Wat te kunnen? - Ditjes en datjes voor juffen en meesters!

advertisement
Wat moet ik kunnen?
Hoe kan ik voorbereiden?
Vak
Luisteren
Dit moet ik kunnen
 Aandachtig luisteren naar teksten.
(27 mei)
 Opdrachten omtrent de beluisterde opdrachten
oplossen.
Spreken
 Enthousiast vertellen over een zelfgekozen
onderwerp.
(14, 21 en 22 mei)
Voorbereiding
Geen voorbereiding
Bundeltje die je
gekregen hebt
 Voldoende luid, in een gepast tempo en met een
mooie articulatie spreken.
 Algemeen Nederlands praten.
 Spreekdurf hebben.
 Vragen van klasgenoten beantwoorden.
Begrijpend lezen
(28 mei)
 Teksten aandachtig lezen.
Geen voorbereiding
 Gegevens opzoeken in de gelezen teksten.
 Informatie opzoeken in een tabel.
 Informatie aflezen op een verpakking.
 Informatie opzoeken op een website.
 Het communicatieschema toepassen (zender,
ontvanger, …).
 Letterlijk en figuurlijk taalgebruik beoordelen.
 De betekenis van uitdrukkingen opzoeken in een
online woordenboek.
 Uit de titel afleiden welke informatie je zal kunnen
lezen in een tekst.
 Tekstsoorten kennen.
 De oorzaak en het gevolg bepalen.
 Opdrachten met verwijswoorden uitvoeren.
Algemeen
4
Vak
Dit moet ik kunnen
Toegepast lezen
 Het thema van de tekst bepalen.
(31 mei)
 De hoofdgedachtezin aanduiden.
Voorbereiding
Geen voorbereiding
 Belangrijke woorden markeren.
Creatief
schrijven
(14 juni)
 Een korte instructie schrijven.
Geen voorbereiding
 Een passend kopje boven een alinea noteren.
 Uit een tekst afleiden voor wie en waarom ze
geschreven zijn.
 Herhalingen vervangen door verwijswoorden.
 Elementen die op een enveloppe horen te staan
aanvullen.
Spelling
(11 en 12 juni)
 De spellingafspraken toepassen
 Hoofdletters
 Tweeklanken
 D of t op het einde van het woord(stuk)
 Ng en nk
 G(t) en ch(t)
 Ei en ij
 Au(w) en ou(w)
 De katten- en apenafspraak
 De spellingsnoepjes toepassen
 Apostrof
 Koppelteken
 Trema
 C als s uitgesproken, t als s gesproken, c als k
gesproken en i als ie gesproken.
 Het achtervoegsel -isch
 Woorden op b
 Woorden met th
 Woorden met wr
 Werkboek B
 p. 25 – 48
 Alfabeestje
 p. 3 – 51
 Extra oefeningen
 Snuffelblaadje
spelling
 Oefenstof spelling
deel 1 en 2
 Oplossingen
spelling deel 1 en 2
 Werkwoorden in de tegenwoordige en de verleden
tijd schrijven (met en zonder het schema).
 Stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden schrijven.
 Verkleinwoordjes maken.
 Meervouden noteren.
 Onthoudwoorden schrijven.
Algemeen
5
Vak
Dit moet ik kunnen
Taalbeschouwing
 Synoniemen, tegengestelde woorden en homoniemen
met elkaar verbinden.
 Werkboek B
 Een woordtrap aanvullen.
 Alfabeestje
(3 juni)
 Splitsen in lettergrepen.
 Keerwoorden en spiegelwoorden maken en
ontdekken.
 Samenstellingen maken.
 Een voor- of achtervoegsels toevoegen aan een
woord.
 Verkleinwoordjes maken.
 Het meervoud noteren.
Voorbereiding
 p. 52 – 60
 p. 65 – 105
 Extra oefeningen
 Snuffelbaadje
taalbeschouwing
 Oefenstof
taalbeschouwing
 Oplossingen
taalbeschouwing
 Zelfstandige naamwoorden, (stoffelijk) bijvoeglijke
naamwoorden, eigennamen en werkwoorden
herkennen en aanduiden .
