Samenvatting + begrippenlijst Hoofdstuk 4 Multi – Culti Hoofdstuk 1 In Nederland zijn nu veel verschillende subculturen. Daarom noemen we ons land een multiculturele samenleving. De belangrijkste kenmerken van onze samenleving zijn: er is een dominante cultuur, er wonen veel etnische groepen zoals Marokkanen, Somaliërs en Belgen, er zijn veel andere subculturen en er zijn verschillende godsdiensten. Door de aanwezigheid van al die subculturen kunnen er cultuurbotsingen ontstaan. Hoofdstuk 2 Vijftig jaar geleden kwamen er veel Spanjaarden, Italianen, Turken en Marokkanen naar Nederland omdat we hier mensen nodig hadden in de fabrieken. Tegenwoordig komen er veel buitenlandse werknemers uit Polen en Roemenië. Veel Surinamers en Indonesiërs kwamen naar Nederland toen hun eigen land zelfstandig (onafhankelijk) werd. Ze hadden weinig vertrouwen in een goede economische en politieke toekomst in hun eigen land. Asielzoekers zijn vluchtelingen die naar Nederland komen omdat hun leven gevaar loopt in hun eigen land. Ze komen eerst terecht in asielzoekerscentra en er wordt dan uitgezocht of ze wel of niet een verblijfsvergunning krijgen. Gezinsvorming en gezinshereniging zijn ook belangrijke redenen waarom mensen naar Nederland willen komen. * Het toelatingsbeleid in Nederland is streng. Mensen uit een EU-land mogen hier wonen en werken, maar voor anderen gelden strenge regels. Als zij worden toegelaten, moeten ze slagen voor het inburgeringsexamen. Hoofdstuk 3 Als een allochtoon ‘vernederlandst’ en veel van zijn eigen cultuur achter zich laat, noem je dat assimilatie. Het andere uiterste, waarbij er juist een sterke scheiding is tussen culturen, noem je segregatie. Als een allochtoon zich gedeeltelijk aanpast, is er sprake van integratie. * Liberale partijen vinden dat allochtonen zelf verantwoordelijk zijn voor hun integratie. Rechtse partijen, zoals de PVV, vinden dat allochtonen zich sterk aan moeten passen, omdat anders de dominante Nederlandse cultuur verdwijnt. Linkse en sociaal-democratische partijen benadrukken dat de overheid hulp moet bieden bij de integratie door te zorgen voor goed taalonderwijs, werk en goede huizen. Christelijke partijen, zoals het CDA vinden respect voor elkaars godsdienst belangrijk. Hoofdstuk 4 Integratie verloopt soms niet goed, bijvoorbeeld omdat allochtonen last hebben van een taalachterstand en daardoor geen goede opleiding kunnen volgen en afronden. Zonder diploma vinden zij moeilijker werk. Ook kunnen zij te maken krijgen met discriminatie. Ze worden dan in dezelfde situatie anders behandeld dan autochtone Nederlanders. Soms helpt ook de wijk waar iemand woont niet bij de integratie. In probleemwijken staan slechte woningen, is meer werkloosheid, overlast en criminaliteit. De overheid kan de integratie verbeteren door te zorgen voor voldoende banen, geld te geven voor lessen Nederlands, spijbelen aan te pakken en probleemwijken op te knappen zodat dat weer gemengde wijken worden. Hoofdstuk 5 Ongeveer de helft van de Nederlandse jongeren gelooft in iets, bijvoorbeeld in God of Allah. Toch gaat maar ongeveer een kwart naar de kerk, moskee of tempel. Vroeger was bijna iedereen in Nederland katholiek of protestants. Maar er was weinig contact tussen die christelijke stromingen. Nu gaan ze meestal goed met elkaar om. Het recht om te mogen geloven wat je wilt, staat in artikel 6 van de grondwet. Er is niet alleen godsdienstvrijheid, maar ook vrijheid van meningsuiting in Nederland. Toch mag je niet alles zeggen wat je denkt: je mag niet discrimineren, iemand bedreigen of oproepen tot geweld of haat. * Moderne gelovigen vinden dat je uit de Bijbel en de Koran de belangrijkste boodschappen moet halen, terwijl fundamentalisten vinden dat je de heilige boeken letterlijk moet nemen. Begrippenlijst Met een multiculturele samenleving bedoelen we een land waarin veel verschillende subculturen bij elkaar wonen. Een allochtoon is iemand die ten minste één ouder heeft die in het buitenland is geboren en opgegroeid. Een autochtoon is iemand die zelf, net als zijn ouders en vaak ook grootouders, in het land is geboren en opgegroeid. Een asielzoeker is iemand die zijn eigen land ontvlucht en bescherming zoekt in een veilig land. Assimilatie is heel veel van je eigen cultuur vervangen door de dominante cultuur van het land waar je woont. Segregatie is een sterke scheiding tussen bevolkingsgroepen, waarbij er weinig onderling contact is. Bij integratie neem je gewoonten van de nieuwe cultuur over maar behoud je ook veel dingen uit je eigen cultuur. Discriminatie betekent dat mensen in dezelfde situatie ongelijk worden behandeld. Godsdienstvrijheid is het recht om te mogen geloven wat je wilt. * Onder fundamentalisme verstaan we dat je alles in de heilige boeken letterlijk moet nemen.