je hoeft er niet eerst je best voor te doen

advertisement
Je hoeft niet eerst je best te
doen - natuurlijk doe je best!
Preek over Zondag 24
lezen: Lucas 18:9-14 en 19:1-10
Lelystad, 1 januari 2006
R.J.Vreugdenhil
JE HOEFT ER NIET EERST JE BEST VOOR TE DOEN - JE KRIJGT HET ZOMAAR
`Als jullie nu al het speelgoed gaan opruimen, mag je straks mee naar opa en oma.'
`Hé, wil jij niet mee straks?'
`Dan moet je nou echt gaan opruimen, anders ga jij straks niet mee, hoor!'
Jongens en meisjes, zo gaat dat, hè.
Wil je iets leuks? Dan moet je er wel zelf wat voor over hebben.
Dat is toch niet zo raar?!
Is dat nou bij de Here God ook zo?
Bijvoorbeeld als je later in de hemel wilt komen, of je wilt dat Hij voor je zorgt.
Zegt de Here dan ook: als je dat zo graag wilt, moet je nu wel echt heel goed doen wat Ik zeg.
Ga maar flink je best doen, dan kom je later in de hemel, of: dan zorg ik voor je...
Moet je eerst je best doen voor God? En je best blijven doen om bij Hem te horen?
We hebben net samen dat verhaaltje gelezen dat de Here Jezus vertelt.
Het ging over twee mensen. De ene was een Farizeeër. Dat was een heel gelovige man. Hij
deed heel erg zijn best voor God. Hij probeerde echt heel erg te leven zoals de Here God het
wilde.
Hij ging naar de tempel. Hij ging bidden. `Here, wilt u voor mij zorgen? Here, wilt u mijn
zonden vergeven? Dat wilt u toch wel, Here God. Want ik heb zo m'n best gedaan voor U. U
hebt het toch allemaal wel gezien!'
In een hoekje van de tempel staan die andere man.
Hij is een tollenaar. Hij is iemand die helemaal niet z'n best gedaan heeft om zo goed
mogelijk te leven. Dat wist hij zelf ook wel. Hij wist dat hij het heel vaak verkeerd deed. Hij
wist dat anderen mensen hem heel slecht vonden. En dat de Here God hem ook heel slecht
vond.
Hij kon niet zeggen: Here, ik heb mijn best gedaan voor u.
Hij kroop alleen maar in elkaar. En hij zei: Here, wilt u toch van me houden? Here, ik doe
heel veel verkeerd, maar wilt U me vergeven.
Wat zei de Here Jezus?
Die laatste, die tollenaar, die mocht naar huis gaan en zeker weten: de Here houdt van me. Hij
is niet boos. Ik mag bij Hem horen. Alles wat ik verkeerd heb gedaan, dat heeft Hij vergeven.
De Here houdt toch van me.
Had hij dat verdiend? Nee, helemaal niet.
Maar bij de HERE hoef je het niet te verdienen.
De HERE zegt niet (zoals je vader misschien wel zegt): als jij je best doet, dan mag je mee.
Nee, je mag zomaar bij Hem horen. Hij wil zomaar van je houden.
1
Je hoeft er niet eerst je best voor te doen.
Je kunt er niet eens je best voor doen.
Dat kun je wel proberen, maar daar heb je niks aan. Kijk maar naar die andere man, die
Farizeeër. Hij had echt heel goed zijn best gedaan.
Maar de Here zegt: zo wil Ik je niet. Ik wil niet dat je denkt dat je het zelf kunt verdienen.
Die man, die zo z'n best had gedaan, kreeg geen vergeving. Hij mocht niet bij de Here horen.
Omdat hij zichzelf veel te goed vond.
Je hoeft bij de HERE dus niet eerst je best te doen.
Je mag zomaar bij Hem komen.
Heer, ik verdien het helemaal niet, wilt U toch van me houden.
Dat doet de Here. Hij houdt van mensen, ook al doen ze een heleboel verkeerd.
Dat noemen we: genade.
Genade, dat is dat God toch van je houdt, ook als je een heleboel verkeerd doet.
