Betrokken in muziek en zang

advertisement
Bert Bolhuis (orgel)
Jacob van Breden (trompet)
Martijn van Breden (trompet & piano)
BETROKKEN IN MUZIEK EN ZANG
Na afloop is er koffie!!
DE BLAUWE COLLECTESCHAAL IN DE HAL
Vanuit betrokkenheid ook samen de
kosten van het gemeenteproject
delen.
Ieder naar eigen vermogen vandaar
de open opstelling met een
collecteschaal waarin elk zijn of
haar bijdrage neer kan leggen (evt.
in een enveloppe).
Ook uw liefdesgave is nodig om het
project financieel te dragen.
SAMEN IN DE NAAM VAN JEZUS (E&R 168)
Samen in de naam van Jezus,
heffen wij een loflied aan,
want de Geest spreekt alle talen
en doet ons elkaar verstaan.
Samen bidden, samen zoeken,
naar het plan van onze Heer.
Samen zingen en getuigen,
samen leven tot Zijn eer.
SAMEN IN DE NAAM VAN JEZUS (E&R 168)
Heel de wereld moet het weten,
dat God niet veranderd is
en Zijn liefde als een lichtstraal
doordringt in de duisternis.
’t Werk van God is niet te keren,
omdat Hij er over waakt
en de Geest doorbreekt de grenzen,
die door mensen zijn gemaakt.
SAMEN IN DE NAAM VAN JEZUS (E&R 168)
Prijst de Heer, de weg is open,
naar de Vader, naar elkaar.
Jezus Christus, Triomfator,
mijn Verlosser, Middelaar.
Vader, met geheven handen,
breng ik U mijn dank en eer.
’t Is Uw Geest Die mij doet zeggen;
Jezus Christus is de Heer!
EEN VASTE BURCHT IS ONZE GOD (GZ.143)
1 Een vaste burcht is onze God,
een bolwerk in gevaren.
Hij helpt en redt uit alle nood
die wij hier nu ervaren.
De vijand van weleer
gaat tegen ons te keer.
Zijn wapenrusting is
de gruwel van zijn list.
Geen kan hem evenaren.
EEN VASTE BURCHT IS ONZE GOD (GZ.143)
2 Wij hebben zelf geen tegenweer,
't gevecht was gauw verloren.
Doch voor ons strijdt een sterke Heer,
tot redder uitverkoren.
Vraagt gij zijn naam? Weet dan
dat Christus is die Man,
De HERE Zebaoth,
Hij is de Zoon van God:
slechts Hij kan triomferen.
EEN VASTE BURCHT IS ONZE GOD (GZ.143)
4 Het Woord - zij zullen 't laten staan,
wat zij ook ondernemen.
Hij gaat ons met zijn Geest vooraan,
Hij komt ons kracht verlenen.
al staat de vijand klaar,
hoe groot ook het gevaar
voor leven, eer, gezin,
hij werft toch geen gewin:
wij erven 't rijk des HEREN.
HEER U DOORGROND EN KENT MIJ (OPW 518)
Heer, U doorgrondt en kent mij;
mijn zitten en mijn staan
en U kent mijn gedachten,
mijn liggen en mijn gaan.
De woorden van mijn mond, o Heer,
die zijn voor U bekend
en waar ik ook naar toe zal gaan,
ik weet dat U daar bent.
HEER U DOORGROND EN KENT MIJ (OPW 518)
Heer U bent altijd bij mij,
U legt uw handen op mij
en U bent voor mij
en naast mij
en om mij heen.
Heer, U bent altijd bij mij,
U legt uw handen op mij
en U bent voor mij
en naast mij
en om mij heen,
elke dag.
HEER U DOORGROND EN KENT MIJ (OPW 518)
Heer, U doorgrondt en kent mij,
want in de moederschoot
ben ik door U geweven
U bent oneindig groot.
Ik dank U voor dit wonder, Heer,
dat U mijn leven kent
en wat er ook gebeuren zal,
dat U steeds bij mij bent.
HEER U DOORGROND EN KENT MIJ (OPW 518)
Heer U bent altijd bij mij,
U legt uw handen op mij
en U bent voor mij
en naast mij
en om mij heen.
