Leeratelier politiek-bestuurlijke sensitiviteit

advertisement
Leeratelier politiek-bestuurlijke sensitiviteit
Doorontwikkeling van de persoonlijke radar
Start leeratelier: 6 maart 2017
Voorwoord
De Teeven-deal en de daaruit voortgekomen bonnetjesaffaire, de problemen met de uitbetaling
van het PGB, het wegstemmen van de nieuwe Zorgverzekeringswet door de Eerste Kamer en het
dossier Wind op land bij de Provincie Noord-Holland, het zijn slechts enkele recente voorbeelden
die laten zien hoe belangrijk politiek-bestuurlijke sensitiviteit is voor bestuurders en ook voor
ambtenaren. Het belang ervan evenals de complexiteit rondom politiek-bestuurlijke sensitiviteit
wordt regelmatig zichtbaar zowel op landelijk als op provinciaal en gemeentelijk niveau. Situaties
die onder controle lijken, ontwikkelen zich door net niet passende interventies, gebaren of
uitspraken soms tot explosieve dossiers. Terwijl even zo kleine stappen en interventies soms ook
net de angel uit een debat of pijnlijke situatie kunnen halen. En dat is niet alleen een
verantwoordelijkheid van de bestuurder zelf. Ook ambtenaren hebben daarin een
verantwoordelijkheid. Niet alleen als het mis dreigt te gaan en de positie van de minister,
staatssecretaris, gedeputeerde of wethouder op het spel staat en de crisis moet worden bezworen.
Juist de alledaagse situaties vragen om politiek-bestuurlijke sensitiviteit, omdat grote kwesties
steeds voortkomen uit alledaagse handelingen of de afwezigheid ervan.
De ene keer heeft de bestuurder zich al gecommitteerd aan iets wat toch niet zo handig blijkt en
waarover dan ambtelijk advies nodig is om er onderuit te manoeuvreren. De volgende keer zijn de
politieke verhoudingen lastig, omdat er een omstreden coalitie is gevormd die echter wel door
moet met de lopende dossiers. En weer een andere keer lijkt het net alsof het dossier met je op de
loop gaat, steeds maar nieuwe ontwikkelingen heeft, waardoor je het gevoel hebt dat het dossier
niet onder controle is en controle en comfort je steeds weer ontglippen. Voor ambtenaren is het
zaak dit soort situaties te begrijpen en erin te kunnen opereren.
Politiek-bestuurlijke sensitiviteit gaat dan steeds over de grotere betekenis van alledaagse dingen.
Het is onderdeel van ambtelijk vakmanschap dat steeds vorm krijgt in veranderende
verhoudingen. Netwerken, medialogica, integriteit en emotie- en incident-gedreven politiek zijn
relevante bakens voor politiek-bestuurlijke verhoudingen en daarmee voor ambtelijke politiekbestuurlijke sensitiviteit. Het leeratelier Politiek-bestuurlijke sensitiviteit is een opleidingsprogramma voor ambtenaren die met hun eigen gevoelige dossier aan de slag willen. Die in hun
praktijk iets willen doen en daarvoor op zoek zijn naar intellectuele reflectie en praktische
handvatten. Het leeratelier biedt een veilige leer- en ontwikkelomgeving om aan die praktijk te
werken met inbreng van sprekers, ervaren begeleiders en coaches.
In alle opleidingen van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur is politiek-bestuurlijke
sensitiviteit een belangrijk thema. Dit leeratelier brengt die ervaringen samen en maakt ze tot een
apart programma. Door het continu werken aan een eigen opdracht en het aanbieden van
(top)sprekers op verschillende relevante disciplines gaat dit leeratelier niet alleen verder, maar
ook dieper dan het gebruikelijke dagdeel “politieke sensitiviteitstraining”.
Kortom, het leeratelier Politiek-bestuurlijke sensitiviteit is niet alleen een opleiding voor de
ambtenaar die deelneemt, maar door het werken aan een heikel dossier uit de eigen praktijk ook
een duurzame investering voor zijn of haar organisatie.
We kijken er naar uit om je als deelnemer te begroeten!
