie is snel gegaan. En nog steeds nemen de mogelijkheden toe om informatie op te zoeken of uit te wisselen. De samenleving is veranderd van een technologiemaatschappij in een informatiemaatschappij. Op steeds vroegere leeftijd komen kinderen in aanraking met (spel-)computers en internet. En ze besteden er een steeds groter deel van hun tijd aan. Een goede begeleiding naar deelname aan deze informatiemaatschappij is daarom een grote uitdaging en verantwoordelijkheid van zowel ouders als van de school. Er is een computernetwerk operationeel op onze school. Hierdoor zijn alle lokalen via multimediacomputers met elkaar verbonden. Via een server kunnen alle groepen hun programma’s betrekken. Daarnaast kan iedere machine als zelfstandige computer worden gezien. Centraal afdrukken en gegevensopslag zijn uiteraard standaard binnen deze opzet. Via een aansluiting op het internet is het mogelijk om vanuit de klas te e-mailen over de hele wereld of om informatie direct van het World Wide Web af te halen. De leerkrachten worden op professioneel niveau bijgeschoold om gelijke tred met de ontwikkelingen te kunnen houden. De stormachtige opmars van de digitale schoolborden, waarvan de school er in elke groep één heeft geïnstalleerd, maakt verdere scholing noodzakelijk. Ook het werken met het leerlingvolgsysteem, zowel voor wat betreft het bijhouden van leerresultaten als sociaal-emotionele ontwikkeling, vergt een constante educatie van het personeel. 6.2 Gevolgen voor het onderwijs De intrede van onze school op de elektronische snelweg heeft gevolgen voor de wijze waarop de docenten lesgeven. Een belangrijke verbetering is het verder toenemen van zelfstandig werken in alle groepen. Door de vergaande differentiatie in de geboden leerstof die met goede programma’s mogelijk is, wordt ieder kind op maat bediend. Specifieke programma’s voor specifieke problemen, voor kinderen in achterstandssituaties zowel als voor het begaafde kind. Voorwaarde daarbij is wel, dat de programmatuur is ingebed in de gebruikte vakmethodes of daar nauw bij aansluit. Voorbeelden hiervan zijn Spelling en Taal in Beeld en werkwoordspelling, waarmee op individueel niveau geoefend wordt. Ook voor de zaakvakken wordt gewerkt met de computer via de programma’s Speurtocht (geschiedenis) en Een wereld van verschil (aardrijkskunde). Digitale schoolborden. Het digitale schoolbord is niet alleen een instrument dat past binnen de ICT ontwikkeling, maar meer nog een hulpmiddel dat een grote verandering op het gebied van lesgeven heeft bewerkstelligd. Kleuters Software is leerstofverrijkend en maakt zelfstandig werken mogelijk. Er is met name software op het gebied van: woordenschat, visuele discriminatie, begrijpend luisteren, voorbereidend lezen en rekenen. Onderbouw Met de invoering van de dag- en weektaken wordt meer gevraagd ten aanzien van het zelfstandig werken. De software is toegespitst op vervanging en verrijking van de lesstof. De nadruk ligt op leesonderwijs (Veilig Leren Lezen) en rekenen (Wereld in getallen). Tevens wordt gestart met het spellingsprogramma van de methode Spelling in Beeld, doorlopend tot en met groep 8. Middenbouw De kinderen werken hier met weektaken. De software is uitgebreid met topografie, stellen en tekstverwerken. Er wordt een begin gemaakt met het gebruik van de computer als communicatiemiddel (e-mail en internet). 24 Bovenbouw Kinderen werken zelfstandig met weektaken. De computer is daar een geïntegreerd onderdeel van. Er wordt gewerkt met de voornoemde programma’s geschiedenis, aardrijkskunde, taal en rekenen. Voorts is de computer bron van informatie voor werkstukken, spreekbeurten, PowerPoint presentaties. 