L&I 4 V-memo Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Sleuteltermen Bibliografische referentie Studentnummer Begeleider Beoordelaar Datum Luc Knoors Aardrijkskunde Opdracht democratie L&I4 V-memo Interfacultaire Lerarenopleiding, Universiteit van Amsterdam Democratie, stellingen, kaarten, voorwaarden, verdieping, integratie Knoors, L. (2013), L&I4 Voorwaarden democratie. Amsterdam: Interfacultaire Lerarenopleidingen UvA. 10503552 J.B. Penninx J.B. Penninx 16 december 2013 Verdieping: Voorwaarden democratie Aanleiding: Paragraaf 1.4 (BuiteNLand 4vwo): ‘patronen: de politieke wereldkaart’ benoemt de vrijheid van de landen in de wereld. BuiteNLand maakt bij dit onderwerp een onderscheid in democratie, beperkte democratie en dictatuur en laat deze opdeling naar voren komen in kaart 13. In het handboek wordt aan de hand van de opdeling kort beschreven wat de kenmerken van een democratie zijn, maar niet gekeken naar wat de ondersteunende voorwaarden zijn opdat een democratisch bestuur in een land goed kan functioneren. Deze voorwaarden hangen nauw samen met andere paragrafen in het betreffende hoofdstuk. Zo behandelt paragraaf 1.2: Patronen: verschillen in welvaart het economisch kader. Paragraaf 1.3 ‘Patronen: bevolkingsspreiding en cultuurgebieden’ haalt tevens de invloed van religies naar voren. Zodoende is er gekozen om een verdiepende opdracht uit te werken waarbij wordt ingezoomd op deze voorwaarden en waarbij een link wordt gemaakt tussen de verschillende, voorafgaande paragrafen. Hetgeen bij de werkboekopdrachten niet of nauwelijks gebeurt. Een andere reden om te kiezen voor een verdieping in het onderwerp democratie is dat het een brede, belangrijke, vakoverstijgende term is die vaak in de actualiteiten naar voren komt. Als vertrekpunt voor de opdracht is, aansluitend op de lesstof uit het handboek, de leerlingen duidelijk de voorwaarden van een democratie getoond. Sommige voorwaarden worden in het boek al aangegeven zoals algemeen stemrecht, vrije verkiezingen ,vrije media en burgerrechten. Hier is in de les nog een aanvulling op gemaakt zoals effectieve macht (bijvoorbeeld invloed leger), corruptie en onderwijs. Daarnaast is er naar voren gehaald dat deze vrijheden onder meer steunen op economische ontwikkeling en beperkte verschillen. Zo spelen economische en culturele verschillen binnen een land ook een belangrijke rol. Doel: Het hoofdstuk waarin dit onderwerp naar voren komt heet wereldbeeld, en de paragrafen tonen daarbij ‘patronen’. De opdracht zal hier verder op inspelen. Daardoor zal er ook met kaarten gewerkt worden. De leerlingen zullen kaarten vergelijken en zelf dit wereldbeeld beter weten te verklaren en onderbouwen. Tezamen met het wereldbeeld speelt hierbij ook de landenkennis. Bij de voorbeelden zullen de leerlingen zich moeten verdiepen in enkele landen om zo de situaties te kunnen verklaren en kenmerken van de democratie naar voren te halen. Dit zal bij enkele vragen gebeuren door zelf voorbeelden te laten zoeken. Zodat ook de gerichte zoekcapaciteit op het internet wordt geoefend. Tevens wordt met de opdracht getracht om de leerlingen te laten oefenen met de verdiepende vragen waarbij zij dus buiten de betreffende paragraaf en buiten het boek moeten kijken. Daarmee beperkt de kennis zich niet tot de beperkte informatie in het handboek. Vervolgens is ook ingezet op een goed begrip en analyse van nieuwsberichten. Democratische knelpunten komen vaak in het nieuws naar voren. Met een goed overzicht waar een stabiele democratie