Dr. Martin Schulz
Decaan Leeratelier Politiek-bestuurlijke sensitiviteit
2
Het leeratelier
Politiek-bestuurlijke sensitiviteit is een belangrijk aspect van ambtelijk vakmanschap. Het is iets
dat je ziet, bijvoorbeeld in de betekenis van analyseren en doorgronden van verhoudingen,
belangen en posities. Tegelijkertijd is het ook iets dat je doet bijvoorbeeld door met de juiste
mensen te praten, door je bestuurder de juiste dingen te laten zeggen of niet en door teksten zo te
formuleren dat ze precies de reactie oproepen die je beoogt. Dit zien en doen van politiekbestuurlijke sensitiviteit staat in het leeratelier centraal. Dat betekent tegelijkertijd dat dit een
leeratelier is waarbij het zelf zien en doen de rode draad is. Je gaat aan de slag met eigen
casuïstiek en aan de hand van de eigen dossiers voer je gesprekken met sprekers, de andere
deelnemers en (desgewenst) een coach. Politiek-bestuurlijke sensitiviteit is namelijk niet iets waar
je abstract over kunt leren, het is een manier van zien en doen waar je bewust van kunt worden en
waarin je een eigen stijl ontwikkelt.
Het leeratelier heeft aandacht voor veranderende verhoudingen in samenleving en politiek,
waardoor politiek-bestuurlijke sensitiviteit belangrijker is geworden, maar ook complexer. Enkele
voorbeelden van die veranderingen zijn: decentralisaties en de daarmee gepaard gaande opkomst
van systeemverantwoordelijkheid, de overheid die steeds frequenter in netwerken participeert, in
de wetenschap dat ze niet als enige publieke waarde creëert, het toegenomen zijlicht op
persoonlijke integriteit van politici, bestuurders en ambtenaren, de mate waarin emoties en
incidenten de agenda en de houding van het politieke debat bepalen, de groter wordende rol van
burgers, cliënten, bewoners en gebruikers in dienstverlening en de continue meerschaligheid van
vraagstukken (van het Europese tot het lokale niveau). Allemaal zijn het ontwikkelingen die het
handelen van ambtenaren mede bepalen en die interfereren met traditionele politiek-bestuurlijke
vraagstukken, zoals: hoe iets gedaan te krijgen met een zwakke of politiek beschadigde coalitie
aan het roer, hoe om te gaan met lobby’s die je dossier in de weg zitten, wat te doen met
volksvertegenwoordigers die op kruistocht tegen een bestuurder trekken of hoe bestuurders te
ondersteunen die steeds beloftes doen, die niet kunnen worden waargemaakt?
Het zien en doen van politiek-bestuurlijke sensitiviteit uit zich in vele verschillende vragen en
situaties. We geven enkele voorbeelden. Hoe krijg je inzicht in de politiek-bestuurlijke dynamiek
(zien) en hoe laat je jouw bestuurder daarin goed acteren (doen)? Wat is het bestaande en
gewenste beeld van je dossier in de politiek en de media (zien) en hoe zorg je ervoor dat je die
beeldvorming stuurt (doen)? Welke gevoeligheden zijn verbonden met specifieke ongemakkelijke
boodschappen die toch verkondigd moeten worden (zien) en hoe draag je die vervolgens op zo een
manier uit dat ze geen schade aanrichten of liever nog, voor je werken (doen)? Wat is de betekenis
van (kritische) reacties (zien) en hoe verhoud je jezelf daartoe (doen)?
Wat is het doel van dit leeratelier?