25 7 7.1 Het onderwijs op onze school Kwaliteitsbewaking Om de kwaliteit van het onderwijs op onze school te bewaken, kennen wij een aantal instrumenten. Zo is er schooltoezicht door de inspectie. Dit toezicht richt zich voornamelijk op het volgende: - Is het onderwijsleerproces in de groepen van voldoende kwaliteit? - Realiseert de school opbrengsten van voldoende niveau? - Zijn de condities op de school voldoende gunstig voor de kwaliteit van het onderwijsleerproces en voor het bereiken van opbrengsten van voldoende niveau? Voor de interne kwaliteitsbewaking maken wij gebruik van het instrument: Werken met Kwaliteitskaarten (WMK). Hiermee is stichting breed in 2012 een begin gemaakt. Tevens heeft Stichting Baasis een Kwaliteitsmanager aangesteld. In overleg met de scholen gaat zij de kwaliteit van het onderwijs monitoren. Een ander instrument is de eigen interne kwaliteitsbewaking, waarbij ook ons leerlingvolgsysteem een grote rol speelt om de schoolresultaten te analyseren en daar waar dat nodig is verbeteringen in ons onderwijs aan te brengen. Ook zien we de inbreng van onze leerlingen en ouders/verzorgers als inbreng van kwaliteitsbewaking. Zij zijn voor ons een permanente bron van spiegeling en bieden ons informatie inzake het aangeboden onderwijs. 7.2 Schoolresultaten Het meten van schoolresultaten is belangrijk om zicht te hebben op de opbrengsten van ons onderwijs. Hierbij zal uiteraard rekening moeten worden gehouden met de leerling populatie van de school. Op OBS Dalton Eelde analyseren we de opbrengst van ons onderwijsaanbod regelmatig. We volgen dagelijks het leerproces en we hanteren diverse instrumenten zoals observatielijsten, proefwerken, toetsen bij methoden en onafhankelijke toetsen. De scores worden enige keren per jaar in het schoolteam besproken. We “meten” dus niet slechts de eindresultaten van ons onderwijs, maar ook steeds de tussenresultaten. Een ander instrument om de schoolresultaten te meten, zijn de rapporten die de inspectie uitbrengt na het bezoeken van een school. (zie: www.onderwijsinspectie.nl) De laatste twee jaar ( vanaf 2012) hebben wij een voldoende gehaald bij de leerresultaten. Dit betekent dat wij van de onderwijsinspectie een basisarrangement hebben ontvangen voor een voldoende kwaliteit van het onderwijs. 7.3 Sociale veiligheid De inspecteur van het onderwijs kijkt ook naar het onderdeel ‘sociale veiligheid’. Beoordeeld wordt of wij als school op de hoogte zijn van de veiligheidsbeleving van de kinderen en ons personeel en van incidenten die zich voordoen. Daarnaast of de school beleidsmatig voldoende doet om door afspraken en gerichte acties incidenten zoveel mogelijk te voorkomen en incidenten adequaat af te handelen als ze toch optreden. Volgens de inspectie waarborgt de school de sociale veiligheid als aan de hand van concrete documenten aangetoond kan worden dat: 1) minimaal eens per 2 jaar alle leerlingen en personeelsleden (of een representatieve groep van hen) systematisch over hun veiligheidsbeleving worden bevraagd. 2) een veiligheidsbeleid is vastgelegd, dat aandacht besteedt aan preventieve incidenten, dit beleid wordt regelmatig geëvalueerd en bijgesteld. 3) een veiligheidsbeleid is vastgelegd, dat aandacht besteedt aan afhandeling van incidenten, dit beleid wordt regelmatig geëvalueerd en bijgesteld. Als aan minimaal 2 van de 3 bovenstaande punten wordt voldaan krijgt de school een score van ‘draagt voldoende bij aan waarborgen van de sociale veiligheid’. 26 Bij deze indicator beoordeelt de inspectie dus de (beleids)maatregelen ten aanzien van het waarborgen van de sociale veiligheid van het personeel en de kinderen. Hoe leerlingen en personeel zich feitelijk voelen, wordt door een andere indicator beoordeeld (indicator 9.5 van het inspectierapport: de leerlingen en personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school). Wij willen dat onze school veilig is en dat onze leerlingen zich thuis voelen. Belangrijk daarbij is dat uw kind graag naar onze school gaat. Wij willen onveilig gedrag voorkomen door een actieve, positieve stimulering van sociaal gedrag. Zo hebben wij