18. Evenwicht tussen directe en indirecte subsidiëring De afweging moet gemaakt worden of men zal zoeken naar een gelijkberechtiging tussen clubs die enkel financiële steun krijgen en clubs die voornamelijk indirecte steun krijgen. Zal men proberen om de financiële waarde van de indirecte steun te berekenen en deze dan in verhouding toe te kennen? De indirecte steun kan slaan op het ter beschikking stellen van een cafetaria, gratis infrastructuur, de mogelijkheid om publiciteit te plaatsen, de materiële dienstverlening, logistieke steun van andere diensten (politie, technische dienst), financiële ondersteuning bij aankoop van sportmateriaal, onderhoudsmachines, enz. 19. Compensaties voor eigen inkomsten Zal men zoeken naar compensaties voor clubs die geen kans hebben op eigen inkomsten via reclame? De meeste voetbalclubs hebben de kans om reclameborden te plaatsen rond het voetbalveld. Clubs die indoorsporten beoefenen hebben heel wat minder mogelijkheden op dat vlak. Zal hier in de subsidieverdeling rekening mee gehouden worden? 20. Compensaties voor eigen kantines De sporttechnische begeleiding door sporttechnisch geschoolde trainers wordt meer en meer een must. Zullen kandidaat-trainers (of hun clubs) ondersteund worden wanneer ze deelnemen aan een opleiding? En welke return moeten zij bieden voor de genoten steun? 21. Welke kosten komen in aanmerking? Worden alle ingediende kosten in aanmerking genomen of wordt er een lijst opgemaakt van aanvaardbare (of van niet-aanvaardbare) kosten? Wat doet men bvb. met kosten voor deelname aan buitenlandse wedstrijden? 22. Administratieve vereenvoudiging Gaat het om een complex reglement met veel administratieve verplichtingen en zware aanvraagdossiers? Wordt de administratieve impact op de clubwerking voldoende ingeschat? Kan gedacht worden aan een geleidelijke invoering van elektronische aanvraagdossiers (via e-mail en later eventueel online in te vullen)? 23. Controle Hoe zal men de wet op de reservevorming toepassen? Welke documenten moeten ingediend worden? Kan alles wat geëist worden ook gecontroleerd worden? Is er een gunstige verhouding tussen de kosten en de baten van de controle, m.a.w. moet men niet te veel tijd steken in de controle op een te ingewikkeld reglement? 24. Effectmeting Is het reglement zo opgesteld dat men een effectmeting kan doen? Is de aanvangssituatie voldoende bekend, zijn de doelstellingen voldoende duidelijk, worden de doelstellingen effectief bereikt doordat de juiste parameters weerhouden werden, is de controle eenvoudig te realiseren, kan men achteraf nagaan of de doelstellingen bereikt werden? Pas indien men op deze vragen met “ja” kan antwoorden, kan men spreken van een goed reglement. SPORTRAAD (BE)LEIDRAAD ER D L FO A Een initiatief van EM NG I H R T de Provinciale Sportraad West-Vlaanderen IE D I S UB S De komende gemeenteraadsverkiezingen zijn voor de lokale sportraden een uitmuntende Aftellen naar 2007 met de nodige bagage … gelegenheid om hun kerntaak (advies verlenen aan de beleidsmakers) stevig aan te pakken. Daarom zal de Provinciale Sportraad West-Vlaanderen je in de komende twee jaar een zestal themafolders aanbieden die in de schoot van je sportraad als leidraad kunnen dienen voor evenveel discussiemomenten. Uiteindelijk is het de bedoeling te komen tot heldere besluiten en standpunten rond het te voeren lokale sportbeleid. Tot op heden wordt immers dikwijls geconstateerd dat de beleidsadviezen van sportraden als los zand aan elkaar hangen zonder het verband tussen bepaalde beleidsaanbevelingen. Om een rode draad te creëren in het sportbeleid is het noodzakelijk dat van bij de start bepaald wordt welke logica men zal hanteren. Slechts dan zal men er in slagen om een coherente beleidsvisie te ontwikkelen. Dit model wil u gidsen in uw zoektocht naar een gemeentelijke beleidsvisie. In de eerste folder (de basisfolder) werd afgesproken op welke wijze men de sport wil benaderen. Men kan de sport vanuit verschillende invalshoeken benaderen: ✔ Sportvorm: hier kan men een onderscheid maken tussen recreatiesport, competitiesport en topsport. ✔ Doelgroep: men kan de doelgroepen definiëren als migranten, gehandicapten, gezinnen, vrouwen, mannen, enz… ✔ Leeftijd: de gangbare categorieën jeugd, volwassenen en senioren kunnen verder opgesplitst worden in 6-12 jarigen, 12-18 jarigen, jongsenioren, enz… ✔ Organisatievorm: omdat recreatiesport ook in clubs beoefend wordt, kan het nuttig zijn om een benadering georganiseerde sport versus ongeorganiseerde sport te gebruiken De keuze die men tijdens de bespreking van de eerste fase gemaakt heeft, zal dus zijn consequenties hebben op alle aspecten van het sportbeleid. De provinciale sportraad heeft 6 thema’s geselecteerd, nl. sportinfrastructuur, subsidiëring, communicatie & inspraak, uitbouw van de sportdienst & vrijwilligers, promotie-activiteiten & evenementen en vorming. In deze themafolder nodigen wij u uit om de gevolgen op het vlak van subsidiëring nader te bekijken. Rond het thema “subsidiëring”, in de ruimste zin van het woord, is het zinvol om onderstaande zaken in overweging te nemen. Afhankelijk van de hoger vermelde benaderingswijze waarvoor u gekozen heeft, kunnen de opgesomde items al dan niet besproken worden. Ongeacht welke doelstellingen er nagestreefd worden, moet het subsidiereglement objectief, rechtvaardig en niet discriminerend zijn, noch mag het aanleiding geven tot discussie. Het aanvraagdossier moet eenvoudig in te vullen zijn. 1. Het ontwerp van decreet voor het lokale en regionale sportbeleid In het nieuwe ontwerp van decreet op de sportdiensten wordt gesteld dat de Vlaamse subsidies die de gemeenten zullen ontvangen, moeten doorstromen naar de sportclubs. Voor elke euro subsidie die de gemeente ontvangt van de Vlaamse overheid, moet de gemeente een halve euro bijleggen. In het ontwerp dat momenteel besproken wordt, wordt gesteld dat 70% van de som (Vlaamse en gemeentelijke euro’s samen) moet verdeeld worden onder de door de gemeente erkende sportverenigingen. 