Heer, U bent altijd bij mij,
U legt uw handen op mij
en U bent voor mij
en naast mij
en om mij heen,
elke dag.
NEEM MIJN LEVEN, LAAT HET, HEER (LD 473)
1 Neem mijn leven, laat het, Heer,
toegewijd zijn aan uw eer.
Maak mijn uren en mijn tijd
tot uw lof en dienst bereid.
2 Neem mijn handen, maak ze sterk,
trouw en vaardig tot uw werk.
Maak dat ik mijn voeten zet
op de wegen van uw wet.
NEEM MIJN LEVEN, LAAT HET, HEER (LD 473)
3 Neem mijn stem, opdat mijn lied
U, mijn Koning, hulde biedt.
Maak, o Heer, mijn lippen rein,
dat zij uw getuigen zijn.
5 Neem mijn wil en maak hem vrij,
dat hij U geheiligd zij.
Maak mijn hart tot uwe troon,
dat uw Heil'ge Geest er woon'.
NEEM MIJN LEVEN, LAAT HET, HEER (LD 473)
8
Neem en weeg mijn staat en stand
in de weegschaal van uw hand.
Maak dat ik in deemoed leer
knecht te zijn, als Gij, o Heer.
10 Neem ook mijne liefde, Heer,
'k leg voor U haar schatten neer.
Neem mijzelf en voor altijd
ben ik aan U toegewijd.
PSALM 133
1 Komt, ziet, hoe goed, hoe lieflijk is 't als zonen
van Isrels huis als broeders samenwonen,
in vrede bij elkander zijn.
Het is als olie, kostelijk en fijn,
die naar Gods heilig voorschrift is bereid,
waarmee de priester wordt gewijd.
PSALM 133
2 Als olie die Aärons hoofd besproeide
en langs zijn baard en mantel nedervloeide,
is hun eendrachtig samenzijn.
Het is als Hermons dauw zo fris en rein,
een dauw, die door het vroege licht bestraald,
op Sions bergen nederdaalt.
PSALM 133
3 Op Sions berg gebiedt de HEER de zegen,
daar wordt genaad' en vrede rijk verkregen,
het leven tot in eeuwigheid.
KOM IN MIJN HART (JDH 258)
1.Kom in mijn hart, kom in mijn hart
kom iedere macht onttronen.
Aan U de kroon! Kom, Vader, Zoon,
mijn hart door uw Geest bewonen.
2.Reinig mijn hart, reinig mijn hart
in bronnen van uw genade;
Uw Woord geneest; uw bloed, uw Geest zij stuiten de stroom van ’t kwade.
KOM IN MIJN HART (JDH 258)
3.Heer van mijn hart, Heer van mijn hart,
blijf eeuwig daar resideren.
Houd Gij er hof. Laat liefde’ en lof
en vrede vandaar regeren.
GEEST VAN HIERBOVEN (LD 477)
1 Geest van hierboven,
leer ons geloven,
hopen, liefhebben door uw kracht!
Hemelse Vrede,
deel U nu mede
aan een wereld die U verwacht!
Wij mogen zingen
van grote dingen,
GEEST VAN HIERBOVEN (LD 477)
als wij ontvangen
al ons verlangen,
met Christus opgestaan. Halleluja!
Eeuwigheidsleven
zal Hij ons geven,
als wij herboren
Hem toebehoren,
die ons is voorgegaan. Halleluja!
GEEST VAN HIERBOVEN (LD 477)
2 Wat kan ons schaden,
wat van U scheiden,
Liefde die ons hebt liefgehad?
Niets is ten kwade,
wat wij ook lijden,
Gij houdt ons bij de hand gevat.
Gij hebt de zege
voor ons verkregen,
GEEST VAN HIERBOVEN (LD 477)
Gij zult op aarde
de macht aanvaarden
en onze koning zijn. Halleluja!
Gij, onze Here,
doet triomferen
die naar U heten
en in U weten,
dat wij Gods zonen zijn. Halleluja!
PSALM 121
1 Ik sla mijn ogen op en zie
de hoge bergen aan, / waar komt mijn hulp vandaan?