 Zelfstandige naamwoorden ordenen: mannelijk,
vrouwelijk of onzijdig.
 Werkwoorden in de tegenwoordige en verleden tijd
noteren.
 Verwijswoorden koppelen aan het woord waarnaar
ze verwijzen.
 Korte woordjes invullen in een zin.
 De betekenis van een zin aanduiden.
 Het onderwerp, het gezegde en de persoonsvorm
herkennen en aanduiden.
 Het onderwerp vervangen door een woordgroep.
 De persoonsvorm vervangen door een
werkwoordgroep.
 Noteren of een werkwoord of naamwoord iets zegt
over het onderwerp.
 Zinsdelen afbakenen.
 Noodzakelijke zinsdelen omkringen, nietnoodzakelijke zinsdelen doorstrepen.
 Een zin maken met een opgegeven werkwoord.
Algemeen
6
Vak
Dit moet ik kunnen
Taalschat
 De betekenis van woorden en zegswijzen verklaren.
(4 juni)
 Woorden verbinden met een synoniem en een
tegengestelde.
 Woorden, zelfstandige naamwoorden en
werkwoorden invullen die passen binnen een
bepaalde zin.
Voorbereiding
 Werkboek
 p. 67 – 68
 Leesboek
 p. 91 – 92
 Een zin of een groep woorden vervangen door een
zegswijze met dezelfde betekenis.
Getallenkennis
(27 mei)
 Gedicteerde getallen noteren.
 Werkboek B
 De waarde van de cijfers in een getal noteren.
 p. 30 – 31
 Getallenassen aanvullen.
 p. 39 – 40
 Patronen ontdekken en aanvullen.
 p. 49 – 50
 Rekenzinnen aanvullen.
 p. 58
 Getallen afronden.
 p. 66
 Breuken gelijknamig maken, in hun eenvoudigste
vorm noteren en vergelijken.
 p. 73 – 74
 Breuken, procenten en kommagetallen met elkaar
vergelijken en ordenen.
 Kans berekenen.
 Verhoudingsgetallen invullen.
 Delers en gemeenschappelijke delers zoeken.
 Veelvouden en gemeenschappelijke veelvouden
zoeken.
 De kenmerken van deelbaarheid toepassen.
 Kompasje
 p. 7 – 24
 Extra oefeningen
 Snuffelbaadje
getallenkennis
 Oefenstof
getallenkennis
 Oplossingen
getallenkennis
 Romeinse cijfers omzetten naar Arabische cijfers
en andersom.
Algemeen
7
Vak
Dit moet ik kunnen
Hoofdrekenen
 Optellingen, aftrekkingen, vermenigvuldigingen en
delingen met natuurlijke getallen en kommagetallen
oplossen.
(10 juni)
 De bewerking uit een zin halen en oplossen.
 Getallen afronden.
 Een breuk nemen van een natuurlijk getal en een
kommagetal.
Voorbereiding
 Werkboek B
 p. 32
 p. 41 – 42
 p. 51 – 52
 p. 59
 p. 67
 p. 75
 Optellingen, aftrekkingen, vermenigvuldigingen en
delingen met breuken oplossen.
 Kompasje
 Een procent nemen van een natuurlijk getal en een
kommagetal.
 Extra oefeningen
 p. 25 – 35
 Ontbrekende getallen en symbolen invullen om zo
een correcte bewerking te maken.
 Snuffelbaadje
hoofdrekenen
 De voorgaande kennis en vaardigheden toepassen in
een vraagstuk.
 Oefenstof
hoofdrekenen
 Oplossingen
hoofdrekenen
Cijferen
(4 juni)
 Optellingen, aftrekkingen, vermenigvuldigingen en
delingen (2 of meer termen) met natuurlijke
getallen en kommagetallen cijferend uitvoeren.
 Uitkomsten vooraf schatten.
 Ontbrekende cijfers of termen invullen zodat de
cijferoefening klopt.