op steunt wordt een goed begrip van de actualiteiten onderbouwd. Tot slot zal de laatste vraag inzetten op een kritische beschouwing. Dit wil zeggen, hoe brengen de leerlingen hun opgedane kennis naar voren bij het onderbouwen van hun standpunten ten aanzien van de stellingen. Er is dus met de opdracht gepoogd het niveau op te bouwen. Eerst kunnen de leerlingen zelf voorwaarden aanhalen en gebruiken bij de kaartanalyse en vergelijking. Als afsluiting kunnen de leerlingen dan bij de stellingen het geleerde naar voren halen bij hun argumentatie. Verantwoording: Bij het uitvoeren van de opdracht komen verschillende leeractiviteiten aan bod. Als eerste komt het ‘begrijpen’ naar voren. De leerlingen kunnen in hun eigen woorden weergeven wat bijvoorbeeld Freedom House weergeeft en verklaren waar kaart 13 op gebaseerd is. De belangrijkste leeractiviteit bij deze opdracht is ‘integreren’. Verschillende paragrafen worden gekoppeld en de nieuwe leerstof wordt verbonden aan de voorgaande lessen. De oefeningen met de kaarten zetten daarbij in op kenmerken analyseren, vergelijken en democratische waardes beoordelen. Daarenboven oefenen de vragen het beargumenteren. De vragen zetten in om de kennis te laten cumuleren (Ebbens & Ettekoven, 2013). Binnen aardrijkskunde en zeker bij dit onderwerp is het belangrijk om een verschijnsel of begrip vanuit de verschillende dimensies te bekijken. Centraal bij deze opdracht staat daarom het “confronteren van dimensies” (KNAG, 2013). Het politieke wereldbeeld wordt namelijk gekoppeld aan de economische en etnisch/religieuze patronen. Het confronteren van de dimensies zorgt voor een compleet beeld. Verschillende thema’s van voorgaande paragrafen worden verbonden aan één onderwerp. Tot slot komt er bij de laatste oefening ook het ‘toepassen’ terug. De leerlingen moeten bij deze afsluitende vraag hun opgedane kennis naar voren halen en met een kritische beschouwing hun keuze onderbouwen, rechtvaardigen. De opgaves moeten in tweetallen uitgevoerd worden. Met samenwerkend leren kunnen de leerlingen overleggen, discussiëren en elkaar aanvullen (Ebbens & Ettekoven, 2013). Voorop bij deze samenwerking staat de kennis verbreden en verdiepen (dimensie 3) en het integreren van nieuwe kennis (dimensie 2). Aansluitend wordt deze kennis dan toegepast bij de actualiteiten en stellingen (Marzano & Miedema, 2011). Deze verdieping die start vanuit kaart 13 in het handboek steunt op het vergelijken, onderbouwen en analyseren van kaarten en actualiteiten. Met deze kaarten wordt ingezet op de geografische component van een vakoverstijgend onderwerp. De oefeningen zoomen vooral in op het achterhalen van verbanden, maar enkele vragen zetten eveneens in op gerichte zoekopdrachten waarbij relevante kenmerken van landen achterhaald moeten worden. De kenmerken van democratie staan voorop, maar worden dus onder meer ook gecombineerd met patronen en maatschappelijke omstandigheden zoals de verdeeldheid. Verdiepende opdracht democratie Kaart 13 http://www.freedomhouse.org/ 1.Kaart 13 in het handboek is gebaseerd op cijfers van Freedom House. Ga naar de site van de Freedom House en beschrijf wat deze organisatie weergeeft. 2.Wat is volgens Freedom House het minst ‘vrije’ continent en noem drie oorzaken waarom veel landen hier nog slecht scoren. 3a. Zoek op internet twee thematische kaarten die helpen bij het verklaren van de kaart 13. Leg uit op welke manier iedere kaart samenhangt met democratie. 3b. Noem bij iedere kaart een land waarbij er geen overlap is met kaart 13 en verklaar waarom. 