gedragsregels opgesteld waar leerlingen, ouders en leraren het over eens zijn geworden en willen we ons onderwijsaanbod afstemmen op de wensen en mogelijkheden van individuele leerlingen. Met behulp van het beleid onacceptabel gedrag wordt gericht aandacht besteed aan het voorkomen van ongewenst gedrag, maar ook hoe te handelen als zeker gedrag niet getolereerd wordt. Wij tolereren geen discriminatie en seksuele intimidatie. Daarnaast hebben wij als openbare basisscholen van de Stichting Baasis een vertrouwenspersoon en is er een klachtenregeling. Voor zaken die de deskundigheid van de school overstijgen, bijvoorbeeld ernstige gedragsproblemen, criminaliteit, problemen in de gezinssituatie werken wij o.a. samen met het Centrum voor Jeugd en Gezin ( CJG) in de gemeente Tynaarlo. Het veiligheidsbeleid van onze school is niet alleen bedoeld om leerlingen een veilige plek te bieden. Ook leraren (en ander personeel) hebben vanzelfsprekend recht op een veilige (werk)omgeving. Geweld tegen leraren is ontoelaatbaar. 7.4 Actief burgerschap en integratie Door ontwikkelingen in de maatschappij (zoals toenemende individualisering en een pluriformer wordende samenleving) wordt van ons als school gevraagd om actief burgerschap en sociale integratie te bevorderen. Daarnaast maakt de school het mogelijk dat elke leerling kennis heeft van verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Kennismaking met die leeftijdsgenoten is daarbij een eerste stap. Burgerschapsvorming zien wij niet als een apart vak, maar als een vanzelfsprekend onderdeel van ons Daltononderwijs. Het beste resultaat wordt bereikt als we het burgerschap verweven met het handelen van zowel de leerlingen als de leerkrachten. 27 8 8.1 Regeling school- en vakantietijden Schooltijden De schooltijden voor de verschillende groepen zijn als volgt: Groep 1: 's morgens van dinsdagmiddag van 8.30 uur tot 12.00 uur 13.15 uur tot 15.15 uur donderdagmiddag van 13.15 uur tot 15.15 uur op maandag-, woensdag- en vrijdagmiddag vrij Groep 2, 3 en 4: 's morgens van 8.30 uur tot 12.00 uur ‘s middags van 13.15 uur tot 15.15 uur op woensdagmiddag en vrijdagmiddag vrij. Groep 5 t/m 8: 's morgens van 8.30 uur tot 12.00 uur 's middags van 13.15 uur tot 15.15 uur op woensdag gaan deze groepen tot 12.30 uur naar school op woensdagmiddag vrij De school is 's ochtends om 8.15 uur open en 's middags vanaf 13.00 uur. Vanaf die tijd mogen de kinderen naar binnen. 8.2 Regels voor aanvang en einde schooltijd Komen en gaan van en naar school: Wij gaan er vanuit dat de kinderen die dicht bij school wonen te voet naar school komen. Attendeert u uw kind(eren) er nadrukkelijk op dat ze oversteken bij de verkeersbrigade en dat ze langs de Eskampenweg niet fietsen tijdens het komen en gaan. Wanneer u uw kind(eren) brengt en haalt met de auto, parkeert u dan zodanig dat er geen gevaarlijke situaties ontstaan. Steek ook over bij de verkeersbrigade en geef zodoende het goede voorbeeld aan uw kind(eren). Als de jongste kinderen gebracht worden vinden wij het prima dat u uw (kind)eren in de klas brengt. Blijft u echter niet te lang! Met name voor kleuters komt het vaak erg bedreigend over wanneer het toch al kleine lokaal zo vol met mensen staat. Natuurlijk vinden wij contact met ouders erg belangrijk. Wanneer u iets te vragen of mede te delen heeft, dan horen wij dat graag van u. Wanneer een en ander wat meer tijd vergt, komt u dan even ná schooltijd of, beter nog, maakt u daarvoor met de betrokken leerkracht even een afspraak. 8.3 Maatregelen ter preventie van schoolverzuim Ziekte en medicijnengebruik Wanneer uw kind door ziekte de school niet komt bezoeken, deelt u dit dan even telefonisch mee ( 050 - 3094271). Vanaf 8.00 uur zijn we op school aanwezig. Mocht uw kind medicijnen gebruiken of juist niet mogen gebruiken brengt u ons daarvan even op de hoogte, opdat daarmee rekening gehouden kan worden. 