Den Haag, 3 juni 2015 Aan de leden van het Platform 2032, Voedselvaardigheden op school. “Leren wij onze kinderen de juiste dingen?” is de vraag die platform Onderwijs 2032 aan de maatschappij voorlegt. Zijn de huidige eindtermen en kerndoelen toekomstvast genoeg in een snel veranderende wereld, of zijn er aanpassingen nodig? Wij, de werkgroep Voedselvaardigheden van het Nationale Programma Preventie Alles is gezondheid… willen de verplichte opname van een minimaal noodzakelijke leerlijn voedselvaardigheid in het curriculum van de basisschool en een bewust voedselbeleid bij alle scholen. Onze kinderen verdienen het immers om met voedselvaardigheden goed toegerust aan hun maatschappelijke en persoonlijke volwassen leven te beginnen. Dat gaat niet vanzelf. Gezond eten moet je leren. Waarom zijn voedselvaardigheden op school nodig? Waarom voeding en gezondheid? Omdat gezondheid ons grootste bezit is, ook in economische zin. Gezonde en vitale burgers kunnen beter meedoen in de maatschappij en op het werk. Vaardigheden om gezond te blijven zijn belangrijke bagage om goed te kunnen (blijven) functioneren in de samenleving. Voedselvaardigheden spelen hierbij een cruciale rol: weten wat (gezonde) voeding is, wat het met je doet en hoe je ermee om kunt gaan, kan vele aandoeningen, ook chronische en psychische, voorkomen en klachten verminderen. Het is dan ook een beklemmende gedachte dat mensen die laag scoren op de sociaaleconomische ladder mede door een ongezonde voeding gemiddeld zes jaar eerder overlijden. Daaraan voorafgaand leven ze 19 jaren langer in ongezondheid dan de mensen die het sociaaleconomisch beter doen (Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014). Over de belangrijke rol van voeding (en beweging) bij welvaartsziekten is geen discussie meer. Veel scholen besteden om deze reden - ook zonder wettelijk vastgelegd kerndoel – al aandacht aan voedselvaardigheden. Er zijn echter ook nog duizenden scholen die dat niet of onvoldoende doen. Volgens de werkgroep Voedselvaardigheden moet daarom de vrijblijvendheid eraf. Alle kinderen verdienen een gezonde start, toegerust met voedselvaardigheden. En alle kinderen gaan naar school. Die combinatie moet leiden tot goed onderwijs over voeding: jong geleerd is oud gedaan. De bouwstenen zijn er! Onlangs heeft het Voedingscentrum in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een doorlopende leerlijn Voeding1 ontwikkeld. Net als voor taal en rekenen, dat wel is vastgelegd in kerndoelen, is hierin voor voeding uitgewerkt welke kennis en vaardigheden op welke leeftijd geleerd moeten worden. Kinderen een goede start meegeven als het om gezonde voeding gaat, houdt bijvoorbeeld in dat ze kennis hebben over wat voeding is, waar het voor nodig is en hoe ongezond eten kan leiden tot overgewicht en ziekten. Het kopen van voedingsmiddelen begint ermee dat leerlingen voedingsmiddelen kunnen herkennen die dagelijks gebruikt worden en etiketten kunnen lezen. Daarnaast moeten ze thuis en in de winkel leren weerbaar te worden om met verleidingen en reclame om te kunnen gaan. De vaardigheid van het koken is ook belangrijk in een tijdperk van steeds meer afhaal- en direct-klaar-maaltijden. Bovendien doen leerlingen tijdens het koken ook andere vaardigheden op, zoals samenwerken en verantwoordelijkheid nemen. Er is al voldoende materiaal en handelingsperspectief voor scholen en leerkrachten om mee aan de slag te gaan. En uitgevers kunnen wat er al is integreren in lesmaterialen. 