Het doel van deze opleiding is het versterken van de persoonlijke radar van deelnemers voor
politiek-bestuurlijk sensitieve situaties. Deelnemers leren1:


Oog ontwikkelen voor persoonlijke waarden, eigen integriteit en grenzen in relatie tot
politiek-bestuurlijke kwesties (persoonlijke vaardigheden);
Handvatten om in de politiek-bestuurlijke context effectiever te kunnen adviseren,
beïnvloeden en vernieuwen (interpersoonlijke vaardigheden);
1
Deze vaardigheden refereren aan de vaardigheden voor ‘political astuteness’ van o.a. Hartley, Alford et al.. Voor meer
informatie zie: https://www.anzsog.edu.au/media/upload/publication/124_124_LWPA-report-Hartley-Alford-HughesYates.pdf
3


Inzicht in de aard en de werking van politiek-bestuurlijke verhoudingen door analyse van
het politieke krachtenveld (het kunnen lezen van mensen en situaties);
Ontwikkelen van een radar voor politiek-bestuurlijk gevoelige aspecten en voor het
vroegtijdig herkennen ervan (toekomstscenario’s uitdenken en strategie bepalen)
Voor wie is dit leeratelier?
Dit leeratelier is voor senior medewerkers van zowel rijk, provincie als gemeente die een
verdiepingsslag willen maken en die met enige regelmaat politiek voorin de vuurlinie staan.
Deelnemers hebben idealiter een dossier, kwestie of situatie omhanden die hoge eisen stelt aan de
eigen politiek-bestuurlijke sensitiviteit zodat inbreng en reflecties van sprekers ook steeds kunnen
worden gebruikt om de eigen praktijk direct verder te ontwikkelen. Ook voor deelnemers die aan
het begin of einde staan van een dergelijk traject en vooruitkijkend of terugkijkend willen leren, is
dit een passend leeratelier.
We stellen het leeratelier graag open voor deelnemers van zowel gemeenten, provincies en het
rijk, omdat het gelegenheid biedt de verschillen en overeenkomsten tussen de verschillende
overheidslagen te bespreken. Zo is bijvoorbeeld het contact met bestuurders en politici bij
provincies en gemeenten veel rechtstreekser dan bij het rijk. Dit doet een beroep op het eigen
beoordelingsvermogen van ambtenaren en kan ook betekenen dat een ambtenaar daardoor heel
persoonlijk onder druk komt te staan. Hoe ga je om met het politieke als het meer persoonlijk is?
Wat betekent het als vraagstukken operationeler van aard zijn, waar liggen dan de
‘bananenschillen’? Kortom, ook al zijn de noties dezelfde, de uitwerking bij de drie niveaus is
verschillend en daar gaan we graag over in gesprek.
Centrale didactiek: leren door doen
Rode draad in het leeratelier Politiek-bestuurlijke sensitiviteit is het zelf bezig zijn met de
ontwikkeling van het eigen inzicht en handelingsrepertoire in een concrete actuele opgave. De
opleiding heeft daardoor direct effecten voor de eigen organisatie en brengt een verandering
teweeg die deelnemers zelf initiëren en vormgeven. We starten met analyses van het politiekbestuurlijke krachtenveld waarin deze kwestie zich bevindt: hoe ziet het eruit, hoe is dat zo
gekomen, beweegt het in de gewenste richting of niet, wie doen dat dan en hoe en welke
mogelijkheden zie je zelf om de dynamiek in het krachtenveld te beïnvloeden in de door jou
gewenste richting? Dat kan over van alles gaan, zoals de relatie met de volksvertegenwoordiging,
het beeld in de media, de houding en het gedrag van specifieke mensen in het dossier, de continue
stroom aan vragen vanuit politieke fracties die er op andere dossiers niet is en ga zo maar door.
Het leeratelier start met een voorbereidende opdracht 2, die is bedoeld om het eigen vraagstuk
helder te krijgen en om de centrale kwesties in het politiek-bestuurlijke netwerk rondom je
vraagstuk scherp te krijgen. Gedurende het leeratelier werk je deze opdracht stap voor stap verder
uit. Daarbij fungeert de opdracht als het ware als een logboek, waarin wordt bijgehouden hoe de
opgedane kennis in de praktijk wordt toegepast.