Genade, dat is dat God zegt: Ik straf je niet. Ik vind het wel heel erg wat je gedaan hebt, maar
Ik straf je niet.
Dat doet de Here zo, omdat de Here Jezus de straf gekregen heeft. De Here Jezus is aan het
kruis getimmerd. Hij heeft vreselijke pijn gehad. Hij is gestorven. Dat was genoeg. Nu zegt
God tegen jou en mij: kom maar, kom maar gewoon. Je hoeft niet eerst je best te doen. Kom
maar gewoon. Net als die tollenaar. Ik hou van je.
***
Maar waarom kunnen we dan niet zelf ons best ervoor doen?
Dat is de vraag in de Catechismus, vraag 62. Waarom kunnen onze goede werken niet de
gerechtigheid voor God of een deel daarvan zijn?
Dat is, denk ik, een beetje moeilijker voor jullie, jongens en meisjes. Maar misschien snap je
het toch wel.
Waarom kunnen we niet door ons best te doen, verdienen dat we bij God mogen komen.
Kunnen we het niet een beetje verdienen.
Als wij nou een beetje doen en God doet de rest...
De Catechismus verwijst naar Galaten 3:10. Daar staat heel duidelijk: vervloekt is een ieder
die zich niet houdt aan alles wat geschreven is in het boek van de wet, om dat te doen. En dat
is dan trouwens weer een tekst uit Deuteronomium 27. Vervloekt ben je als je je niet houdt
aan alles wat in de wet staat.
Dat zegt de Here daar heel duidelijk. Dat betekent dus ook: vervloekt ben je, al hou je je wel
aan de helft van wat in de wet staat. Of tachtig procent. Toch vervloekt.
Want bij God is het alles of niets.
Alles of niets.
Wil je het zelf verdienen, wil je zelf je best doen, je aan Gods wet houden en zo verdienen dat
je bij Hem mag komen? Best, maar dan moet je het ook helemaal doen. Dan moet je alles
doen. Dan moet je zo je best doen, dat je helemaal geen fouten meer maakt tegenover God.
In de taal van de Catechismus: de gerechtigheid die voor Gods gericht bestaan kan (= zo goed
zijn dat God je wel vrij moet spreken), moet geheel volmaakt en in alle opzichten met Gods
wet in overeenstemming zijn.
En dat zijn we niet. Dat halen we niet.
2
Dan moeten we ook niet proberen het toch een beetje te doen. Niet proberen toch een beetje
ons best te doen, om het alvast een beetje te verdienen.
Stel je voor dat je een brief krijgt van een steenrijke Engelsman die je uitnodigt om een maand
lang bij hem in Engeland een heerlijke vakantie te hebben. Hij schrijft: op die en die dag moet
je op Schiphol zijn, mijn privé-vliegtuig komt je halen. Dan zeg je toch ook niet: ik krijg dat
vast niet zomaar; laat ik er zelf ook maar m'n best voor doen om naar Engeland te komen. En
je stapt op je fiets, je rijdt over de dijk Enkhuizen-Lelystad, je fietst dwars door NoordHolland naar de kust, naar het strand en je begint te zwemmen richting Engeland.
Al zou je een eind komen, je hebt er niets aan. Het vliegtuig vliegt over je heen en jij
verdrinkt waarschijnlijk.
De Here zegt: als je het zelf wilt doen, dan helemaal.
Maar dat kunnen we niet.
Dan moeten we het ook niet proberen.
Ook niet dat gevoel hebben. Niet het gevoel hebben dat we met ons gereformeerde leven toch
wel een klein beetje het verdienen dat God van ons houdt.
Laten we maar eerlijk zijn, dat gevoel hebben we heel snel wel.
Ik had een keer een gesprek met een oudere vrouw. Ik vroeg haar of ze wel eens nadacht over
haar sterven en of ze ook zeker wist dat ze dan bij de Here in de hemel mocht komen.
Haar antwoord was: als je toch altijd met de Here geleefd hebt, dan mag je daar toch op
rekenen. Een mooi antwoord. Ik ben er ook van overtuigd dat deze vrouw later, toen ze stierf,
naar de Here mocht gaan. Ik heb daar toen ook verder met haar over gepraat.
