Werkingssubsidie Het college van burgemeester en schepenen stelt binnen de begrotingskredieten subsidies beschikbaar aan Kortrijkse sportverenigingen ter stimulering van de “kwalitatieve” werking van de vereniging. Deze subsidie wordt toegekend na advies van de stedelijke sportraad, gesteund op het door de gemeenteraad goedgekeurd reglement. Hoofdstuk 1 Bijkomende voorwaarden voor het bekomen van een werkingssubsidie Artikel 1.1 Er wordt geen werkingssubsidie toegekend aan ploegen die spelers opstellen die onder het statuut van betaalde sportbeoefenaar vallen. Individuele sporters die onder het statuut van betaalde sportbeoefenaar vallen worden eveneens niet meegerekend bij de verrekening van de werkingssubsidie. Hoofdstuk 2 Modaliteiten voor het bekomen van een werkingssubsidie Artikel 2.1 De subsidies worden toegekend per kalenderjaar op basis van het aanvraagdossier m.b.t. het voorgaande werkingsjaar. Het stadsbestuur behoudt zich het recht om de gegeven informatie en bewijsstukken te laten verifiëren. Indien blijkt dat de aangifte niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, komt de betreffende vereniging voor het betrokken jaar niet meer in aanmerking voor een werkingssubsidie. Artikel 2.2 De aanvraag tot subsidiëring wordt door de sportverenigingen op de daartoe bestemde formulieren ingediend bij het stadsbestuur p.a. sportdienst, Bad Godesberglaan 22 te Kortrijk. Het reglement en de aanvraagformulieren zijn beschikbaar bij de sportdienst en de website www.kortrijk.be/sport. De subsidieaanvraag moet worden ingediend vóór 15 juni van het betrokken jaar. De uitbetaling van de subsidie gebeurt in december van het betrokken jaar. Artikel 2.3 De sportvereniging kan voor hetzelfde doel geen werkingssubsidie ontvangen via andere stedelijke kanalen of via andere steden. Artikel 2.4 Document1 De sportverenigingen aanvaarden verantwoording af te leggen in overeenstemming met de Wet van 14 november 1983, die stelt dat de sportvereniging de subsidie moet gebruiken voor het doel waarvoor de subsidie is toegekend. (betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen) Artikel 2.5 Bij vaststellen van wangedrag kan de subsidiëring ingetrokken worden. Hoofdstuk 3 Berekening van de werkingssubsidie Artikel 3.1 Basissubsidie en kwaliteitssubsidie De werkingssubsidie wordt opgesplitst in een basissubsidie (40%) en kwaliteitssubsidie (60%). VERDEELSLEUTEL BASISSUBSIDIE De basistoelage bedraagt 40% van het totale bedrag voor subsidies zoals voorzien in de begroting van het betreffende jaar en wordt volgens een puntensysteem toegekend. De waarde van een punt wordt bepaald door het bedrag voorzien voor de basissubsidie te delen door het totale aantal punten bekomen bij berekening van de basissubsidie. Artikel 3.2 Puntenberekening basissubsidie De puntenberekening op basis van het aantal sportende leden (aangesloten bij een federatie en nemen regelmatig deel aan de sportactiviteit) gebeurt als volgt voor sportclubs die een sportvorm organiseren die individueel gespeeld wordt: - - - 10 punten per sportend lid -18 jaar met wedstrijdlicentie en beperkte deelname aan officiële wedstrijden van de hoogste sportfederatie (geen deelname aan het provinciaal kampioenschap) en leden zonder wedstrijdlicentie 45 punten per sportend lid -18 jaar met wedstrijdlicentie van de hoogste federatie en deelname aan minimum het provinciaal kampioenschap of gelijkaardig kampioenschap 5 punten per sportend lid +18 jaar met wedstrijdlicentie en beperkte deelname aan officiële wedstrijden van de hoogste sportfederatie (geen deelname aan het provinciaal kampioenschap) en leden zonder wedstrijdlicentie 20 punten per sportend lid +18 jaar lid met wedstrijdlicentie van de hoogste federatie en deelname aan minimum het provinciaal kampioenschap of gelijkaardig kampioenschap De puntenberekening op basis van het aantal ploegen gebeurt als volgt voor sportclubs die een sportvorm organiseren die in ploegverband gespeeld wordt: - 800 punten 500 punten 400 punten 100 punten per per per per ploeg ploeg ploeg ploeg die die die die aantreedt aantreedt aantreedt aantreedt in in in in een een een een wekelijkse nationale/landelijke competitie wekelijkse provinciale competitie wekelijkse regionale/gewestelijke competitie recreatieve competitie en overige reeksen Teneinde de jeugdpolitiek aan te sporen, wordt het aantal punten per jeugdploeg verdubbeld. Indien