 Werkboek B
 p. 33
 p. 43
 p. 60 – 61
 p. 76 – 77
 Kompasje
 p. 36 – 39
 Extra oefeningen
 Snuffelbaadje
cijferen
 Oefenstof
cijferen
 Oplossingen
cijferen
Algemeen
8
Vak
Meten en metend
rekenen
(7 juni)
Dit moet ik kunnen
 Maateenheden (lengte, inhoud, gewicht en tijd) en
de verhoudingen ertussen kennen.
 Herleidingen en bewerkingen (lengte, inhoud,
gewicht, tijd, oppervlakte- en landmaten) uitvoeren.
 Verhoudingstabellen invullen.
 De omtrek en de oppervlakte berekenen via
beleggen, omstructureren of het toepassen van de
basisformule.
 Een figuur tekenen met een opgegeven oppervlakte.
 Meten tot op 1 mm nauwkeurig.
 Het volume berekenen.
 Hoeken meten en tekenen tot op 1° nauwkeurig.
 Een tijdsduur berekenen (tot op 1 seconde).
Voorbereiding
 Werkboek B
 p. 34 - 35
 p. 44
 p. 53 – 54
 p. 62
 p. 68 – 69
 p. 78
 Kompasje
 p. 40 – 51
 Extra oefeningen
 Blaadjes uit
scheurblok
 Een temperatuurcurve aflezen en de gemiddelde
temperatuur berekenen en afronden.
 Schaal berekenen.
 Tijdsbegrippen (kwartaal, jaar, eeuw, …) kennen en
gebruiken.
 De verhouding tussen afstand, tijd en snelheid
toepassen.
 Gepast betalen met zo weinig mogelijk biljetten en
munten.
Algemeen
9
Meetkunde
(28 mei)
 De passende eigenschappen en namen aan de juiste
vlakke figuren koppelen.
 Driehoeken benoemen naar gelang de zijden en de
hoeken.
 Vierhoeken en driehoeken tekenen.
 Een vlakke figuur verdelen in kleinere drie- en
vierhoeken en de bekomen figuren benoemen.
 Symmetrieassen tekenen.
 Uitspraken beoordelen met waar of niet waar.
 Evenwijdige en loodrechte stand herkennen.
 Het voor- en zijaanzicht van een blokkenconstructie
aanduiden.
 De juiste afdruk van een reeks ruimtefiguren
aanduiden.
 Ruimtefiguren met vlakke en/of gebogen zijvlakken
herkennen.
 Werkboek B
 p. 36
 p. 45 – 46
 p. 55
 p. 63
 p. 70
 Kompasje
 p. 52 – 63
 Extra oefeningen
 Snuffelbaadje
meetkunde
 Oefenstof
meetkunde
 Oplossingen
meetkunde
 Een spiegel beoordelen op basis van de vijf
voorwaarden.
 Spiegelbeelden tekenen.
 Gelijkvormige figuren aanduiden.
 Een gegeven figuur verkleind overtekenen.
 Een figuur overtekenen in een rooster met
coördinaten.
 Een patroon ontdekken en verder tekenen.
 Kijklijnen toepassen.
 De lengte van een schaduwbeeld berekenen.
Algemeen
10
Toepassingen
(14 juni)
 Een ongelijke verdeling uitvoeren.
 Werkboek B
 Een korting in procent en in breukvorm berekenen
en de nieuwe prijzen vergelijken.
 p. 37 – 38
 Tarra-, bruto- en nettogewicht berekenen.
 p. 56 – 57
 Een omgekeerde evenredigheid berekenen.
 Een temperatuurcurve en een tabel aflezen en
aanvullen.
 Een gemiddelde temperatuur berekenen.
 De mediaan berekenen.
 Tijdsduur en tijdsverschil.
 Prijsberekeningen uitvoeren.
 De inkoopprijs, de eenheidsprijs en de hoeveelheid
berekenen.
 p. 47 – 48
 p. 64 – 65
 p. 71 – 72
 p. 79 – 80
 Kompasje
 p. 64 – 73
 Extra oefeningen
 Blaadjes uit
scheurblok
 Geen overbodige gegevens gebruiken.
Algemeen
11
Download