4. Kies één van de gedeeltelijk vrije landen van kaart 13 en zoek zowel 2 positieve als negatieve punten voor de democratische werking van dat land. 5. Noem drie opvallendheden als je de kaarten op pagina 208 en 209 van de Grote Bosatlas vergelijkt met kaart 13 en verklaar. 6. In het handboek wordt gesproken van failed states. Leg uit wat dit is en welke link je daarbij kunt maken met de kaart GB 141B? 7a. Hieronder vind je drie nieuwsartikelen. Welke ontbrekende voorwaarde voor een democratie komt hier telkens in naar voren? http://www.nrc.nl/nieuws/2013/11/25/demonstranten-thailand-bezetten-ministerie-leider-roeptop-tot-meer-bezettingen/ http://www.nieuws.nl/algemeen/20131129/Vrijdag-protestdag-islamisten-Egypte http://www.nieuws.nl/algemeen/20131201/Timmermans-veroordeelt-geweld-Oekraine 7b. Zoek nu zelf een krantenartikel en beschrijf welke democratische voorwaarde hier belicht wordt. 8. Wat laat onderstaande afbeelding zien? Verklaar de omcirkelde uitzonderingen. http://www.geocurrents.info/ 9a. Welke van beide kaarten van verkiezingsuitslagen toont de beste basis voor een goedwerkende democratie en leg uit. 9b. Welk land wordt weergegeven op de kaart links? Hoe kun je deze politieke kaart verklaren? http://www.electoralgeography.com http://alper.nl/dingen/2010/03/verkiezingsuitslagen-gevisualiseerd/ 11. De Verenigde Staten scoren hoog op de democracy index, maar wat valt je op bij onderstaande kaart? http://www.theatlantic.com/international/archive/2011/09/map-us-ranks-near-bottom-on-incomeinequality/245315/ 11. Hieronder staan drie stellingen. Geef aan of je het met de stelling eens bent en beargumenteer waarom. Stellingen: 1. Voor ieder land is een democratie de beste bestuursvorm 2. Hoe hoger de welvaart hoe meer kans op democratie 3. Technocratie is een logische oplossing in tijden van economische crisis Bijlage MDA Docent: Luc Knoors Datum: Tijd: 50 min. Klas: 4vwo Aantal lln: 24 Lesonderwerp Democratie Beginsituatie Paragraaf 1.4 Patronen: de politieke wereldkaart Leskern Verdieping: democratieën in de wereld De leerlingen verdiepen zich in de voorwaarden van democratie en leren daarbij de verschillende behandelde paragrafen aan elkaar en aan de actualiteit te koppelen. Hierdoor krijgen de leerlingen Leerdoelen een goed beeld wat democratie betekent. De leerlingen oefenen hierbij op gebied van gericht zoeken, kaartanalyse en juist verklaren/onderbouwen. Boek (+ blz.) Paragraaf 1.4 Media, spullen, hulp Handboek, ppt, opdracht Tijd 3 Lesfase 1,3 Leerdoel Beheersing Wat ik doe en zeg Checken of stof is overgekomen (aan de hand van actualiteiten van bijvoorbeeld Thailand, Egypte of Oekraïne) Wat zij doen Antwoord geven, luisteren Leeractiviteit Benoemen, onderscheiden Uitleg opdracht 2 4 Luisteren Groepjes maken 45 5 Verdiepen, verbanden leggen, onderbouwen Vragen beantwoorden observeren Opdracht maken Begrijpen, integreren Literatuur: Ebbens, S. & S. Ettekoven (2013), Effectief leren. Basisboek. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers. Freedom house (2013), http://www.freedomhouse.org/ Geocurrents (2013), http://www.geocurrents.info/ KNAG (2013), Geografische werkwijzen. http://www.knag.nl/geografie/ Marzano, R. & Miedema W. (2011). Leren in vijf dimensies. Moderne didactiek voor het voortgezet onderwijs. Assen: Koninklijke van Gorcum. Penninx, J. (2013), Leren en Instructie IV aardrijkskunde. Werkcollege november 2013. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam. Interfacultaire Lerarenopleiding.