28 Het maximum aantal dagen dat de schooldirectie vrij mag geven is 10 dagen per jaar. Tot deze gewichtige omstandigheden behoort niet de vakantie van de ouders. De ouders dienen bij het plannen van vakanties rekening te houden met de bestaande schoolvakantieregeling. In de leerplichtwet staat dat alleen verlof kan worden verleend indien het kind in aanmerking komt voor: Verlofregeling voor kinderen inzake familieomstandigheden De directie van de school mag in een aantal gevallen ouders toestemming verlenen om een kind van school te houden, te weten: bij ernstige ziekte van ouders; in gevallen van overlijden; bij andere gewichtige omstandigheden, zoals bijv. bij een huwelijk of een jubileum. Met specifieke aard van het beroep wordt gedoeld op seizoengebonden bedrijven, zoals bijv. in de agrarische sector of in de horeca. Een eventueel verzoek om verlof dient 2 weken van tevoren schriftelijk te worden ingediend. In de meeste gevallen zal een werkgeversverklaring moeten worden bijgevoegd. De ouders krijgen schriftelijk bericht of al dan niet toestemming wordt verleend. Gedurende de eerste twee weken van het schooljaar mag geen verlof worden verleend! In alle gevallen waarin de ouders het bovenstaande niet in acht nemen, is er sprake van ongeoorloofd schoolverzuim. Dit moet gemeld worden bij de leerplichtambtenaar van de gemeente. Verwijdering van leerlingen / vrijstelling van lesuren gebeurt op grond van wettelijke voorschriften en na goedkeuring van het schoolbestuur. Wie zich niet aan de regels van de Leerplichtwet houdt, maakt zich schuldig aan een strafbaar feit. U kunt dan tot een boete veroordeeld worden. 8.4 Spreekuren Op onze school zijn geen spreekuren. U kunt indien nodig met vragen en/of opmerkingen bij de desbetreffende leerkrachten of onze directeur ten alle tijde een afspraak maken. 8.5 Toelating, weigering, verwijdering van leerlingen en vrijstelling van onderwijs Toelating Alle scholen staan in principe open voor alle kinderen. Openbare basisscholen zijn algemeen toegankelijk voor alle leerlingen zonder onderscheid van godsdienst of levensbeschouwing. Er bestaat echter een beperkt aantal gronden waarop een leerling geweigerd kan worden. In dat geval ligt er dan een relatie met rust en orde op school of met de constatering dat de school de vereiste zorg niet kan bieden. In het schoolondersteuningsprofiel van de school staat beschreven hoe we omgaan met kinderen die belemmeringen ondervinden in hun ontwikkelingsproces en/of hun gedrag. Dit profiel ligt op school ter inzage. In de wet op het Primair Onderwijs, in artikel 40, zijn zorgvuldigheidseisen opgenomen, wanneer een leerling niet wordt toegelaten op de school. De procedure die dan gevolgd wordt is de volgende: het bestuur deelt een besluit dat een leerling niet wordt toegelaten schriftelijk en gemotiveerd aan de ouders mee; binnen zes weken kunnen de ouders bezwaar maken tegen dit besluit; de ouders worden gehoord; binnen vier weken na het bezwaarschrift volgt de beslissing. Ouders kunnen eventueel een civiele procedure starten. 29 Schorsing en verwijdering Dit protocol treedt in werking wanneer er sprake is van ernstig ongewenst gedrag door een leerling. Er kunnen drie vormen van maatregelen worden genomen: - time-out - schorsing - verwijdering Time-out Een ernstig incident leidt tot een time-out met onmiddellijke ingang. