Samenvatting

advertisement
Samenvatting
Hoofdstuk 3 Waarnemen
3.1
Wat doen je zintuigen.
Zintuigen nemen informatie op uit je omgeving: prikkels.
Elk zintuig reageert op één soort prikkel.
In je huid liggen vier soorten zintuigen:

warmtezintuigen

koudezintuigen

pijnzintuigen

tastzintuigen
Begrippen
prikkels, zintuigen, warmtezintuigen, koudezintuigen, tastzintuigen
3.2
Hoe neem je waar met je zintuigen?
Je neemt waar met je zintuigen op de volgende manier:
1)
De zintuigen zetten prikkels om in impulsen.
2)
Impulsen gaan via zenuwen naar je hersenen.
3)
In je hersenen wordt je je bewust van je waarnemingen.
4)
Je hersenen sturen via zenuwen impulsen naar de juiste spieren.
5)
De spieren komen in actie, ze trekken samen.
Naast de zintuigen in je huid heb je nog ogen, oren, je reukzintuig en de smaakzintuigen op je tong.
Bron 4.
Begrippen
ogen, oren, reukzintuig, smaakzintuig, impuls, zenuwen, zenuwstelsel, hersenen
Wat is het verschil tussen bewust en onbewust reageren?

Bewust reageren doe je via de lange route:
gevoelszenuw - ruggenmerg - hersenen - bewegingszenuw.

Onbewust reageren gaat via de korte route:
gevoelszenuw - ruggenmerg - bewegingszenuw.
Begrippen
gevoelszenuwen, bewegingszenuwen, bewuste reacties, onbewuste reacties
Hoe werken je hersenen?
Je grote hersenen zijn ingedeeld in gebieden. Per zintuig is er een gebied waar impulsen binnenkomen. Voor
bewegingen zijn er gebieden waar vandaan impulsen naar spieren gaan.
De kleine hersenen regelen het nauwkeurig uitvoeren van bewegingen
Bron 5.
Begrippen
grote hersenen, kleine hersenen, gezichtscentrum
3.2 Wat zie je aan de buitenkant van je ogen?
Aan de buitenkant van je ogen zie je:
1.
wenkbrauwen
2.
oogleden
3.
wimpers
4.
traanklier
5.
traanbuis
6.
pupil
7.
iris
Bron 7.
Begrippen
3.2
wenkbrauwen, oogleden, wimpers, traanbuis, traanklier, pupil
Hoe werkt zit je oog?
In je oog gaat licht door:
1)
het hoornvlies. Dit is het doorzichtige deel van het harde oogvlies dat alles binnenin het oog beschermt.
2)
de pupil. Dit is een opening in de iris. De iris is het gekleurde deel van het vaatvlies, het zit aan de
voorkant van je oog.
3)
de lens
4)
het glasachtig lichaam
5)
Het licht valt dan op het netvlies. Je netvlies zet de prikkel licht om in impulsen.
Bron 8.
Begrippen
3.2
harde oogvlies, vaatvlies, iris, netvlies, gele vlek, blinde vlek, lens, glasachtig lichaam
Hoe werkt gezichtsbedrog?
Gezichtsbedrog is dat je met je ervaringen iets denkt te zien wat in werkelijkheid anders is.
Begrippen
3.2
ervaringen, gezichtsbedrog
Waardoor zie altijd scherp?
Scherpstellen van je ogen gaat door accommoderen: platter of boller maken van de ooglens.

Met een bolle lens zie je voorwerpen van dichtbij scherp.
Soms is een voorwerp te dichtbij om het scherp te kunnen zien. De afstand waarop je een voorwerp dichtbij nog
net scherp kunt zien, heet het nabijheidspunt.

Met een platte lens zie je veraf scherp.
Het is een kringspier, het straallichaam, die je lens boller of platter kan maken.
Begrippen
3.2
bolle lens, platte lens, accomoderen, straallichaam, nabijheidspunt
Wanneer heb je een bril nodig?
Je hebt een bril nodig als je van dichtbij of veraf niet scherp kunt zien.

holle lenzen.
Als je veraf niet scherp kunt zien ben je bijziend. Je hebt dan heb een bril nodig met – lenzen,

bolle lenzen.
Als je dichtbij niet scherp kunt zien ben je verziend dan heb je een bril nodig met lenzen,
Bron 11.
Begrippen
verziend, bijziend, bolle lenzen, holle lenzen
Hoe kunnen dieren zintuigen van roofdieren misleiden?
Dieren kunnen zintuigen van roofdieren misleiden door camouflage of mimicry.

Bij camouflage valt een dier nauwelijks op in zijn omgeving, dat kan door kleur of vorm.

Bij mimicry lijkt het prooidier op een ander dier dat niet aantrekkelijk is voor het roofdier.
Begrippen
camouflage, mimicry
3.3
Hoe hoor je geluiden?
1)
Je hoort als je oorschelp luchttrillingen (geluid) opvangt.
2)
De luchttrillingen gaan door de gehoorgang en brengen het trommelvlies in trilling.
Het trommelvlies wordt door de oorsmeerkliertjes soepel gehouden.
Achter het trommelvlies bevindt zich de trommelholte.
3)
Via de gehoorbeentjes gaan de trillingen naar het slakkenhuis.
4)
De trillingen brengen vloeistof in het slakkenhuis in beweging. Haartjes zetten daar de bewegingen om
in impulsen.
5)
De impulsen gaan door de gehoorzenuw naar de hersenen.
Bron 17.
Begrippen
Geluid, oorschelpen, gehoorgang, trommelvlies, oorsmeerkliertjes, trommelholte,
gehoorbeentjes, slakkenhuis, gehoorzenuw
3.3
Welke geluiden kun je horen?
Je kunt geluiden (tonen) horen tussen 20 en 20.000 hertz. 20.000 hertz betekent geluid van 20.000 trillingen per
seconde. Een hondenfluitje geeft een toon boven de 20.000 Hertz. Een mens kan zo’n hoge toon niet horen, het
ligt boven de bovengrens van het gehoor.
Begrippen
hertz, bovengrens
3.3
Waardoor helpt slikken bij ‘druk’ op je oren?
1)
Slikken helpt bij ‘druk’ op je oren doordat de buis van Eustachius dan even open gaat.
2)
Daardoor wordt de luchtdruk in de trommelholte gelijk aan de luchtdruk buiten.
3)
Het trommelvlies staat niet meer bol of hol en kan weer vrij trillen.
Bron 19.
Begrippen
3.3
buis van Eustachius
Wat is middenoorontsteking?
Bij middenoorontsteking is de trommelholte ontstoken. Die zit dan vol met etter en vocht waardoor het
trommelvlies minder goed kan trillen. Daardoor hoor je slechter.
Begrippen
middenoorontsteking
3.4 Hoe werkt je reuk?
Ruiken doe je als geurstoffen (prikkels) in het reukzintuig (deel van je neusslijmvlies) worden omgezet in
impulsen naar de hersenen.
Er zijn dieren die hun reukzintuig gebruiken om de weg, een partner of voedsel te zoeken.
Begrippen
3.4
reukzintuig
Waardoor proef je je eten?
Proeven is het combineren van impulsen van smaakzintuigen op je tong en het reukslijmvlies door je hersenen.
Als je je eten kauwt, komen er geurstoffen in je neusholte.
Bij het proeven gebruik je ook je ogen en de koude-, warmte- en tastzintuigen in je mond.
Begrippen
smaakzintuigen, geurstoffen, proeven, koudezintuigen, warmtezintuigen, tastzintuigen
Gemaakt door Roland Smeele
Download