geen 50% van de sportende leden woonachtig is in Kortrijk, wordt het aantal bekomen subsidiepunten voor artikel 3.2 gehalveerd voor deze vereniging. Artikel 3.3 Puntenberekening kwaliteitssubsidie VERDEELSLEUTEL KWALITEITSSUBSIDIE De kwaliteitstoelage bedraagt 60% van het totale bedrag voor subsidies zoals voorzien in de begroting van het betreffende jaar en wordt volgens een puntensysteem toegekend. (De waarde van een punt wordt bepaald door het bedrag voorzien voor de kwaliteitssubsidie te delen door het totale aantal punten bekomen bij berekening van de kwaliteitssubsidie). Dit bedrag wordt verdeeld op basis van een puntensysteem waarin de volgende criteria aan bod komen: 1. Kwaliteitsvolle begeleiding 2. Aanbod en doelgroepen 3. Structuur 4. Financieel beleid 5. Management 6. Interne en externe communicatie Aan de hand van een aantal normen wordt bijgedragen tot de kwalitatieve verbetering van de begeleiding van de leden van de sportverenigingen. De beoordeling gebeurt op basis van een aantal kwaliteitscriteria per doelstelling waaraan de sportvereniging dient te voldoen. Deze kwaliteitscriteria worden geobjectiveerd door parameters teneinde de beoordeling om te zetten in een subsidiebedrag. 1. Kwaliteitsvolle begeleiding Doelstelling 1. Beschikken over een kwaliteitsvol sporttechnisch kader Criterium 1.1: Werken met gediplomeerde trainers De leden betalen lidgeld, dit omvat de aansluiting, het deelnemen aan de wekelijkse training en wedstrijden. De trainers dienen minimaal 40 uren les te geven per sportjaar in de door de vereniging beoefende sport. Bij individuele sporten wordt maximum 1 trainer aangerekend per 12 sporters, bij ploegsporten wordt 1 trainer per ploeg aangerekend nl. de trainer met het hoogste diploma. - per trainer waarderingsschaal* 1: 50 punten - per trainer waarderingsschaal* 2: 100 punten - per trainer waarderingsschaal* 3: 150 punten - per trainer waarderingsschaal* 4: 200 punten - per trainer waarderingsschaal* 5: 300 punten - per trainer waarderingsschaal* 6: 400 punten - per trainer waarderingsschaal* 7: 500 punten - per trainer waarderingsschaal* 8: 600 punten (*gelijkgesteld diploma: volgens de assimilatietabel van de Vlaamse Trainersschool) Criterium 1.2: Volgen en/of organiseren van opleiding en bijscholing met betrekking tot de specifieke clubwerking - per gevolgde VTS-opleiding van trainers actief binnen de club tijdens het voorbije werkingsjaar: 50 punten (attest voor te leggen) - - per gevolgde clinic/bijscholing voor trainers actief binnen de club tijdens het voorbije werkingsjaar: 25 punten (bewijsstukken voor te leggen) 10 punten voor het volgen van een opleiding tot scheidsrechter/jurylid met maximum van 250 punten per club per organisatie van een VTS-opleiding georganiseerd voor trainers: 50 punten 2. Aanbod en doelgroepen Doelstelling 2. Een regelmatig en aantrekkelijk activiteitenaanbod op de verschillende niveaus aanbieden Criterium 2.1: De sportvereniging heeft meerdere afdelingen - de sportvereniging beschikt over meerdere ‘afdelingen’ binnen de club: o een jeugdafdeling vnl. competitie (10-18j)- min. 15% van de actieve leden o een jeugdafdeling vnl. recreatief/recreatieve competitie (10-18j - min. 15% van de actieve leden) o een volwassenenafdeling vnl. competitie - min. 15% van de actieve leden o een volwassenenafdeling vnl. recreatief/recreatieve competitie - min. 15% van de actieve leden o een seniorenafdeling (55+) - min. 10% van de actieve leden o een afdeling voor mensen met een beperking - min. 5% van de actieve leden Indien meerdere afdelingen actief zijn binnen eenzelfde vereniging, kunnen als volgt extra punten toegekend worden: o 2 afdelingen: 250 pt o 3 afdelingen: 500 pt o 4 afdelingen: 1000 pt o 5 afdelingen: 2000 pt Criterium 2.2: De organisatie buiten de reguliere werking van uitzonderlijke ontmoetingen/ tornooien/ wedstrijden/ kampioenschappen (bewijsstukken voorleggen zoals verslag, folder, website, uitnodiging,…) - per georganiseerde activiteit buiten de reguliere werking waaraan minstens 50 deelnemers of 6 ploegen (niet eigen aan de vereniging) deelnemen: 300 punten - per georganiseerde activiteit buiten de reguliere werking waaraan minstens 100 deelnemers of 12 ploegen (niet eigen aan de vereniging) deelnemen: 750 punten Criterium 2.3: Het uitzonderlijk samen organiseren van een al of niet sporttakken overschrijdend evenement op Kortrijks grondgebied