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: In geval van een time-out wordt de leerling voor de rest van de schooldag de toegang tot de school ontzegd. De ouders/verzorgers worden onmiddellijk door de directeur op hoogte gebracht van het incident en de time-out, tenzij redelijke gronden zich daartegen verzetten. De time-out maatregel kan eenmaal worden verlengd met één dag. De ouders/verzorgers worden uitgenodigd voor een gesprek waarbij de groepsleerkracht en de directeur aanwezig zijn. Doel van het gesprek is om een toelichting te geven op de reden van de time-out en om met de ouders/verzorgers (en zo mogelijk met de leerling) afspraken te maken om herhaling te voorkomen. Van het incident en het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de ouders voor gezien getekend en in het leerlingendossier opgeslagen. Schorsing Bij een volgend ernstig incident of in het uitzonderlijk geval van ernstig wangedrag van een leerling waarbij de veiligheid op school in ernstige mate wordt verstoord, kan de directie in samenspraak met het bevoegd gezag van Stichting Baasis overgaan tot schorsen van een leerling voor een beperkte periode (nooit voor onbepaalde tijd). Hierbij gelden de volgende voorwaarden: Schorsing vindt plaats na overleg met de groepsleerkracht. De directeur deelt het besluit van de schorsing schriftelijk aan de ouders mee. In dit verslag wordt in ieder geval vermeld: de reden, de aanvang en tijdsduur voor de schorsing. Daarnaast zijn in dit verslag afspraken opgenomen om herhaling in de toekomst te voorkomen. De school neemt maatregelen waardoor de voortgang van het leerproces van de geschorste leerling gewaarborgd wordt. De directeur stelt namens het bevoegd gezag de Inspectie en de leerplichtambtenaar in kennis van de schorsing. Verwijdering Bij het zich voordoen van een ernstig incident, dat ingrijpende gevolgen heeft voor de veiligheid, de onderwijskundige voortgang en /of wanneer er sprake is van een onherstelbaar verstoorde relatie, kan worden overgegaan tot verwijdering. De wettelijke regeling voor het openbaar onderwijs is hierbij van toepassing. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: Verwijdering van een leerling van school is een beslissing van het bevoegd gezag. Voordat men een beslissing neemt dient het bevoegd gezag de betrokken leerkracht en de directie te horen. Hiervan wordt een verslag gemaakt dat aan de ouders ter kennisgeving wordt gesteld en door de ouders voor gezien wordt getekend. De ouders kunnen binnen 6 weken bezwaar maken tegen deze beslissing. Definitieve verwijdering is pas mogelijk nadat het bevoegd gezag een andere basisschool voor de leerling heeft gevonden. 30 Voor uitgebreide informatie verwijzen we naar het document Time-out, schorsing en verwijdering van Stichting Baasis. Dit document is op school aanwezig en is te vinden op de website van de stichting www.stichtingbaasis.nl 8.6 Sponsoring We vinden als school dat onder onderstaande voorwaarden sponsoring moet kunnen: 1. De sponsor mag geen enkele invloed hebben op het beleid van de school. 2. Sponsoring mag in de richting van kinderen en ouders geen enkel verplichtend karakter hebben. 3. De naam van de sponsor mag op geen enkele wijze in verband gebracht kunnen worden met handelingen of uitingen tegen de rechten van de mens. Sponsoring zoals wij dat tot nu toe kennen heeft altijd een doelbestemming gehad. Bijv. sponsoring van pleinverbetering enz. Sponsoring van welke activiteit dan ook zal steeds de instemming moeten hebben van het team en de Medezeggenschapsraad. 31 9 Namen en adressen Stichting openbaar onderwijs Baasis Bezoekadres: Stationsweg 3, 9471 GJ Zuidlaren Postadres: Postbus 75, 9470 AB Zuidlaren Telefoonnummer: 050-4096920 E-mailadres: [email protected] Internet: www.stichtingbaasis.nl Inspectie v.h. Onderwijs: Email: [email protected] URL: www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: tel: 0800 - 8051 Geschil- en klachtenbehandeling Sinds 1 januari 2009 is er een landelijk orgaan voor geschil- en klachtenbehandeling ontstaan: de Stichting Onderwijsgeschillen. Voor meer informatie verwijzen wij u naar: www.onderwijsgeschillen.nl Voor klachten over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld is het meldpunt: vertrouwensinspecteurs: 0900-1113111 (lokaal tarief) Schoolarts: GGD Drenthe Overcingellaan 17 9401 LA Assen Tel: 0592 - 306300 Zie voor meer informatie het jaarlijkse informatieboekje. 32