1 Leerplankader Sport, Bewegen en Gezonde Leefstijl, SLO 2015 1 Wat ons betreft wordt een minimaal noodzakelijke leerlijn Voeding op zo kort mogelijke termijn verplicht gesteld en gaan alle scholen een bewust voedselbeleid voeren, net als de scholen die al op eigen initiatief met de Gezonde School-aanpak zijn begonnen. Zodat het voedsel dat kinderen onder schooltijd nuttigen (tussendoortjes, broodtrommels en verjaardagstraktaties!) aan gezonde eisen voldoet. Scholen kunnen het bewust voedselbeleid in overleg met de ouders en in vrijheid vaststellen, maar wat ons betreft niet vergeten. Desgewenst kan de school hulp inroepen van Gezonde School en jeugdgezondheidszorg. Ouderbetrokkenheid. Betrokkenheid van ouders is onmisbaar als we de voedselvaardigheden van leerlingen willen verbeteren en daarvoor breed draagvlak willen creëren. Er zijn immers al vier jaar van eten, drinken en de daarbij behorende gewoonten vooraf gegaan aan de schoolcarrière en een gezonde broodtrommel is zeker zo belangrijk als een gezonde schoolkantine. Voedselvaardigheid is iets wat vooral in samenwerking tussen school en ouders tot stand kan komen. De meeste ouders zullen ook graag een actieve houding zien van de school. Bij de keuze die ze voor een school maken zullen ze het prettig vinden als de school laat zien dat er een expliciet beleid gevoerd wordt op het gebied van gezondheid en gezonde voeding. Zij zullen dat beleid en de samenwerking met de school daarna ook als steun in de rug ervaren voor de opvoeding die ze zelf aan hun kind geven over gezonde voeding. ‘Gezondheid’ staat steeds hoger op de maatschappelijke agenda. En als het om voeding gaat zijn er belangrijke ontwikkelingen, zoals de productaanpassingen voor zout, suiker en vet. Wij zijn er daarom van overtuigd dat onze maatschappij zich snel ontwikkelt in een richting waarbij voedselvaardigheden niet alleen in de opvoeding thuis, maar ook op school serieuze aandacht krijgen. Dat er een echt vak van wordt gemaakt in het onderwijs. Iets wat net als rekenen en schrijven onmisbaar is om als volwaardige burger goede en gezonde keuzes te leren maken in de maatschappij. De impact van voeding op onze gezondheid is eenvoudigweg zo groot dat we niet om die conclusie heen kunnen. De school is dé plek om daar handen en voeten aan te geven. Want wat gezonde voeding is, dat kun je (niet vroeg genoeg) leren. *** Wie zijn wij? Een gezonder en vitaler Nederland. Dat is de inzet van het Nationaal Programma Preventie Alles is gezondheid…. Samen met partners brengen we een brede maatschappelijke beweging op gang die mensen inspireert en ondersteunt om aan hun gezondheid te werken. Dat verhoogt niet alleen de kwaliteit van leven, maar draagt ook bij aan een vitale maatschappij waarin iedereen naar vermogen kan meedoen. De werkgroep Voedselvaardigheden onder voorzitterschap van Alexander Rinnooy Kan bestaat uit personen en organisaties uit het netwerk van Alles is gezondheid… die de krachten bundelen voor meer kennis en voedselbewustzijn van kinderen (en hun ouders): Alexander Rinnooy Kan, Anita van der Noord (Leefstijlacademie), Anja Straathof, Anneke Nusselder (werkzaam bij Icare JGZ), Arline Spierenburg (Ouders & Onderwijs), Barbara Pruim, Bregje van Sleuwen, Carolina Verhoeven (Culinair Historisch Museum), Coosje Dijkstra, Dilshang Fong, Eleanne Plaizier, Ellis Vyth, Evelyna de Beer, Gerda Feunekes (Voedingscentrum), Hans Christiaanse, Henrike Ter Horst, (Artsen Jeugdgezondheid Nederland), Jaap Seidell, Jacqueline Vink (Schuttelaar & Partners), Jutka Halberstadt, Karin Bemelmans (Voedingscentrum), Karin Bos, Kees Kaptein, Machteld Huber, Marjolijn Kamphuis, Marnix Hoppener (Johnny Joker), Marloes Damhuis, Naomi Rosekrans-Navon, Therese M. Flemminks (Detoxcoach Den Haag), Tjisse Brookman, Vivian Bos, Willemijn Rinnooy Kan. Empowered by 2