Vanuit deze analyses werken we verder aan het doorgronden van mechanismen die zich in het
eigen dossier en dat van andere deelnemers voordoen. Gedurende het leeratelier brengen we in
subgroepen verschillende mechanismen bij elkaar en ontwikkelen we als groep een
gereedschapskist voor politiek-bestuurlijke sensitiviteit waaruit iedere deelnemer naar behoefte
kan putten. Want dat is uiteindelijk waar de leergang toe leidt: ruimte en gereedschap waarmee
deelnemers en organisaties hun politiek-bestuurlijk sensitiviteit kunnen vergroten. Belangrijk is
dat de deelnemer hierbij zelf aan het roer staat: hij/zij bepaalt welke inzichten hij/zij wil
ontwikkelen. De NSOB geeft hiertoe zowel binnen als buiten de kaders van de opleiding
verschillende handvatten: theorievorming, praktijkuitwisseling (leren van elkaar), uitbreiding van
2
De concrete opdracht wordt na inschrijving verstrekt.
4
handelingsrepertoire en het vormgeven van de persoonlijke vaardigheden aan de hand van een
coachingstraject.
- Theorie: de spelregels en het krachtenveld inzichtelijk maken
Docenten zullen wetenschappelijke theorievorming en inzichten uit (eigen) onderzoeken delen en
inzicht verschaffen in de politieke spelregels, de verschillende logica´s en spanningen en in
gesprek met de deelnemers verkennen hoe het politiek-bestuurlijke krachtenveld zich anno nu
beweegt, zowel in algemene zin als specifiek in de eigen casus.
- Praktijk: samen leren van elkaars casuïstiek
Tijdens de bijeenkomsten leren deelnemers van elkaar door praktijken met elkaar uit te wisselen,
evenals van practitioners uit de verschillende geledingen van de overheid. De eigen praktijkcasus
helpt om de eerder opgedane theoretische inzichten en noties te vertalen naar de eigen opgaven.
- Handelingsrepertoire: doorontwikkeling van de gereedschapskist
De deelnemers ontwikkelen in het leeratelier gaandeweg gezamenlijk een gereedschapskist. Een
tool in een gereedschapskist is echter van weinig betekenis zonder kennis van de contexten
waarin en de manieren waarop de tools kunnen worden toegepast. Dat vraagt bijvoorbeeld
aandacht voor de personen, de rolopvattingen en de verschillende organisaties en
organisatiedilemma’s die in het leeratelier aan de orde komen. Gedurende het leeratelier werken
deelnemers samen in groepsverband aan het vormgeven van een gereedschapskist.
- Exclusief coachingstraject: je persoonlijke coach en sparringpartner
Deelnemers die interesse hebben om naast de vaste onderdelen in het programma individuele
gesprekken te voeren met een coach, helpen wij met het vinden van deze coach. Wij werken
hierbij samen met Intercoach, een centrum voor collega-coaching binnen de overheid. Om een
verbinding tussen het coachingstraject en de opleiding te borgen, kan een deelnemer gedurende
de opleiding maximaal twee maal een beroep doen op de programmaleiding om te bespreken hoe
inzichten uit het coachingstraject kunnen worden verbonden met de opleiding.
5
De opbouw
Opbouw van het leeratelier
Het leeratelier bestaat uit 8 lesdagen, opgebouwd uit zeven modules in de periode maart 2017 –
november 2017 en een terugkomdag in het voorjaar van 2018. Deze opbouw lichten we hieronder
nader toe.
- Zeven modules
Vanaf de start in februari is er elke drie weken een bijeenkomst. De modules hebben steeds
dezelfde opbouw. Aan het begin van de ochtend kijken we samen diagonaal door de logboeken
heen en bespreken we opvallende kwesties met de gehele groep. Wat waren de lessen van de
vorige keer en wat zijn de visies op het thema van de dag? Dit wordt gedaan onder begeleiding van
de programmaleiding. Daarna volgen twee onderwijsbijdragen met docenten en/of practitioners
waarin concrete aspecten van politiek-bestuurlijke sensitiviteit worden besproken. De docenten
hebben steeds aandacht voor algemene theoretische en praktische inzichten en voor de relatie
met de praktijk waarmee de deelnemers bezig zijn. Aan het einde van de middag vertaalt elke
deelnemer de inzichten naar opdrachten die hij of zij zichzelf geeft om in de komende periode uit
te voeren. Ook wordt onder begeleiding van de programmaleiding in een subgroep gewerkt aan
het bijeenbrengen van inzichten voor de gezamenlijke gereedschapskist.