En toch vroeg ik me af: zoals ze het zei `als je altijd met de Here geleefd hebt, dan mag je
daar toch op rekenen', is dat het nou?
Of komt er dan stiekem toch dat gevoel van `ik heb er toch genoeg m'n best voor gedaan, nu
zal ik het wel krijgen'.
Nee, niet op de roomse manier van de goede werken. Heel gereformeerd, maar toch...
`O God, ik dank u dat ik niet ben als die Farizeeër en die Roomsen die denken dat ze het zelf
kunnen verdienen; ik ben heel gereformeerd en ik weet heel goed dat het alleen maar genade
is. Zo probeer ik te leven. Nu mag ik toch wel bij U komen....'
Laten we maar eerlijk zijn, wij lijken soms best wel op die Farizeeër. Wij moeten het steeds
weer leren: we hoeven en we kunnen er niet ons best voor doen. Het is alleen genade. Je krijgt
het zomaar. Dat is Gods liefde. En geen enkele andere reden.
***
JE HOEFT ER NIET EERST JE BEST VOOR TE DOEN, JE KRIJGT HET ZOMAAR.
EN NATUURLIJK DOE JE DAN JE BEST.
Jongens en meisjes, we hebben nog een verhaal gelezen over een tollenaar. Je kent hem wel,
Zacheüs.
Zacheüs had ook heel veel verkeerd gedaan. Hij was oneerlijk. Hij vroeg meer geld van de
mensen dan hij mocht vragen. Daarom hadden de mensen een hekel aan hem. Dat wist
Zacheüs wel. Hij wist ook wel dat het verkeerd was. Maar hij bleef het toch doen.
Nu komt Jezus naar Jericho, de stad waar Zacheüs woont. En wat gebeurt: Jezus zoekt
Zacheüs op. Zacheüs, kom eens gauw uit die boom naar beneden. Ik was naar jou op zoek.
Ik kom voor jou!
Daar heeft Zacheüs niks voor gedaan. Hij heeft er niet zijn best voor gedaan. Hij stond niet
met een bord langs de weg: `Jezus, ik heb me bekeerd, wilt U nu bij mij komen'.
3
Jezus komt zomaar bij hem. Jezus laat zomaar merken: ik hou van jou. Zacheüs, ja, van jou.
Al doe je nog zoveel dingen verkeerd, je mag bij Mij horen.
Moet je eens kijken wat Zacheüs dan doet.
Hij gaat voor de Here staan. Hij zegt: Here, de helft van mijn bezit geef ik aan de armen.
Want al die rijkdom heb ik niet eerlijk verdiend.
Wat ik mensen heb afgeperst, wat ik teveel gevraagd heb, zal ik vier keer zoveel teruggeven.
Zacheüs zegt dus: Here, ik ga het helemaal anders doen. Helemaal overnieuw. Mijn geld is
niet meer het belangrijkste. Ik verander mijn leven.
Nu zet hij wel een bord langs de weg: Jezus is bij mij gekomen, daarom heb ik mij bekeerd;
als ik u bedrogen heb, kom dan langs, ik wil het u vergoeden.
In die volgorde: Jezus kwam bij hem. Zomaar. Daar had hij echt niet zijn best voor gedaan.
Maar nu is er wat gebeurd met hem. Nu wil hij zijn uiterste best doen om voor Hem te leven.
Jezus heeft hem dat niet eens hoeven vragen.
Je leest niet dat Jezus eerst een flinke donderpreek gehouden heeft. Of dat Hij gedreigd heeft:
als jij je nu niet bekeert, als je nu niet eerlijk met je geld omgaat, dan kom ik terug om je te
straffen. Ook niet iets van: nu ben je wel je leven lang verplicht God de Here te dienen.
Niks daarvan. Zacheüs doet het uit zichzelf.
Omdat er van binnen iets met hem gebeurd is. De liefde van Christus heeft hem veranderd.
Hij heeft gevoeld wat het betekent dat Jezus zomaar van hem hield. Zomaar. Hij was het echt
niet waard. Maar Jezus hield van hem.
Dat heeft hem zo warm gemaakt! Dat heeft hem zo diep geraakt. Nu wil Zacheüs echt voor
die Here gaan leven.