door verschillende Kortrijkse sportverenigingen voor minimum 60 deelnemers - 500 punten per evenement en per organiserende sportvereniging Criterium 2.4: Meewerken aan organisaties van de sportraad of sportdienst (zoals meewerken aan sportkampen, sportdagen, sport@kortrijk, doe-aan-sportbeurs, bewegingsschool,…) - per medewerking aan een sportactiviteit: 100 punten Doelstelling 3. Extra activiteiten/initiatieven voor doelgroepen in functie van toegankelijkheid en diversiteit Criterium 3.1: Drempelverlagende sportinitiatieven voor specifieke doelgroepen hebben buiten de reguliere werking - per structureel georganiseerd (regelmatig) initiatief naar een doelgroep met sociale correctie*: 200 punten (bewijsstukken voorleggen) per nevenactiviteit (uitzonderlijk) georganiseerd voor doelgroepen met sociale correctie*: 50 punten (bewijsstukken voorleggen) (*) doelgroep met sociale correctie: kansarmen, personen met beperking,… Criterium 3.2: Afstemmen van het financieel beleid op diverse doelgroepen - 100 punten indien de sportvereniging een sociaal tarief voorziet 3. Structuur Doelstelling 4. De sportvereniging beschikt over een transparante structuur met duidelijk omschreven functies Criterium 4.1: Beschikken over een duidelijke structuur - 500 punten indien de vereniging een vzw-statuut heeft - 50 punten indien de vereniging over een organogram beschikt - 50 punten indien de vereniging over een functieomschrijving van de bestuurders en werkgroepen beschikt Criterium 4.2: Aangesloten zijn bij de gemeentelijke sportraad - 10 punten per bijgewoonde reguliere vergadering van de sportraad/afdeling door een vertegenwoordiger van de sportvereniging. Doelstelling 5. De sportvereniging beschikt over een stabiel en deskundig sportkader Criterium 5.1: De bestuurders volgen regelmatig bijscholingen m.b.t. de specifieke clubwerking. - per gevolgde bijscholingssessie (Excel, sponsoring, vzw-wetgeving,…) per bestuurder in het werkingsjaar: 20 punten met een maximum van 200 punten per club. 4. Financieel beleid Doelstelling 6. Een efficiënt financieel beleid voeren Criterium 6.1: Fondsen werven via sponsoring - 100 punten indien de sportvereniging een sponsordossier (met vermelding van voorwaarden en return van de sponsors) van het afgewerkte sportseizoen voorlegt. Criterium 6.2: Nevenactiviteiten organiseren voor het werven van financiële middelen ten voordele van de clubwerking - 10 punten per bewezen nevenactiviteit opgenomen in het jaaractieplan. 5. Management Doelstelling 7. De sportvereniging werkt volgens de principes van professioneel management Criterium 7.1: De sportvereniging beschikt over een beleidsplan/jaaractieplan/jaarverslag - 100 punten indien de vereniging een sportbeleidsplan (minimum over 3 sportseizoenen) met duidelijke vermelding van de doelstellingen en financiële vooruitzichten kan voorleggen - 100 punten indien de vereniging een specifiek jaaractieplan met concrete doelstellingen kan voorleggen afgestemd op het sportbeleidsplan - 50 punten indien de vereniging een jaarverslag (evaluatie van het beleidsplan) kan voorleggen Criterium 7.2: Beschikken over een gediplomeerd sportief coördinator die de kwaliteit van het sporttechnisch kader ondersteunt en die verantwoordelijkheid draagt voor de technische commissie van de club - 1000 punten indien een gediplomeerd sportief coördinator aanwezig is en indien een uitgeschreven inhoudelijke functieomschrijving van de coördinator kan voorgelegd worden: de sportief coördinator voert voor 100% de taak uit van coördinator en biedt een kwalitatieve ondersteuning aan het trainerskorps. 6. Interne en externe communicatie Doelstelling 8. De sportvereniging voert een interne en externe interactieve, permanente, doelgerichte en open communicatie Criterium 8.1: Verenigingen gebruiken verschillende communicatiekanalen (brief, mail, uitnodiging als bewijsmateriaal) - minimum 1 contact- en of infovergadering organiseren per seizoen voor de leden: 50 punten - beschikken over een aangepaste website: 100 punten - beschikken over een onthaal-/infofolder voor nieuwe leden: 50 punten Hoofdstuk 4 Slotbepalingen Artikel 4.1 Clubs die na berekening van de basissubsidie en de kwaliteitssubsidie een bedrag van 100 EUR of minder bekomen, ontvangen een minimumsubsidie van 100 EUR. Artikel 4.2 Het subsidiebedrag wordt uitsluitend op een financiële rekening op naam van de sportvereniging uitbetaald.