Tijdens de laatste module oogsten de deelnemers samen de opbrengsten van hun ontwikkeling.
Aan de hand van presentaties door de verschillende subgroepen bekijken we hoe het inzicht over
en handelingsrepertoire van politiek-bestuurlijke sensitiviteit zich heeft ontwikkeld. Een jury
beoordeelt en bevraagt de deelnemers kritisch op basis van een tijdens de slotdag gegeven
presentatie waarin de gereedschapskist wordt gepresenteerd.
- Terugkommiddag
Na een aantal maanden komen de deelnemers een middag terug om te reflecteren op opgedane
inzichten en om uit te wisselen hoe hun casus zich verder heeft ontwikkeld. De programmaleiding
spart dan nog een keer met de deelnemers waarbij zowel de individuele casus als de gezamenlijke
inzichten aan bod komen. De middag wordt voorbereid door een aantal van de deelnemers zelf
met ondersteuning van de programmaleiding.
6
Het programma
Module 1
Leiden en dienen in het openbaar bestuur
Datum
6 maart 2017
Omschrijving
Kennismaking met en introductie van het leeratelier, bespreken
van de voorbereidende opdrachten aan de hand van pitches en
bespreken van de wijze waarop we het leeratelier doorlopen.
Ter aftrap van het leeratelier hebben we een
(oud)Kamervoorzitter/lid gevraagd een lezing te verzorgen over
het ‘betere politieke handwerk’. Aan het einde van de ochtend
krijgen we zo een inzicht in politieke beweegredenen en
motivering.
Vervolgens zal prof. dr. Paul Frissen spreken over de spanningen
tussen de politiek en het politieke, tussen politieke symboliek en
ambtelijke degelijkheid, tussen politieke macht en ambtelijke
rationaliteit en tussen werken voor de publieke zaak en de
publieke bestuurder.
Docenten
Dr. Martin Schulz &
Esmé Cartens MA
(Oud)Kamervoorzitter/lid
Prof. dr. Paul Frissen,
bestuursvoorzitter
NSOB, hoogleraar
Tilburg University
Tussen de modules werken de deelnemers aan eigen opdrachten en de groepsopdracht.
Module 2
Inspelen op een veranderende omgeving
11 april 2017
Wat betekenen de veranderingen in de samenleving voor de
politiek, maar ook voor ambtelijke wereld? Wat betekent de
kortere doorlooptijd van beleid evenals de incident-beluste media
voor het ambtelijk vakmanschap? En hoe blijf je in je werk
integer, in de zin van heel, onder continue politieke (en
topambtelijke) druk? Stavros Zouridis gaat samen met de
deelnemers aan de slag om het politieke krachtenveld, de
coalities, de politieke verhoudingen en het externe krachtenveld
en netwerk uit te pluizen.
Prof. dr. Stavros
Zouridis, hoogleraar
Tilburg University
& oud-topambtenaar van
het ministerie van
Veiligheid & Justitie
De klassieke angst voor politieke bananenschillen mag het
publieke ondernemerschap niet lam leggen. Prof. dr. Martijn van
der Steen gaat in op de vraag wat goed publiek ondernemerschap
is in tijden waarin het uiterste wordt gevraagd van ambtelijk
vakmanschap in een netwerksamenleving.
Prof. dr. Martijn van der
Steen, hoogleraar
Erasmus Universiteit
Tussen de modules werken de deelnemers aan eigen opdrachten en de groepsopdracht.
7
Module 3
Het spel der politiek
22 mei 2017
Hoe vertaal je de politieke dynamiek door naar de ambtenarij?
Wat voor ambtenaar ben jij en wat voor bestuursstijl past bij jou?
Wat zijn de verschillende rationaliteiten en logica’s waar je mee
te maken hebt in politiek-ambtelijke verhoudingen? Wat is de rol
van legitimiteit, verantwoordelijkheid maar ook verantwoording?