Hij kreeg het zomaar, daarom gaat hij nu zijn best doen om voor de Here te leven.
Hij kreeg genade en die genade verandert hem.
Zo mag dat bij ons ook zijn.
Wij krijgen genade. Zonder dat we het verdienen, krijgen we vergeving. Zomaar. Door Jezus
Christus. Door Gods liefde.
Als je begint te ontdekken wat dat betekent, dan ga je ook steeds meer proberen je best te
doen voor die God, die God die jou zo genadig is!
Dan zeg je niet: Here, dank u wel voor die vergeving, ik heb het vrijkaartje voor de hemel op
zak en verder kan ik voorlopig leven zoals ik het zelf wil.
Dat kan niet. Dan ken je God niet. Dan weet je niet wat zijn genade is.
De Here mag van jou en mij verwachten dat we reageren op zijn liefde. Dat we zeggen: Here,
als U zoveel van mij houdt, als ik zomaar bij U mag komen, dan wil ik ook echt proberen te
leven zoals U het wilt. Echt proberen dingen te doen die U fijn vindt.
Maar nog één vraag. Misschien even wat moeilijker.
Is het dan toch niet zo iets van `voor wat, hoort wat'.
Oke, je hoeft niet eerst je best te doen, als voorwaarde vooraf. Maar dan toch wel achteraf.
Als een soort betaling achteraf. Net als bij een hypotheek. Je hebt het geld, je hebt het huis
kunnen komen. Alleen zit je nu wel elke maand vast aan de afbetaling.
Is het zo ook met het christelijk geloof? Je krijgt vergeving, je mag zomaar bij God komen,
maar daarna zit je wel vast aan allerlei verplichtingen...
4
Zo kun je het ervaren.
Maar maak je dan niet één grote fout?
Maak je dan niet de fout dat je kijkt naar `wat heb ik gekregen' en `wat zet ik daar tegenover'?
Dan doe je het vanuit wat je krijgt.
Maar daar moet het niet om gaan. Het is niet: ik heb zoveel gekregen, nu moet ik wel iets
terugdoen. Het moet ons gaan om de Here zelf.
Zoals Zacheüs: Here, nu ik bij U hoor, nu zal ik dit en dat...
Niet: `nu ik zoveel van U gekregen heb', maar: `nu ik weet dat U mij liefhebt'.
Vanuit de liefde van Christus ga je leven voor Hem.
Als je door de liefde van Christus vastgepakt bent. Als je door het geloof aan Hem vastzit.
Dat is de taal van de catechismus in antwoord 64.
Als je door het geloof in Christus ingeplant bent. Als je door het geloof aan Hem vastzit. Als
je zijn genade ontdekt hebt, zijn liefde. Als je de band van het geloof met Hem hebt. Dan kan
het niet anders, of je verandert. Dan breng je vruchten van dankbaarheid voort. Niet als een
verplichting, zo van `dat hoort er nou eenmaal bij als je gelooft'. Maar van binnenuit. Door de
genade-kracht van Christus. Door zijn liefde. Omdat zijn liefde voor jou bij jou ook liefde
oproept.
Jongens en meisjes, en grote mensen,
Net als bij Zacheüs: de Here zegt tegen u en tegen jou: ik wil bij jou in huis komen, ik wil in
jouw hart komen. Jij mag bij mij horen. Hij zegt het zomaar, zonder dat jij er je best voor
hoeft te doen.
Zet de deuren van je hart dan open. Laat Christus binnenkomen.
En zeg, net als Zacheüs: Here, nu wil ik echt voor u gaan leven.
Dan kan het niet anders, dan komen de vruchten van de Geest. Liefde, blijdschap, vrede en
een heleboel geduld; vriendelijkheid, goedheid, trouw en tederheid, dat je je zelf beheersen
kunt. Het kan niet anders, dan ga je je best doen. Voor Hem!
Wil je dat?
Wilt u dat?
Zeg maar JA.
Zeg maar AMEN
Gezongen liederen o.a.
Lied 328
Lied 78:1
Lied 473
Psalm 66:5
5
Download