Evaluatie Subsidiereglement voor sportverenigingen

advertisement
Subsidiereglement voor sportverenigingen ZOERSEL
De gemeenteraad;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 27 november 1986 houdende de aanpassing van het subsidiereglement
voor verenigingen;
Gelet op de gemeentraadsbeslissing van 26 mei 1988 tot aanvulling van het subsidiereglement met een
puntensystem;
Gelet op de adviezen van de sportraad van 23 februari 1999 en 27 april 1999 over de herziening van het
subsidiereglement voor sportverenigingen;
Gelet op de bepalingen van de nieuwe gemeentewet;
BESLUIT
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1
Binnen de perken van de kredieten, daartoe goedgekeurd op de gemeentebegroting, kan aan het door het College
van Burgemeester en Schepenen erkende sportvereniging een subsidie worden verleend volgens de normen en
voorwaarden die in dit reglement worden vastgesteld.
Artikel 2
De erkenning kan door het college worden ingetrokken indien de sportvereniging niet meer voldoet aan de
algemene bepalingen van dit reglement. De intrekking van de erkenning heeft ook het verlies van het recht tot subsidies
voor gevolg.
Artikel 3
Om erkend te worden als sportvereniging van Zoersel moet aan de volgende voorwaarden voldaan worden :
1. opgericht zijn als democratisch gestructureerde vereniging zonder beroepsdoeleinden of winst- of
handelsoogmerken en een verenigingsovereenkomst gemaakt hebben in de vorm van statuten of een huishoudelijk
reglement;
2. haar zetel en/of hoofdactiviteit hebben op het grondgebied van de gemeente Zoersel en als voertaal
Nederlands gebruiken, met eerbiediging van de vigerende taalwetten;
3. bestaan uit minstens 10 leden en minstens 50% van de leden moeten inwoners van de gemeente Zoersel zijn;
4. op regelmatige wijze en minstens 10 sportactiviteiten per jaar organiseren in of vanuit Zoersel in een sport die
erkend is geworden door de Hoge raad van de sport;
5. zich als open en autonome sportvereniging profileren en géén onderafdeling zijn van een reeds door het college
erkende vereniging;
6. de sportraad als overkoepelend adviesorgaan te erkennen en dit reglement inzake erkenning en subsidiëring te
aanvaarden;
Artikel 4
Een eerste aanvraag voor erkenning moet ingediend worden bij het gemeentebestuur vóór 1 maart van het jaar
waarvoor subsidie wordt aangevraagd. De aanvraag voor erkenning moet inhouden :
- de naam van de sportvereniging
- een copie van de statuten en/of huishoudelijk reglement met de doelstellingen van de vereniging
- de adressen van de verantwoordelijke bestuursleden
- het adres waarnaar de briefwisseling aan de vereniging rechtsgeldig kan verzonden worden
- het post- of bankrekeningnummer van de vereniging
Artikel 5
Het Schepencollege zal beslissen over de erkenning als sportvereniging na een positief advies van de sportraad.
Artikel 6
Om de erkenning te behouden, dient elke sportvereniging elk jaar een ledenlijst en een kort jaarverslag bij de
sportdienst van de gemeente indienen vóór 1 december. Dit kan ook onder de vorm van een subsidieaanvraag zijn zoals
volgt :
Hoofdstuk 2 Aanvragen van de subsidie
Artikel 7
Deze subsidie wordt berekend op basis van de gegevens en activiteiten van het laatst afgesloten werkjaar van de
sportvereniging met als einddatum ofwel 15 augustus van het lopende dienstjaar ofwel 31 december van het vorige
dienstjaar.
Artikel 8
De sportvereniging die een subsidie wenst te ontvangen dient ten laatste vóór 1 december van het lopende
dienstjaar een aanvraag in te dienen met een ledenlijst en een werkingsverslag. Om de aanvraagprocedure éénvormig te
maken, zal de sportdienst een aanvraagformulier tijdig naar de laatst gekende contactadressen sturen.
Artikel 9
Te laat terug ingediende aanvragen kunnen niet meer in aanmerking genomen worden voor verdeling van het
voorziene subsidiekrediet van het betrokken dienstjaar.
