Checklist `Dit vind ik ervan!`2.0 –Ik toon

advertisement
Checklist ‘Dit vind ik ervan!’2.0 –Ik toon
Contactgegevens
Onderstaand vult u de contactgegevens in van de contactpersonen voor wanneer er
vragen zijn over het instrument, de aangeleverde documentatie of anderszins.
Eerste contactpersoon
Naam
Functie
E-mailadres
Telefoonnummer
Werkdagen/-tijden
Tweede contactpersoon
Naam
Functie
E-mailadres
Telefoonnummer
Werkdagen/-tijden
Derde contactpersoon
Naam
Functie
E-mailadres
Telefoonnummer
Werkdagen/-tijden
Janneke Stegink
Kwaliteit en ontwikkeling
[email protected]
06 53 18 25 33
Juliëtte Vaal
Coördinator kwaliteit
[email protected]
06 12 53 66 91
Marloes de Ruiter
Programmamanager
[email protected]
06 15 01 82 55
Bijgevoegde documenten
Onderstaand geeft u aan of alle voor de toetsing benodigde informatie is bijgevoegd.
Instrument
Documentatie voor onderbouwing
Ingevuld format
Ingevulde checklist (contactgegevens, toelichting criteria)
Ja
Reeds in bezit
VGN
Ja
Ja
Toelichting criteria
Op de volgende pagina geeft u aan of en in hoeverre aan de criteria voor de waaier van
cliëntervaringsinstrumenten wordt voldaan. Tevens geeft u per criterium een toelichting
op welke manier al dan niet aan het criterium wordt voldaan.
1. Meet ervaringen van individuele cliënten over de
kwaliteit van de zorg en dienstverlening van de
organisatie (gericht op domeinen van kwaliteit van
bestaan)1
Toelichting criterium 1:
Instrument voldoet aan criterium
Ja
‘Dit vind ik ervan!’ 2.0- Ik toon geeft inzicht in wat een individuele cliënt belangrijk vindt, hoe hij of zij de
kwaliteit van zijn of haar bestaan ervaart en in hoeverre de zorg en dienstverlening daarop aansluiten.
Daarbij worden tien thema’s aan de orde gesteld, die alle domeinen van de kwaliteit van iemands bestaan
bestrijken.
De variant Ik toon is speciaal ontwikkeld voor cliënten die niet verbaal kunnen communiceren en maakt
gebruik van filmbeelden. Wat wordt gefilmd, volgt uit een gesprek met mensen die vanuit verschillende rollen
nauw bij de cliënt betrokken zijn. Dat kan een familielid zijn of een of meerdere medewerkers. Met
betrokkenen wordt eenmaal per jaar tenminste één situatie of specifieke handeling geselecteerd die voor de
cliënt relevant lijkt om nader te onderzoeken.
2. Genereert verbeterinformatie op individueel niveau.
Deze verbeterinformatie kan worden geaggregeerd
naar de organisatorische eenheid en/of naar de
organisatie als geheel
Toelichting criterium 2:
Instrument voldoet aan criterium
Ja
De onderzoekaanpak op individueel cliëntniveau leidt op natuurlijke wijze tot verbeterinformatie die
direct kan worden opgepakt. Nadat de cliënt is gefilmd, worden de filmfragmenten samen met
betrokkenen bestudeerd. Wat zien we? Wat gebeurt er? Hoe moeten we dit interpreteren? Op basis van
de interpretatie van de filmfragmenten wordt uiteindelijk besloten of en zo ja, welke acties nodig zijn
om de situatie voor de cliënt te verbeteren. Na een vastgestelde periode wordt dezelfde situatie
opnieuw gefilmd en gekeken of de acties het gewenste effect hebben gehad. Dit komt terug in de
evaluatie van het ondersteuningsplan.
De geregistreerde informatie op de gesprekslijsten bestaat zowel uit kwalitatieve als kwantitatieve gegevens.
De kwantitatieve informatie betreft een ervaringsscore die gegeven wordt nadat met elkaar is onderzocht wat
de ideeën en beelden zijn over wat voor deze cliënt belangrijk is en hoe hij de zorg- en dienstverlening
ervaart. De kwalitatieve informatie bestaat uit de kern van de dialoog over de cliënt, die door de begeleider is
vastgelegd. Zowel de kwantitatieve als de kwalitatieve informatie kan op verschillende niveaus in de
organisatie worden geaggregeerd en geduid en geven samen inzicht in verbetermogelijkheden.
3. Er wordt systematisch gewerkt aan validiteit,
verbetering en onderbouwing van het instrument (als
dat nog niet het geval is, krijgt men twee meetcycli om
dit op orde te krijgen).
Toelichting criterium 3:
Instrument voldoet aan criterium
Ja
Cordaan, Philadelphia en Siza werken structureel samen aan het verbeteren en onderbouwen van ‘Dit vind ik
ervan!’ 2.0, en dus ook de variant –Ik Toon. Daarbij worden de ervaringen benut die in de eigen organisaties,
maar ook bij andere gebruikers worden opgedaan. In 2015 wordt een structuur gerealiseerd waarin op een
systematische manier deze ervaringen worden verzameld en gedeeld. Bovendien is een wetenschappelijke
adviesraad ingesteld om mee te denken over het onderbouwen en versterken van de validiteit en
betrouwbaarheid van ‘Dit vind ik ervan!’ 2.0.
1
Minimaal eens per drie jaar dienen alle cliënten te worden bevraagd met een instrument
uit de waaier.
Download