2. Het ontwerpen van een subsidiereglement Indien een gemeente wenst gesubsidieerd te worden in het kader van het decreet voor het lokale en regionale sportbeleid zal er dus een subsidiereglement moeten opgemaakt worden. 3. Wie komt in aanmerking voor subsidiëring? Het zal belangrijk zijn om de mogelijke genieters te omschrijven. Zal er een selectie gemaakt worden? Zijn het enkel erkende verenigingen en zo ja, welke erkenningscriteria en –procedures worden er gehanteerd? Willen we ook subsidies geven aan commerciële organisaties (paardenclubs gelinkt aan een manège, fitnessclubs gelinkt aan fitnesscentra, aërobicclubs van privé-lesgevers, enz)? 4. Welk doel streeft men na met de subsidiëring? Bij het opstellen van het subsidiereglement is het noodzakelijk om duidelijk voor ogen te houden welk doel men wenst te bereiken. In functie van de beoogde doelstellingen zullen de juiste parameters moeten gekozen worden. Men kan zich zelfs de vraag stellen of elke vereniging wel moet ondersteund worden. Willen we het subsidiereglement als een beleidsinstrument gebruiken, dan zal er eerst een inventaris moeten gemaakt worden van de huidige directe en indirecte subsidies, zodat men duidelijk weet wat de clubs nu krijgen. 5. Coherentie met de opties die genomen werden Bij de bespreking van de basisfolder werden een aantal opties genomen. Er werd bvb. een keuze gemaakt om een bepaald percentage van de middelen te besteden aan competitiesport en aan recreatiesport. De logica vereist nu dat deze procentuele verdeling ook terug te vinden is in de verdeling van de subsidiepot. 6. Basissubsidie Zal men een formule hanteren van basissubsidies die aangevuld worden met projectsubsidies? Indien men werkt met basissubsidies, dan komt dit neer op het verlenen van een subsidie omwille van het feit dat men bestaat. Er kunnen met andere woorden moeilijk kwaliteitseisen gesteld worden aan de werking van de vereniging. Welke voorwaarden zal men dan wel koppelen aan het verkrijgen van de basissubsidie? 7. Startsubsidie Er kan nagegaan worden of men pas opgerichte clubs wenst te helpen. In vele gemeenten dient men eerst een jaar werking te kunnen bewijzen vooraleer men subsidies kan krijgen. Niks belet echter dat men dergelijke clubs logistiek kan ondersteunen. 8. Projectsubsidies voor uitstraling Zal men in het reglement voorzien dat er specifieke subsidies kunnen bekomen worden voor specifieke activiteiten die bvb. bijdragen tot de uitstraling van de gemeente (organisatie Belgische kampioenschap, enz)? 9. Subsidies voor organisatiecomités Zal er een regeling getroffen worden voor verenigingen die zich louter bezig houden met de organisatie van grote manifestaties? 10. Subsidies voor promovering Wenst men subsidies te voorzien voor verenigingen die kampioen spelen en promoveren naar een hogere afdeling? 11. Subsidies voor sporttechnische begeleiding door gediplomeerden Zal er in het subsidiereglement aandacht geschonken worden aan de aanwezigheid van gediplomeerde trainers? 12. Subsidies voor dubbel aanbod Zullen clubs die én competitie én recreatie aanbieden kunnen genieten van een hogere subsidie? 13. Projectsubsidies voor eigen infrastructuur Eén van de ideeën rond subsidiëring kan zijn om een subsidie te voorzien voor sportverenigingen die hun eigen sportinfrastructuur bouwen. Deze subsidie kan in 1 keer uitbetaald worden (voor of na de realisatie), maar kan ook onder de vorm van een jaarlijkse dotatie voorzien worden. Deze laatste formule zou clubs dan helpen om een eventuele lening terug te betalen. 14. Subsidie voor individuele “topsporters” Afhankelijk van de keuze die men gemaakt heeft rond topsport, kan er een reglement uitgewerkt worden om individuele sporters te ondersteunen. Dit kan dan gaan over gebruik van infrastructuur, verplaatsingskosten, sportmedische begeleiding, deelname aan internationale wedstrijden, enz. 15. Subsidie voor opleidingen bestuurskader Kadervorming voor bestuursleden en het vinden van vrijwilligers wordt een van de grote uitdagingen voor de toekomst. Zal er via een subsidiereglement gepoogd worden om stimulansen te geven? 16. Subsidies voor sporttechnische opleidingen De sporttechnische begeleiding door sporttechnisch geschoolde trainers wordt meer en meer een must. Zullen kandidaat-trainers (of hun clubs) ondersteund worden wanneer ze deelnemen aan een opleiding? En welke return moeten zij bieden voor de genoten steun? 17. Subsidies voor vieringen, huldigingen, enz Wil men een subsidiëring voorzien voor vieringen, huldigingen, zoveel jarig bestaan, enz?