DOSSIER DARM EN LEVER GASTROENTEROLOGIE HEPATOLOGIE WAT? De dienst gastro-enterologie hepatologie behandelt maag-, darm- en leverziekten. WIE? Het team staat onder leiding van prof. dr. Sven Francque en telt zeven geneesheer-­ specialisten, negen consulente artsen, vijf geneesheer-specialisten in opleiding, een twaalftal verpleegkundigen en vijf secretariaatsmedewerkers. WAAR? Binnenkort verhuist de dienst naar een ruimere locatie op de eerste verdieping van het raadplegingsblok. SPEERPUNTEN? Speciale aandachtspunten zijn leververvetting, hepatitis en functionele darmproblemen, waaronder constipatie en fecale incontinentie. Nieuw is de IBDunit voor patiënten met de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa. 20 Levertumoren Samen zoeken de beste I Een levertumor is een zwaar verdict, al zijn er steeds meer en betere behandelingen mogelijk. In de lever­ tumorkliniek krijgen patiënten snel een diagnose en behandelingsplan. n het UZA kunnen ­patiënten met een levertumor terecht op de multidisciplinaire raad­pleging voor levertumoren, opgericht door UZA-leverchirurg dr. Thiery Chapelle, prof. dr. Marc Peeters, diensthoofd oncologie en prof. dr. Sven Francque, diensthoofd Dr. Thiery Chapelle 1 Prof. dr. Sven Francque 2 Dr. Luisa V ­ onghia 3 1 2 3 Dankzij betere technieken en methodes kunnen steeds meer patiënten met een levertumor een operatie ondergaan. naar behandeling gastro-enterologie hepatologie. De levertumorkliniek richt zich tot patiënten met leverkanker en tot kankerpatiënten met uitzaaiingen in de lever. Elke woensdagnamiddag houden de betrokken specialisten tegelijk raadpleging. Concreet zijn dat de hepatoloog, de leverchirurg, de oncoloog en de radioloog. Zij bundelen hun expertise om belangrijke knopen op het vlak van behandeling door te hakken. Koppen bij elkaar Patiënten gaan op raadpleging bij hun behandelende arts, die dan meteen kan overleggen met de andere specialisten, op basis van de scans en de onderzoeksresultaten. Om wat voor tumor gaat het? Hoe groot is het gezwel? Heeft de patiënt ook een leverziekte? Blijft er na een eventuele operatie genoeg gezond leverweefsel over? Patiënten krijgen dan nog diezelfde dag een diagnose en behandelingsplan van hun arts. Afhankelijk van het advies krijgen ze soms ook al een andere specialist te zien. Het voordeel is dat patiënten zo niet van de ene specialist naar de andere moeten en dat ze geen weken moeten wachten voor ze weten waar ze staan. Ook voor de artsen is het gemakkelijker werken. ‘Uniek is dat het om een gezamenlijk project van de verschillende diensten gaat’, zegt prof. Peeters. ‘Het is zeker niet vanzelfsprekend om alle artsen gelijktijdig en in elkaars nabijheid raadpleging te laten houden. Maar voor de patiënten is het belangrijk dat ze op zo’n cruciaal moment de juiste specialisten te zien krijgen.’ Voor de verdere therapie komen patiënten bij de diensten terecht, bijvoorbeeld bij gastro-enterologie of chirurgie. Een patiënt met leverkanker wordt meestal door een leverspecialist behandeld. Zo’n tumor komt immers bijna altijd voort uit een bestaande leverziekte, zoals hepatitis of cirrose door alcohol­misbruik. Als de behandeling na verloop van tijd opnieuw moet worden bekeken, bijvoorbeeld bij uitzaaiingen of nieuwe uitzaaiingen, gaan patiënten opnieuw naar de multidisciplinaire raadpleging. Eerste station De gekozen behandeling is afhankelijk van het type tumor en het stadium van de ziekte. Peeters: ‘We bekijken samen wat de beste strategie is: chirurgie, een plaatselijke behandeling van de tumor – bijvoorbeeld chemotherapie rechtstreeks in de lever –, medicatie of eventueel een combinatie van die behandelingen. Zo proberen we de patiënt de beste kansen op genezing te geven of op zijn minst de ziekte onder controle te houden.’ Als het gezwel alleen in de lever zit, hebben patiënten een goede kans om volledig te genezen met een operatie (zie kaderstuk p. 22). Ook uitzaaiingen van de levertumor in de lever zelf zijn soms nog met succes te opereren. Dat geldt ook voor leveruitzaaiingen die afkomstig zijn van een andere kanker in de buikzone. ‘Bij zo’n kanker is ➝ 21 DOSSIER DARM EN LEVER In de levertumorkliniek bekijken de betrokken specialisten samen wat de beste strategie is voor de patiënt: chirurgie, een plaatselijke behandeling met chemotherapie, medicatie … ➝ de lever immers het eerste station waarheen de tumor uitzaait. De kans is dan groot dat de kanker zich nog niet verder heeft verspreid’, verklaart Francque. Is een operatie niet mogelijk, bijvoorbeeld doordat er te veel uitzaaiingen zijn, dan liggen de kaarten een stuk slechter. Vaak is de patiënt dan aangewezen op medicatie. Naast de klassieke chemo­ therapie zijn er verschillende nieuwe geneesmiddelen bijgekomen. Daaronder angiogeneseremmers: die leggen de vorming van bloedvaten aan banden zodat de tumor niet meer kan groeien. De mate waarin die behandeling aanslaat, is onder meer afhankelijk van het type tumor. Zo werken ze minder goed bij uitzaaiingen van leverkanker dan bij leveruitzaaiingen van borst- of darmkanker. Francque: ‘Gelukkig kunnen we als universitair centrum regel­ matig ook nieuwe geneesmiddelen aanbieden die alleen nog maar in het kader van studies worden voorgeschreven.’ Ook radiotherapie (bestraling) is soms een optie voor patiënten die niet meer te opereren zijn. Levertumoren zijn immers erg gevoelig voor radiotherapie. Alleen raakt ook het gezonde leverweefsel gemakkelijk beschadigd. Vandaag Opereren of niet? Steeds meer patiënten met een levertumor kunnen een operatie ondergaan, onder meer dankzij betere technieken en methodes. ‘Zo kunnen we de uitkomst van een operatie tegenwoordig beter inschatten’, zegt UZA-leverchirurg dr. Thiery Chapelle. ‘We gebruiken daarvoor een nieuwe, redelijk unieke methode die rekening houdt met het levervolume en de leverfunctie. Door een specifieke formule toe te passen op de resultaten van de volume- en functiescans, kunnen we voorspellen hoeveel leverfunctie er na de ingreep overblijft. Die methode werd intussen internationaal goed onthaald.’ Is de voorspelde leverfunctie te laag, dan wordt voorgesteld om de poortader naar het zieke INFO D ienst gastro-enterologie hepatologie, T 03 821 33 23, stuk lever af te sluiten. Chapelle: ‘Daardoor groeit het gezonde gedeelte van het leverweefsel aan en blijft er genoeg leverfunctie over, zelfs nadat een groot stuk lever is weggenomen. Soms is het risico te groot dat de lever na de operatie onvoldoende zal werken. Dan opereren we niet, maar bieden we een alternatief aan.’ bestaat er echter zeer gerichte radio­therapie, die de rest van de lever grotendeels spaart. Afweersysteem in actie Verder werpt ook immuuntherapie bij sommige patiënten vruchten af. De patiënt krijgt dan medicatie die het afweersysteem aanspoort om de tumor te bestrijden. De behandeling is nog experimenteel, maar de eerste studieresultaten zijn hoopgevend. ‘Het zal geen mirakel­ oplossing zijn voor alle patiënten, maar allicht zal het bij sommigen de prognose substantieel verbeteren’, aldus Francque. Een beperkt aantal patiënten, ten slotte, komt in aanmerking voor een levertransplantatie. Die behandeling wordt vooral toegepast bij patiënten met leverkanker. Zeker als de tumor een gevolg is van levercirrose, kan het een goede oplossing zijn: je neemt dan in één keer de kanker en de zieke lever weg. ‘Voorwaarde is onder meer dat de tumor zich tot de lever beperkt. En de patiënt moet nog fit genoeg zijn om een zware operatie te ondergaan’, zegt UZA-hepatologe dr. Luisa ­Vonghia. Een levertransplantatie bij patiënten met leveruitzaaiingen wordt maar zelden uitgevoerd. Die behandeling is nog in een experimentele fase. dienst hepatobiliaire, transplantatie en endocriene heelkunde, T 03 821 57 05, dienst oncologie, T 03 821 32 50 22