Prof. dr. Pieter Tops,
Tilburg University
In de middag spreken we met Hans Hoogeveen. Hij gaat in op de
vraag: ‘Hoe speel ik het spel?’ Als topambtenaar weet hij als geen
ander hoe je moet onderhandelen en welke vaardigheden je dient
te bezitten om zowel richtinggevend als dienend ambtenaar te
zijn. Afhankelijk van de behoefte in de groep kunnen ook thema’s
de revue passeren als ‘court politics’ (wie heeft het oor van de
bestuurder) en de politieke ‘back office’ van de bestuurder.
Prof. mr. dr. Hans
Hoogeveen, permanente
vertegenwoordiger FAO
in Rome.
Tussen de modules werken de deelnemers aan eigen opdrachten en de groepsopdracht.
Module 4
Politiek-bestuurlijke advisering
20 juni 2017
Meedenken en tegenspreken, politieke advisering is een spel van
dilemma’s en paradoxen. Prof. dr. Mark van Twist spreekt met de
deelnemers over politiek-bestuurlijke advisering, de kenmerken
en gevoeligheden ervan.
Prof. dr. Mark van Twist,
hoogleraar Erasmus
Universiteit, decaan
NSOB
Besturen is vooruitzien en het beïnvloeden van bestuur vraagt om
het tijdig rekening houden met politieke cycli. Een belangrijke
vraag daarin is hoe je een dossier in de koffer van de informateur
of zelfs de formateur krijgt. Prof. dr. Marcel Boogers neemt de
deelnemers mee in de politieke cycli en bespreekt op basis
daarvan hoe strategisch vooruitzien, werkt in de praktijk.
Prof. dr. Marcel Boogers,
Tilburg University
Tussen de modules werken de deelnemers aan eigen opdrachten en de groepsopdracht.
Module 5
Van slechte taal tot goed verhaal
5 september
2017
Prof. dr. Hans de Bruijn en een speechschrijver nemen de
deelnemers mee in de wereld van advisering, beïnvloeding en
framing. Deze moduledag staat in het teken van ‘het verhaal’, van
de taal die je gebruikt in je communicatie naar je bestuurder. Hoe
geef je een strategisch advies? En hoe word je effectief in je
beïnvloeding? Aan de hand van een speechschrijver leer je zelf de
juiste woorden te vinden voor het advies dat je wilt geven.
Maar ook extern, welk verhaal vertel je naar buiten toe? Wat
betekent de huidige mediawerkelijkheid voor
organisatieontwikkeling bij de overheid? En wat betekent de
huidige mediasamenleving voor het vak van public affairs? Welke
framing je kiest is van groot belang, zo zal blijken tijdens een
bijdrage van Dr. Thomas Schillemans
Prof. dr. Hans de Bruijn
hoogleraar TU Delft,
en een speechschrijver
van een politicus of in de
media veelvuldig
zichtbare topambtenaar
Dr. Thomas Schillemans,
Universiteit Utrecht met
public affairs
practitioner
Tussen de modules werken de deelnemers aan eigen opdrachten en de groepsopdracht. Ook
hebben de verschillende groepen een tussentijds gesprek met de programmaleiding om te bezien
hoe de voortgang is en welke obstakels ze tegenkomen. Dit gesprek wordt separaat ingepland op
8
een dag waarop (een deel van) de groep in de gelegenheid is met de programmaleiding van
gedachten te wisselen. Het gesprek heeft plaats bij de NSOB in Den Haag. Waar nodig zullen
achtereenvolgens ook de individuele gesprekken worden gepland met de deelnemers die aan het
coachingstraject deelnemen.
Module 6
Omgaan met crises
9 oktober 2017
Politieke crises en incidenten vormen regelmatig struikelblokken
voor bestuurders. Prof. mr. dr. Erwin Mulder neemt de
deelnemers mee in zijn verhaal over besluitvorming in tijden van
politieke crisis. Wat zijn de do’s en de dont’s en hoe raak je in en
uit de crisis?
In de middag ontmoet de groep een carrousel aan personen die
een significante rol speelden in een lastig dossier uit het verleden.