Mijn hulp is van mijn HERE, die
dit alles heeft geschapen. / Mijn herder zal niet slapen.
2 Uw wankle voeten zet Hij vast,
als gij geen uitkomst ziet: / uw wachter sluimert niet!
Zijn oog wordt door geen slaap verrast,
Hij wil, als steeds voor dezen, / Israëls wachter wezen..
PSALM 121
3 De HEER brengt al uw heil tot stand,
des daags en in de nacht / houdt Hij voor u de wacht.
Uw schaduw aan uw rechterhand:
de zon zal u niet schaden, / de maan doet niets ten
kwade.
4 De HEER zal u steeds gadeslaan,
Hij maakt het kwade goed, / Hij is het die u hoedt.
Hij zal uw komen en uw gaan,
wat u mag wedervaren, / in eeuwigheid bewaren.
HEER WAT EEN VOORRECHT (OPW 249)
Heer, wat een voorrecht om in liefde te gaan,
schouder aan schouder in uw wijngaard te staan,
samen te dienen, te zien wie U bent,
want uw Woord maakt uw wegen bekend.
Koor:
Samen op weg gaan, dat is ons gebed,
als een volk, dat juist daarvoor
door U apart is gezet.
Vol van uw liefde genade en kracht,
als een lamp, die nog schijnt in de nacht.
HEER WAT EEN VOORRECHT (OPW 249)
Samen te strijden in woord en in werk.
één zijn in U, dat alleen maakt ons sterk.
Delen in vreugde, in zorgen, in pijn,
als uw kerk, die waarachtig wil zijn.
Koor:
Samen op weg gaan, dat is ons gebed,
als een volk, dat juist daarvoor
door U apart is gezet.
Vol van uw liefde genade en kracht,
als een lamp, die nog schijnt in de nacht.
WIL U O GOD MIJN DANK BETALEN (E&R 177)
1 'k Wil U, o God, mijn dank betalen,
U prijzen in mijn avond lied.
Het zonlicht moge nederdalen,
maar Gij, mijn licht, begeeft mij niet.
Gij woudt mij met uw gunst omringen,
meer dan een vader zorgdet Gij,
Gij, milde bron van zegeningen:
zulk een ontfermer waart Gij mij.
WIL U O GOD MIJN DANK BETALEN (E&R 177)
2 Ik weet, aan wie ik mij vertrouwe,
al wisselen ook dag en nacht.
Ik ken de rots waarop ik bouwe:
hij feilt niet, die uw heil verwacht.
Eens aan de avond van mijn leven
breng ik, van zorg en strijden moe,
voor elke dag, mij hier gegeven,
U hoger, reiner loflied toe.
U ZIJ DE GLORIE (GZ 99)
1 U zij de glorie,
opgestane Heer,
U zij de victorie,
nu en immer meer.
Uit een blinkend stromen
daald' een engel af,
heeft de steen genomen
van 't verwonnen graf.
U zij de glorie,
opgestane Heer,
U zij de victorie,
nu en immer meer.
U ZIJ DE GLORIE (GZ 99)
1 U zij de glorie,
opgestane Heer,
U zij de victorie,
nu en immer meer.
Uit een blinkend stromen
daald' een engel af,
heeft de steen genomen
van 't verwonnen graf.
U zij de glorie,
opgestane Heer,
U zij de victorie,
nu en immer meer.
U ZIJ DE GLORIE (GZ 99)
3 Zou ik nog vrezen,
nu Hij eeuwig leeft,
die mij heeft genezen,
die mij vrede geeft?
In zijn goddelijk wezen
is mijn glorie groot;
niets heb ik te vrezen
in leven en in dood.
U zij de glorie,
opgestane Heer,
U zij de victorie,
nu en immermeer.
DE BLAUWE COLLECTESCHAAL IN DE HAL
Vanuit betrokkenheid ook samen de
kosten van het gemeenteproject
delen.
Ieder naar eigen vermogen vandaar
de open opstelling met een
collecteschaal waarin elk zijn of
haar bijdrage neer kan leggen (evt.
in een enveloppe).
Ook uw liefdesgave is nodig om het
project financieel te dragen.
Download