PROCESWERKBLAD Informatievaardigheden 1. Definiëren van de onderzoeksvragen Maak een mindmap ter oriëntatie en afbakening van het onderwerp. Formuleer de hoofd- en deelvragen. REFLECTIE: Hoe is de stap verlopen? Wat ging goed en wat minder? Wat heeft u gedaan om het bij te sturen? 2. Zoeken naar wetenschappelijke bronnen Bepaal mogelijke zoekstrategieën en prioriteer deze. Genereer en documenteer trefwoorden. Beoordeel de resultatenlijst en bepaal of u moet verfijnen of verbreden. REFLECTIE: Hoe is de stap verlopen? Wat ging goed en wat minder? Wat heeft u gedaan om het bij te sturen? 3. Selecteren van wetenschappelijke bronnen Lees de relevant ogende publicaties globaal, beoordeel ze en sla relevante publicaties op (Endnote). Werk de relevante publicaties voor zover mogelijk uit in de tabel ‘Bronnenoverzicht’. REFLECTIE: Hoe is de stap verlopen? Wat ging goed en wat minder? Wat heeft u gedaan om het bij te sturen? 4. Verwerken van informatie Prioriteer de geselecteerde bronnen en lees ze kritisch, maak notities en werk de tabel ‘Bronnenoverzicht’ bij. REFLECTIE: Hoe is de stap verlopen? Wat ging goed en wat minder? Wat heeft u gedaan om het bij te sturen? 5. Presenteren van informatie Maak een outline van het schrijfproduct en hou daarbij de gedachtengang en argumentatiestrutuur in het oog. Schrijf de tekst. Parafraseer en citeer op de juiste wijze (APA-richtlijnen). REFLECTIE: Hoe is de stap verlopen? Wat ging goed en wat minder? Wat heeft u gedaan om het bij te sturen?