Daarbij valt te denken aan thematieken rondom infrastructurele
projecten (bijv. Spoorzone Delft, Noord-Zuidlijn in Amsterdam
en dossier ‘Wind op land’ van provincie Noord-Holland), ICTprojecten (Elektronisch Patiënten Dossier – EPD) en
decentralisaties. In gesprekken van 30-45 min rouleren de
verschillende groepjes langs de sprekers op rijks, provinciaal en
gemeentelijk niveau.
Prof. mr. dr. Erwin
Muller, hoogleraar
Universiteit Leiden en
vicevoorzitter
Onderzoeksraad voor de
Veiligheid
Carrousel van
practitioners
Tussen de modules werken de deelnemers aan eigen opdrachten en de groepsopdracht.
Module 7
De toekomst van ambtelijk vakmanschap
14 november
2017
We starten met een reflectie op de opgedane inzichten en
gezamenlijk kijken we naar de ambities voor de toekomst. Wat
zijn de lessen die je meeneemt? Welke acties onderneem je op
de korte termijn of als een dossier zich weer aandient?
Dit doen we in samenwerking met een topambtenaar. Hij/zij zet
vervolgens samen met de deelnemers een stip op de horizon;
waar draait ambtelijk vakmanschap om in de toekomst?
Dr. Martin Schulz
Esmé Cartens MA
Vervolgens vinden de eindpresentaties en jurering van de
groepsopdracht plaats. Deze presentaties hebben plaats tijdens
een officiële slotbijeenkomst aan een jury. De jury bestaat uit
een mix van (top)ambtenaren, politici en wetenschappers.
Expertpanel
Terugkommiddag
13 februari
2018
(13.00 – 17.00)
Na afloop van het leeratelier vindt er nog een terugkommiddag
plaats. Dit wordt in co-creatie met de deelnemers georganiseerd
om te voldoen aan de mogelijk nog aanwezige behoeftes na het
traject.
9
Dr. Martin Schulz
Esmé Cartens MA
Organisatie
Voor wie?
Dit leeratelier is gericht op senior medewerkers, die werkzaam zijn binnen het Rijk, de provincies,
de waterschappen of de gemeenten en hun politiek-bestuurlijke sensitiviteit willen vergroten. Het
is een opleiding voor hen die werken in publieke organisaties en voor hen die zich in hun werk
vaak moeten verhouden tot politiek-bestuurlijke afwegingen in het openbaar bestuur. Voor het
doorlopen van het leeratelier is het relevant om toegang te hebben tot een of meer
praktijksituaties die gebruikt kunnen worden voor het leerproces.
Meerwaarde
Dit leeratelier ondersteunt deelnemers in de invulling van eigen actuele opgaves rondom politiekbestuurlijke sensitiviteit. Door een slimme koppeling van inzichten in het politieke en ambtelijke
krachtenveld, het oefenen van bijvoorbeeld taal en medialogica en het doorontwikkelen van
persoonlijke vraagstukken worden deelnemers aan het werk gezet voor de ontwikkeling van hun
persoonlijke, intuïtieve radar. Aangezien de deelnemer ook echt de lessen zal moeten uitproberen
in de eigen organisatie gaat deze opleiding uit van een olievlekwerking en profiteert niet alleen de
deelnemer, maar het hele team!
Investering
De kosten van het leeratelier bedragen € 5.900,-. Dit bedrag betreft opleidingskosten (inclusief
terugkombijeenkomst), locatiekosten (incl. lunch) en literatuurkosten. Het bedrag is vrijgesteld
van BTW. Eventuele kosten voor deelname aan het separate coaching traject met Intercoach
(ongeveer € 1.500,-) zijn niet inbegrepen. Het leeratelier telt acht dagen en loopt van maart 2017
tot en met november 2017, met een terugkomdag in het voorjaar van 2018. De opdrachten
vereisen naar schatting een inzet van nog eens ongeveer 4-8 uur tussen de verschillende
bijeenkomsten. Ook dient rekening gehouden te worden met benodigde tijd voor de eindopdracht
en de bijbehorende presentatie.
Aanmelding en informatie
Voor meer informatie over het leeratelier kunt u contact opnemen met de leermanager van de
opleiding Esmé Cartens via 070-3024941 of via [email protected]. Of ga naar de website voor
meer informatie: www.nsob.nl. Deelnemers kunnen zich aanmelden door het
aanmeldingsformulier naar de NSOB te sturen. Het aanmeldingsformulier is te vinden op
www.nsob.nl.