Artikel 10
Indien het vermoeden bestaat dat de ingediende gegevens en cijfers buiten proporties zijn, zal aan de betrokken
vereniging gevraagd worden om dit te komen verantwoorden.
Hoofdstuk 3 Berekeningswijze voor de verdeling van de subsidie
Artikel 11
De beschikbare gelden voor de subsidie voor de sportverenigingen worden opgesplitst in een basistoelage (5%),
een toelage per lid (25%), een werkingstoelage (30%), een onkostentoelage (25%) een een promotietoelage (15%).
1. de basistoelage (5%) wordt onder alle rechtmatige aanvragers op gelijke wijze verdeeld
2. de toelage per lid (25%) wordt verdeeld a rato van het aantal actieve jeugdleden (die op 1 december van het
dienstjaar jonger zijn dan 19 jaar) + het aantal actief sportende senioren die ouder zijn dan 50 jaar + het
aantal actieve sporters met een handicap erkend door het ministerie van sociale voorzorg. De verenigingen
leggen een kopie voor van de officiële ledenlijst opgemaakt op het einde van het betrokken werkjaar.
3. de werkingstoelage (30%) wordt evenredig verdeeld afhankelijk van het aantal punten dat de sportvereniging
krijgt toegewezen op basis van hun georganiseerde activiteiten die specifiek zijn ingericht voor jongeren,
specifiek voor senioren ouder dan 50 jaar of specifiek voor gehandicapte sporters :
- per kollektief oefenuur voor hoger bedoelde doelgroepen >> 1 punt
- per wedstrijd of gezamenlijke dagactiviteit of deelname aan een tornooi van de doelgroepen >> 5 punten
- het zelf organiseren van een jeugdtornooi of turnfeest of vergelijkbaar initiatief >> 25 punten
- het organiseren van een sportkamp of vakantiestage van minimum 5 dagen >> 5 punten per deelnemer
4. de onkostentoelage (25%) wordt evenredig verdeeld afhankelijk van de onkosten die de vereniging heeft
gemaakt voor het organiseren van sport voor de doelgroepen jeugd of seniors ouder dan 50 jaar of specifiek
voor gehandicapten. Indien de specifiek gemaakte onkosten niet apart kunnen opgegeven worden, wordt de
verdeelsleutel ‘aantal leden doelgroepen/totaal aantal leden’ gebruikt om tot een onkostenfaktor te komen.
De volgende onkosten kunnen in aanmerking genomen worden :
- specifieke onkosten van de eigen infrastructuur (water, electriciteit, ...)
- huurlast sportinfrastructuur of afschrijving van investeringswerken aan eigen sportinfrastructuur
- aansluitingskosten bij federatie
- verzekeringskosten van betrokken doelgroepen (enkel indien niet in voorgaande post)
- scheidsrechterskosten (enkel indien niet in voorgaande post)
- administratiekosten
- kosten lesgevers of begeleiders specifiek voor de doelgroepen
- andere kosten te omschrijven, maar enkel indien ze niet recupereerbaar zijn via sponsoring of extra
bijdrage van de leden (bv. busonkosten worden niet aanvaard als de leden extra moeten bijbetalen)
5. de promotietoelage (15%) wordt evenredig verdeeld afhankelijk van het aantal punten dat de sportvereniging
krijgt toegewezen als volgt :
- per begeleider of lesgever met een erkend sportdiploma >> 5 punten
- per lid van de club die een cursus sportvorming of scheidsrechterscursus volgt >> 5 punten
- per vertegenwoordiging op een sportraadvergadering of een werkgroep hiervan >> 5 punten
- voor medewerking aan een promotieactiviteit van de sportdienst en/of sportraad >> 5 punten
- voor de organisatie van een specifieke sportpromotie-activiteit die de bedoeling heeft ook niet
aangeslotenen aan te zetten tot actief sporten (bv. open-deurdag, dag van de fiets, ...) >> 25 punten
Artikel 12
Dit nieuwe reglement op de erkenning en subsidiëring van sportverenigingen vervangt de gedeelten over
sportverenigingen in de gemeenteraadsbeslissingen van 27 november 1986 en 26 mei 1988 en wordt toegepast vanaf het
dienstjaar dat het goedgekeurd wordt door de gemeenteraad van Zoersel.
Download