Retorica en drogredenen Lucas Beerekamp, 2017 Logicapuzzel Which answer in this list is the only correct answer to this question? A. All of the below. B. None of the below. C. All of the above. D. One of the above. E. None of the above. F. None of the above. Retorica volgens Aristoteles Ars retorica Een technische overtuigingskunst Ethos Logos Pathos Retorica volgens Aristoteles Ethos Beroep op eigen karakter en kwaliteiten om het publiek te overtuigen dat je een goed spreker bent Het gaat hier om het tweede-orde oordeel van je publiek (over de spreker) om hun eerste-orde oordelen (over de inhoud) gunstiger te maken. ‘Hij zal het wel weten, want hij is een goede gozer.’ Retorica volgens Aristoteles Ethos Drie eigenschappen 1. Phronèsis / praktische wijsheid (Weten hoe het zit) 2. Een deugdzaam karakter 3. Een goede wil / Het beste voorhebben Als je alle drie de punten laat zien, dan is er geen reden meer om aan je woorden te twijfelen Let wel: het gaat er niet om dat je daadwerkelijk deugdzaam bent, maar slechts dat je zo overkomt! Retorica volgens Aristoteles Pathos Emoties hebben de kracht om overtuigingen te kleuren Het succes van de pogingen tot overtuigen hangt dus af van het bespelen van de emotionele staat van het publiek. De rol van de emoties in de retorica is slechts overtuigen, niet te motiveren of morele educatie te geven. Dat is het gebied van de ethica, niet de retorica. Retorica volgens Aristoteles Pathos Hoe bespeel je de emoties? De techniek berust op de definitie van de verschillende emoties. Bijvoorbeeld woede: “verlangen, vergezeld door pijn, naar het rechtzetten van een onverdiende kwetsing.” Als je deze definitie kent, kun je die aspecten van de zaak vinden, die waarschijnlijk woede op zullen roepen. Voorbeeld. Retorica volgens Aristoteles Logos Het argument zelf Inductieve argumenten (waaronder voorbeelden) Deductieve argumenten (syllogismen) Ted Talk Will Stephen - How to Sound Smart Analogieredeneringen Tijdens de wetenschappelijke revolutie hielden de grote wetenschappers, waaronder Newton en Descartes, er de volgende redenering op na: De natuurkundige wetten laten de complexe mechanische perfectie van het universum zien. Deze complexe perfectie lijkt op een horloge. Zoals een horloge niet toevallig ontstaan kan zijn, ligt ook aan het universum een intelligent plan ten grondslag. Analogieredeneringen Het argument is een voorbeeld van een analogieredenering: X en Y delen kenmerken a, b en c X heeft daarnaast kenmerk d Dus, Y heeft eveneens kenmerk d Zo’n redenering is inductief, omdat de samenhang hoogstens waarschijnlijk, nooit logisch noodzakelijk zal zijn. Analogieredeneringen Een analogieredenering kan geldig zijn, afhankelijk van de relevantie en het aantal overeengekomen kenmerken. Ongeldigheid kan worden aangetoond door ofwel kenmerken te noemen die niet overeenkomen (disanologie), ofwel een tegenanalogie te maken. Analogieredeneringen David Hume bracht tegen het argument het volgende in. Disanologie: Het universum kan ook chaotisch en disharmonieus zijn, een horloge is dat niet. Tegenanologie: Sommige objecten vertonen veel orde en harmonie (sneeuwvlokje) maar hieraan wordt geen intelligente sturing toegeschreven. Analogieredeneringen Andere voorbeelden Het heelal lijkt op een atoom: planeten draaien om de zon zoals elektronen om de atoomkern draaien. Elektronen kunnen overspringen naar een ander atoom, dus laten we onderzoeken of planeten ook van draaicirkel kunnen wisselen, A: “We moeten aandacht hebben voor ons cultuur erfgoed.” B “Hitler!” Retorische oefening Werkwijze Twee tweetallen strijden tegen elkaar: pro en contra dezelfde stelling. Bereid je betoog samen voor op schrift. Eén van jullie voert het woord. Gebruik twee verschillende drogredenen (kies uit drie willekeurige!) Betoog ziet er als volgt uit: Opening: pro en contra ieder 2 minuten Reactie: pro en contra ieder 1 minuut Puntentelling: Publiek (individueel) benoemt drogredenen (1 punt per goed herkende drogreden voor zowel sprekers als publiek) Publiek (individueel) stemt voor winnaar (1 punt per stem) Retorische oefening Stellingen 1. Radicalisering is per se slecht 2. Belasting is diefstal 3. IJdelheid is (ook) een deugd 4. Veiligheid is belangrijker dan privacy 5. Liefde is een voorwaarde voor geluk 6. Het stemrecht zou gekoppeld moeten worden aan een bepaald IQ 7. Al het menselijk handelen is uiteindelijk egoïstisch gemotiveerd 8. Er is geen wezenlijk verschil tussen mensen en andere dieren