Locatie
De bijeenkomsten vinden plaats bij de NSOB aan het Lange Voorhout 17 in Den Haag.
Programmaleiding
Deze opleiding wordt vanuit de NSOB geleid door:
 Decaan dr. Martin Schulz, co-decaan NSOB en adjunct-directeur van de NSOB Denktank.
Vanuit het decanaat van deze opleiding houdt Martin Schulz zich bezig met de
inhoudelijke samenstelling van de opleiding en met het reflecteren op de logboek
opdrachten en tussentijdse voortgang van de eindopdracht.
 Leermanager Esmé Cartens MA is verantwoordelijk voor de inhoudelijke organisatie en te
allen tijde bereikbaar voor vragen via [email protected]
 Projectmanager Saskia Wiersma is verantwoordelijk voor de logistieke zaken en
bereikbaar via [email protected]
10
Over de NSOB
De Nederlandse School voor Openbaar Bestuur
De Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) verzorgt sinds 1989 hoogwaardige
postacademische opleidingen. In dat jaar besloten de Universiteit Leiden en de Erasmus
Universiteit Rotterdam tot de oprichting van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur.
Sinds juli 1995 participeren behalve de Universiteit Leiden en de Erasmus Universiteit Rotterdam
ook de Universiteit Utrecht, de Universiteit van Amsterdam, de Technische Universiteit Delft, de
Universiteit van Tilburg en de Vrije Universiteit van Amsterdam in de NSOB.
Vanaf haar aanvang streeft de NSOB ernaar om met geavanceerde en uitdagende opleidingen
voor het topsegment van het management in openbaar bestuur en publieke sector bij te dragen
aan een hoogwaardig openbaar bestuur. De opleidingen van de NSOB onderscheiden zich door:





Het aanbieden van leeromgevingen die in hun didactiek zijn afgestemd op het leren van
ervaren tot zeer ervaren professionals. De inzet van topdocenten uit wetenschap en
praktijk is daarbij vanzelfsprekend.
Het aanbieden van leerinhouden waarin inzichten uit vooraanstaande
researchprogramma’s worden verbonden met strategische vragen uit de praktijk. De
relatie van de NSOB met universiteiten is daarom van groot belang. Daarnaast is de
NSOB ook een onafhankelijke denktank die strategische vragen in de publieke sector
onderzoekt.
Het aanbieden van leerprogramma’s waarin maatschappelijke ontwikkelingen en
transformaties altijd uitgangspunt zijn voor reflectie over de publieke sector en het
openbaar bestuur. Begrip van de wereld is in deze domeinen cruciaal. Er kan niet worden
volstaan met instrumentele vakkennis op managementgebied.
Het aandacht schenken aan persoonlijke effectiviteit in de context van de voornoemde
reflectie. Daarbij staat voor de NSOB voorop dat dienstbaarheid aan de publieke zaak een
van de professionele en dus ook persoonlijke kernwaarden is.
De kennisfunctie van de NSOB komt naar voren in haar rol als denktank. De denktank
van de NSOB verzorgt praktijkgericht én wetenschappelijk ingebed onderzoek. Het
onderwijs voedt de denktank van de NSOB met nieuwe vragen op het gebied van beleid,
sturing en de verhouding tussen publieke, private en maatschappelijke domeinen.
Andersom zorgt de denktank door excellent onderzoek voor permanente verbetering en
vernieuwing van het curriculum. Zo bevruchten onderwijs en onderzoek elkaar, vanuit
theorie en praktijk. Het onderzoek van de NSOB draagt bovendien bij aan het publieke
debat over de rol en het functioneren van het openbaar bestuur en andere domeinen in de
publieke sector.
11
Contactpersonen
Decaan:
Dr. Martin Schulz
Leermanager:
Esmé Cartens MA
[email protected]
070 3024941
Projectmanager:
Saskia Wiersma
[email protected]
070 3024926
2
Download